9
2
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 9 Januari 1894.
Wordt besloten in de volgende vergadering over te gaan
tot?de benoeming van eene commissie van onderzoek.
6. alsboven naar aanleiding van een verzoek van H. Pan-
huijs en andere losse sjouwerlieden om gebruik te mogen ma
ken van de :akkedragerswacht bij de Boomsbrug.
7. alsboven om aan Mevrouw G. T. M. van Eijsinga, wed.
van den heer Mr. B Hopperus Buma, eene strook gemeente
grond in gebruik af te staan voor het bouwen van een schip
huis.
8. voorstel van burgemeester en wethouders, om aan hen
een crediet te verleenen voor de invoering van eene nieuwe
regeling van de inning der maiktgelden aan de veemarkt.
9. alsboven naar aanleiding van een verzoek van A. Braak-
sma en andere timmerliedenom in de bestekken van ge
meentewerken een minimumloon en een maximum werktijd te
willen bepalen.
10. alsbovenom voor het bacteriologisch onderzoek van
water uit de Leeuwarder waterleiding de bovenwoning Raad
huisstraatje no. 3 in gebruik af te staan.
11alsboven naar aanleiding van een verzoek van J. van
der Werff e. a., om aan de brugwachterswoning op den hoek
van het Noordvliet een uurwerk te doen aanbrengen.
12. alsboven tot wijziging der verordening regelende het
gebruik van de waag.
13. alsboven tot wijziging van het besluit tot heffing eener
directe belasting op het inkomen
14. voorstel der verordenings-commissie tot het opnieuw
vaststellen der verordening betreffende de verdeeling der ge
meente in wijken en de nummering der gebou ven.
De stukken sub 6 tot en met 14 worden voor de leden ter
visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden be
handeld terwijl die sub 12 13 en 14 zullen worden gedrukt
in de bijlagen tot het raadsverslag.
15. Rapport der raadscommissie, in wier handen is gesteld
geweest de geloofsbrief van het nieuw benoemd lid van den
raad den heer C. L. B. J. Feitz.
Dit rapport zal heden in behandeling worden genomen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool
no. 7 (vacature G. Kielder).
De voordracht is samengesteld als volgt
1. J. Hoogland te Giethoorn 2. D. van der Veen te Oude-
haske en 3. J. Brandenburg te Irnsum.
Het resultaat der gehouden stemming is, dat alle (12) stem
men op J. Hoogland zijn uitgebracht, zoodat deze wordt be
noemd.
2. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool
no. 11 (vacature L. Bosma).
De voordracht bestaat uit
1. J. Brandenburg te Irnsum; 2. W. Zanstra te Akkrum
en 3. W. Zoethout te Lieve Vrouwen-Parochie.
De uitslag der gehouden stemming is, dat alle (12) stem
men zijn uitgebracht op J. Brandenburgzoodat deze wordt
benoemd.
Burgemeester en wethouders worden uitgenoodigd, den datum
van infunctietreding voor de benoemden nader te bepalen.
Wordt opgemerkt, dat de heer Wolff vóór deze stemmingen
de vergadering had verlaten.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee
nen van eervol ontslag aan den onderwijzer D. Vunderink.
Conform de conclusie van dit voorstel wordt besloten
aan D. Vunderink overeenkomstig zijn verzoek met ingang
van den 15 Januari 1894 eervol ontslag te verleenen als on-
derwijzer aan de gemeenteschool no. 4.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onderliand-
sche verhuring van diverse gemeente-eigendommen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
behoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten, on
derhands op nader door burgemeester en wethouders vast te
stellen voorwaarden in huur at te staan
A. voor den tijd van vijf jaren, in te gaan den 12 Mei
1894 aan H. Jurres, de woning Groote Hoogstraat no. 24 voor
f 200 per jaar.
B. Voor den tijd van drie jaren, in te gaan den 12 Mei
1894 aan Dr. J. Ariëns Kappers de woning Arendstuin no. 41
voor f 600 per jaar.
C. Voor den tijd van één jaar
a. met ingang van 1 Januari 1894 aan
G. Reifferth zes bleekjes op het Oldehoofster kerkhof voor f 3.
S. Dijkstra een bleekje vóór de woning Oldegali-
leën no. 79 2.50
b. met ingang van 1 Februari 1894 aan
de wed. D. Suwijn en W. Loot eene plek grond
aan het Oldehoofster kerkhof - 2.50
c. met ingang van 12 Mei 1894 aan
M. Pekelsma eene plek grond aan het Oldehoof
ster kerkhof
- 2.50
H. de Jong de woning St. Jacobstraat no. 35
- 525.—
H. E. Kaller
Kruisstraat no. 25
-300.—
A. Siekman
Doelestraat no. 1
-150.—
L. L. Hardorff de bovenwoning Tuinen no. 40
- 120.-
D. van Reenen, wed. Weidijk de bovenwoning Bij
de Put no. 17
- 185.
J. J. van der Geest de woning Raadhuisstraatje no. 5
- 100.-
D. A. H. Draper
Bagijnestraat no 61
-117.
J. D. van Nimwege
Achter de Hoven no. 21
-100.—
K. Bosma
Kalvergloppe no. 199
- 91.—
A. Medendorp
alsboven gedeeltelijk
- 65.
J. Goor
Noorderplantage no. 3
- 78.—
C. Ramkema
Oldegalileën no. 36
- 59.80
W. Wijlgenbosch
id. 34
- 59.80
Wed. J. v. d. Heide
id. 38 v
- 57.20
J. Feenstra
Oostersingel no. 108
- 65.
F. Hoekstra
id. 110
n
- 83.20
5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhand-
sche verpachting der opkomsten van eenige bruggen en pont-
veren.
Burgemeester en wethouders vinden in de omstandigheid
dat in dit jaar zal worden overgegaan tot het graven van het
verbindings-kanaal naar de Tijnjeaanleidinggunstig te ad-
viseeren op de adressen der onderscheidene pachters van brug
gen en pontveren, om de opkomsten voor een jaar onderhands
te mogen pachten tegen dezelfde pachtsommen.
Dit kanaal zal eene wijziging in de scheepvaart tengevolge
hebben en zeker een belangrijken invloed uitoefenen op de
opbrengst dezer bruggen en pontveren.
Daar de mate van dien invloed nog niet is te berekenen
komt het burgemeester en wethouders beter voorvoorloopig
niet tot eene publieke verpachting over te gaandoch de op
komsten voor één jaar onderhands te verpachten.
De pachters bieden de tegenwoordige pachtsommen aan
met uitzondering van dien van de Potmargebrugdie inplaats
van ƒ815 een pachtsom van ƒ550 aanbiedt.
Het is burgemeester en wethouders gebleken, dat eerstge
noemd bedrag veel te hoog is en in geen verhouding staat tot
de werkelijke opbrengstdaar in de laatste jaren de scheep
vaart langs de Potmarge is verminderd.
Ver?lag dor handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 9 Januari 1S94.
Burgemeester en wethouders stellen nu voor, te besluiten:
behoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten
Jonderhands voor den tijd van één jaar, in te gaan den 12
Mei 1894, de opkomsten de- volgende bruggen en pontveren
te verpachtente weten die van de
iWirdumerpoortsbrug aan J. Olijve
voor
^rins-Hendriksbrug
Potmargebrug
Harlingervaartsbrug
Noorderbrug
Vrouwenpoortsbrug
Boomsbrug
Vlietsterbrug
W. Funcke
T. Wielii.ga
D. Tasma
S. Molenaar
J. Huizmga
J. Kaspersma
S. H. Krol
liet pontveer tusschen den Grachtswal en de
Oosterstraat aan S. Koster
[het pontveer bij het stads-ziekenhuis aan H. Postma
over de Willemsgracht aan J. de Vries
262.50
451
550.—
1000.-
270.-
180.-
155.
1.
101.
627.—
15.-
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt overeenkom-
jstig dit voorstel besloten.
De heer d.6 la Faille vestigt de aandacht op de slechte
bediening van het laatstgenoemd pontveer. Het komt meer
malen voor, dat niemand bij de pont aanwezig is, zoodat men dan
niet kan worden overgezet. Spr. noodigt burgemeester en wet
houders uitden pachter hierop te wijzen.
De Voorzitter geeft gaarne de toezeggingdat burge
meester en wethouders de zaak zullen onderzoeken enmocht
er eene leemte in den dienst bestaan trachten daarin verbe
tering aan te brengen.
6. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van
[eene wijziging der gemeente-begrooting dienst 1893.
Conform het voorstel der commissie wordt beslotende ont
worpen wijziging goed te keuren en de begrooting vast te stel-
[len in totaal sluitende
in ontvang met 1,071,515.94J
uitgaaf ...- 1,071,513.60
Waarschijnlijk saldo
2.341
7.
Voorstel van burgemeester en icethouders naar aanlei
ding van een verzoek van de beambten in het nieuwe stads
weeshuis om ook hen in de pensioensregeling op te nemen.
Burgemeester en wethouders hebben in de toelichting op dit
voorstel betoogddat het nieuwe stads-weeshuis niet is te
[rangschikken onder de gemeentelijke instellingen, bedoeld in de
verordening omtrent het verleenen van pensioen aan ambte
haren bedienden en werkliedenin dienst der gemeente of
[van gemeentelijke instellingen van den 27 Juni 1893.
Zij stellen voor op dien grond het verzoek van adressanten
te wijzen van de hand.
f Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt hiertoe be
sloten.
zonder discussie is genomen. Toch heeft de lecture der stuk
ken aan de leden de overtuiging kunnen geven, dat het onder
zoek zoowel van burgemeester en wethouders als van het be
stuur van het nieuwe stadsweeshuis van groot belang is. Met
het oog hierop geeft spr. in-overweginghet voorstel met bij
lagen te doen drukken.
De Voorzitter vermeent, dat het de bedoeling van den
vorigen spreker isom de stukken te doen drukken in de bij
lagen tot het raadsverslag. Dit zal in het vervolg voor het
nagaan van deze zaak van groot gemak zijn.
De heer van Sloterdijck heeft er niet tegen dat deze
stukken in de bijlagen worden opgenomen, maar het was zijne
bedoeling, om ze alleen voor de leden te doen drukken.
Overeenkomstig dit denkbeeld wordt beslotenterwijl aan
burgemeester en wethouders wordt overgelaten nader te be
palen, welke der bijlagen mede zullen worden gedrukt.
8. De leggers van onderhoudplichtigen van de Bolswarder-
steeg en van de Kastmakerssteeg.
Tegen eerstgenoemden legger was bij burgemeester en wet
houders bezwaar ingediend door P. Waitenawiens echtge
noote eigenares is van twee perceelen in die steeg en als zoo
danig als onderhoudplichtige van het gedeelte der steegvoor
zoover die strekt langs die perceelen op den legger is vermeld.
Burgemeester en wethouders achten het bezwaar niet af
doende en stellen voorhet ongegrond te verklaren en dezen
leggerzoomede den legger van onderhoudplichtigen van de
Kastmakerssteegzooals die door hen zijn opgemaaktonver
anderd voorloopig vast te stellen.
Hiertoe wordt zonder discussie besloten.
9. Rapport der raadscommissie in wier handen is gesteld
geweest de geloofsbrief van het nieuw benoemd lid van den
raadden heer C. L. B. J. Feitz.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
dezen geloofsbrief goed te keuren en den heer C. L. B. J.
Feitz als raadslid toe te laten.
10. Het 2e suppletoir kohier der directe belasting op het
inkomen dienst 1893
In verband hiermede wordt de openbare vergadering tijdelijk
gesloten.
Na heropening wordt besloten
a. het tweede suppletoir kohier vast te stellen op een be
lastbaar inkomen van 29826.421 en het totaal der aanslagen
ten bedrage van 1327.27L
b. de aanslagen invorderbaar te stellen in twee termijnen
vervallende den 15 Februari en den 15 Maart 1894.
De vergadering wordt hierop gesloten.
De heer van Sloterdijck doet opmerken dat dit besluit
Boekdrukkevij van A. Jongbloed te Leeuwarden.