Vergadering van Dinsdag 10 Februari 1891 -y* m Verslag der handelingen van den gemeenteraad Tegenwoordig 20 leden. Afwezig met kennisgeving de heer Jhr. Mr. G. van Eijsinga. Voorzitter de heer J. Troelstrawethouder. I. De notulen van de vorige op 27 Januari jl. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. De Voorzitter neemt het woord en zegt, dat hij vóór zich heeft een extract uit de notulen van de vergadering van den Raad van 15 Februari 1866, waaruit blijkt, dat op dien dag de heer Mr. J. L. van Sloterdijck als lid dezer vergade ring is beëedigd en als zoodanig zitting heeft genomen. Hier uit volgt dus dat de heer van Sloterdijck binnen weinige da gen het geluk zal hebben gedurende 25 jaren lid van den raad dezer gemeente te zijn geweest. Spr. gelooft, dat allen die hem zoo lange jaren hebben gekend met zijn lust en ijver, zijn werkkracht en helder inzichthet voor de gemeente een geluk zullen noemendat de heer van Sloterdijck 25 jaren lang zijne krachten aan het welzijn der gemeente heeft kun nen wijden. Spr. gelooft de tolk te zijn van zijne medeleden, door den hartgrondigen wensch uit te spreken, dat de heer van Sloterdijck, die 25 jaren onafgebroken het vertrouwen van de groote meerderheid der kiezers heeft mogen genietennog vele jaren hetzelfde moge ondervinden en het hem gegeven moge zijn nog langen tijd mede te werken om de belangen onzer goede stad en hare ingezetenen te helpen bevorderen. De heer V8U SlOtsrdijck verklaart zich gevoelig voor de welwillende woorden van den voorzitter en de instemming zijner medeleden daarmede door applaus aan den dag gelegd. Hij zal nauwlijk behoeven te zeggen, dat hij dergelijke blijken op zeer hoogen prijs stelt. Hij hoopt, dat hij zal kunnen vol doen aan de uilgesproken verwachtingdat hijdoor nog vele jaren lid dezer vergadering te zijnvoor de belangen dezer gemeente werkzaam zal kunnen zijn. III. De Voorzitter deelt mede, dat naar aanleiding van de in de vorige vergadering gehouden bespreking, door burge meester en wethouders na een ingesteld onderzoek is beslo ten, van het wachtlokaal der brandweer in de benedenruimte van het voormalig Waaggebouw een gedeelte te doen afschei den voor berging van eene bascule der korenmeters-wegers en alsdan het weeghuisje, thans in de nabijheid van dat gebouw staande, te doen verwijderen. Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen, IV. Wordt ter tafel gebracht 1. Een adres van D. Tasma, pachter van de opkomsten der Harlingervaartsbruginhoudende het verzoek om eenige tegemoetkoming in de door hem geleden schade wegens de langdurige sluiting der bruggen. Wordt om bericht en raad gesteld in handen van burge meester en wethouders. 2. Eene aanvraag van den schuttersraad om machtiging tot het doen van at- en overschrijvingen op de begrooting voor de dienstdoende schutterijdienst 1890. Wordt om onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren Hijlkemavan Sloterdijck en Theunisse. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onder- handsche verpachting van het grasgewas op het terrein om den tweeden verschwatervijver. 4. Eene ontwerp-verordening tot vaststelling van het getal en de jaarwedden der leeraren van het gymnasium. 5. Eene wijziging van het ontwerp-besluit op de heffing van schoolgeld voor onderwijs aan het gymnasium. De stukken sub 3 tot en met 5 worden ter visie gelegd, om in eene volgende vergadering te worden behandeldterwijl die sub 4 en 5 tevens in de bijlagen tot 's raads verslag zullen worden gedrukt. te Leeuwarden, van Dinsdag 10 Februari 1891. 13 6. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onder- handsche verhuring van een gedeelte van het terrein bij de Sneekerkade. Zal nog heden in behandeling worden genomen. 7. Het primitief kohier der directe belasting op het inko men dienstjaar 1891. Dit is gedrukt in de bijlagen tot 's raads verslag en zal in de sectiën van den raad worden behandeld en onderzocht, welk onderzoek in deze maand moet zijn afgeloopen. V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde putnen. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee- nen van eervol ontslag aan de onderwijzeres Mej. A. van Wijk de Vries. Conform de conclusie van dit voorstel wordt besloten met ingang van 19 Maart 1891 aan Mej. A. van Wijk de Vries op haar verzoek eervol ontslag te verleenen als onder wijzeres aan de gemeenteschool no. 10. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee nen van eervol ontslag aan de onderwijzeres in de handwer ken Mej. G. Bersma. Wordt zonder discussie besloten aan Mej. G. Bersmaovereenkomstig haar verzoek met in gang van 15 Maart e.k. eervol ontslag te verleenen als onder wijzeres in de handwerken aan de gemeenteschool no. J. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot itigebruik- geving van den zolder boven de gemeenteschool no. 9 aan het bestuur der Nieuwe Leeuwarder IJsclub. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, te besluiten behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten aan het be stuur van de Nieuwe Leeuwarder IJsclub alhier voor het ber gen van zijne restauratietentstaande op den wal achter den Prinsentuintot wederopzegging in gebruik af te staan den zolder boven de gemeenteschool no. 9tegen betaling van eene jaarlijksche retributie van ƒ20, en verder op door burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden. De beraadslagingen worden geopend. De heer Bekhuis heeft tegen één onderdeel der conclusie eenig bezwaar. Door burgemeester en wethouders wordt n.l. voorgesteld den zolder in gebruik te geven tegen betaling van eene jaarlijksche retributie van f 20. Het komt spr. voor, dat in evenredigheid tot het gebruik dat van den zolder zal wor den gemaaktdit bedrag te hoog is vooral ookomdat het gebruik alleen wordt toegestaan onder eenige belemmerende voorwaarden. De directeur der gemeentewerken wijst er te recht op dat het opbrengen van de materialen op den zolder met oordeel moet geschieden in verband met de draagkracht van het gebouw waarvan waarschijnlijk het gevolg zal zijn dat de kosten voor dat opbrengen hooger zullen worden. Bovendien is de Nieuwe Leeuwarder IJsclub eene vereeni- ging, die zich het houden van hardrijderijen en andere ijs- feesten ten doel stelt en daardoor aan vele ingezetenen voor deel bezorgt. Op grond van een en ander acht spr. eene retributie van ƒ20 te hoog en hij vraagt, of burgemeester en wethouders niet genegen zouden zijn, die som tot bijv. f 5 te verminderen. De Voorzitter zegtdat het voor de adressanten van groot belang isdat zij gedurende den zomer en misschien ook me- nigen winter eene goede gelegenheid zullen hebben voor ber ging van hunne tent, die nog al eenige waarde vertegenwoor digt Burgemeester en wethouders achten hierom eene retri butie van f 20 dan ook niet te hoog, ook al met het oog op de mogelijke beschadiging die aan het gebouw kan worden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1891 | | pagina 1