128 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dings'dag 9 December 1890. besproken doch men heeft de zaak voorloopig laten rusten ook op advies van den heer Bekhuis zeiven. De heer Troolstra acht het genoeg bekend dat de eigen lijke aanleiding tot dit voorstel is het aanhangig plan van een nieuw kanaal. De onderhandelingen 'zijn begonnenGedepu teerde Staten hebben voorwaarden gesteld waarmede het ge meentebestuur zich niet kan vereenigen maar nu volgt hieruit nietdat er van het kanaal niets zal komen. Gedeputeerde Staten moeten nog met een voorstel tot de Provinciale Staten komen en nu mag men niet veronderstellen dat zij in dat voorsteldat strekt tot verbetering van waterwegen in de pro vincie niet zouden opnemen dit gedeelte kanaaldat toch een deel zal uitmaken der verbetering van den geheelen interpro vincialen waterweg van Groningen naar Harlingen Voorts heeft de heer Bekhuis te veel het zwaartepunt doen vallen op de perceelen onder Huizum. Deze zijn maar hijzaak zij maken een deel uit van de bezittingwelke de eigenaar in haar geheel wil overdragen en zullen volstrekt geen blok aan het been wezen; zij zijn den prijs wel waard. En waar, vol gens den heer Bekhuisin deze gemeente geen behoefte aan bouwterrein zou zijn vraagt spr.hoe is het daarmede in Huizum gesteld Toen spr. zijne tegenwoordige betrekking aanvaarddestond aan de westzijde van de Schrans geen enkel huis en nu is alles volgebouwdmet eenige achtergelegen buurten. Ook verder op aan den Overijsselschen straatweg zijn in korten tijd tal van huizen verrezen. Spr. is het dus met den Voorzitter eens, dat men geen schadepostdoch alleen eene kleine derving van rente zal hebben. De heer Bokhuis heeft niet beweerd dat er van het ka naal niets zal komen maar alleen dat het vooreerst tot de vrome wenschen zal blijven behooren. En wat nu betreft de mededeeling van den Voorzitter omtrent de Bleek en de Klanderij het is juist, dat spr. indertijd heeft geadviseerd den verkoop van deze terreinen voorloopig aan te houdenomdat toen de Zuidwesterdwinger ten deele moest worden bebouwd en met dat advies hebben zich de geachte voorzitter en al de leden van de commissie vereenigd. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel wordt in stemming gebragt en aangenomen met 14 tegen 4 stemmen die van de heeren Bekhuis Kuipers Plantenga en Oosterhoff. 18. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het aan gaan van een contract met de waterleiding-maatschappij tot aansluiting van eenige gemeente-gebouwen. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor te besluiten hen te magtigen met de Leeuwarder waterleiding-maatschap pij eene overeenkomst aan te gaan waarbij de maatschappij op zich neemt op de wijzedoor burgemeester en wethouders nader te bepalen voor de levering van water aan de water leiding aan te sluiten het gemeentehuis het politiebureau het bureau voor den burgerlijken stand de teekenkamer van den directeur der gemeentewerken het gymnasium de mid delbare school voor meisjes de burgerdagschool de gemeen tescholen nos. 1 11 de gemeente-bewaarscholen nos. 16, het bergplaatsje bij den paardenstal der stadsreiniging en het gebouw in de Doelestraat (waarin het wapen- en kledingma gazijn voor de d.d. schutterij), een en ander tegen betaling door de gemeente van f 1095 in eens voor de kosten der leidingen met inbegrip der dienstleidingen en van eene jaarlijksche ver goeding van f 300 voor het watergebruik in al de gemelde gebouwen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Bekhuis juicht het denkbeeld 0111 de gemeente gebouwen te doen aansluiten aan de waterleiding zeer toe en zal er gaarne toe medewerken. Alleen heeft hij eenige be- denking tegen den vormdienaar hij vreest, niet tot het goede doel zal leiden. Het voorstel is tweeledig in de eerste plaats om de genoemde gebouwen te doen aansluiten en daar voor eene som van ƒ1095 beschikbaar te stellen, en in de tweede plaats om voor het watergebruik eene jaarlijksche ver goeding van 300 te betalen. Het gebruikdat van het water zal mogen worden gemaakt, vindt spr. te beperkt. Volgens het voorstel zal het te leveren water dienen voor drinkwatervoor het reinigen van handen voor brandblussching voor de groote schoonmaak in de zo mermaanden (doch uitsluitend voor binnenshuis) en in de loca len voor chemie en phijsica. De ingenieur der maatschappij f beperkt hel gebruik nog meer en spreekt alleen van schoon maak van hel inwendige der gebouwen. Het water mag dus I niet gebruikt worden voor het schoonhouden der schoolmeube- lenook niet buiten de groote schoonmaak de hoofden der scholen of de gemeente-opzigters zullen de sleutels der kranen onder zich hebbenzoodat strenge controle op het verbruik wordt gehouden. Spr. vraagt of dergelijke beperkte waterverstrekking ge- wenscht is. Nu moeten toch de putten bakken pompen enz. blijven bestaan voor liet gewone gebruik. Hij zou liever zien dat burgemeester en wethouders hun voorstel weder tot zieh namen en wilden overwegen of er niet een contract zou kun nen worden aangegaanvolgens hetwelk al het benoodigde water uit de waterleiding zou worden verkregen. Dit behoeft toch zeker niet zooveel meer te kosten. Bovendien heeft spr. met verwondering in het voorstel gele zen water voor brandblussching. De ingenieur spreekt hier over wijselijk niet, want de maatschappij is reeds bij de con cessie-voorwaarden verpligtal het water voor brandblussching gratis te leveren. De heer van Harinxma thoe Slooten deelt mede, dat de reden tot het doen van dit voorstel is geweestdat de waterleidingmaatschappijvreezende voor het vermorsen van water bereid is in dezer voege een contract te sluiten en burgemeester en wethouders die natuurlijk het liefst een on beperkt watergebruik zouden hebbendoch bekend zijn met het misbruik, dat vaak van het water wordt gemaakthebben gemeend, niet om de beperkende bepalingen de onderhandelin gen te moeten afbreken. De heer Bekhuis drukt zijne verwondering uit over de vermel ding van brandblussching. Burgemeester en wethouders hadden hierbij alleen het oog op den aanleg, niet op de levering van water voor brandblussching. Deze levering geschiedt overeen komstig de concessie-voorwaarden. Die geachte spreker schijnt ook in den aanleg van waterlei ding het voordeel te zien dat nu alle regenbakken en putten kunnen worden afgeschaft. Men heeft echter te doen met den feitelijken toestand dat bij bijna alle gemeentegebouwen re genbakken zjn, waaruit men het water voor de gewone schoon maak kan verkrijgen. En waar men nu al deze gebouwen kan doen uitsluiten en het waterverbruik aldaar voor eene zoo geringe som van ƒ300 per jaar kan verkrijgen zal de Raad wel doen, met hiertoe over te gaan. Volgens spr. zullen geene moeijelijkheden te wachten zijn. De Voorzitter gelooft, dat, als men een onbeperkt water gebruik wilde hebben, dit wel drie maal meer zou kosten. Er zijn nu 25 gebouwen, die gemiddeld voor 40 per gebouw- zullen worden aangesloten met een waterverbruik van 12. Geschiedde dit laatste volgens het gewone tarief, dan zou men er ƒ30 voor moeten betalen. Burgemeester en wethouders hebben bij hun voorstel vooral het verkrijgen van goed drinkwater op het oog gehad en meen den met het oog op eventuele droogte in den zomer en dienten gevolge gebrek aan water in de bakkende bevoegdheid te moeten hebben om voor de groote schoonmaak het water uil de waterleiding te kunnen gebruiken. Door een en ander zal aan de voornaamste behoefte worden voldaan voor weinig geld. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dingsdag 9 December 1890. 129 De heer Menalda zal gaarne aan dit voorstel zijne stem geven maar hij heeft zich de vraag gesteld, waarom of bur gemeester en wethouders er niet toe gekomen zijn, om een bepa ling te maken ten opzigte van gemeentegebouwen, die later mog- ten worden gesticht, bijv. scholen. Hij heeft nu op dit oogenblik niet voor den geest, hoe die bepaling zou moeten luiden, maar wenscht toch te vernemen, of het niet mogelijk zou zijn eene bepaling met dat doel in het contract op te nemen. De heer van Harinxma thoe Slooten vreestdat men, door nu reeds eene dergelijke bepaling in liet contract op te nemen later in moeijelijkheden zal geraken. Het zou toch kunnen voorkomen, dat in het vervolg nieuwe scholen, een ziekenhuis of andere gebouwen werden geslicht op plaatsen waar geen leiding aanwezig was en bet zal dus niet wel mo gelijk zijn, nu alles vooruit te voorzien en de kosten van aan leg enz. te bepalen. Men behoeft evenwel niet bezorgd te zijn voor de toekomst en zal beter doen die af te wachten en nu te nemen wat men krijgen kan. De heer Bekhuis heeft op den voorgrond gesteld dat hij vóór den voorgestelden maatregel doch tegen de beperkende bepalingen is. Spr. kan niet inzien datgelijk de Voorzitter meenteen onbeperkt gebruik te duur zou zijn want in dat geval zouden de pompenputten en bakken kunnen worden afgeschaften de meerdere uitgaaf voor het water geneutrali seerd worden door de mindere uitgaaf voor die voorwerpen voor welker onderhoud jaarlijks een niet onbelangrijke post op de begrooting voorkomt. Bovendiende waterleiding-maat schappij is natuurlijk gesteld op vele aansluitingen en zou dus niet te hoog in hare eischen zijn. Onbeperkt gebruik zou spr. voor de gemeente verkieselijker achtenmaar nu burgemeester en wethouders zooveel bezwa ren daartegen inbrengenzal hij hoe ongaarne dan ook, toch zijne stem aan het voorstel geven. De Voorzitter zegt, dat in geval later grootere behoefte aan minder beperkt gebruik of voor nieuw gestichte gebouwen mogt ontstaanhet contract dan altijd nog kan worden uit gebreid. Den heer Meijer die op dezelfde gronden als de heer Bek huis tegen het voorstel bedenking haddoet het leeddat die geachte spreker verklaarttoch er zijne stem aan te zullen geven. De tweeslachtige toestanddie door dit contract zal geboren wordenacht spr. niet gewenschtop dezelfde mo tieven als die door den heer Bekhuis zijn aangevoerd. Hij zal die dus niet herhalenmaar er nog aan toevoegen dat de vorm van het voorstel geene aanbeveling verdient. Gaarne had hij bij het voorstel een concept-contract zien overgelegdzoo als tot nu toe bij alles wat de waterleiding betrof is geschied omdat de Raai dan beter over de beteckenis van het contract en de onderdeelen had kunnen oordeelen. Spr. zou 't dus met den heer Bekhuis wenschelijk achten dat burgemeester en wethouders hun voorstel terugnemen, om te trachtenalsnog een onbeperkt watergebruik tc krijgen. De Voorzitter deelt namens burgemeester en wethouders mededat deze aan het verlangen tot terugneming van hun voorstel niet kunnen voldoen. Bovendien achten zij een onbe perkt gebruik van het water niet gewenscht. Volgens den di recteur der gemeentewerken wordt nu toch al bij het schoon maken der gebouwen soms zooveel gebruik of liever misbruik van water gemaaktdat het door de plafonds heendringt. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel wordt in stemming gebragt en aangenomen met 10 stemmen tegen 1 stem, die van den heer Meijer. Vóór deze stemming had ook de heer Theunisse de verga dering verlaten. 19. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei ding van een verzoek van de commissie van administratie der Stadsbank van leeningom verlaging van de rente voor door de gemeente voorgeschoten gelden. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van dit voorstel besloten het raadsbesluit van den 13 September 1887 in zooverre te wijzigendat de rente van het bedragdat door de bank van leening boven de som van 30000 ten behoeve dier instelling uit de gemeentekas wordt opgenomen met ingang van den 1 Januarij 1891 zal bedragen 3£ pGt. in het jaar. 20. Voorstel van burgemeester en wethouders tot amotie van perceelen bij het Arendsklooster. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor te besluiten behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten a. de huizinge „het wit stek" genaamd en het daarachter gelegen gebouw, onmiddellijk na den 12 Mei 1891 publiek op afbraak te doen verkoopen. b. burgemeester en wethouders te magtigen om op door hen nader te bepalen tijd in het openbaar te doen verkoopen de bouwterreinen aangeduid op de situatieteekening door den directeur der gemeentewerken ingezonden bij missive van den 21 November 1890 no. 457/1. Zonder discussie wordt dienovereenkomstig besloten. 21. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststel ling van een besluit op de heffing en eene verordening op de invordering van schoolgeld voor onderwijs aan het gymnasium. Wegens het vergevorderd uur wordt besloten, de behande ling van dit voorstel lot eene volgende vergadering aan te hou den. 22. Reclames tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag. In verband met de behandeling van deze reclames wordt de openbare vergadering gesloten. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1890 | | pagina 6