Vergadering van Dinsdag 1 September 1891. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 1 September 1891. 81 Tegenwoordig 20 leden. Afwezig de heeren Mr. J. L. van Sloterdijck R. H, Dijkstra en D. Tigler Wijbrandiallen met kennisgeving. Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester. I. Aan de orde wordt gesteld de beëediging van de nieuw gekozen raadsleden de heeren Mr. J. S. baron van Harinxma thoe SlootenJ. van der ScheerA. Duparc Jhr. Mr. G. van EijsingaH. Kuipers, S. H. Hijlkema, T. Konter en P. Fabry de Jonge. Nadat genoemde heeren door den secretaris waren binnenge leid deelt de voorzitter mede dat tegen hunne toelating als raadsleden bij Gedeputeerde Statenblijkens hunne resolutie van 20 Augustus 1891 2e afd. no. 18, geene bezwaren be staan. Hij noodigt hen uit om ieder naar zijne godsdienstige ge zindte af te leggen de eeden of verklaringen en beloften, be doeld bij art. 87 der grondwet en art. 39 der gemeentewet, waaraan door hen wordt voldaan. De Voorzitter wenscht hen daarop van harte geluk met hunne herkiezing of benoeming tot raadslid, tot welk ambt het vertrouwen der kiezers hen heeft geroepen. Hij voegt daarbij den wensch dat het hun moge gegeven zijn, om gedurende tal van jaren met zelfvoldoening werkzaam te zijn in het belang en tot heil der gemeente. Ten slotte verzoekt hij hun hunne plaatsen te willen in nemen. II. De notulen van de vorige op 11 Augustus j.l. gehouden vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld. III. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen: a. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd 1. het raadsbestuit tot overneming van gedeelten sloot ach ter Tulpenburg. 2. het le suppletoir kohier der directe belasting op het inko men dienst 1891. b. een schrijven van het bestuur der afd. Leeuwarden van de Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van sterken drank houdende mededeeling dat het voor de algemeene vergadering geen gebruik zal maken van de groote zaal in het gemeente huis. c. dat door burgemeester en wethouders zijn aangewezen tot Voorzitter der raadscommissie voor de openbare werken de burgemeesteren tot voorzitter der raadscommissie voor de gemeentelijke be waarscholen de heer Dr. N. Reeling Brouwer. d. dat bij Koninklijk besluit van den 19 Augustus 1891, no. 23 is goedgekeurd het raadsbesluit van 28 Juli 1891 no. 12, tot heffing van rechten aan de waag alhier. IV. Wordt ter tafel gebracht: 1. Aanbeveling ter benoeming van een secreraris-boekhouder der stads armenkamer. 2. Voordracht ter benoeming van een onderwijzer met hoofd- acte aan de gemeenteschool no. 9. 3. Als voren van een onderwijzer met acte Hoogduilsch aan de gemeenteschool no 4. 4. Alsvoren van een onderwijzer met acte Fransch aan de gemeenteschool no 4. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders, tot wijziging en opnieuw vaststelling van den rooster van aftreding der raadsleden. 6. Alsvoren tot het verleenen van eervol ontslag aan den onderwijzer R. Brouwer. Tot de benoemingen vermeld onder sub 1 tot en met 4 zal heden worden overgegaan terwijl de voorstellen sub 5 en 6 mede heden zullen worden behandeld. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders in zake het graven van een kanaal uit de zuiderstadsgracht naar de Tijnje. Ter visie gelegd voor de leden om in eene volgende verga dering te worden behandeld. 8. Adres van S. H, Ritman om opnieuw onderhands van de gemeente te mogen huren eene woning met land aan Olde- galileën. Ten line van prae-advies in. handen gesteld van burgemees ter en wethouders. 9. De ontwerp-gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1892, met daarbij behoorende memorie van toelichting. Zal worden gedrukt in de bijlagen tot 's raads verslag en in de sectiën behandeld met bepaling dat het sectie-onder zoek binnen veertien dagen na uitreiking der gedrukte stuk ken moet zijn afgeloopen. 10. Adres van T. Fierstra om eervol ontslag als onderwij zer aan de gemeenteschool no. 10. 11. Adres van J. Swildens en E. Rodenhuis om een uitgang over het land behoorende bij de herberg „de Klanderij." De adressen no. 10 en 11 worden ten fine van prae-advies in handen gesteld van burgemeester en wethouders. 12. Begrooting van het Stads-ziekenhuis voor het dienst jaar 1892. Wordt ter fine van onderzoek en rapport in handen gesteld van de heeren Plantenga, Duparc en Hijlkema. 13. Voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere wijziging der gemeente begrooting, dienst 1891. Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren OosterhoffHijlkema en Dijkstra. 14. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de verordeningregelende het getal enz. van de ambtena ren ter secretarie, zoomede van de beambten voor den verde ren dienst in het gemeentehuis (gemeenteblad no. 5 van 1881). 15. Alsvoren tot onderhandsche verhuring van de zathe en landen Achter de Hoven. 16. Rapport van de raadscommissie omtrent de gemeente rekening over het dienstjaar 1890. De stukken, vermeld onder no. 14, 15 en 16 worden ter visie gelegd om in eene. volgende vergadering te worden be handeld. V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproe pingsbrief vermelde punten 1. Benoeming van een wethouder toegens de periodieke aftre ding als raadslid van den heer Mr. JS. baron van Harinxma I thoe Slooten. De uitslag der gehouden stemming is dat op den heer van Harinxma toe Slooten 19 stemmen worden uitgebracht en de heer Plantenga 1 stem verkreeg zoodat de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Slooten tot wethouder is benoemd. De benoemde dankt voor het in hem gestelde vertrouwen en verklaart de benoeming aan te nemen. De Voorzitter wenscht den heer van Harinxma thoe Slooten geluk met zijne benoeming en hooptdat de benoemde nog langen tijd met dezelfde lust en ijver als tot nog toe de be langen van de gemeente moge behartigen. 2. Benoeming van een ambtenaar van den burgelijken stand ic eg ens periodieke aftreding van den heer H. Kuipers als raadslid De heer Duparc herinnert er aandat de benoeming on langs van een vierden ambtenaar van den burgerlijken stand ge schiedde omdat in de maand Augustus een of meer ambte naren van den burgerlijken stand op reis zouden zijn en daar om eene voorziening van tijdelijken aard wenschelijk werd ge acht. Nu echter wordt voorgesteld, definitief een vierden amb tenaar te benoemen. Spr. heeft persoonlijk niets daar tegen, doch heeft niettemin gemeend de aandacht der vergadering op het punt te moeten vestigen. De Voorzitter zegt, dat er vooral gedurende den zomer somtijds dringende behoefte kan bestaan aan eene uitbreiding

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1891 | | pagina 1