Vergadering van Dinsdag 27 Februari 1894, Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 27 Februari 1894. 23 Tegenwoordig 21 leden. I Afwezig de heeren J. van der Scheer en S. H. Hijlkema. I Voorzitter: de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo- fen burgemeester. I 1. De notulen van de vorige op 13 Feburari j.l. gehouden fergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. dankbetuiging van Mej. M. Slottje voor hare benoeming tot hoofdonderwijzeres aan de gemeentebewaarschool no. 8. 2. dankbetuiging van Mej. E. H. Schmitz voor hare benoe- Éiing tot onderwijzeres aan de gemeenteschool no. 4. 3. dankbetuiging van H. Oberman voor zijne benoeming tot onderwijzer aan de gemeenteschool no. 4. I 4. dankbetuiging van J. de Graaf voor het hem verleend pensioen. I 5. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de raads besluiten van 13 Februari j.l. I n. tot het aangaan van eene tijdelijke geldleening b. tot wijziging der gemeentebegrootingdienst 1894. c. tot ontbinding van de overeenkomst van de huur van de huizinge Achter de Hoven no. 73 met gardeniersland. 6. dat bij publieke verhuring de bovenwoning Raadhuis- ■traatje no. 3 is verhuurd aan H. Pannenburgwed. J. Hee- 9ings, voor ƒ1.55 per week. I 7. dat is ingekomen het verslag van den toestand van het gymnasium over 1893. I Dit verslag zal worden gedrukt als bijlage tot het verslag tan den toestand der gemeente over 1893. B 8. Opgaaf van de dagen waarop de openbare lessen aan de gemeentebewaarscholen zullen plaats hebben, k Tot bijwoning dezer lessen worden uitgenoodigd de heeren pckhuisWolff en Hijlkema. 9. dat is ingekomen eene motie, aangenomen in eene gis teren alhier gehouden meeting tot protest tegen de prostitutie, «vaarin de wenschelijkheid wordt uitgesproken van strafbaar stelling van het houden van huizen van ontucht. Daar deze motie geen bepaald verzoek inhoudt, daargelaten nogdat ze door één persoon namens anderen onderteekend en dus in strijd is met art. 8 der grondwetwordt deze motie voor notificatie aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht 1. Adres van F. W. Wouda e. a., houdende verzoek om aan wijzing van andere ligplaatsen voor hunne schepen, j Wordt ten fine van beschikking gesteld in handen van bur gemeester en wethouders. 2. Adres van J. Wijnants en andere bewoners van de Tui nen Turfmarkt en Tweebaksmarkt, inhoudende het verzoek, eene nieuwe brug te doen leggen over de gracht langs de Tuinen, ter vervanging van de afgebroken brug. 3. Adres van T. de Vries, wed. A. de Vries, om eene jaar- lijksche gratificatie. 1 4. Adres van den heer H. Kuipershoudende verzoek om ontslag als lid der commissie van bestuur over het stadszie kenhuis. De adressen sub 2 3 en 4 worden om bericht en raad ge steld in handen van burgemeester en wethouders. I 5. Verzoek om machtiging tot wijziging van de begrooting voor het Nieuwe Stadsweeshuis voor 1893. Wordt om onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren HijlkemaKonter en Theunisse. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het inge- bruikgeven van het beurslokaal aan de Maatschappij van schil der- en teekenkunst voor eene tentoonstelling. Zal heden worden behandeld. 7. Alsboven tot het verleenen van eervol ontslag aan de onderwijzeres mej. A. Smeding. 8. Alsboven naar aanleiding van een verzoek van S. An- dringa, 0111 een gedeelte van het exercitieveld Achter de Ho ven te mogen huren. 9. Alsboven naar aanleiding van een verzoek van Wed. E. E. Stoelt om vergunning tot het leggen van eene sloep op ge meentegrond aan den Nieuweweg. 10. Alsboven tot onderhandsche verhuring van eene plek grond aan de Eestraat. 11. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1893. 12. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van eene wijziging der begrooting van de dienstdoende echutterij dienst 1893. De stukken sub 7 tot en met 12 worden voor de leden ter visie gelegd, om in eene volgende vergadering te worden be handeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee nen van eervol ontslag aan Mej. 11. A. Broersma als onder wijzeres in de handwerken. Conform de conclusie van dit voorstel wordt besloten aan Mej. H. A. Broersmaop haar verzoek met ingang van 1 April 1894 eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres in de handwerken aan de gemeenteschool no. 8. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ingebruik- geving van het beurslokaal aan het bestuur der Maatschappij van Schilder- en teekenkunst voor eene tentoonstelling. Wordt zonder discussie en boofdelijxe stemming besloten: op nader door burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden het bovenlokaal van het beuis- en waaggebouw op Zaterdag 3 en Zondag 4 Maart e k. kosteloos in gebruik af te staan aan het bestuur der maatschappij van Schilder- en Teekenkunst voor het houden van eene tentoonstelling van aquarellen. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ontbinding van de huurovereenkomst van een perceel weiland achter den nieuwen verschwatervijver. Burgemeester en wethouders deelen mede dat de tegen woordige huurder dit land voor zijn bedrijf niet meer noodig heeft en van de verdere huur, die tot 5 Maart 1897 loopt, wenscht ontslagen te worden. Daar de borg van dezen huurder aansprakelijk blijft voor hetgeen eene publieke verhuring minder mocht opbrengen dan de tegenwoordige huursom bedraagt, hebben burgemeester en wethouders geen bezwaar tegen de inwilliging van dit verzoek. Zij stellen derhalve voor, te besluiten voorbehoudens goed keuring van Gedeputeerde Staten over te gaan tot ontbinding, met ingang van 5 Maart 1894, van de huurovereenkomst van het perceel weiland achter den nieuwen verschwatervijver, met L. van Dam aangegaan bij contract van 6 Januari 1892, geregistreerd den 4 Januari d.a.v. deel 40, folio 67 verso, vak 6. De beraadslagingen worden geopend. De heer Menalda heeft geen bezwaar tegen de ontbin ding van deze huurovereenkomst. Eene opmerking echter wenscht hij te maken met betrekking tot de verklaring van den borg van den huurder dat hij bereid is bij te passen wat de publieke verhuring van dit land minder mocht opbren gen dan de tegenwoordige huursom. Hierbij is evenwel niet bepaald, wanneer hij dat zal moeten betalen. Het komt spr. voor dat dio tijdsbepaling volledigheidshalve zal kunnen ge schieden in het contract met den nieuwen huurder.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1894 | | pagina 1