Vergadering van Dinsdag 24 Maart 1891. 34 Verslag tier handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag 14 Maart 1891. In verband hiermede wordt de openbare vergadering tijdelijk gesloten. Na heropening der vergadering wordt vastgesteld navolgend besluit De raad der gemeente Leeuwarden Gezien het door burgemeester en wethouders opgemaakt ko hier der directe belasting op het inkomen ten behoeve dezer gemeente over het dienstjaar 1S91 Gelet op art. 264 der gemeentewet Gelet op het besluit tot heffing der bedoelde belasting zoo als dat laatstelijk gewijzigd is vastgesteld bij besluit dezer ver gadering van den 9 September 1890 goedgekeurd bij Konink lijk besluit van 7 November 1890 no. 44, waarbij het maxi mum cijfer, dat geheven kan worden, is vastgesteld op fi90000. Gelet op het raadsbesluit van 30 October 1890 no. 3, waar bij is bepaald, dat over het dienstjaar 1891 4.30 ten honderd van het belastbaar inkomen zal worden geheven in verband waarmede eene som van f 180,600 als vermoedelijk onzuivere opbrengst dezer belasting op de begrooting is uitgetrokken. Gezien de laatste alinea van art. 8 van het bovenvermeld heffingsbesluit Besluit Het kohier der directe belasting op het inkomen ten behoeve dezer gemeente over het dienstjaar 1891 na daarin aangebrachte wijzigingen vast te stellen op een belastbaar inkomen van f 4,256,729, en een totaal der aanslagen tot een bedrag van f 183,041.49}. De heer de la Faille inmiddels ter vergadering gekomen, neemt deze gelegenheid te baatom te kennen te geven dat het hem leed doetniet tegenwoordig te zijn geweest bij de behandeling van het voorstel van burgemeester en wethou ders tot afwijzing van het verzoek van Dr. Vitus Bruinsma e.a. om het gebruik van het Beurs- en Waaggebouw voor eene meeting. Spr. heeft verleden jaar zijne stem tegen een gelijk voorstel uitgebrachtmaar stelt er nu prijs op, te verklaren datware hij tegenwoordig geweesthij er nu vóór gestemd zou hebben omdat hij zich volkomen kan vereenigen met de nu door burgemeester en wethouders aangevoerde motieven. De vergadering wordt gesloten. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuuarden. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 24 Maart 1391. 35 Tegenwoordig 19 leden. Afwezig met kennisgeving de heeren Dr. N. Reeling Brou wer en Dr. J. Baart de la Faille. Voorzitter de heer P. Lycklama k Nijeholtburgemeester. I. De notulen van de vorige op 14 Maart j.l. gehouden ver gadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen 1. eene dankbetuiging van D. Tasma voor het besluit tot gedeeltelijke kwijtschelding van pachtsommen voor de bruggen en pontveeren in de gemeente. 2. dat door Gedeputeerde staten zijn goedgekeurd a. het kohier der directe belasting op het inkomen dienst 1891. b. het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van de woning Oostersingel No. 110. 3. dat is ingekomen het verslag der gemeentelijke gasfabriek over 1890. Zal worden gedrukt als bijlage bij het gemeente-verslag over dat jaar. III. Wordt ter tafel gebracht 1. De rekening en verantwoording van de stadsbank van leening, dienst 1890. Wordt gesteld in handen van de heeren MenaldaBeucker Andreae en Dijkstra. 2. De rekening en verantwoording der dienstdoende schut terij over 1890. Wordt gesteld in handen van de heeren Hijlkemavan Slo- terdijck en Theunisse. 3. Een adres van den heer N. Schuitemaker om eervol ont slag als hoofd der gemeenteschool No. 7. Wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om bericht en raad. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1Benoeming van eene onderwijzeres aan de gemeenteschool No. 10. De voordracht is samengesteld uit: 1. F. A. Behrns te Vin- keveen2. Mej. W. S. Vahlenkamp te Ransdorp en 3. Mej. J. Gijlstra te Weidum. Het resultaat der gehouden stemming is dat Mej. Behrns met algemeene (19) stemmen wordt benoemd. De datum van infunctietreding zal nader door burgemeester en wethouders worden bepaald. 2. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening van den Stads- of Prinsentuin over 1890. De conclusie van dit rapport luidt goed te keuren de door burgemeester en wethouders aan den raad overgelegde rekening en verantwoording van den Stads- of Prinsentuin over 1890, sluitende met een bedrag in ontvang van f 6095,46} in uitgaaf van /*5157,08£, en alzoo met een batig slot van f 938,38, on der dankbetuiging aan het college voor het nauwkeurig en met zorg gevoerd beheer. De beraadslagingen worden geopend. De heer Duparc heeft een enkel woord te zeggen niet over maar naar aanleiding van deze rekening. Hij vindt daarin vermeld een uitgaaf van ruim 2800 voor de Zondags-muziekuit- I voeringen een uitgaafdie hij volstrekt niet te hoog acht daar de beide muziekkorpsen die afwisselend concerten geven, zich al meer en meer beijveren, om goede muziek te geven. Om die muziek voor velen tot haar recht te doen komen, werd vóór enkele jaren de maatregel genomendat het wandelen langs de luifels gedurende het spelen der muziek was verboden, ten einde de bezoekers die juist om meer van de muziek te kunnen genieten daar gaan zitten niet te hinderen. Deze maatregel is evenwel in het vorige jaar ingetrokkenwaardoor men weder in den treurigen toestand van vroeger is vervallen. Het zal burgemeester en wethouders zeker niet onbekend zijn gebleven, hoezeer er over de intrekking van dien maatregel is geklaagd. De zaak van den Prinsentuin is in deze vergadering te veel besprokendan dat het noodig zou zijn veel te zeggen over de wanorde, die er 's Zondags onder de muziekuitvoering heerscht, en over de baldadigheden die dan worden gepleegd waardoor het meer en meer aan hen die om de concerten komen, en ook aan anderen die zich Zondags in den tuin wenschen te ver pozen, langer haast onmogelijk wordt gemaakt, er zich heen te be geven. Voor velen uit de kleine burgerij is het de eenige ge legenheid om muziek te hooren. Spr. wenscht derhalve burgemeester en wethouders in over weging te geven, de bedoelde zaak tot zich te nemen en den door hem bedoelden maatregel weder in te voeren. Hij gelooft uit naam van de overgroote meerderheid der geabonneerden te kunnen verklarendat burgemeester en wethouders hun hier mede een groot genoegen zouden doen. De Voorzitter zal dit punt gaarne ter sprake brengen bij burgemeester en wethouders maar hij kan niet zeggen welk resultaat dat zal hebben. Hij kan wel verklarendat eene re geling moeielijk iswat den een welgevallig is wordt vaak voor den ander hinderlijk. Voor hen die geen zitplaats heb ben is het zeker onaangenaam in hunne wandeling beperkt te worden. Misschien zal het 't beste zijnde contributie te ver- hoogen en daardoor het getal der bezoekers te verminderen. De heer van Slotordijck had als lid der commissie van onderzoek van deze rekening geen bezwaar tegen de voorge stelde conclusie. Toch moet hij eene enkele opmerking maken. De bij de rekening overgelegde lijst van abonné's geeft voor vele huisgezinnen cijfers van het getal huisgenooten aan die spr. er aan doen twijfelen of er wel werkelijk zóóvele huis genooten in die gezinnen zijn als worden opgegeven. Bij het inzien van die lijst kan men al terstond nagaan dat dit bij eenige gezinnen niet het geval is. Spr. geeft daarom burge meester en wethouders in overweginghierop hunne aandacht te vestigen want wordt er de hand aan gehouden dat voor één gezin niet meer kaarten voor huisgenooten worden afge geven dan er volgens het bevolkingsregister in dat gezin zijn, dan wordt het getal dier kaarten beperkt en dat der abonné's waarschijnlijk uitgebreid. De VOOrzitter geeft te kennen dat dit misbruik vroeger in nog veel grootere mate heeft bestaan. Er wordt nu zooveel mogelijk tegen gewaaktdoch het kan niet geheel worden voor komen. Burgemeester en wethouders zullen echter bij vernieu wing hierop de aandacht vestigen van den persoon die met de uitgifte van de kaarten voor abonné's en huisgenooten is belast. De heer Dijkstia kan zich geheel aansluiten aan het door den heer van Slolerdijck gesprokene. Hij heeft de moeite ge daan de geheele lijst van abonné's en hunne huisgenooten na te gaan en vond hierop volgens eene aanteekeningdie hij vóór zich heeft liggen gezinnen vermeld met 10 12 en meer huisgenootenwaarvan hij weetdat die cijfers niet volgens de waarheid zijn. Beperkt men nu die kaarten voor huisgenooten, dan zal daardoor misschien tevens worden tegemoet gekomen aan het bezwaar van den heer Duparc en velen geweerd wor den die minder komen om muziek te hoorendan om zich op andere wijze te vermaken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1891 | | pagina 1