142 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Zaterdag 9 November 1895. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag 9 November 1895. 143 De heer DupaFC heeft met aandacht den geachten eersten spreker gehoorddoch niets nieuws van hem vernomen niets dat het voorstel van burgemeester en wethouders meer aanbevelenswaardig zou maken. Spr. ontkentdat door aan neming van dat voorstel eene betere regeling van de financi- eele verhouding van de gasfabriek tegenover de gemeente zou worden verkregen, tenzij men als zoodanig willen noemen, dat de gemeente in het vervolg nóg meer voordeelen uit de exploi tatie der gasfabriek, dat wil zeggen van de gas verbruikers, zou genieten dan sedert dertig jaren het geval is geweest. Dat niet steeds alle uitgaven in de rekening der gasfabriek zouden zijn opgenomen, betwist spr. Het wordt wel beweerd, maar door geen enkel feit bewezen. Dit laatste zou ook niet moge lijk zijn. En zóó mist tevens alle grond de bewering dat de door spr. in zijne den leden aangeboden nota opgegeven winst cijfers van 18651894 niet juist zouden zijn. Ze zijn trou wens getrokken uit de rekeningen van de commissie voor de gasfabriek en uit de gemeer.te-rekeningen over al die jaren uit officieele stukken, waarin geen halve cent te veel, maar ook geen halve cent te weinig is opgenomen. Het heeft spr. werkelijk verbaasd, daf de heer Beucker An drese heeft gemeend de 1400 gasverbruikers te moeten stellen tegenover de 3500 belastingschuldigen n.l. de aangeslagenen in den hoofdelijken omslag. Hij heeft zijn wapen daardoor tegen zich zelf gekeerd. Spreker zou willen vragen of aan die 1400 ingezetenenwaarvan zoo groot getal het gaslicht moeten gebruiken voor de uitoefening van hun bedrijfallen mede aangeslagenen in den hoofdelijken omslagnóg meer eene bedekte belasting moet worden opgelegd ten behoeve van 2000 ingezetenen, die geen gaslicht gebruiken Spr. betwijfelt zeer, of iemand die goed nadenkt, den heer Beucker Andrese in zijne redeneering zou willen volgen. Die geachte spr. zegt wel, dat de gasveroruikers tot nu toe niet te veel hebben be taald. Als men echter nagaat, dat de exploitatie der gasfabriek gedurende de afgeloopen dertig jaren aan de gemeente heeft opgeleverd aan zuivere overwinsten 836,798.84, en aan meer van de fabriek ontvangen rente dan door haai wegens de ten behoeve der fabriek opgenomen gelden is betaald 278,168.59, te zamen dus 1,114,967.33, dan wil spr. hebben ge vraagd of er grond bestaat voor de beweringdat de gasver bruikers tot nu toe niet te veel zouden hebben betaald De gemeente is er dan toch waarlijk niet zoo slecht afgekomen als wel wordt geklaagd. Spr. zou er op willen toepassen „Les gens que vous tuez se portent assez bien." Een particu lier die eene industrieele onderneming heeft te exploiteeren zou jaloersch op zulke cijfers kunnen worden. In weerwil van de bezwaren, die spr. heelt tegen het voor stel van burgemeester en wethouders.heeft hem de indiening daarvan toch tot zekere hoogte genoegen gedaan. In het voor stel toch ligt opgesloten de erkenningdat de jarenlang door spr. aangevoerde bezwaren tegen de bestaande regeling van de fmancieele verhouding van de gasfabriek tegenover de ge meente alleszins gegrond waren. Bij herhaling toch deed spr. uitkomen, dat het er niet door kon, om de gasfabriek, dus de gasverbruikers steeds te belasten met het bedrag van de volle rente der gelden van het begin der exploitatie der fabriek ten haren behoeve verstrekt, terwijl die rente voorde gemeente jaarlijks verminderde, thans nog slechts ruim 7000, tengevolge van de aflossingen op de aangegane leeningen, aflossingen diemen onthoude dit wèl steeds geschiedden uit de over winsten der fabriek zelve. En dit niet allèèn. De fabriek be taalde altoos door 5 pCt. rente voor de gemeente daalde de rente langzamerhand tot 3, pCt. Van den eenen kant gaan burgemeester en wethouders thans echter zelfs veel verder dan spr. ooit heeft gewild. Hij ver langde slechts dat de gasfabriek jaarlijks zou betalen een rente-bedrag gelijk aan datdoor de gemeente te voldoen, en nu stellen burgemeester en wethouders voor de gasfabriek in het vervolg in het geheel niet meer met rente-betaling te be lasten. Doch het hinkende paard komt achteraan. In plaats van die rentewillen zij de gasfabriek nu jaarlijks aan de ge I meente eene retributie laten betalen voor het gebruik van ge meentegrond ten behoeve der buizenleiding, berekend naar ƒ1.25 per strekkenden meter. De opbrengst hiervan zou klim men tot ongeveer ƒ39,000 per jaar, tegenover den tegenwoor- digen rente-post van ruim ƒ30,600. Dus jaarlijks nog 8000 a 9000 meerHet middel zou waarlijk erger zijn dan de kwaal. De financieele uitkomstem zouden van dien aard zijn dat de prijs der steenkool slechts 10 cent per hectoliter zou behoeven te klimmenom het winstcijferbij de ontwerp-be- grooting van 1896 op p.m. ƒ21,000 geraamd, zóó te doen dalen dat verhooging van den gasprijs zou noodig zijn. Spr. denkt hierbij aan hel woord dat eens een Koning van Israel tot zijn volk sprak ,Mijn vader heeft u gegeeseld met roeden, ik zal u slaan met roeden." En welk argument voeren burgemeester en wethouders nu aan om deze retributie te verdedigen 'i Dat door de ingeze tenen ook huur voor het gebruik van privaat-rechtelijke en re tributie voor het gebruik ven publiek-rechtelijke eigendommen wordt betaald. Doch de gevalleu zijn geheel ongelijk. Daarge laten dat het in die, door burgemeester en wethouders be doeld steeds betreft eigendommen die door ze in gebruik af te staan worden onttrokken aan het gebruik van anderen, en dat het hier slechts geldt ondergrond wijst spr. er op dat de gasfabriek is opgericht allereerst ten behoeve van de ge meente n. 1. voor de straatverlichtingom te voldoen aan de verplichting haar opgelegd bij art. 205Zin verband met art. 179h, der gemeentewet. Dat ook de ingezetenen van de fabriek genot hebben is geheel secundair, eigenlijk geheel onverplicht. Maar dan kan het toch waarlijk niet opgaanom de gasver bruikers eene retributie te laten betalen voor iets, dat in de eerste plaats voor de gemeente zelve moet dienen. Burgemees ter en wethouders hebben zich beroepen op een tweetal ge meenten Utrecht en 's Gravenhagewaar de bedoelde retri butie ook is ingevoerd. Er bestaatzegt spr. zekere solida riteit tusschen de gemeentebesturen, die hen verbiedt, critiek op elkander uit te oefenen. Toch zou spr.indien hij voor beelden ten aanzien van gemeentelijke gasfabrieken moest aan voeren het allerlaatst deze twee gemeenten hebben genoemd, althans 's Gravenhage niet. Spr. heeft bij vroegere gelegenheden en meer dan eens er op gewezen dat de grondgedachte voor het fixeeren van den door hem gewraakten veel te hoogen rentepost steeds was hoe meer aan rentedes te minder overwinstbij gevolg is er dan ook veel minder aandrang tot verlaging van den gas prijs te duchten. De heer Beucker Andrese, die ditmaal de zaak aan den gang heeft gebrachtisblijkens het voorstel van burgemeester en wethouders rondweg hiervoor uitgeko men. Spr., die de belangen van de gasverbruikers, een zoo groot en gewichtig deel van de gemeenschap evenzeer als die van de gemeenschap zelveheeft te behartigen zal daarom te minder kunnen medewerken tot invoering van den voorge stelden maatregel. De heer Bekhuis behoort tot de leden die jarenlang ge werkt hebben om eene betere regeling van de financiëele ver houding der gasfabriek tegenover de gemeente tot stand te brengen. Vroeger was eene betere regeling nuttig thans noo dig voor het vervolg wordt zij noodzakelijk. De regelingdie onze wijze voorgangers hebben gemaakt was zeer eigenaardig. Bij de overneming der gasfabriek zijn de kosten door de gemeente betaald en daarmede werd de gasfabriek bezwaardin den loop der tijden werd die schuld telkens verhoogd met alle uitgaven voor uitbreiding, verbete ringen enz., die door de gemeente ten haren behoeve waren gedaan. In 1869 bedroeg de schuld der fabriek 250,000 en deze moest tegen 5daarvan eene rente van 12500 vergoe den tengevolge van de eigenaardige regeling was in 1885 de schuld opgevoerd tot 500,000, waarvan 25,000 rente te be talen was. In 1895 kan de schuld worden geacht 625,000 te bedragen waardoor de fabriek belast wordt met renteschuld van pl.m. ƒ31,000. Wanneer men die cijfers tegenover elkaar steltwenneer men bekend is met de eischen nu en later aan de gasfabriek te stellen dan kan men voorziendat de fabriek, hoe goed ook beheerd spoedig voor een rentecijfer van 40,000 zal komen te staan. Er zal dus spoedig wijziging moeten komen. Burgemeester en wethouders hebben dit juist ingezien en stellen nu eene nieuwe regeling voor. Deze regeling heelt twee eigenschappen; zij is eenvoudigmaar ook radicaal. Met één pennestreek wordt de geheele schuld der fabriek vernietigd. De rente van ƒ31,000 gaat voor de gemeente verloren en in de plaats daar van wordt gesteld eene retributie voor het gebruik van ge meentegrond ten behoeve van de buizenleiding. In beginsel is het volkomen juistdat de gemeente zich laat betalen voor diensten aan de fabriek bewezen en voor het ge bruik van haren grond maar het bedrag daarvoor gesteld berust op niets; er is gezocht naar een post, die eene beduidende som in de gemeentekas zal brengen. Wordt het voorstel aan genomen dan zal er geen andere band tusschen fabriek en gemeente bestaan dan dezedat de gemeente eene retributie van pl.m. 40,000 wegens gebruik van haren grond heft en wat er op de exploitatie overblijft aan zich trekt. Doch afgescheiden van dit zeker niet geringe bezwaar meent spr. te mogen bewerendat de regeling door burgemeester en wethouders voorgesteldonuitvoerbaar is. Spr. heeft er reeds op gewezen dat bij de bestaande regeling de gemeente alle buitengewone werken voor verbeteringen als anderszins betaalt. Hoe zal dit in het vervolg gaan Burgemeester en wethouders zeggen in hun voorstel „dat zij de kosten der uitbreiding van het buizennet enz., die tot heden door de ge- meente worden gerestituëerd en waarvan de gasfabriek 5^ rente betaalt voortaan ten laste der exploitatie-rekening wen- „seheri te zien gebracht." Met vrij groote zekerheid kan wor den voorzien dat dit onmogelijk zal zijn. In gewone jaren beloopen de kosten voor dergelijke werken tusschen 3000 en 5000. Er zullen echter buitengewone jaren komenwaarin werken moeten worden uitgevoerd die veel meer zullen kos ten, en waarvan de kosten in de verkte verte niet uit de winsten der fabriek zullen kunnen worden gehoed. Er zal dan worden geleend bij de gemeente die het geld zonder vergoeding van rente zal geven. Het gevolg zal zijn dat waarschijnlijk binnen 5 en zeker binnen 10 jaren niemand wijs zal kunnen worden uit de finantiëele verhouding der gas fabriek tegenover de gemeente. Alles zal duister zijn. Is het de bedoeling van het voorstel om aandrang tot verlaging van den gasprijs tegen te gaan zeker zal die aandrang nog groo- ter worden, omdat niemand zich van de finantiëele verhouding eene voorstelling kan maken. Om die reden is spr. tegen dit voorstelovertuigd als hij is dat men hierdoor een verkeerden weg zal inslaan. Voor de leden der gascommissie zijn spr.'s bezwaren geen nieuwig heid hij heeft die meermalen in hare vergaderingen ontwik keld. Spr. wil echter niet alleen afbreken maar ook trachten we der op te bouwen. Zooals hij zeide is hij een groot voorstan der van eene betere regeling. In grove trekken wil hij aan geven welken weg men zal moeten inslaan. Hij wenscht te beginnen met een onderzoek op breede schaal betreffende den financiëelen toestand der gasfabriek van het tijdstip af, waarop de gemeente haar heeft overgenomen en dan door dat onder zoek tot de conclusie komen welke de waarde der fabriek is als industriëele onderneming. Dit cijfer wordt vastgesteld en de gemeente wordt in de exploitatie-rekening daarvoor gecre diteerd. De fabriek wordt dan belast met een rentecijfer en eene aflossing hetzij een vooraf vastgestelde som, hetzij in ver houding tot de gemaakte winst. Een zeker deel van de winst zal moeten worden bestemd tot vorming en instandhouding van een vernieuwingsfonds met bepalingdatwanneer dit fonds niet voldoende is om de kosten van verbeteringen en uitbrei ding te hoeden dan van de gemeente zal worden geleend. Men mag aannemen dat de gasfabriek niet van de gemeente iets voor niets heeft te ontvangen en daarom moet zij belast worden met eene grondrente voor de gebouwen en gasleidingen. Indien de regeling in dien geest tot stand komtzal de toe stand volkomen duidelijk zijn en voor ieder helder welk voor deel de gemeente van de fabriek heeftmaar ook welke lasten op de gemeente zijn gelegd. De nota van den heer Duparc zal spr. niet meer aanroeren het doet hem genoegen dat dit geachte lid een deel van die nota heeft ingetrokken. Omtrent het adres van gasverbruikers wenscht spr. nog een enkel woord in het midden te brengen. Overbodig is het, te verklaren dat hij met hun verzoek geheel kan medegaan maar hij doet dit op geheel andere gronden dan de hunne die z.i. onjuist zijn. Zij zeggen, dat, indien het voorstel van burgemeester en wethouders wordt aangenomen, zij veel meer zullen hebben te betalen. Dit ontkent spr.voor de gasver bruikers is het onverschillig hoe de regeling isdeze is voor de door hen te betalen gasrechten van geen invloed. Immers, bij alle verschil van inzichten, zijn burgemeester en wethouders, de gascommissie en de raad het in de laatste jaren er steeds over eens geweest, dat de gasprijs beheerscht wordt door den prijs der steenkolen. Dit wordt door de adressanten over het hoofd gezien. Everxzoo is onjuist het beweren van de adressantendat de gasverbruikers in de laatste jaren te veel hebben betaald. Wat vroeger gebeurde weet spr. niet maar wat betreft de laatste jaren, moet hij dit pertinent tegenspreken. Hij zou den adressanten wel eens de vraag willen doenof op het oogen- blikdat hun adres werd geschreven dit is al eenige we ken geleden de gasconsumenten in andere gemeenten, nl. in gemeenten van gelijken omvang als Leeuwardenin voordeeliger conditie verkeerden dan hier. Twee gemeenten zijn spr. bekend, waar de gasprijs lager was; te Leiden 5, te Utrecht 51 ct. per stère. Utrecht is echter driemaal Leiden tweemaal zoo groot als Leeuwarden in de eerste gemeente wordt ongeveer 95 stère in Leiden 85 stère, per hoofd en per jaar verbruikt, terwijl dat cijfer hier 49 is. De gemeente Arnhem heeft het voornemen den prijs op 5' cent te bepalen, maar die gemeente is ook tweemaal zoo groot als Leeuwarden en daar wordt 75 stère per hoofd verbruikt. Volgens bericht in de nieuwsbladen, wordt de gasprijs te Kampen 5 J ct. In die eene gemeente kleiner dan Leeuwarden, is dus de gasprijs lager. Men vergete hierbij niet, dat een paar jaren geleden de me- terhuur alhier belangrijk is verlaagd, wat de gemeente op een offer van 3000 jaarlijks komt te staan en dit geheel ten bate van de gasverbruikers. De heer Rooiillg Brouwer zegt, dat het voor burge meester en wethouders een groote voldoening is dat allen er van overtuigd zijn dat de bestaande regeling der financieele verhouding niet is zooals behoort en dat dus eene betere moet tot stand komen. Het is eene moeilijke zaak en daarom ver wondert 't spr. nietdat zij reeds zoo dikwijls een punt van bespreking in deze vergadering heeft uitgemaakt en dat de heer Duparc niet in staat was tijdens zijn lidmaatsetiap van de commissie voor de gasfabriek verbetering aan te brengen. Waar spr. het voorstel zal trachten te verdedigen, doet hij dit dan ook niet, omdat hij zich een financieele specialiteit waant. De heer Bekhuis noemde het voorstel een eenvoudigen, doch radicalen maatregel; dit is een deugd. Thans is bijna niemand in staat, de finantieele verhouding te beoordeelen. De adres santen geven blijkens hun adres wel het duidelijkste bewijs dat zij niet veel van de zaak begrijpen maar al vast reques- treeren, om verlaging van den gasprijs te voorkomen, alsof daar van sprake was. De heer Beklius heeft dit echter afdoende weerlegd. Die geachte spreker wees op twee gemeenten, waar de gasprijs lager is maar die veel grooter zijn dan Leeuwar den spr. heeft voor zich een lijst van wel 20 gemeenten, in vergelijking waarmede het voordeel aan de zijde van deze ge meente isslechts in drie gemeenten is de prijs van het gas lager. Burgemeester en wethouders stellen voorom op de ge- meentebegrooting een post aan te brengen, retributie voor het gebruik van gemeentegrond voor buizenleidingen. Dit cijfer is

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1895 | | pagina 2