98 Verslag der handelingen van den gemeemeraad te Leeuwardenvan Dinsdag 23 October 1894. De uitslag der gehouden stemming is, dat 18 stemmen zijn uitgebracht op den heer W. Sprenger en de beer W. W. Hop perus Buma 1 stem verkreeg. De heer W. Sprenger wordt alzoo tot administrateur be noemd. 6. Voorstel can burgemeester en wethouders tot het verlee- nen van eervol ontslag aan den heer B. Schoondorp als direc teur der algemeene begraafplaats. Burgemeester en wethouders stellen hierbij vooraan den heer B. Schoondorpdie wegens zijne benoeming tot admi nistrateur van het kleeding- en nachtlegermagazijn te Assen met ingang van 1 November 1894 eervol ontslag heeft gevraagd als directeur der algemeene begraafplaats dit ontslag te ver- leenen. Hiertoe wordt besloten. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei ding van een verzoek van J. G. Pater om eene geldelijke ver goeding wegens een hem overkomen ongeluk. De adressant deelt mede, dat hem op den 31 Augustus j.l., terwijl hij hielp bij het luiden der klokken van de Oldehoof, een ongeluk is overkomen, waardoor zijn rechtervoet is ver wond dat hij dientengevolge geen werk heelt kunnen verrich ten en nu verzoekthem daarvoor eene vergoeding te willen doen toekomen. Burgemeester en wethouders deelen mededat zij kennis hebben genomen van de omstandigheden waaronder het on geluk aan adressant is overkomen. Zij zijn van meening, dat adressant geene wettige aanspra ken op eenige geldelijke vergoeding kan doen gelden en heb ben bezwaar tegen de inwilliging van het verzoek ten einde in dezen geen antecedent te stellen. Zij stellen derhalve voorhet verzoek van J. G. Pater te wijzen van de hand. De beraadslagingen worden geopend. De heer Oostorhoff kan zich vinden in de bewering van burgemeester en wethouders dat de adressant geen recht op schadevergoeding heeft. Maar indien men in aanmerking neemt, bij welke gelegenheid hem het ongeluk is overkomen dat hij is van goed gedrag en geen misbruik maakt van sterken drank, zoodat hieraan het ongeluk niet kan worden geweten is er volgens spr., wel wat voor te zeggen den adressant eene kleine tegemoetkoming te geven. Immers tengevolge van dat ongeluk is hij eenige weken buiten staat geweest tot werken in een tijddat er voor hem als turfdrager nog al wat te ver dienen viel. Spr. herhaalt, dat ook in de omstandigheid, dat hij op den 31 Augustus j.l. heeft medegewerkt om klank en uitdrukking te geven aan de algemeen hserschende feestelijke stemming eenige aanleiding is gelegen tot eene gunstige be schikking. Indien spr. een voorstel moest doenzou hij in overweging gevende tegemoetkoming te bepalen op f 25 in eens. De heer Reeling Brouwer deelt mededat burgemees ter en wethouders tot het geven van een ongunstig advies zijn gekomen door de vrees om een antecedent te stellen. Er zijn toch vele losse arbeiders die nu en dan voor de gemeente werk verrichten en daarbij eenig letsel kunnen bekomen in welk geval zij dan ook, evenals adressantvermoedelijk met een gelijk verzoek tot den raad zouden komenindien op het onderwerpelijk adres gunstig werd beschikt. Burgemeester en wethouders voorzien dat de raad dan voor moeilijkheden komt te staan in het nemen van eene beslissing. Het betrek kelijk geringe bedrag levert voor hen niet het grootste be zwaar op. De heer Bekhuis deelt het denkbeeld van den heer Oos- terhoff. De vrees om een antecedent te stellen wordt wel wat breed uitgemeten. Het is hier geen gewone zaakhet be treft niet iemand diezooals de heer Reeling Brouwer meent, enkele malen in dienst der gemeente werkzaam is maar uit het advies van den commissaris van politie blijktdat hij gedurende ruim 20 jaren ter gelegenheid van feestelijke ge legenheden als klokkeluider heeft dienst gedaan. Volgens het bericht van den commissaris van politie was de adressant bij deze gelegenheid volkomen normaal en heeft hij zich het ongeluk niet door eigen onvoorzichtigheid op den hals gehaald. Door eene toevallige omstandigheid heeft hij eene kneuzing aan zijn rechtervoet gekregen en wel in dienst der gemeente. Hij is iemand van goed gedrag en van vrij hoogen leeftijd. Er bestaan voor spr. in al deze omstandigheden wel aanlei ding om den adressant eene tegemoetkoming te geven en hij zal dan ook' een eventueel voorstel van den heer Oosterhoff gaarne ondersteunen. De heer Dliparc zegtdatindien er thans sprake ware van het toekennen van een pensioenhijnu daarvoor eene vaste regeling bestaatde eerste zou zijn om zich tegen te verklaren. Spr. heeft ook aan hel gevaar in het stellen van een antecedent gedachtmaar hij is het met de heeren Oos terhoff en Bekhuis eens dat men hier met een zeer bijzon der geval heeft te doen. Indien nu in dit geval eene tege moetkoming wordt verleendbehoeft men niet bevreesd te zijn dat daaruit voor later gevolgtrekkingen zouden worden gemaakt, leder geval zal steeds op zich zelf moeten worden beoordeeld. De heer Troölstra deelt mede, dat hij in de vergadering van burgemeester en wethoudersop gelijke gronden als door vorige sprekers zijn aangevoerd het geven van eene te gemoetkoming aan den adressant heeft bepleit. De meerder heid van het college dacht er echter anders over. Nu er stemmen uit den raad opgaan voor eene gunstige beschikking, zal spr. er zich bij aansluiten. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt in stem ming gebracht en verworpen met 12 tegen 7 stemmen. Vóór stemden de heeren van der ScheerReeling Brouwervan Sloterdijck Fabry de Jonge, Beucker Andreae Beekhuis en Meijer. Hierop stelt de heer Oosterhoff voor, aan den adressant eene gratificatie van f 25 in eens t©e te kennen. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt hiertoe be sloten. 8. Voorstel van burgemeester en wethouders om met Mar ten Hofman eene dading aan te gaan wegens verschuldigde huur. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, te be sluiten Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 23 October 1894 99 behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten met Mar ten Hofman wegens achterstallige huur der huizinge met gar- deniersland Achter de Hoven no. 75eene dading te treffen waarbij hij aan het gemeentebestuur moet uitbetalen eene som van 100 en daarenboven de kosten die reeds gemaakt zijn en nog zullen moeten worden gemaakttegen eene kwij ting door het gemeentebestuur voor de huurzoowel over 1893/94 als over 1894/95. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt hiertoe be sloten. De voorzitter sluit hierop de vergadering. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1894 | | pagina 2