Vergadering van Maandag 18 Januari 1892.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Maandag 18 Januari 1892.
Tegenwoordig alle leden.
De vergadering wordt geopend door den heer J. Troelstra
wethouder.
I. De notulen van de vorige op 12 Januari j.l. gehouden verga
dering worden gelezen en vastgesteld.
II. De voorzitter deelt mededat is ingekomen het proces
verbaal van beëediging van den nieuwbenoemden Burgemeester
den heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Slootenen stelt
voor tot diens installatie over te gaan.
Hij noodigt de heeren Reeling BrouwerDirks en Hijlkema
uit, den heer van Harinxma thoe Slooten binnen te leiden.
Nadat deze ter vergadering was verschenen en plaats had
genomen tegenover den voorzittersstoel, richt de heer Troelstra
als tijdelijk voorzitter tot hem het woord en zegt hij het volgende
Mijnheer de Burgemeester
Zoo even is het bericht voorgelezen van uwe beëdiging, zoo
dat ge thans ook het voorzitterschap van den raad zult kunnen
aanvaarden.
Alvorens ik daartoe dezen zetel voor u inruimzij het mij
vergund ook namens den raad een kort woord tot u te spreken.
De Gemeentewet bepaalt, dat niemand tot burgemeester be
noembaar isdan die ingezeten is der gemeenteen dat van
dit voorschrift slechts in 't belang der gemeente kan worden
afgeweken.
Het is dus geheel overeenkomstig de bedoeling en den geest
der wet, dat het H. M. de Koningin-Regentes behaagd heelt U
de eervolle en gewichtige betrekking van burgemeester van
Frieslands hoofdstad op te dragen.
Niet alleen toch zijt ge ingezeten der gemeentemaar reeds
meer dan 12 jaren lid van den raad, en daarvan hebt gereeds
meer dan 10 jaren de betrekking van wethouder bekleed.
Herhaaldelijk zijt ge tot raadslid gekozen; herhaaldelijk heb
ben uwe medeleden meest met algemeene stemmen, u tot wet
houder benoemd.
Het is dus gebleken dat ge het vertrouwen van een zeer
groot deel der ingezetenen beziten dat de raad u in volle mate
gelijk vertrouwen heeft geschonken.
Zoo hebt ge u goed kunnen voorbereiden voor uw tegenwoordig
ambtwant ge zijt bekend kunnen worden met de eischen en
behoeften onzer gemeente en met dat groote raderwerk der ge
meentelijke administratie aan welks goeden en geregelden gang
zooveel gelegen is.
Verder hebben wij u leeren waardeeren als een man met een
helder hoofdals een man van karakter. Wij meenen dus de
meest goede verwachtingen van u te mogen koesteren en gij
kunt derhalve ten volle verzekerd zijn, dat de welkomstgroet, die
ik u namens den raad bij deze toebreng oprecht en hartelijk
gemeend is.
Wij wethouders zijn verzekerd, dat de aangename toon en de
rondborstige uiting onzer meeningen, die in het college van
dagelijksch bestuur regel zijn en die de behandeling van zaken zoo
zeer ten goede komen zoo als tot nu toe, ook door u bij voort
during op prijs zullen worden gesteld. En de raad mag met
grond verwachtendat ook onder uwe leiding in zijne vergade
ringen dezelfde goede geest zal blijven heerschende geest
van welwillendheid en wederzijdsche waardeering, ook waar ver
schil van inzicht soms tot warme discussiën aanleiding geeft.
Niet voor ons dusmaar voor u zeiven, Mijnheer de Burge
meester zal de verandering het grootst zijn.
Toen de heer Dirks hier onlangs den vertrekkenden Burge
meester een woord tot afscheid toesprakzeide hij o. a.dat
de heer Lycklama was bevorderd tot gezagvoerder van een grooter
schip. Zoo zal men kunnen zeggenMijnheer van Harinxma
dat gij waart een der stuurlieden en zijt bevorderd tot kapitein.
Als stuurman hebt ge het vaarwatei leeren kennen en de klip
pen die er in worden aangetroffenen hebt ge reeds geleerd
zeemanschap te gebruiken. Dat alles zal u als gezagvoerder ten
goede komendoch als zoodanig worden u hoogerevele en
velerlei andere eischen gesteld. Ik weet het gewichtige en vaak
moeielijke uwer taak niet beter aan te geven, dan dit geschied
is door wijlen den wethouder mr. Wiersmabij de installatie
van uwen voorganger. Hij zeide„De burgemeester is niet
alleen voorzitter van den raadmaar ook hoold der gemeente
hij is de ziel van het gemeentebestuurde spil waarom het
geheele raderwerk dier belangrijke administratie draait, de vraag
baak voor alle factoren dier organisatiedie dan ook gewoon
zijn iedere moeielijkheid aan het hoofd der gemeente voor te
zetten. Hij is de hand die alle draden van de gemeentelijke be
weging vasthoudt en aan wier krachténergie en tact is over
gelaten te zorgen, dat die draden sterk genoeg en op den juisten
tijd gespannen wordendoch ook weer niet zóó sterk dat zij
breken.''
Waar wij overtuigd zijn, dat ge uwe taak meest ernstig zult
opvattenkunt ge bij hare vervulling rekenen op den steun en
de medewerking der wethouders en van de leden van den raad.
Wij hopen en wenschen, dat uwe gezondheid steeds zoodanig zij,
dat het u nimmer ontbreke aan werklustwerkkracht en energie,
die ge bij eene goede vervulling uwer taak zoo zeer zult behoeven.
Voorts zij het u gegeven de sympathie van de groote meer
derheid der ingezetenen te mogen verwerven. Dit is vaak inoeie-
lijkomdat ge aan veler verlangen niet zult kunnen voldoen en
menig verzoek zult moeten afwijzen. Toch is dit mogelijk indien
de ingezetenen in den burgemeester vinden een welwillend en
strikt rechtvaardig man die tevens aan het welzijn der gemeente
zijn beste krachten wijdt I
Zoo moge uw burgemeesterschap tot zegen strekken voor onze
goede stad en voor u steeds een bron van zelfvoldoening zijn
Met dezen hartgrondigen wensch noodig ik u uit, thans den
voorzitterszetel in te nemen.
De burgemeester voldoet hierop aan deze uitnoodiging en richt
tot de vergadering de volgende toespraak
Mijne Heeren
Bij de aanvaarding van het gewichtig ambt van burgemeester
der gemeente Leeuwarden past het mij in de allereerste plaats
nogmaals en wel in het openbaar uit te spreken een woord van
warmen dank aan Hare Majesteit onze geërbiedigde Koningin-
Regentes voor het blijk van Koninklijk vertrouwen voor de be
noeming op mij uitgebracht.
In de tweede plaats een woord van dank van warmen dank
voor de welwillende woorden door den waarnemenden burge
meester ook namens umijne heerentot mij gericht. Ik
gevoelde dat ik een woord van bemoediging en steun noodig
haden dit woord is door uwen tijdelijken voorzitter gesproken.
Nogmaals mijn meest warmen dank daarvoor.
Mogen deze omstandigheden reeds op zichzelve voor mij vol
doende zijn om mijne nieuwe betrekking hoog te waardeeren
er is nog meerer zijn ook redenen van persoonlijken aard
die mij daartoe nopen. De stad mijner inwoning toch is mij
dierbaar geworden; daar heb ik gedurende bijna achttien jaren
veel lief, Gode zij dankl weinig leed ondervonden.
Sedert meer dan twaalf jaren mocht ik het vertrouwen der
ingezetenen genieten die mede aan mij, als lid uwer vergadering
de vertegenwoordiging hunner belangen wilden opdragen, en
Gij, Mijne Heeren, hebt mij sedert Augustus 1881 de onder
scheiding waardig gekeurd om als wethouder plaats te nemen
in het Dagelijksch Bestuur dezer gemeente.
In de eene en in de andere plaats en in verschillende betrek
kingen buiten den Raad heb ik naar mijn beste vermogen mogen
medewerken tot het totstandkomen van belangrijke besluiten
naar mijne heilige overtuiging in het belang van Leeuwarden.
Gelooft mij, Gij vertegenwoordigers van de belangen dezer
stadwanneer ik u de verzekering geefdat deze woorden niet
ontspruiten aan eenige zucht tot zelfverheffing. Maar bij het
gevoel van dankbaarheiddat in deze ure in mij toch zeker