k\
Vergadering van Dinsdag den 11 Juli 1893.
84
Verslag «"Ier handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dinsdag 27 Juni 1893.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 11 Juli 1893.
85
stelling doorgebracht, voor zooverre de toen vervulde betrek
king valt onder die, vermeld in art. 1.
Voor de werklieden bij de gemeentelijke gasfabriek en de
stadsreiniging geldt voor de berekening van hun pensioen mede
de tijd, gedurende welke zij aan die inrichtingen waren verbon
den vóórdat deze van wege de gemeente werden geexploiteerd.
Art. 6.
Het maximum-pensioen, dat kan worden genoten, bedraagt
bij een middelsom van ƒ2000 en hooger 5O9Ó van de mid-
delsoin.
bij een middelsom van f 1900 tot ben./" 2000, 5I9Ó van de middelsom
- 1800 - 1900,5290
- 1700 - 1800,5390
-1600 - 1700,5490
-1500 - 1600,559é
-1400 - 1500,5690
- 1300 1400,5790
1200 - 1300,589Ó t
-1100 - 1200,590/0
- 1000 -1100,
11 - 900 - 1000,61#
t 7, 800 900,62# n w
- 700 - 800,6390
- 600 - 700,6490
ft 500 yt n m 600,650/0
beneden - 500,66#
Indien een ambtenaar, bediende enz. in en door de uit
oefening van zijn dienst buiten eigen schuld of toedoen on
geschikt wordt voor de verdere waarneming zijner betrekking,
kan hem, ongeacht zijn diensttijd, het maximum-pensioen
worden toegekend. Telt in dat geval de betrokken ambtenaar,
bediende enz. geen vijftien dienstjaren, dan wordt de middelsom
zijner bezoldiging over den geheelen diensttijd tot maatstaf voor
de berekening van het pensioen genomen.
Art. 7.
De raad beoordeelt en besluit voor ieder geval of er volgens
deze verordening termen bestaan voor het verleenen van pen
sioen en stelt het bedrag daarvan vast.
Is het ontslag, dat aanleiding zou geven tot pensioen, ver
leend door burgemeester en wethouders, door den burgemeester
of door andere daartoe bevoegden, dan wordt het besluit tot
ontslag met opgave der redenen aan den raad overgelegd.
Art. 8.
De pensioenen gaan in met den dag volgende op dien, waarop
de bezoldiging is opgehouden.
Zij worden per maand uitbetaald, telkens voor een twaalfde,
tenzij de gepensioneerde aan eene betaling per kwartaal de
voorkeur mocht geven.
Bij overlijden wordt het pensioen uitbetaald tot het einde
der maand waarin het overlijden heeft plaats gehad.
Art. 9.
De pensioenen der ambtenarenbedienden en werklieden
van de gemeentelijke gasfabriek worden gekweten uit de inkom
sten dier fabriek die van de ambtenaren bedienden en werk
lieden der stadsreiniging uit de inkomsten dier inrichting.
Art. 10.
De pensioneerde die tot gevangenisstraf is veroordeeld, mist
gedurende den tijd, waarop het vonnis kun worden ten uitvoer-
gelegd totdat die straf is ondergaan of kwijtgescholden het
genot van het verleende pensioen.
Deze bepaling betreft niet den veroordeelde die voorwaarde
lijk in vrijheid is gesteld gedurende den tijddat hij zich
voorwaardelijk in vrijheid bevindt.
De raad kan echter in het geval in het eerste lid bedoeld
over het pensioen, dat den gepensioneerde niet wordt uitgekeerd,
beschikken ten behoeve van diens vrouwkinderen of ouders.
Art. 11.
Deze verordening treedt in werking met den 1 Januari 1894.
7. Reclames tegen aanslagen in de directe belasting op het
inkomen.
In verband met het vergevorderd uur wordt de behandeling
van de reclames tot eene volgende vergadering verdaagd en wordt
de vergadering door den voorzitter gesloten.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden
Tegenwoordig 13 leden.
Afwezig de heeren Dr. N. Reeling Brouwer, D. Tigler Wij-
brandi R. H. Dijkstra H. Kuipers Mr. J. L. van Sloterdijck,
Jhr. Mr. G. van Eijsinga', Dr. J. Baart de la FailleJ. van der
Scheer en J. F. H. Bekhuis.
Voorzitter de heer J. Troelstra, wethouder.
I. De notulen van de vorige op Dinsdag den 27 Juni j.l. ge
houden vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. dat op Maandag 17 Juli e.k. 's nam. 1 uur van gemeen
tewege eene harddraverij zal worden gehouden.
De leden worden tot bijwoning dezer harddraverij uitgenoodigd.
2. eene dankbetuiging van Mej. M. Petraeus voor hare over
plaatsing als hoofdonderwijzeres naar de gemeentebewaarschool
no. 2.
3. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd
a. het raadsbesluit van 27 Juni j.l. tot wijziging der ge
meente -begrootingdienst 1893.
b. het raadsbesluit tot afkoop van eene grondrente rustende
op perceel Zaailand no. 80.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Een adres van de schildersgezellen-vereeniging houdende
verzoekin de bestekken voor verfwerken een vast loon van
fOAb per uur te bepalen en die werken afzonderlijk te doen
aanbesteden.
2. een adres van S. J. v. d. Noord e.a. om in de Bleeker-
straat water uit de waterleiding weder beschikbaar te stellen
tegen betaling.
Deze adressen worden ten fine van beschikking gerenvoieerd
aan burgemeester en wethouders.
3. Een verzoek van G. IJpes 0111 in te trekken het raadsbe
sluit tot onbewoonbaar-verklaring van het hem behoorend per
ceel Achter de Witte hand no. 23.
4 een adres van Mevr. de Wed. Mr. E. Koning eigenares
van 'liet perceel Zaailand no. 100, inhoudende het verzoek tot
wijziging van de overeenkomst van 31 Maart 1866 betreffende
eene ruiling van grond.
5. Een adres van G. W. Koopmans, geagreërd klerk ten
kantore van den gemeente-ontvanger, inhoudende het verzoek,
ook zijne betrekking op te nemen m de verordening op de
pensioneering van ambtenaren bed;enden enz.
6. Een adres van de korenmeters-wegers, inhoudende het
verzoek, ook in de gemeentelijke pensioens-regeling te worden
begrepen.
I 7. Een adres van de feestcommissie voor de viering van den
aanstaanden verjaardag van H. M. de Koningin0111 eene sub
sidie uit de gemeentekas.
De adressen sub 3 tot en met 7 worden ten fine van be
licht en raad gesteld in handen van burgemeester en wethou
ders.
8. De begrooting voor de stadsarmenkamer, dienst 1894.
Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen
van de heeren Planlenga, Bekhuis en Wolff.
9. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot aan
koop van een plekje grond m de Poppebuurt voor het maken
van een publieken aschbak.
10. Alsboven tot het aangaan van eene ruiling van grond
aan het Jacobijner Kerkhof met J. Kroes.
11. Alsboven tot wijziging der verordening op de school van
middelbaar onderwijs voor meisjes.
12. Alsboven tot wijziging der verordening tot regeling van
hel lager onderwijs.
13. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der
rekening van het stadsziekenhuis dienst 1892.
Wordt besloten, de stukken sub 9 tot en met 13 ter visie te
leggen om in eene volgende vergadering te worden behandeld,
terwijl die sub 11 en 12 zullen worden gedrukt in de bijlagen
lot 's raads verslag.
IV. Wordt overgegaan tol behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tol het verlee
nen van eervol ontslag aan den onderwijzer E. Dantuma.
Conform dit voorstel wordt besloten
aan E. Dantuma op zijn verzoek met ingang van 1 Augustus
1893 eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan de ge
meenteschool no. 10.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan den
heer D. Harmens vergunning te verleenen tot zijn perceel
Willemskade No. 2 toegang te hebben over een strookje ge
meentegrond
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt overeenkom
stig de conclusie van dit voorstel besloten
aan den heer D. Harmens tot wederopzegging dus ter bede,
vergunning te verleenen een toegang te hebben over het strookje
grond, gelegen ten oosten van het terrein bij perceel Willems
kade no. 2tot het door hem daarop te stichten kantoor te
gen betaling van eene restitutie van f 1.per jaar, als er
kenning van het eigendomsrecht der gemeente verschijnende
den 12 November, voor het eerst den 12 November 1893.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei
ding van eene circulaire van Gedeputeerde Staten betreffende
de onderhoudplichtigheid volgens leggers.
Wordt beslotendie circulaire opgenomen in het Provinci
aal blad no. 64, voor kennisgeving aan te nemen.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling
van een besluit tut heffing en van eene verordening op de in
vordering van rechten voor het gebruik van de Beurs, enz.
(Zie bijlage 110. 17 lot het verslag van 's raads handelingen.)
Daar geen der leden in het algemeen over dit voorstel het
woord wenscht te voeren wordt overgegaan tot behandeling
arlikeisgewijze van het besluit tot heffing.
Art. 1. Het recht voor de toelating tot de afgesloten ruimte
der beurs gedureude den beurs tijd bedraagt voor ieder persoon
en voor elk bezoek tien cent.
Dit recht kan bij wijze van abonnement worden afgekocht.
Het bedraagt alsdan voor ieder persoon vier gulden indien
het abonnement genomen wordt in de eerste zes maanden van
het belastingjaar en twee gulden indien het later wordt ge
nomen.
Dee'geoooten eener firma, medebestuurders eener vennoot
schap en bedienden van patroons firma's of naamlooze ven
nootschappen kunnen zich abonueeren tegen betaling van de
helft der bedragen, in de vorige alinea bepaald, mits door een
lid der firma of een medebestuurder der naamlooze vennoot
schap oi den patroon het volle abonnementsgeld is betaald.
De heer Hijlkema acht eene wijziging van het laatste lid
van dit artikel wenschelijk, in zooverre, dat kome te vervallen de
zinsnede mits door een lid der firma of een medebestuurder
der naamlooze vennootschap of den patroon het volle abonne
mentsgeld is betaald.
Volgens deze bepaling toch zou eene firma, die na de eerste
6 maanden zich abonneerde voor den patroon zelf, wel den hal
ven abonnementsprijs betalen, doch meerdere firmanten of be
dienden zouden de volle twee gulden moeten betalen ofschoon
hun abonnement toch ook eerst na het eerste halfjaar ingaat.
Spr. acht dit onbillijk.
I