to
Vergadering van Zaterdag 29 October 1892.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Zaterdag 29 October 1892
95
Tegenwoordig 22 leden.
Afwezig de heer S. H. Hijlkema met kennisgeving.
Voorzitter de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo-
ten, burgemeester.
I. De notulen van de vorige op Dinsdag 25 October j.l.
gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebracht
1. eene missive van burgemeester en wethouders van
Leeuwarderadeelinhoudende het verzoek tot verplaatsing van
het aschland.
Wordt om praeadvies gesteld in handen van burgemeester
en wethouders.
2. aanbevelingen voor de benoeming van twee leden der
commissie van toezicht op het Lager Onderwijs
3. een voorstel van burgemeester en wethouders om alsnog
voor zooveel noodig goed te keuren de door hen aangegane
dading met E. M. v. d. Meer.
De stukken sub 2 en 3 worden ter visie gelegdom in
eene volgende vergadering te worden behandeld.
4. van den heer Mr. J. Dirks is ten geschenke ontvangen
het 2e stuk van den Atlasbehoorende bij de beschrijving der
Nederlandsche of op Nederland en Nederlanders betrekking heb
bende penningen, geslagen tusschen November 1813 en Novem
ber 1863.
Voor dit geschenk wordt den heer Dirks 's raads bijzonderen
dank betuigd.
III. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee-
nen van eervol ontslag aan den heer Dr. JAriëns Kappers
als tijdelijk leer aar aan de middelbare school voor meisjes.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
aan den heer Dr. J. Ariëns Kappers jop zijn verzoek met
ingang van 1 November 1892 eervol ontslag te verleenenals
tijdelijk leeraar in dier- en plantkunde aan de school van mid
delbaar onderwijs voor meisjes.
2. Ontwerp gemeente-begrootingdienst 1893.
Zie bijlagen nos. 7 811 en 14 tot het verslag van 's raads
handelingen.
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer Bökliuis deelt mede dat het der commissie van
rapporteurs aangenaam was van burgemeester en wethouders
te vernemendat het verslag der commissie hun geen aanlei
ding heeft gegeven tot het indienen van eene memorie van
beantwoording. Alleen leggen zij over een afdruk der missive
van den directeur der gemeentewerken houdende inlichtingen
omtrent enkele opmerkingen van rapporteurs. Het spreekt wel
vanzelfdat de commissie van deze plaats niet in discussie kan
treden met een gemeente-ambtenaar. Worden echter de voor
stellen der commissie bestreden in deze vergaderingdan is zij
bereid zich te verdedigen. Ook zal zij ten opzichte van som
mige posten voorstellen tot wijziging doen als gevolg van de
Dinsdag jl. genomen raadsbesluiten.
Daar geen der overige leden in het algemeen over dit ontwerp
het woord wenscht te voeren worden de algemeene beraadslagin
gen gesloten en wordt overgegaan tot behandeling der uitgaven.
Volgnos. 61—66, afd. 1, hoofdst. 1, worden onveranderd
vastgesteld.
Volgno. 67 jaarwedden van de beambten ter secretarie enz.
ƒ9850. Hieromtrent hebben rapporteurs voorgesteld eene ver
laging met ƒ400. Naar aanleiding echter van het in de vorige
vergadering genomen besluit tot wijziging der verordening, re
gelende het getalde bezoldigingen enz. dier beambten, trekken
zij dat voorstel in.
De post wordt hierop onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 68 tot en met 74 worden zonder eenige bespreking
aangenomen.
Volgno. 75drukkostenschrijfloonen en andere uitgaven
voor het archief 200.
De heer Theunisse heeft dezen post vier jaren geleden
voor het eerst op de begrooting zien voorkomende eerste drie
malen tot een bedrag van ƒ100, op deze begrooting echter met
200. Hij heeft dezen post in de sectie besproken en van den
voorzitter de verklaring ontvangen dat dit jaar eene buitenge
wone uitgaaf noodig zal zijn. De sectie heeft zich hierbij neêr-
gelegd doch spr. wenscht te constateeren dat op de volgende
begrooting de post niet verhoogd worde integendeel verlaagd.
Het is eene buitengewone uitgaaf en moet dat ook blijven en
spr. vertrouwt dan ook dat in het vervolg hierop zal worden
gelet.
De Voorzittor zegt, dat burgemeester en wethouders zich
met genoegen bij dat constateeren door den heer Theunisse
zullen nederleggen. Overigens mag hij 't bekend achtendat
i de verhooging van den post verband houdt met het drukken
van den catalogus van het oud-archiefvooreerst zal wel geen
1 werk van dergelijken omvang weder voorkomen.
De heer Dirks vestigt er de aandacht van den heer Theu-
i nisse op dat deze post niet alleen voor druk- en schrijfkosten
1 bestemd ismaar ook voor andere uitgaven voor het archief.
1 Het komt toch dikwijls voordat belangrijke stukken of boek-
I werken moeten worden aangekochtdie vrij kostbaar kun-
I nen zijn.
Deze post wordt evenals die onder volgnos. 76 tot en met
99 onveranderd vastgesteld.
Volgn. 100, hoofdst. Ill, afd. 1 art. 1 onderhoud van puin-,
grint-schil- en straatwegen 5630.
Rapporteurs stellen voor dezen post met 600 te vermin
deren het bedragdat uitgetrokken is voor de buitengewone
herstelling der walbeschoeiingen van den trekweg langs de
Harlingervaart.
De heer Trool8tra zal tegen dit voorstel stemmen. Uit de
overgelegde missive van den directeur der gemeentewerken
blijkt tochdat die som bepaald noodig is.
I De heer Bekhuis wenscht met een enkel woord den heer
Troelstra te beantwoorden. Rapporteurs hebben duidelijk doen
uitkomen waarom zij deze vermindering voorstellen. Het komt
hun nl. beter voormet die herstellingen te wachten in ver
band met de vanwege de provincie te ondernemen radicale
verbetering van de Harlingervaart.
Het verbaast spr., dat de heer Troelstra, die het ontwerp
der provincie kenthet denkbeeld van rapporteurs bestrijdt.
Volgens dat ontwerp zal aan de vaart een verruimd profiel
worden gegevenwaartoe hier en daar afsnijdingen der oevers
zullen plaats hebben daar men echter niet weetwaar dit
zal geschiedenachten rapporteurs 't wenschelijk dat de ge
meente met de verbetering der walbeschoeiingen wachttotdat
het werk van de provincie is afgeloopen. Dan eerst is het
oogenblik gekomen om te onderzoeken w.iar de verbeteringen
moeten worden aangebrachtopdat de door de gemeente ge
maakte walbeschoeiingen niet door de provincie worden onder
graven.
De heer Troelstra wijst er opdat de werkendoor den
directeur der gemeentewerken bedoeldniet in verband staan
tot de werken door de provincie te ondernemen. De directeur