Vergadering van Zaterdag 4 November 1893. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag 4 November 1893. 125 Tegenwoordig 22 leden. Afwezig de heer F. Flantenga. Voorzitter: de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo- ten burgemeester. I. De notulen van de vorige op Dinsdag den 21 October j.l. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. eene resolutie van Gedeputeerde Staten, houdende bericht van ontvangst van een afdruk van het gewijzigd en op nieuw vastgesteld reglement op het bestuur van de stadsarmenkamer. 2. dat burgemeester en wethouders aan H. Heeringadie naar van politie le klasse, wegens 25-jarigen dienst bij de politic, op l November j.l. eene gratificatie van f 25 hebben ter iiand gesteld als blijk van tevredenheid voor de richtige uitoefe ning zijner betrekking. De raad hecht aan deze handeling zijne goedkeuring. 3. dat door burgemeester en wethouders tot hulponderwij zeres aan de gemeente-bewaarschool no. 6 is benoemd Mej. H. Baars, te Delft. III. Wordt ter tafel gebracht 1. een adres van J. v. d. Werlï e.a. inhoudende het verzoek om bij het vernieuwen van de brugwachterswoning bij de Booms- brug daaraan een eenvoudig uurwerk te doen aanbrengen. YVordt in handen van burgemeester en wethouders gesteld om daarop te zijner tijd te letten. 2. adres van Mej. A. Gramsma om te worden benoemd tot hoofdonderwijzeres der gemeente-bewaarschool no. 4. Dit adres wordt in handen van burgemeosler en wethouders gesteldom daarop bij het opmaken der voordracht te letten. 3. aanbevelingen voor de benoeming van twee voogdessen en een voogd van het nieuwe stads-weeshuis. 4. de legger van onderhoudplichtigen van de sloot langs het Pieterseliewaltjebenevens het procesverbaal van en het ver slag omtrent de mondeling tegen dien legger ingebrachte be zwaren. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders 4ot ingebruik- geving van eene oppervlaktedeels water en deels weiland behoorende bij de stadsplaats op YVijlaarderburen aan den heer Mr. B. P. baron van Harinxma thoe Slooten voor het bouwen en hebben van een schiphuis. 6. advies der reclame-commissie omtrent een bezwaarschrift tegen een aanslag in den hoofdelijken omslag. De stukken sub 3 tot en met 0 worden voor de leden ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden be handeld. 7. voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei ding van een verzoek der beurscommissie om verhooging der jaarwedde van den beursmeester. Dit voorstel zal lieden in behandeling worden genomen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der raadscommissie omtrent liet onderzoek der begrooting van liet nieuwe stadsweeshuis voor het dienstjaar 1894. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van dit rapport besloten gemelde begrooting goed te keuren tot een bedrag in ont vang van ƒ22722.92* en in uitgaaf van f 22722.40, alzoo met een vermoedelijk batig slot van f 0.52 J. Wordt opgemerkt dat de heer Beucker Andreae voogd van het nieuwe stadsweeshuis, niet tot het nemen van dit besluit heeft medegewerkt. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei ding van een verzoek van de Beurscommissie tot verhooging der jaarwedde van den beursmeester. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor te besluiten de jaarwedde van den beursmeester te verhoogen met f 50 en in verband daarmede de verordening regelende het gebruik van de Beurs, vastgesteld den 26 Augustus 1880 (gemeente blad no. 9), gewijzigd den 23 September 1880 (gemeenteblad no. 12), den 12 Juli 1883 (gemeenteblad no. 12), en den 10 November 1885 (gemeenteblad no. 24), op nieuw te wijzigen door in art. 5 eerste alinea het cijfer 200 te doen vervangen door f 250, met bepalingdat die wijziging in werking zal treden den 1 Januari 1894. De beraadslagingen worden geopend. De heer Bokhuis moet tot zijn leedwezen verklaren dat ook deze verbeterde editie van het voorstel van den 26 Sep tember j.l. hem min aannemelijk voorkomt. Het gevolg toch van de aanneming van dit voorstel zal zijndat niet alleen den tegenwoordigen beursmeester eene verhooging van jaar wedde wordt toegekend maar dat alle opvolger.de titularissen terstond bij hunne indiensttreding eene hoogere jaarwedde dan de tegenwoordige zullen bekomen. Hiertegen heeft spr. be zwaar omdat gebleken isdat men een uitstekend beambte voor 200 kan verkrijgen. Bovendien is er nog dit legen dat nu de tegenwoordige beursmeester, die een verdienstelijk amb tenaar is voor immer verstoken zal zijn van do gelegenheid om in het genot te worden gesteld van eene jaarwedde van f 300, dat hij toch volgens het oordeel der beurscommissie, een college dat er over kan oordcelen wel waard is. Hij had gehooptdat burgemeester en wethouders een voorstel zouden hebben ingediend in den geestzooals door spr. in de vergadering van 10 October was aangegeven hij meende dit te mogen verwachten omdat ook burgemeester en wethouders van oordeel bleken te zijn, dat voor den tegenwoordigen beurs meester eene bezoldiging van 300 niet te veel is. Nu zij dergelijk voorstel niet hebben gedaan, zal spr. de vrijheid nemen een amendement in dien geest in te dienen. Hij stelt derhalve voor in art. 5 der verordening als nieuwe 2e alinea in te voegen: „Deze bezoldiging kan, bij gebleken ijver en geschiktheid, na 5 jaren dienst met 50 en na 10 jaren dienst nogmaals met f 50 worden verhoogd." De eerste alinea van dit artikel luidt„De beursmeester ge niet eene bezoldiging van ƒ200 's jaars." Dit amendement wordt ondersteund en komt in behandeling. De heer Menalda kan niet met het amendement van den heer Bekhuis medegaan. In eene vorige vergaderingtoen ook een voorstel van burgemeester en wethouders tot verhoo ging der jaarwedde van den beursmeester aan de orde was deelde spr. de redenen mede die hem bezwaar deden maken tegen eene regeling, als nu door den heer Bekhuis wordt voor gesteld. De raad toch zou dan als ware het de bijna absolute verplichting op zich nemen om telkens op den voorgeschre ven tijd de jaarwedde te verhoogen. Immers zoo zeide hij, zou er al heel wat moeten gebeuren om aanleiding te heb ben niet tot eene verhooging over te gaan. Spr. kan zich met het voorstel van burgemeester en wet houders vereenigen, in zooverre het eene verhooging der bezol diging van den beursmeester beoogtmaar hij had gaarne gezien en in zooverre heelt de door den heer Bekhuis voor gestelde regeling wat voor dat men de verhooging faculta-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1893 | | pagina 1