Vergadering van Dinsdag 24 October 1893.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 24 October 1898.
121
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig de heerenF. Plantenga W. J. Oosterhoff en T.
Konter.
Voorzitter de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo-
tenburgemeester.
I. De notulen van de vorige op 10 October j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1dat de verkiezing van een lid van den gemeenteraad
ter vervanging van den heer F. Plantenga door burgemeester
en wethouders is bepaald op Dinsdag den 19 December e.k.
en de herstemming, zoo noodig;op Dinsdag den 2 Januari 1894.
2. dat de Minister van Binnenlandsche Zaken geen vrijheid
heeft kunnen vinden om in de staatsbegrooting voor 1894 gel
den aan te vragen voor subsidie ten behoeve der middelbare
school voor meisjes alhier.
3. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het raads
besluit tot verkoop op afbraak van eenige woningen.
4. dat de benoeming van den heer J. H. Bonnema tot leer-
aar aan het gymnasium door den Minister van Binnenlandsche
Zaken is goedgekeurd.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Proces-verbaal van de opneming der kas van den ge-
meente-onlvanger op 16 October j.l.
Wordt voor de leden ter visie gelegd.
2. Adres van W. v. d. Wielen e.a. houdende verzoek om
plaatsing van een gaslantaarn op den toegangsweg tot de wo
ningen achter Tulpenburg.
Wordt ten fine van beschikking gesteld in handen van bur
gemeester en wethouders.
3. Adres van Jhr. Mr. W. A. R. Engelen te 's Hage, hou
dende bezwaar tegen de voorgestelde heffing van straatgeld.
Wordt besloten, dit stuk te behandelen bij het betrekkelijk
voorstel.
4. Circulaire van directeuren der Nedeilandsche Maatschappij
ter bevordering van Nijverheid betredende verbetering der in
richtingen tot verwarming enz.
Wordt voor de leden ter visie gelegd en overigens voor noti
ficatie aangenomen.
5. Adres van de beurscommissie tot verhooging der jaar
wedde van den beursmeester.
Wordt om bericht en raad gesteld in handen van burgemees
ter en wethouders.
6. Aanbevelingen voor de benoeming van twee voogden der
stads-armenkamer.
7. Aanbevelingen voor de benoeming van twee leden der
commissie van toezicht op het lager onderwijs.
8. Voordracht voor de benoeming van eene onderwijzeres
aan de gemeenteschool no. 6.
9. Aanbeveling voor de benoeming van een lid der commis
sie van administratie der stads bank van leening.
10. Rapport der raadscommissie omtrent liet onderzoek der
begrooting voor het nieuwe stads-weeshuis dienst 1894.
11. Verslag van rapporteurs omtrent het onderzoek in de
sectiën van het voorstel van burgemeester en wethouders tot
het heften van een straatgeld.
12. Alsboven omtrent de gemeentebegrooting voor 1894.
Wordt besloten, de stukken sub 6 tot en met 12 ter visie
te leggen, om in eene volgende vergadering te worden behan
deld, terwijl die sub 11 en 12 in de bijlagen tot het raadsver-
slag zullen worden gedrukt.
13. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het ver-
leenen van eervol ontslag aan Mevrouw de weduwe D. van
GoensWitteveen als voogdes van het nieuwe stads-weeshuis.
Op voorstel van den heer Beucker Andreae wordt, met het
oog op de vóór 1 November e.k. eventuëel in te zenden aan
bevelingen tot vervulling van vacatures in het bestuur van deze
instelling, besloten, dit voorstel heden in behandeling te nemen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der
begrootiug van administratiekosten voor de stads bank van lee
ning dienst 1894.
Conform de conclusie van dit rapport wordt besloten
genoemde begrooting goed te keuren tot een bedrag van
/•G122.51.
Wordt opgemerkt, dat de heer Fabry de Jonge, lid der com
missie van administratiezich van medewerking tot dit besluit
heeft onthouden.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei
ding van een adres van het bestuur der af deeling Leeuwarden
van het werkliedenverbond Patrimonium" om maatregelen te
nemen tegen werkloosheid.
De strekking van dit verzoek is
1dat de raad zich vroegtijdig vóór den winter op de hoogte
stelle van het getal werkloozen en hun toestanddoor juiste
degelijke en onpartijdige statistiek en
2. alle pogingen in het werk te stellen om door werk in
de behoeften te voorzien en wanneer dit den raad te veel om
vattend of te zwaar mocht zijn eene commissie van wijze en
practische burgers te formeeren die met den raad dat werk
ter hand kan nemen.
Overeenkomstig de conclusie van dit voorstel wordt besloten:
aan den adressant te berichten
a. als beschikking op het le gedeelte van het verzoek, dat
door de bij raadsbesluit van den 26 September 1893 no. 3 in
het reglement op het bestuur der stadsarmenkamer aangebrachte
wijzigingen en aanvullingen het gemeentebestuur vertrouwt, in
de gelegenheid te worden gesteldom spoedig en voldoende
op de hoogte te komen van den door den adressant bedoelden
eventueelen toestand van de werkloosheid in deze gemeente.
b. dat de raad alvorens op het 2e gedeelte van het ver
zoek eene afdoende beslissing te nemen het resultaat van de
nieuwe regeling wenscht af te wachten ook in verband met
het verschaffen van werk.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei
ding van een verzoek van mevrouw de wed. Mr. E. Koning
geb. Engelkensom wijziging der voorwaarden van de ac te
van ruiling van 31 Maart 1866.
Bij die acte van 31 Maart 1866 gesloten tusschen de ge
meente en den heer en mevrouw Engelen, geb. Cats, werd
ten behoeve van de stichting van een gebouw voor de rijks
hoogere burgerschool eene ruiling van grond aangegaan o.a. op
voorwaarde sub 3o., dat in den westelijken muur van dal ge
bouw geene lucht- of lichtscheppingen mogen worden aange
bracht, lager dan vier en een halve el boven den beganen
grond terwijl van de zijde der gemeente werd bedongen dat
op het terrein tusschen gemeld schoolgebouw en het perceel
van den heer en mevrouw Engelen—Cats contractanten ter
andere zijde welk terrein krachtens dezelfde acte hun in
eigendom werd overgedragen niet hooger mag worden ge
bouwd dan vier en een halve el boven den beganen grond.