72 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 14 Augustus 1894.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 14 Augustus 1894. 73
f. zieken die verlangen op eigen kosten te worden verpleegd,
mits te Leeuwarden woonachtig zijnde of aldaar tijdelijk ver
blijf hebbende
g. lijders aan een der ziekten genoemd in art. 1 der wet
van 4 December 1872 (Staatsblad no. 134) en in de wet van
3 December 1874 (Staatsblad no. 188).
De heer van Sloterdijck vermeent, dat het woord „zijne"
sub b moet zijn „hare" omdat liet,- slaat op instelling.
De heer Beekhuis wijst er op, dat hierdoor aanleiding
tot verwarring kan ontstaan omdat het woord „hare dan ook
zou kunnen slaan op het voorafgaand woord „gemeente".
Beter ware hetde woorden „op zijne kosten" te doen ver
vangen door „op kosten dier instelling".
Hiertoe wordt besloten.
De heer de la Faille stelt voor sub d in dit artikel te
doen wegvallen de woorden „lijdende aan geslachtsziekten
Het kan toch zijn, dat deze vrouwen ook aan andere ziekten lij
den waarvoor opneming in het stadsziekenhuis wenschelijk is.
De heer Reeling Brouwer is tegen die weglating, om
dat daaruit zou voortvloeien dat de publieke vrouwen bij elke
mogelijke ziekte zouden kunnen worden opgenomen, terwijl de
bedoeling is, ze dan alleen op te nemen, als ze lijden aan ge
slachtsziekten.
De heer TrO0lstra vestigt de aandacht er op, dat deze
woorden samenhangen met de verordening op de prostitutie.
De opmerking van den heer Reeling Brouwer is juist Indien
eene publieke vrouw om eene andere ziekte dan de hier ge
noemde wordt opgenomen, dan geschiedt dat niet als publieke
vrouw maar als gewone zieke.
Het amendement van den heer de la Faille wordt in stem
ming gebracht en verworpen met 10 tegen 5 stemmen die
van de heeren Hijlkema de la Faille, Fabry de Jonge, Konter
en Wijbrandi.
De heer van Sloterdijck vraagtof onderdeel sub c niet
evengoed als sub a en b moet aanvangen met het woord „zie
ken" in plaats van met „personen" zooals wordt voorgesteld.
De Voorzitter deelt mede, dat niet zelden in het stads
ziekenhuis personen worden opgenomen wier ziekte nog niet
is geconstateerd. Dit is o. a. meermalen het geval met krank
zinnigen ,'die ter observatie worden opgenomen. Dit zijn dus
personen die nog niet als zieken kunnen worden gequalifi-
ceerd. Daarom moet het woord „personen" behouden blijven.
De heer van Sloterdijck geeft in overweging het woord
„aldaar" sub f te doen vervangen door „alhier" vermits de
verordening hier en niet elders uitgevaardigd wordt.
De vergadering is van oordeeldat het woordje „aldaar" in
deze zinsnede kan behouden blijven.
Het gewijzigd art. 3 wordt nu zonder discussie vastgesteld.
Art. 4.
De kosten van verpleging van de ziekenbedoeld bij art. 2,
lett. b en f, zijn voor iederen verpleegdag
Voor de zieken sub b per dag vijftig cent
voor de zieken sub f
a. voor dienstboden zestig cent
b. voor anderen vijf en zeventig cent.
Bij verpleging in een afzonderlijk vertrek of indien voor deze
patiënten een oppasser noodig is worden deze kosten verhoogd
met vijf en zeventig cent per dag.
Voor nachtwakers wordt boven het tarief de kostende prijs
in rekening gebrachtook worden in rekening gebracht de
kosten voor het gebruik van den brancard.
Lijdersbedoeld bij art. 2lett. gdie niet wenschen kos-
teloos verpleegd te wordenbetalen volgens voorgaande bepa
lingen.
De heer van der Scheer vraagtof het niet voor de
duidelijkheid beter ware, om in de le alinea van dit artikel,
evenals in de 2e alinea van art. 1 te spreken van „geneeskun
dige behandeling en verpleging"
De Voorzitter deelt mede dat burgemeester en wethou
ders het denkbeeld van den heer van der Scheer overnemen
en het artikel in dien zin wijzigen.
Het aldus gewijzigd artikel wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Bij art. 5 vestigt de heer van Sloterdijck de aandacht
op het onjuiste van het laatste woord „daarna"hetwelk in
dezen stand beteekent„na 1 November"in strijd nochtans
met de bedoeling die inzending binnen eene maand na het
openvallen der betrekking op het oog heeft en bereikt wordt
door het woord „hierna".
Burgemeester en wethouders nemen dit denkbeeld over
waarna het aldus gewijzigd artikel zonder hoofdelijke stemming
wordt vastgesteld.
Art. G tot en met 15 worden zonder discussie onveranderd
vastgesteld.
Art. 16. De directrice wordt benoemd door burgemeester en
wethouders de commissie van beheer gehoord.
De heer de la Faille vraagtofwaar de directrice met
den directeur moet samenwerken, dat zeker in het belang der in
richting is het niet wenschelijk zou zijn te bepalen dat in
zake de benoeming van de directrice ook de directeur zal wor
den gehoord
De Voorzitter zegtdat de directeur altijd tegenwoordig
is in de vergaderingen der commissie zoodat hij zeker wel
door haar over de benoeming van eene directrice zal worden
gehoord. Er bestaat wel geen bezwaar, om in de verordening
te bepalendat ook hij door burgemeester en wethouders moet
worden gehoord, maar burgemeester en wethouders zullen dan
met twee schriftelijke adviezen te doen hebbenterwijl zij an
ders alleen dat van de commissie, waarin het advies van den
geneesheer-directeur voorkomt, hebben in te wachten.
De heer de la Faille betuigt den voorzitter zijnen dank
voor de bekomen inlichting die hem geheel heeft bevredigd.
Het art. 16 wordt nu onveranderd vastgesteld.
Artt. 17, 18 en 19 worden zonder discussie onveranderd aan
genomen.
Diensvolgens wordt vastgesteld navolgend besluit
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat het wenschelijk is, de verordening op het
bestuur van het stadsziekenhuisvastgesteld den 14 Februari
1884 en gewijzigd bij besluit van den 25 Juni 1889 te herzien;
Besluit
Vastte stellen de volgende verordening op het beheer van het
stadsziekenhuis.
Art. 1.
Het stadsziekenhuis te Leeuwarden is bestemd tot verpleging
van behoeftige zieken.
Het dient tevens om aan zieken die niet tot de eigenlijk
gezegde behoeftigen behoorengelegenheid te gevenvoor
eigen rekening aldaar geneeskundige behandeling en verpleging
te erlangen.
De gebouwen lot het ziekenhuis behoorende zijn
a. het hoofdgebouwgekwoteerd wijk D Blokhuisplein
no. 38
b. het gebouw gekwoteerd wijk AVoorstreek no. 360
aangewezen voor lijders aan besmettelijke ziekten
c. de lokalen, bestemd tot onderzoek van publieke vrouwen.
Art. 2.
In hel stadsziekenhuis kunnen worden opgenomen
a. zieken die van wege de stadsarmenkamer onderstand
genieten zij het ookdat die onderstand alleen bestaat in ge
neeskundige hulp met inachtneming van het bepaalde bij art.
10 der verordening op den genees-, heel- en verloskundigen
dienst voor behoeftigen, vastgesteld den 22 November 1892;
b. zieken waarvoor door het bestuur eener instelling van
weldadigheidbinnen deze gemeente gevestigd opneming op
kosten dier instelling wordt verlangd
c. personen wier opneming door den geneesheer-directeur
ter oorzake van plotseling opgekomen omstandigheden gebie
dend noodzakelijk wordt geachtofschoon niet tot de behoefti
gen behoorende
d. publieke vrouwen lijdende aan geslachtsziekten
e. behoeftige vrouwenwier bevalling aanstaande is
f. zieken die verlangen op eigen kosten te worden verpleegd,
mits te Leeuwarden woonachtig zijnde of aldaar tijdelijk ver
blijf hebbende
g. lijders aan een der ziekten genoemd in art. 1 der wet
van 4 December 1872 (Staatsblad no. 134) en in de wet van
3 December 1874 (Staatsblad no. 188).
Art. 3.
Het opnemen van zieken in het stadsziekenhuis bepaalt zich
in den regel tot patiënten, lijdende aan vermoedelijk snel ver-
loopende (acute) ziekten of gebreken, en dan alleen, ingeval zij
in hunne eigene woning geene behoorlijke verzorging kunnen
erlangen. Deze laatste bepaling geldt niet voor hen, die voor
eigen rekening in het ziekenhuis wenschen te worden verpleegd.
De beperkingen, in de eerste alinea vermeld, gelden niet, wan
neer de ziekte of het gebrek van besmettelijken aard is.
Behoudens het bepaalde bij de volgende alinea van dit ar
tikel, kan niemand ter verpleging in het stadsziekenhuis worden
opgenomen dan op daartoe door den burgemeester verleende
machtiging spoedeischende gevallen uitgezonderd als wanneer
die goedkeuring onverwijld moet worden aangevraagd.
Voor het opnemen van lijders aan slepende (chronische) ziek
ten of gebreken is noodig de machtiging van burgemeester en
wethouders.
Burgemeester en wethouders of' de burgemeester verleenen
de machtiging niet, dan na het advies van den geneesheer-di
recteur te hebben ingewonnen.
Art. 4.
De kosten van geneeskundige behandeling en verpleging van
3e zieken, bedoeld bij art. 2 lett. b en zijn voor iederen
'erpleegdag
Voor de zieken sub b per dag vijftig cent
voor de zieken sub f
a. voor dienstboden zestig cent;
b. voor anderenvijf en zeventig cent.
Bij verpleging in een afzonderlijk vertrek of indien voor deze
patiënten een oppasser noodig isworden deze kosten verhoogd
met vijf en zeventig cent per dag.
Voor nachtwakers wordt boven het tarief de kostende prijs
in rekening gebrachtook worden in rekening gebracht de
kosten voor het gebruik van den brancard.
Lijders, bedoeld bij art. 2, lett. g} die niet wenschen kos
teloos verpleegd te worden betalen volgens voorgaande bepa
lingen.
Art. 5.
Het beheer over het stadsziekenhuis wordt opgedragen aan
eene commissiewaarvan de burgemeester of die hem vervangt
lid en voorzitter is.
De overige leden drie in getal waaronder ten minste één
geneeskundigeworden benoemd door den gemeenteraadop
eene aanbeveling van twee personen voor ieder te benoemen
liddoor de commissie op te maken en in te zenden en met
een gelijk getal door burgemeester en wethouders te vermeer
deren.
Bij gewone aftreding wordt de aanbeveling vóór den lsten
November aan den raad ingezonden bij tusschentijds openval
len der betrekkingbinnen eene maand hierna.
Art. 6.
De leden, met uitzondering van den voorzitter, worden be
noemd voor den tijd van zes jaren.
Om de twee jaren treedt een hunner af, volgens een door
de commissie op te maken rooster.
De aftredende is dadelijk weder benoembaar.
Die ter vervulling van eene tusschentijds opengevallen plaats
wordt benoemd treedt af op het tijdstipwaarop degene, in
wiens plaats hij is benoemd had moeten aftreden.
Art. 7.
De commissie benoemt uit haar midden een secretaris-
1 penningmeester.
Onder goedkeuring der commissie en tegen eene door haar
vast te stellen vergoedingkan de secretaris-penningmeester
mits op eigen verantwoordelijkheid zich de noodige hulp aan
schaffen bij zijne administratie.
Voor de verdere verdeeling en de regeling harer werkzaam
heden stelt de commissie een reglement van orde vast.
Dat reglement behoeft de goedkeuring van den gemeenteraad.
Art. 8.
De besluiten der commissie worden bi) volstrekte meerder
heid van stemmen opgemaakt. Bij staking van stemmen be
slist zoo het benoemingen of voordrachten van personen geldt,
het lotin alle andere zaken de stem van den voorzitter.
Art. 9.
In de maand Februari doet de secretaris-penningmeester aan
de commissie verantwoording van zijn over het vorig jaar ge
houden beheeronder overlegging van alle boeken en beschei
den, daartoe betrekking hebbende.
De commissie geeft door onderteekening der boeken bewijs
van haar goedbevinden en déchargeert daarmede den secretaris
penningmeester.
Art. 10.
Jaarlijks in de maand Juli zendt de commissie eene begroo
ting voor hare administratie over het volgende jaaringericht
naar de door den gemeenteraad te geven voorschriftenaan
den raad in.
Buiten de begrooting mogen geene uitgaven geschieden dan
met afzonderlijke voorafgaande machtiging van den gemeente
raad.