74 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 23 April 1895.
REGLEMENT voor de stadsbank
van leening te Leeuwarden.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 23 April 1895. 75
van beheer over het stadsziekenhuis opgemaakte wijziging van
de begrooting voor die instelling over 1894 en
c. burgemeester en wethouders uit te noodigen tegelijk
met het bericht van deze goedkeuring de aandacht van de
commissie te vestigen op de in den aanvang van het rapport
vermelde opmerking.
5. Rapport der raadscommissie omtrent eene wijziging der
gemeentebegrooting dienst 1894.
De commissie stelt voorhet ontwerpbesluit tot wijziging
der begrooting onveranderd aan te nemen.
Hiertoe wordt besloten.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen
van af- en overschrijvingen op de gemeentebegrooting dienst
1894.
Sub 1. ab en c worden zonder discussie aangenomen.
I. d.: art. 19 laatste lid te lezen de bij den verkoop te be
talen verhooging van 5 voor onkosten.
De heer Dijkstra stelt voor om nu toch eene wijziging
van art. 19 aan de orde is hierin nog eene verandering aan
te brengen, die z. i. voor de duidelijkheid wenschelijk is. Dit
artikel bepaalt, waaruit de inkomsten van de bank van leening
bestaan en noemt dan onder 4 de bij den verkoop te betalen
verhooging van 5 °/o voor onkosten. In de eerste plaats meent
hij, dat het woord „verkoop" dient te worden vervangen door
„veiling", omdat dit laatste woord ook voorkomt in art 31 en 32.
In de tweede plaats is volgens spr. niet duidelijk wie de
verhooging van 5 moet betalen. Omdat dit artikel over
inkomsten der bank handeltzijn hier zeker de koopers be
doeld maar spr. acht het beter dat dit dan ook in dit arti
kel wordt uitgedrukt.
Hij stelt derhalve voor, sub 4 van art. 19 te lezen
„De bij de veiling door de koopers te betalen verhooging
van 5 </o boven den koopprijs voor onkosten".
Dit amendement wordt ondersteund en maakt een punt van
behandeling uit.
De heer Fabry de Jonge heeft tegen de bijvoeging der
woorden „door de koopers", geen bepaald bezwaar, maar hij
moet zich wel verklaren tegen de vervanging van het woord
„verkoop" door „veiling." Deze twee woorden zijn ten opzichte
van deze inrichting niet hetzelfde. Er kan b. v. eene veiling
plaats hebbenwaarbij niet al die geveilde panden worden
verkocht. Het woord „verkoop" moet dus behouden blijven.
De heer Dijkstra heeft alleen maar deze vervanging van
woorden voorgesteldomdatzooals hij reeds zeide ook in
artt. 31 en 32 van veiling wordt gesproken, terwijl door de bij
voeging dat door de koopers moet worden betaaldvoldoende
blijktdat alleen bij verkoop de 5 °/o moet worden betaald.
De heer Meij0r zal zich over deze zaak niet warm maken
maar moet toch nog de opmerking makendat de toe te voe
gen bepalingwie de verhooging van 5 zal hebben te beta
len geheel overbodig is. Er is hier sprake van inkomsten der
bank waar deze verkoopt en bij dien verkoop onkosten moe
ten worden betaaldkomen deze natuurlijk voor rekening der
koopers.
De heer Dijkstra trekt zijn voorstel, om het woord „ver
koop" door „veiling" te doen veranderenin.
Het aldus gewijzigd amendement van den heer Dijkstra wordt
in stemming gebracht en verworpen met 14 tegen 7 stemmen.
Vóór stemden de heeren van der Scheervan Sloterdijck
BeekhuisDijkstraOosterhoiïBeucker Andreae en de la
Faille.
De overige onderdeelen van het voorstel worden zonder dis
cussie aangenomen.
Alzoo is vastgesteld het volgend
Art. 1.
De stads-bank van leening te Leeuwardenbestaande uit
een hoofd- en hulpkantooris eene gemeentelijke instelling
ter voorkoming vaii armoede welke onder toezicht van bur
gemeester en wethouders wordt beheerd door eene commissie
van administratie.
De heer Konter vestigt de aandacht op enkele onjuiste cijfers
in het ontwerp-besluit B. Na een ingesteld onderzoek worden
deze cijfers gerectificeerd en wordt besloten goed te keuren
a. de ontwerp-besluiten tot het doen van af- en overschrij
vingen op verschillende artikelen der gemeentebegrooting
dienst 1894.
b. het ontwerp-besluit tot afschrijving van het fonds voor
onvoorziene uitgaven wegens posten van uitgaafdie niet op
de begrooting zijn omschreven en waarvan het bedrag mitsdien
als buitengewone uitgaaf in de gemeenterekening zal worden
verantwoord.
7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhand-
sche verhuring van een stuk gemeentegrond onder Huizum.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten aan A.
Vorderwulbecke, wonende in de Schrans onder Huizum tot
wederopzeggingvoorloopig voor den tijd van één jaar in te
gaan den 1 Mei 1895, in huur af te staan eene oppervlakte
van 150 centiare van het aan de gemeente in eigendom be-
hoorend terreingelegen onder Huizumaan de Potmarge
ten zuiden van het Aschland der gemeente Leeuwarden voor
eene huursomberekend naar 10 per jaaren op nader
door burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
en aanvulling van het reglement voor de stads bank van lee
ning.
(Zie bijlage no. 7 tot het verslag van 's raads handelingen.)
Burgemeester en wethouders stellen voorte besluiten
I. In het reglement van de stads bank van leening te Leeu
warden (gemeenteblad van 1890 no. 8) de volgende wijzigin
gen aan te brengen:
a. in art. 4 laatste alinea achter het woord „burgemeester"
in te lasschen de woorden „of het door dezen aangewezen lid
van hef dagelijksch bestuur."
b. in art. 9 voor het woord „beamten" te lezen „beambten."
c. in art. 17 laatste lid in de plaats van „5" te lezen „4".
d. art. 19 laatste lid te lezen de bij den verkoop te beta
len verhooging van 5 voor onkosten.
e. in art 20 laatste lid het woord „intresten" te doen ver
vangen door „interesten."
f. het laatste lid van art. 32 als tweede lid te plaatsen ach
ter art. 31 en te lezen als volgt: „In de veilingsconditiën
wordt de bepaling opgenomen dat de kooper boven den koop
prijs 5 °/o daarvan voor onkosten betaalt."
II. het aldus gewijzigd reglement opnieuw vast te stellen.
Art. 2.
De commissie van administratie bestaat uit vijf leden. De
burgemeester of het daartoe door hem aan te wijzen lid van
het dagelijksch bestuur heeft in de vergaderingen der commis
sie eene adviseerende stem.
Art. 3.
De leden worden benoemd door den gemeenteraadvoor
den tijd van vijf jaren. Met 1 Januari van elk jaar treedt
een lid volgens daarvan op te maken roosteraf.
Jaarlijks vóór 1 November zendt de commissie aan den
Raad eene aanbeveling van minstens twee personen welke
door burgemeester en wethouders met een gelijk getal wordt ver
meerderd.
Het aftredend lid is weder benoembaardoch wordt bij
herbenoeming „jongste lid".
Bij tusschentijds uitvallen van een der leden wordt de aan
beveling ter benoeming ten spoedigste opgemaakt en aan den
Raad ingezonden op de wijze, als bij periodieke aftreding is
bepaald.
De tusschentijds benoemde treedt af op het tijdstip waarop
zijn voorganger zou moeten aftreden.
Art. 4.
De commissie benoemt uit haar midden een onder-voorzitter
en een secretaris. De onder-voorzitter of het oudste lid dat
hem bij verhindering vervangt, roept de leden ter vergade
ring op.
Hij is bij afwezigheid van den burgemeester of het door
dezen aangewezen lid van het dagelijksch bestuur belast met
de leiding van de vergaderingen der commissie en met de uit
voering harer besluiten.
De burgemeester of het door dezen aangewezen lid van het
dagelijksch bestuur roept de leden der commissie ter vergade
ring op wanneer hij dit noodig acht.
Art. 5.
De commissie vergadert minstens éénmaal per maand op
tijd en plaats door haar zelve te bepalen.
Overigens regelt zij zelve de verdeeling harer werkzaamhe
den, die in een reglement van orde, door haar vast te stellen
en aan den gemeenteraad mede te deelenworden omschre
ven.
Art. 6.
De leden der commissie van administratie nemen hunne
functiën waar zonder geldelijke belooning.
Voor kosten van vergaderingen wordt jaarlijks eene som op
de begrooting uitgetrokken.
Art. 7.
De commissie levert maandelijks aan burgemeester en wet
houders een staat in van den geldelijken toestand en de werk
zaamheden der bank.
Art. 8.
De commissie behoeft de machtiging van den gemeenteraad
voor het opnemen van gelden het aankoopen vervreemden
verruilenbezwaren of verpanden van onroerende goederen
inschrijvingen in eene der grootboeken der Nederlandsche
schuld of andere effecten actiën en schuldvorderingenhet
oprichten van nieuwe of vernieuwen van bestaande gebouwen,
het doen van buitengewone met vernieuwing gelijkstaande her
stellingen en voor alle andere dadendie buiten het gewone
beheer vallen.
Art. 9.
Alle ambtenaren en beambten der bank zijn aan de com -
missie van administratie gehoorzaamheid verschuldigd.
Het getalde bezoldigingen en de borgtochten dezer amb
tenaren en beambten worden door den gemeenteraad vastge
steldde commissie gehoord.
Art. 10.
De eerste ambtenaar der bank voert den titel van directeur.
Hij wordt benoemd door den gemeenteraad. De commissie
zendt daartoe tijdig eene voordracht van drie personen in.
Hij kan ten allen tijde worden geschorst en ontslagen ge
schorst door burgemeester en wethouders en ontslagen door
den gemeenteraadin beide gevallen de commissie gehoord.
Art. 11.
De benoeming schorsing en het ontslag van alle overige
ambtenaren en beambten geschiedt door de commissiede
directeur gehoord.
Van alle te dezer zake genomen besluiten wordt aan bur
gemeester en wethouders kennis gegeven.
Art. 12.
De directeur legt in handen van burgemeester en wethou
ders alle andere ambtenaren en beambten in handen van de
commissie den eed of de belofte afdat zij getrouw en naar
behooren hunne bediening zullen waarnemen, geen gelden of
giften van de pandgevers zullen vorderen inhouden of aanne
men boven hetgeen deze krachtens dit reglementverschul
digd zijn en het geheim bewaren omtrent de werkzaamheden
der bankuitgezonderd tegenover de commissie van admini
stratie en de justitie.
Art. 13.
Eene instructie, door den gemeenteraad vast te stellen de
commissie gehoord, regelt de werkzaamheden der ambtenaren
en beambten der bank.
Art. 14.
Jaarlijks in de maand Februari levert de commissie aan
burgemeester en wethouders een beredeneerd verslag omtrent
den staat der bank in. Zij zendt jaarlijks vóór den ln April
aan den gemeenteraad ter goedkeuring de rekening en verant
woording van de ontvangsten en uitgaven van het vorig dienst
jaar, met de daartoe behoorende bescheiden.
Art. 15.
Jaarlijks vóór den In October wordt door de commissie aan
den gemeenteraad ter goedkeuring aangeboden eene begrooting
van uitgaven ten behoeve harer administratie voor het volgend
dienstjaar naar de voorschriften van burgemeester en wethou
ders opgemaakt.
De posten dezer begrooting mogen zonder machtiging van
den gemeenteraad niet worden overschreden.
Geene uitgaven mogen plaats hebben voor zakenwelke
hare omschrijving in de begrooting niet vinden.
Art. 16.
De commissie van administratie draagt zorg voor verzeke
ring tegen brand van de gebouwen en de aanwezige panden
in verhouding tot de geschatte waarde daarvan, bij eene soliede
maatschappij.
De polissen worden aan burgemeester en wethouders inge
zonden.
Art 17.
Het bedrijfskapitaal bestaat uit