148
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Maandag 0 November 1893.
vorderen en zal meerderen genegen vinden in die betrekking
werkzaam te zijn. Het personeel verandert thans zoo zeer en
is zoo beperktdat op gemeente-bewaarschool no. 4 nog niet
geprofiteerd wordt van de uitbreiding dier school.
Om die reden geeft spr. in overweging dezen post onver
anderd te behouden en af te scheiden van de daaraan gegeven
toelichtingten einde in de gelegenheid te zijn eene betere
regeling der belooningen voor de kweekelingen aan de bewaar
scholen tot stand te brengen.
De heer Wolff betuigt zijnen dank voor de bekomen in
lichting die hem geheel heeft bevredigd.
De post wordt hierop onveranderd vastgesteld op het uitge
trokken cijfer.
De posten onder volgns. 203 tot en met 209 worden zonder
discussie onveranderd vastgesteld.
Volgn. 210. Toelage ten behoeve van de dienstdoende schut
terij ƒ4972.
De lieer Haverschmidt herinnert datovereenkomstig
het rapport van eene raadscommissie belast met het onder
zoek der schutterijbegrooting voor 1892 in October 1891 werd
besloten, den schuttersraad uit te noodigen, de levering van de
kleeding der schutters in het openbaar aan te besteden.
Hoewel de toenmalige majoor-kommandantover deze zaak
geraadpleegd een ongunstig advies had uitgebracht en bij een
der wethouders zelfs de vraag was gerezen, of de raad wel be
voegd was zich te mengen in hetgeen eenvoudig een kwestie
van uitvoering is die bij den schuttersraad berustwerd toch
door deze vergadering een besluit in dien geest genomen en
sedert dien tijd wordt alles aanbesteed.
Spreker heeft nagegaanhoe die aanbesteding, na 2 jaren
in de practijk werkt.
De kleine artikelen bleken al dadelijk duurder te zijn dan
vroeger, toen men ze uit 's Rijks magazijn of direct van de
fabrikanten ^ontving. Het fijne laken, dat vroeger ongeveer
5.50 kostte werd de eerste keer gegund voor 4.47het
moest worden afgekeurd en wordt nu door denzelfden inschrij
ver geleverd voor ƒ5.47.1 dus nagenoeg tegen den ouden prijs.
De leverancier van het grove lakendie, door concurrentie
gedreven de leverantie wilde hebbenal moest het ook zon
der winst maar moeite heeft daaraan te voldoen omdat hij
volgens eigen verklaring, het monster niet is gaan zien vroeg
reeds ontheffing van de levering wat hem met werd toegestaan.
Het pak van een schuttervan stadswege gekleed wordt
thans met bons in elkaar gezet. Hij heeft met niet minder
dan G verschillende leveranciers te maken. Als hem de maat
genomen is voor zijn pantalon dan moet hij naar een anderen
kleermaker voor het maken van de korte jas. Een derde levert
hem de stropdas en de voering een vierde de roode opslagen
en de kraag en dan is er nog een vijfde die aan de omstan
digheid dat hij een halve cent lager was dan zijn concurrent,
het voorrecht dankt, niets anders dan de kleine knoopen te mo
gen leveren, een post van 1.74, nog bezwaard met zegel-en
registratiekosten.
De groote knoopen levert natuurlijk weer een ander.
Het heeft zeker niet in de bedoeling van de toenmalige rap
porteurs en allerminst in die van den raad gelegen, een derge-
lijken ingewikkelden toestand in het leven te roepen.
Waarom, heeft spreker zich afgevraagd geen compleete uni
form kant en klaar, waarvan alle onderdeden aan de gestelde
cischen moeten voldoen?
Welke kwaliteit van laken op deze wijze verkregen is zal
eerst kunnen blijken wanneer de kleeding na afloop van den
diensttijd wordt ingeleverd. De vroegere klceding werd dik
wijls tot zes malen toe aan andere schutters uitgereiktwel
een bewijs voor de deugdelijkheid van het laken.
Een bewijs van herkomst van het laken met garantie van den
leverancier komt spr. zeer gewenscht voorten minste als de
fabriekant bij zulke kleine orders daartoe bereid,is.
Wanneer het mocht blijken, dal inferieure kwaliteit een tweede
uitgifte der kleeding onmogelijk maaktdan zou de proef met
de aanbesteding al te duur zijn gekocht terwijl de leveran
ciers door de scherpe concurrentie niet werden gebaat.
Al is spreker een voorstander van aanbestedingwaar hel
de gemeente betreftbij militaire kleeding in eene betrekkelijk
kleine stad is het eene gevaarlijke methode en de wijze
waarop het hier geschiedt, kan stellig veel worden vereenvou
digd.
De heer Duparc wenscht niet namens de commissie van
rapporteurs, maar persoonlijk den heer Haverschmidt te be
antwoorden. Vóór twee jaren heeft hij er krachtig toe mede
gewerkt om de aanbesteding van de uniformen enz. voor de
schutterij in het openbaar te doen plaats hebben. De raad
heeft echter den schuttersraad hiertoe niet het bevel gegeven
maar hem slechts dien maatregel in overweging gegeven. Of
de gemeenteraad hierdoor zijne bevoegdheid is te buiten gegaan,
zal spr. buiten het debat laten maar hij betwijfelt 't zeer.
De vraag rijst intusschen bij spr.of het kwaad waarvan
de heer Haverschmidt gewaagde misschien ook kan zijn gele
gen in de uitvoeringn.l. in de wijze van aanbestedingen of
het niet verkieslijk kan zijn a forfait aan te besteden In
tusschcn mag het bevreemding wekken dat deze maatregel
hier zooveel bezwaar oplevertterwijl men toch van alle ste
den groote en kleineleestdat daar sedert tal van jaren
het zoo goede beginsel van openbare aanbesteding wordt toe
gepast. De voorwaarden van aanbesteding zullen dan moeten
worden gewijzigd, waartoe de schuttersraad van elders inlich
tingen zal kunnen inwinnen.
De Voorzitter geeft te kennendat burgemeester en wet
houders eene poging zullen wagen om in gemeen overleg met
den schuttersraad 's lands weerbaarheid te verhoogen dooi
de schuttersklceding in haar geheel te doen aanbesteden.
De overige posten der uitgaven worden zonder discussie on
veranderd aangenomen.
De post onder volgn. 232 voor onvoorziene uitgaven wordt
aangehouden tot na de vastelling der inkomsten.
Hierop wordt overgegaan tot de behandeling der inkomsten.
Hoofdstuk I en hoofdstuk IIafd. I volgn. 1 —3 worden
onveranderd vastgesteld.
Volgn. 4. 40 opcenten op de hoofdsom der personeele be
lasting ƒ40000.
De heer Beucker Andreae vraagt of hetnu de hef
fing van straatgeld verworpen isniet wenschelijk is dezen
post te verhoogen. Op de uitgaven dezer begrooting is bij de
behandeling ongeveer 10000 bezuinigder moet dus nog
f 20000 meer ontvangen worden. Indien nu de opcenten op
de hoofdsom der personeele belasting worden verhoogd bijv.
tot 55, dan geelt dat een verschil van circa ƒ10000 meer ont
vangst en zal het tekort op de begrooting worden gereduceerd
tot ƒ10000.
De heer Troelstra geeft in overwegingeerst de andere
posten der inkomsten te behandelen en daarna omtrent dezen
post en den volgende eene beslissing te nemen.
Hiertoe wordt besloten.
Vorslaj der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Maandag 6 November 1893.
149
Volgn. G tot en met 19 worden zonder discussie aangenomen,
nadat het bedrag van den post onder volgn. 18 sub d op voor
stel van rapporteurs is verhoogd met f 1000.
Volgn. 20. Opbrengst van straatgelden 30000 vervalt
gevolge van de verwerping van het betrekkelijk voorstel.
tcn-
Volgn. 21 tot en met 34 worden onveranderd vastgesteld.
Volgn. 35. Opbrengst der exploitatie van de gasfabriek
f\73000.
De heer Duparc brengt in herinnering dat de heer Troel
stra zich Zaterdag j.l., bij de behandeling van het verslag der
commissie van rapporteurs over het voorstel tot invoering van
straatgeld de vrijheid meende te mogen veroorloven die com
missie of eigenlijk spr., als algemeen rapporteur van luchthar-
lijheid te beschuldigen. En waarom Omdat onder dit volgno.
eene verkeerde of te hooge becijfering voorkwam! Spr. zal over deze
beschuldiging niet verder uitweiden. Hij moet echter zijne heide
mede-iapportcurs disculpeeren. De fout lag geheel aan hem
als algemeen rappoiteu1*. Het komt neer op een verschil van
p. m. f 2500. Hij vleit zich echter, dat zijne overige geachte
medeleden niet zoo'n hard oordcel als de heer Troelstra over
hem zullen uitsprekente meer daar zij weten dat spr. in de
laatste dagen eene alles behalve gemakkelijke taak had te ver
richten n.l. het in betrekkelijk korten tijd opstellen vau twee
belangrijke rapporten het eene over het straatgeldhet andere
over de begrooting. En dat eene vergissing of verkeerde bere
kening aan ieder mensch kan overkomen bewezen burgemees
ter en wethouders zeiven daar de commissie van rapporteurs
op meer dan één fout in de ontwerp-begrooting had te wijzen.
Wat de zaak zelve betreft, zalzooal niet volgens de commis
sie van rapporteurs op eene vermeerdering van f 5000 in elk
geval toch op ƒ2500 a ƒ3000 kunnen worden gerekend. In
welsprekende taal deed de heer Bekhuis Zaterdag reeds uitko
men dat allereerst de gasfabriek er zich toe leende om de
begrooting meer sluitend te maken. Daartoe is thans opnieuw
eene goede gelegenheid. In het verslag der commissie is reeds
vermeld, dat in de laatste vijfjaren, van 18881892, niet
onbelangrijke toeneming van het gasverbruik heeft plaats ge
had. Spr. gaat thans verder en produceert onderscheidene
cijfers van 1883 af dus over tien jaren die, op één jaar na,
allen dergelijke toeneming aanwijzen vooral bij vermindering
van den gasprijs. Nu deze vermindering ons met 1 Januari
a.s. alweder wachtzal zeer zeker op nieuw eene vermeerde
ring van het gasverbruik mogen worden tegemoet gezien. Eindelijk
deelt spr. nog eenige cijfers mede van de laatst afgesloten twee
dienstjaren 1891 en 1892. In het eerstgemelde jaar leverde
de gasfabriek ƒ24,002, in het laatstgenoemde jaar 17,372
meer aan winst op dan bij de begrooting was geraamd. Met
deze gunstige uitkomsten voor oogen gelooft spr. dut er waar
lijk geen bezwaar kan bestaan tegen eene verhooging van de
zen post met slechts 3000.
De heer Troelstra hoorde den heer Duparc zeggen dat
hij de kwestie van luchthartigheid buiten het debat zou laten
maar deze heeft zich daar niet aan gehouden. Spr. herinnert
er aan dat niet hij 't eerst dat woord gebruikte maar dat
de heer Duparc begon met te spreken over het coeur leger
waarmede burgemeester en wethouders een voorstel tot heffing
van straatgeld zouden hebben ingediend en nu heeft spr. den
bal aan dien geachten spreker persoonlijk als algemeen rap
porteur teruggekaatst.
De luchtharUigheid die spr. bedoelde betrof niet de onjuist
heid in de cijfers van de gasfabriek in het verslag opgeno
men want spr. had reeds terstond daarin bloot een vergis
sing gezien maar het zag meer op het voorstel om de
uitgaaf voor grondstoffen te verminderen en hel optimisme waar
mede de uitkomsten der fabriek in het algemeen worden beoor
deeld.
Hadden die beschouwingen reden van bestaan dan had de
heer Duparc recht om te spreken van luchthartigheid van de
zijde van burgemeester en wethouders in het voorstellen van
meerdere belastingheffing tot het door hen geraamde bedrag.
Of nu de geheele raad overtuigd is van de juistheid der
winstcijfers, die worden voorgespiegeld, zou spr. betwijfelen. Hij
gaat daarin althans niet mede en de uitkomst zal nog moeten
leeren wie gelijk heeft gehad.
De heer Reeling Brouwer merkte met groote verbazing
op dat de lieer Duparc ten opzichte van de begrooting de uit
komsten der gasfabriek zoo op don voorgrond steldehoewel
hij altijd de leer verkondigt dat de begrooting onafhankelijk
van de gasfabriek moet zijn.
Ongerijmd komt spr. het denkbeeld voordatwanneer de
uitgaaf voor grondstoffen vermindertde ontvangsten zullen
stijgen. Rapporteurs hebben wel de cijfers weérgegeven o.n
van 1888 af hel vermeerderd gebruik aan te toonen doch vei
gaten mede te deelen dat er in 188G 41 °/o vermindering was
en in 1887, toen de gasprijs van 8 tot 7 cent was verlaagd,
eene vermindering van 0.7^6. Hoewel spr. het gevoelen deelt,
dat verlaging van gasprijs tot gevolg kan hebben dat de con-
sumtie toeneemt mag het niet als een axioma worden be
schouwd dat is te optimistisch. Spr. blijft er bijdat de
raad verkeerd ?al doen met de winstdie aan het dienstjaar
1895 ten goede zal komen in 1894 reeds te disconteeren.
De heer Duparc meent uit de woorden van den fieer Ree
ling Brouwer te moeten opmaken dat dit geachte lid spr. in
tegenspraak met zich zelf wil brengen als zou hij n.l. nu eene
meening zijn toegedaan, die geheel in strijd is niet de leer, vroeger
door hem voorgestaan. Nooit echter heeft spr. de leer ver
kondigd dat de gemeentebegrooting onafhankelijk zou moeten
zijn van de uitkomsten der gasfabriekmaar zijn stelsel was
altijd dat niet de overwinst van de gasfabriek moet bijdragen,
om den sluitpost der begrooting lager te maken.
De gaseomsumtie zal grooter worden dus er zullen meer
grondstoffen noodig zijn heeft men gezegd. Dit is volkomen
1 waar maar men vergete nietdat meer grondstoffen ook meer
cokes en nevenjnoducten opleveren.
Spr. zal niet ontkennen, dat in 188G toen de gasprijs lager
was, dan in het vorige jaar, het gasverbruik niettemin i\°/o
minder was. Dit was dan ook het ongunstigste jaar. In
dien men echter over de laatste tien jaren eene berekening
maakt, dan ziet men dat gemiddeld het gasverbruik jaarlijks
met is toegenomen.
Rapporteurs stellen op dien grond en in verband met vorige
uitkomsten voorden post voor de opbrengst der gasfabriek te
verhoogen. Zij hebben daarvoor natuurlijk geene bepaalde
geen zekere opgaven. Elke raming ja de geheele begrooting
is behalve enkele vaste posteneene fictie. Een kind kan
echter begrijpen, en sedert 18G5, toen de gasfabriek aan de
gemeente werd overgedragen is het altijd zóó geweestdat
op elke verlaging van den gasprijs vermeerdering van gascon-
sumlie moet volgen.
De heer Reeling Brouwer wijst er op, dat de heer
Duparc rekent op eene vermeerdering van het gasverbruik van
4 °/overgeleken bij 1892. Over de verloopen maanden van
1893 is, zooals burgemeester en wethouders mededeelen het
verbruik 4j °/o minder dan over dezelfde maanden van 1892.
Gaat men dus op het denkbeeld van den heer Duparc in dan
moet men rekenen op eene vermeerdering van het verbruik
van ruim 8 °/o. Dit is te veel.
De heer Bekhuis waarschuwt tegen het voeren van kleine
I politiek. Indien men alles op de goudschaal weegtzal men
i
I
m' "-. V m
■Wil