- 86 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 11 Juli 1893. Dit amendement wordt niet ondersteund en blijft dus buiten behandeling. De heer Duparc stelt ter verduidelijking van het derde lid voor, achter het woord „gulden" in den eersten regel in te voegen de woorden „per belastingjaar." Dan blijktover welk tijdvak het abonnement loopt. Spr. hoort zich toeroepen, dat die invoeging niet noodig is omdat de belasling loopt over een jaar. Hij voert hiertegen aan, dat artikel 10 luidende: „het belastingjaar loopt van 1 Januari tot 31 December" dan ook overbodig zou zijn en ook het woord „belastingjaar", dat op onderscheidene plaatsen in het ontwerp-besluit voorkomt overal zou moeten vervallen. Geschiedt dit niet dan dient het woord ook te worden opgenomen in den eersten regel van het derde lid van dit artikel. Het amendement van den heer Duparc wordt in stemming gebracht en verworpen met 8 tegen 5 stemmen. Vóór stem den de heeren Troelstrade Jongevan Ketwich Verschuur Beucker Andreae en Duparc. Het artikel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming onver anderd vastgesteld. De overige artikelen zoomede de verordening op de invor dering en de memorie van toelichting leiden tot geene bespre king, zoodat wordt besloten vast te stellen de volgende veror deningen: BESLUIT tot heffing van rechten v ooi- het gebruik der Beurs enz. De Raad der gemeente Leeuwarden Gelet op het Koninklijk besluit van 5 October 1888, no. 15, waarb'y de op 28 Augustus 1888 vastgestelde verordening tot het heffen van rechten voor het gebruik der beurs van de al daar van gemeentewege geplaatste meubelen benevens voor het recht van uitstalling en aankondigingvoor vijf jaren is goedgekeurd zoodat die verordening met ultimo December 1893 zal zijn vervallen Overwegendedat het noodig is met het heffen van bedoelde rechten voort te gaan; Gelet op art. 10 der verordeningregelende het gebruik van de beurs, vastgesteld den 26 Augustus 1 80 en gewijzigd bij raadsbesluiten van 12 Juli 1883 en 10 November 1885, als mede op artikel 238 der gemeentewet Besluit, voor het heffen der hiervoren omschreven rechten vast te stellen de volgende verordening Art. 1. Het recht voor de toelating tot de afgesloten ruimte der beurs gedurende den beurstijd bedraagt voor ieder persoon en voor elk bezoek tien cent. Dit recht kan bij wijze van abonnement worden afgekocht. Het bedraagt alsdan voor ieder persoon vier gulden indien het abonnement genomen wordt in de eerste zes maanden van het belastingjaaren twee guldenindien het later wordt ge nomen. Deelgenooten eener firmamedebestuurders eener vennoot schap en bedienden van patroons, firma's of naamlooze ven nootschappen kunnen zich abonneeren tegen betaling van de helft der bedragen in de vorige alinea bepaald mits door een lid der firma of een medebestuurder der naamlooze vennoot schap ol den patroon het volle abonnementsgeld is betaald. Art. 2. Van de betaling van het recht, in het vorig artikel bepaald, zijn vrijgesteld de burgemeester de wethouders de directeur, de hoofdopzichter en de opzichters der gemeentewerken de beëedigde korenmeters en verder de ambtenaren en beambten, die voor de uitoefening hunner betrekking den toegang tot het beurslokaal noodig hebben. Art. 3. Voor het gebruik van eene vaste standplaats aan de tafels in de beurs is voor elke standplaats verschuldigd 1. In de afdeeling voor den graanhandel: voor een dag f 0.50 Bij abonnement voor een maand- 1.50 Voor het loopende belastingjaar indien het abonnement genomen wordt in de eerste zes maanden- 8.— indien het later wordt genomen- 4.— 2. In de afdeeling voor den vlashandel voor een dag- 0.25 Bij abonnement voor een maand- 0.75 Voor het loopende belastingjaar indien het abonnement genomen wordt in de eerste zes maanden- 5.— indien het later wordt genomen- 2.50 De aanwijzing der standplaatsen geschiedt door de beurs- commissie. Voor zoover er knoppen achter eene standplaats aanwezig zijn, zijn die ten gebruike van den huurder der standplaats. Art. 4. Indien er sloten aan tafels of dadrbij behoorende laden of kastjes zijn moeten diemet de daarbij behoorende sleutels door de gebruikers in goede orde worden gehouden. Het staat den gebruikers vrij in overleg met de beurscom- missie eigen sloten en sleutels te bezigen mits ten hunnen koste en van geen minder hoedanigheid dan de sloten en sleu tels die zij doen vervangenen verder onder voorwaarde datbij het in gebruik overgaan der standplaats aan een an der, de sloten en sleutels in volkomen goeden toestand zonder vergoeding worden overgeleverd. Art. 5. In de afrekenkamers kunnen de kastjes tot berging van voor werpen en de knoppen voor het ophangen van monsterzakjes in gebruik worden genomen tegen betaling van een recht van lo. Voor ieder kastje indien de ingebruikneming plaats heeft in dé eerste zes maan den van het belastingjaarf 2.— indien dit later plaats heeft- 1 2o. Voor ieder knop indien de ingebruikneming plaats heeft in de eerste zes maan den van het belastingjaar indien dit later plaats heeft- O.50 De aanwijzing der kastjes en knoppen geschiedt door de beurscommissie. Art. 6. Voor het gebruik van aanplakborden en muurvlakken is liet volgende recht verschuldigd Per vierkanten decimeter voor een weekf 0.021 drie maanden- 0.05 langer tijdvak tot het einde van het belastingjaar - 0.10 De aanplakborden moeten door den huurder zelf worden ge leverd. De plaats voor het aanhechten der borden en van de in ge bruik te nemen muurvlakken wordt door de beurscommissie aangewezen. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 11 Juli 1893. 87 Art. 7. Het rechtin art. 1 bepaaldis verschuldigd dadelijk bij de intrede in het beurslokaaldatbepaald in de artikelen 3 5 en 6 dadelijk na de aanwijzing der daarin genoemde voor werpen of plaatsen door de beurscommissie. Art. 8. Het abonnement volgens art. 1 en het recht van gebruik volgens de artikelen 35 en 6 zijn geheel persoonlijk en mo gen met duurzaam of tijdelijk aan een ander worden overge dragen of afgestaan. Indien dit plaats heeftvervalt het abonnement of li et recht van gebruik onmiddellijk buiten en behalve de bepalingen van art. 271 der gemeentewet. Art. 9. Elk abonnement of recht van gebruik volgens de artikelen 1 3 5 en 6 eindigt in elk geval met het einde van het be lastingjaar waarin het is genomen of ontstaan. In geen geval heeft restitutie van betaalde rechten plaats. Art. 10. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot 31 December. Art. 11. Deze verordening treedt in werking den 1 Januari 1894. VERORDENING op de invordering van rechten voor het gebruik van de Beurs enz. De Raad der gemeente Leeuwarden Gelet op de heden vastgestelde verordening tot het heffen van rechten voor het gebruik der beurs van do aldaar van gemeentewege geplaatste meubelen en van het recht van uit stalling en aankondiging Gezien art. 257 der gemeentewet BESLUIT vast te stellen de volgende verordening rege lende de invordering van bovenvermelde rechten Art. 1. De betaling der rechtenvermeld in art. 1 van het hef- fingsbesluit moet plaats hebben bij de intrede in het beurs lokaal en die vermeld in de artikelen 3 5 en G van dat be sluit, vóórdat van de voorwerpen of plaatsen gebruik wordt gemaakt. Art. 2. De beursmeester is met de invordering der rechten belast. Het entréegeldvolgens alinea 1 van art. 1 van het heffi igs- besluit kan echter ook worden ingevorderd door een door den beursmeester daartoe onder zijne verantwoordelijkheid aangesteld persoon. Art. 3. Met uitzondering van evenbedoeld entréegeld wordt overi gens van elke betaling door den beursmeester quitantie afge geven. Deze quitantiën moeten door een lid der beurscommissie voor „gezien" worden geteekend. De quitantiën wegens abonnementsgelden volgens alinea 3 en 4 van art. 1 van het heffingsbesluit worden op papier van verschillende kleur gedrukt. In die, wegens betaling volgens alinea 4, wordt melding ge maakt van den patroon de firma of de naamlooze vennoot schap waarvan de geabonneerde bediende deelgenoot of medebestuurder is. De quitantiën worden overigens ingericht volgens het voor schrift van burgemeester en wethouders. De geabonneerden volgens art. 1 van het heffingsbesluit zijn verplicht hunne quitantie steeds aan een lid der beurscom missie en aan den beursmeester op eerste aanvraag te ver- toonen. Art. 4. Bij nalatigheid in het betalen der verschuldigde rechten wordt daarvan door den beursmeester proces-verbaal opgemaakt en aan den gemeente-ontvanger gezonden ten einde de invorde ring te doen plaats hebben overeenkomstig de artikelen 258— 261 der gemeentewet. Art. 5. Deze verordening treedt in werking met 1 Januari 1894. MEMORIE van TOELICHTING behoorende bij het besluit van den raad der ge meente Leeuwarden van heden tot heffing van rechten voor het gebruik van de beurs enz. aldaar. Het raadsbesluit tot heffing van rechten voor het gebruik van de beurs te Leeuwarden, vastgesteld den 28 Augus tus 1888, is bij Koninklijk besluit van den 5 October 1888 no. 15 goedgekeurd voor den tijd van vijf jaren. Ten einde na dien termijn gemelde heffing te kunnen besten digen, is het hiernevens gevoegd besluit en de daartoe betrek kelijke verordening op de invordering vastgesteld. De daarin opgenomen bepalingen zijn in hoofdzaak gelijk aan de thans bestaande. In het tarief alleen is eene kleine wijziging noodzakelijk voor gekomen in dien zin, dat de abonnementsprijs, omschreven in het 3e lid van art. 1 van het heffingsbesluit, thans voor ieder persoon f5.— bedragende, indien het abonnement genomen wordt in de eerste 6 maanden van het belastingjaar en f2.50 indien het later wordt genomen, is teruggebracht op f 4.—voor een geheel jaar en f 2.indien het abonnement na 1 Juli genomen wordt. Men acht het onbillijk dat, waar het recht voor de toelating tot de afgeslotene ruimte der beurs, gedurende den beurstijd, voor ieder persoon en voor elk bezoek slechts 10 cents bedraagt, alzoo voor alle marktdagen gedurende een geheel jaar te zamen f 5.20, bij abonnement slechts eene vermindering van 20 cents wordt toegekend. Wel is waar zal door deze gewijzigde heffing, bij eene be rekening naar het tegenwoordig getal abonnementen, de opbrengst eenige vermindering ondergaan, maar dit verlies zal zeer door vermeerdering van het getal abonnementen kunnen worden teruggevonden. De opbrengst van deze heffing, krachtens raadsbesluiten van 13 Juli 1883 en 28 Augustus 1888, is geweest als volgt: 1883 f 4327.15 1884 - 4081.70 1885 - 4059.15 1886 - 4029.40 1887 - 4164.425

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1893 | | pagina 2