Vergadering van Dinsdag den 24 Juli 1894. 64 Verslag der handelingen van den gemeenteraad to Leeuwarden van Dinsdag 10 Juli 1894. hem wel. De burgemeester staat in al zijne betrekkingen bij j spr. te hoog aangeschreven dan dat hij eenigen den minsten twijfel aan diens rechtvaardigheid zou koesteren dat hij slechts een oogenblik zou durven aannemen dat een besluit tot niet-eervol ontslag van een ambtenaar door den burgemeester zou worden genomen zonder dat daarvoor goede deugdelijke gronden bestaan en hij gelooftdat in dit zijn oordeel zal worden gedeeld door alle raadsledenja door ieder die den burgemeester wezenlijk kent. Maar buiten ons en buiten die anderen die spr. op het oog heeftstaan velen die zonder zich in eenigerlei opzicht partij te stellen, toch langzamerhand zouden kunnen gaan gelooven aan de beschuldigingenwaar van spr. gewaagde en dus ook aan de mindere gegrondheid van de motieven waarop de burgemeester heeft gemeend, den politie-agent Houtman te moeten ontslaan. Dit nu zou kunnen worden voorkomen indien de voorzitter kon goedvinden die motieven in de openbare vergadering van den raad mede te deelenwaardoor dan ook het publiek er kennis van zou kun nen nemen en er over zou kunnen oordeelen. Tenzij de voorzitter uit het in het algemeen ook door spr. voorgestaan beginsel dat hij den raad geen verantwoording van zijne daden en handelingen schuldig is bezwaar mocht makenzou hij hem daarom wenschen te vragen zijn be doeld besluit of wel de grondenwaarop het steunt aan den raad te willen mededeelen. De Voorzitter geeft te kennen dat hij met alle waar deering van den subtielen vorm, waarin door den heer Duparc zijne vraag is gesteldmoet vasthouden aan de bepaling van de wet, die hem, volgens zijne vaste overtuiging, verbiedt, aan den raad mededeelingen te doen omtrent zijn gedrag als hoofd der politie. Hij is daaromtrent verantwoording schuldig tegen over andere autoriteitenmaar tegenover den raad niet. Indien hij hiervan afweek zou hij een precedent stellen dat gevaarlijk zou kunnen zijn voor het vervolg. Dit is het eenige motief, waarom spr. bezwaar moet maken, om de in terpellatie van den heer Duparc te beantwoorden. Het be heer van de politie beschouwt hij niet als een kunstje of een goocheltoerom het banaal uit te drukken zoodat hij een geheim zou moeten maken van zijne handelingen te dien opzichte. Hij is bereid, om aan de leden van den raad op zijn bureau vriendschappelijk alle mogelijke mededeelingen te doen en in zage te geven van de stukken die betrekking hebben op het ontslag van den politie-dienaar Houtman. Spr. wil zelfs verder gaan en acht het niet onmogelijk hoewel hij daaromtrent nog geen besluit heeft genomen dat, indien een journalist hem aangaande deze zaak interviewde hij dezen machtiging zou geven om aan zijn gemotiveerd be sluit tot ontslag in het belang der algemeene zaak publiciteit te geven. Nu moet spr., zooals hij zeide, bezwaar maken, om zich in den raad over deze aangelegenheid te verantwoorden. De heer Duparc zegt, dat, ofschoon de Voorzitter bezwaar heeft gemeend te moeten maken, de door hem gewenschte me- dedeeling te doen,een bezwaar, dat voor hem niet geheel onverwacht kwam het hem toch niet spijt, de vraag te heb ben gedaan. De raad heeft nu toch kunnen vernemendat de voorzitter de openbaarheid zelve van zijn besluit niet vreest. iets dat spr. evenzeer wel had voorzien. Alle leden zullen nu immers acte hebben genomen van des voorzitters bereid verklaring, om hen individueel zijn besluit kenbaar te maken, en spr. vleit zich dat er nu ook wel de eene of andere jour nalist zal opkomen om gebruik te maken van de door den voorzitter aangeboden gelegenheidom dat besluit publiek te maken. De vergadering wordt hierop door den voorzitter gesloten. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 24 Juli 1894. 65 Tegenwoordig 13 leden. Afwezig de heerenN. T. HaverschmidtW. J. Oosterhofl Mr. H. D. van Ketwich Verschuur, Jhr. Mr. C. van Eijsinga J. van der ScheerA. DuparcS. H. HijlkemaD. Tigler Wij- brandi G. Menalda en P. Fabry de Jonge. Voorzitter: de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo- tenburgemeester. I. De notulen van de vorige op Dinsdag 10 Juli j.l. gehou den \ergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld 1. dat de secretaris verlof tot afwezigheid heeft bekomen en dat zijne functiën worden waargenomen door den heer J. H. Menkemacommies ter secretarie. 2. eene dankbetuiging van T. Kloosterman voor het besluit tot gedeeltelijke kwijtschelding van eene door hem beloopen boete. III. Wordt ter tafel gebracht 1Het proces-verbaal van de opneming der kas van den gemeente-ontvanger op 17 Juli j.l. 2. Het verslag en de rekening over 1893/94, met de be grooting voor 1894/95 van den cursus tot opleiding van kwee- kelingen bij hel bc.\aaischool-orderwijs. 3. Het verslag van het eindexamen aan de Burgerdagschool. De stukken sub 1-3 worden voor de leden ter visie gelegd. 4. Een adres van S. Dijkstra wed. J. de Haan om geheele of' gedeeltelijke teruggaaf van eene door haar betaalde schade vergoeding voor het breken van een lantaarnpaal. 5. Een adres van N. A. Wassenaar e.a. om vergunningop den Tjessingaweg een kunstbaan aan te leggen. De adressen sub 4 en 5 worden om bericht en raad gesteld m handen van burgemeester en wethouders. 6. Eene voordracht voor de benoeming van eene onderwij zeres aan gemeenteschool no. 5. 7. Bene voordracht voor de benoeming van eene onderwij zeres aan gemeenteschool no. 9. 8. Eene voordracht voor de benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool no. 8. 9. Eene aanbeveling tot het opmaken van eene lijst van be noembaren tot leden van het college van zetters. 10. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding van een tot Gedeputeerde Staten gericht adres van Johs. Wijnants e a. tot het verkrijgen van eene nieuwe brug over de Tuinen bij de Turfmarkt. 11Alsboven naar aanleiding van een adres van de heeren R. Bloembergen e.a., om de weekmarkt, invallende op den 31 Augustus e. k., te verstellen. 12. Alsboven tot wijziging der verordening regelende den ranghet getalde bezoldiging en de wijze van benoeming van de ambtenaren en bedienden belast met de stadsreiniging en de exploitatie van het aschland. 13. Alsboven tot vaststelling van eene verordening op het beheer van het stadsziekenhuis. 14. Het rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der begrooting van de stadsarmenkamer voor 1895. 15. Een rapport der reclame-commissie omtrent bezwaar schriften tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag. De stukken sub 6 tot en met 15 worden voor de leden ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden be handeld, terwijl die sub 12 en 13 tevens zullen worden ge drukt in de bijlagen tot 's raads verslag. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee- nen van eervol ontslag aan den onderwijzer R. W. Canne. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten met ingang van 1 September 1894 aan R. W. Canne op verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan de ge meenteschool no. 10. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding van een verzoek van het bestuur van het St. Anthony-gasthuis tot afkoop van eene grondrente. Conform de conclusie van dit voorstel wordt besloten behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten aan het be stuur van het St. Anthonygasthuis machtiging te verleenen tot afkoop van de grondrente tot een zuiver bedrag van ƒ0.72 in het jaarwaarmede het perceel plaatselijk gekwoteerd Schoen- makersperk no. 45 ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden in sectie C no. 132, ten voordeele der gemeente is bezwaard zulks tegen eene som van 14.40, zijnde de penning twintig van het zuiver bedrag met bepaling dat de kosten van den afkoop komen ten laste van den adressant. De vooizitter sluit hierop de vergadering. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1894 | | pagina 1