152 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Zaterdag 9 November 1895.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag 9 November 1895. 153
niet in verhouding staat tot de kosten van onderhoud. De
besprekingen hebben geleid tot eene kleine opruiming. Spr.
hoopt, dat zij in die richting zullen voortgaan.
In zijn straks door spr. aangehaald advies zegt de directeur,
dat de omvang van het werk voor het personeel bij de gemeen
tewerken groot is door het noodzakelijk onderzoek van de
kleine woningen van de gemeente.
Spr. vraagt nuhoe burgemeester en wethouders er over
denken en of zij de zaak in overweging willen nemen, zoo hij
hoopt, met een voorstel tot resultaat, om eenige panden te
verkoopen. Dit zou financieel eene verbetering zijn voor de
gemeente en de ambtenaren bij de gemeentewerken meer tijd
laten voor hun werk.
De heer Troelstra had niet gedacht, over dit onderwerp
veel te zullen hooren. Voor een paar jaren is aan den raad
een rapport overgelegd, waarin zeer uitvoerig elk perceel van
de gemeente werd beschouwd en beoordeeld en welk rapport
door den raad voor kennisgeving is aangenomen.
Het is nu niet te vergen dat weder dergelijk rapport wordt
opgemaakt. Dit neemt niet weg, dat zoodra enkele gebouwen
in bouwvalligen toestand geraken het voorstel tot amotie zal
worden gedaan. Maar het gaat niet aan nu wederom een on
derzoek op groote schaal in te stellen.
De heer Dijkstra kan het door den heer Troelstra mede
gedeelde bevestigen en het verwondert hem dat de heer Bek
huis wiens geheugen anders zoo goed is dit heeft vergeten.
Hij meent zelfs dat de heer Bekhuis met den vorigen burge
meester den heer Lycklama a Nijeholteen onderzoek heeft
ingesteld en tot resultaat is gekomen dat slechts twee wonin
gen konden worden geam-oveerd. Men ging er echter niet ter
stond toe over omdat die panden bewoond werden door oude
vrouwen die men niet op straat wilde zetten.
De Voorzitter meent zich te herinneren dat die panden
zijn vereenigd tot ééne goede woning in de plaats er van.
De heer Bekhuis herinnert zich zeer goed de heer
Dijkstra behoefde op dit punt zijn geheugen niet op te frisschen
dat hij eenige jaren geleden als lid van de commissie voor
openbare werken met den vorigen burgemeester de aan de ge
meente behoorende woningen heeft bezocht. Op de lijst van
die woningen zijn toen tal van perceelen met een kruisje ge
merkt. Later is die lijst bij den raad gebrachtmaar vele
kruisjes waren toen verdwenen. Een paar jaar geleden heeft
de vorige directeur der gemeentewerken ook eene lijst van wo
ningen opgemaakt en deze wordt vermoedelijk door den
heer Troelstra bedoeld. De tegenwoordige directeur heeft op
dit punt andere inzichten hij heeft juist en terecht aangetoond,
dat een gedeelte van den tijd van de ambtenaren in beslag
wordt genomen door die woningen. Gaarne zag spr., dat bur
gemeester en wethouders eens nagingen of er nog meer wo
ningen kunnen worden opgeruimd.
De Voorzitter betreu.t het, dat de heer Bekhuis deze
zaak niet in de sectiën heelt besproken want dan konden de
betrekkelijke stukken zijn opgezocht. Hij weet zeer zekerdat
onder zijn burgemeesterschap in deze vergadering een rapport
omtrent de woningen is overgelegd en voor kennisgeving aan
genomen. Hij doet echter gaarne de toezegging, dat hij de
zaak weer bij burgemeester en wethouders ter sprake zal brc n-
gen.
De post wordt nu onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 148 tot en met 1G6 blijven onveranderd.
Volgno. 167. Kosten van gadering van bruggelden ƒ365,
wordt verhoogd met 858 wegens de belooning van de gaar
ders aan de bruggen voor het nieuwe kanaal.
Volgnos. 168 lot en met 180 worden onveranderd aange
nomen.
Volgno. 181. Kosten van het gymnasium ƒ32865 wordt op
voorstel van rapporteurs verminderd 'met 2300 wegens niet
vervulling der vacature van Konijnenburg.
Volgnos. 182—184 blijven onveranderd.
Volgno. 185. Jaarwedden der onderwijzers aan de lagere
scholen 90350 wordt op voorstel van rapporteurs verhoogd
met 600 wegens verhooging van de jaarwedden van zes
onderwijzers.
De posten onder volgnos. 186 tot en met 189 leiden tot eene
bespreking.
Volgno. 190 Kosten van het instandhouden van schoolloka
len en onderwijzerswoningen.
Rapporteurs stellen voordezen post met 800 te vermin
deren met welk voorstel burgemeester en wethouders verkla
ren te kunnen medegaan.
De heer van Kofrwlch. Verschuur zegt, dat hij, naar
aanleiding van het antwoord van burgemeester en wethouders
op de opmerkingen van de commissie van rapporteurs omtrent
dezen postvoorziet eene vraag om advies aan de commissie
van toezicht op het lager onderwijs aangaande verlenging der
vacantiën om meer tijd te krijgen voor het witten der lokalen.
Ten einde op de hoogte te zijn als deze zaak bij de com
missie van toezicht ter sprake komt zou hij gaarne vernemen,
hoeveel meer tijd men aan het witten van de schoollokalen
wenscht te besteden. De scholen hebben eene vacantie van
drie wekenbehalve de scholen nos. 2 en 3 die er eene
van vier weken hebben. Nu zou het zoo geregeld kunnen wor
den dat de vacantie van drie weken bij enkele scholen aan
vangen twee weken vóór de kermis bij eene andere groep
scholen een week vóór de kermis en bij een derde groep met
de kermis. De vacantiën beginnen nu alle met de kermis.
Persoonlijk inclineert spr. wel voor eene vacantie van vier
weken voor alle scholen. Voor eene juiste beoordeeling van
een en ander zou hij gaarne willen weten hoeveel tijd men
voor het witten noodig heeft.
De Voorzitter deelt mede, dat men, volgens den direc
teur der gemeentewerken zal kunnen volstaan met den tota
len vacantietijd met vier weken te verlengen en wel met twee
weken vóór en twee weken na de kermis. Dan kan het witten
over de verschillende scholen beter worden verdeeld.
De heer DuparO deelt mede dat deze zaak in de eerst
volgende vergadering van de commissie van toezicht in behan
deling komt, zoodat de heer van Ketwich Verschuur dan de
gelegenheid zal hebben, zijne zienswijze kenbaar te maken.
De heer van Ketwich Verschuur was er onbekend
mededat de voorzitter van de commissie van toezicht reeds
een betrekkelijk schrijven in handen had en die commissie haar
advies er over uit te brengen heeft. Hij hoopt aldaar tot eene
betere regeling dezer zaak mede te werken.
De heer Konter vraagtof, nu de gemeenteschool no. 10
wordt vernieuwd en uitgebreidkosten van onderhoud van die
school nog noodig zijn en of dus met het oog hierop deze post
niet met ƒ220 kan worden verminderd.
De Voorzitter gelooft, dat de uitgaaf voor witten van die
school noodig zal blijven. De nieuwe plafonds moeten toch
worden gewit.
De heer Kouter meent dat dit komt ten laste van den
aannemer van de uitbreiding dezer school.
De Voorzitter geeft de toezegging, dat burgemeester en
wethouders deze uitgaaf voor die school niet zullen doen als
het niet noodig is. Beter is 't echter den post te behouden.
De heer Bekhuis heeft in de sectiën dezen post bespro
ken. Hierin is opgenomen een bedrag van 800 voor het
verven van muren en plafonds. Het was niet duidelijk of dit
de prijs was voor één of twee scholen. Nu uit het antwoord
van burgemeester en wethouders blijktdat het de bedoeling
is, muren en plafonds in één school te doen verven kan spr.
zich vereenigen met het voorstel van rapporteurs om dit bedrag
te schrappen.
Op zich zelf lacht hem het denkbeeld van den directeur der
gemr ontewerken, om muren en plafonds in de scholen te doen
verven wel toe. Wanneer nu blijktdat de raad in begin
sel er voor iskon zoodra de stand van de gemeentebegroo-
ting het veroorlooft, met één school een proef worden geno
men.
De heer Reeling Brouwer deelt mede, dat burgemeester
en wethouders, juist om een proef te nemen, dit bedrag op de
begrooting hebben aangebracht. De kosten voor het verven
van alle scholen zal, valt de proef goed uit, belangrijk zijn en
dan blijft de vraag, om de hoeveel jaren het verven moet
worden herhaald. Bovendien heeft men jaarlijks kosten voor
het afwasschen en schoonmaken. Burgemeester en wethou
ders hebben met het oog hierop zich vereenigd met het voorstel
van rapporteurs om den post van 800 voor het verven te
schrappen.
De heer Bokliuis zou er toch voor zijnom indien de
financiën der gemeente het gedoogen, met één school een proef
te nemen.
De Voorzittor wenscht naar aanleiding van dezen post
nog een ander punt aan te roeren. In het vorige jaar bij het
heerschen van diphtheritis welke ziekte voornamelijk voor
kwam in gezinnen van leerlingen aan ééne gemeente-bewaar
school, is bij ondervinding op nieuw gebleken, dat men een uit
stekend reinigingsmiddel heeft in het witten van muren en pla
fonds. Daarom zou spr. de vraag wel in overweging willen
geven, inlichtingen van medici in te winnen over de vraag, of
het hebben van witte of van grijze muren, die gewit worden,
van invloed zijn op de verspreiding of liever beteugeling van
ziekten.
Deze post wordt nuovereenkomstig het voorstel van rap
porteurs met ƒ800 verminderd, vastgesteld.
Volgnos. 191 197 worden zonder discussie aangenomen.
Volgno. 198. Kosten van belooningen en eereblijken 100.
De heer Th0U.nisS0 had gedurende meerdere jaren de eer,
door den voorzitter dezer vergadering te worden aangewezen
om de openbare examens aan de lagere scholen bij te wonen.
Hij heeft zich met de meeste belangstelling van die opdracht
gekwetenmaar daarbij ook nagedacht. Zoo heeft hij ook de
vraag overwogen, of de gewoonte, om jaarlijks openbare lessen
te houdenwel aan het onderwijs ten goede komt. Is het
nuttig, heeft hij zich afgevraagd, het houden der openbare les
sen (vroeger sprak men zelfs van examens) te bestendigen
Hij antwoordt beslist ontkennend. Hij zal zich niet in eene
uitvoerige uiteenzetting van zijne bezwaren begeven maar
geeft alleen te kennen dat z.i. de zoogenaamde examens niet
gewenscht zijn De commissie van toezicht zal zeer zeker over
deze kwestie meer licht kunnen verspreiden.
Hij doet daarom de vraag, of burgemeester en wethouders
zouden kunnen goedvindenhet advies van de commissie van
toezicht hierover in te winnen, dan zal men wellicht vernemen,
dat deze maatregel, die van geen nut is, dient te worden af
geschaft.
De heer DupaTC kan mededeelen, dat in de eerstvolgende
vergadering van de commissie van toezicht door hem in be
handeling zal worden gebracht de vraag of het behoud van
de openbare lessen noodzakelijk is. Hij heeft gemeend de
zaak te moeten voorbereiden, door het praeadvies van de school
hoofden te vragen. De maatregel berust op een voorschrift in
de verordening. Mocht de commissie van oordeel zijndat
openbare lessen moeten worden afgeschaft, dan komt de zaak
in den raad.
De heer Moijor verwondert er zich over, dat deze zaak nu hier,
bij de behandeling van dezen post, ter sprake wordt gebracht.
Reeds maanden geleden is deze kwestie tusschen den heer
Duparc en spr. besproken.
De post wordt nu onveranderd aangenomen.
Volgnos. 199 tot en met 217 worden zonder discussie vast
gesteld en wel de post onder volgno. 206 na verhooging met
71 op voorstel van rapporteurs.
Volgno* 218. Rente wegens geldleeningen en tijdelijk opge
nomen kapitalen.
De heer Havorschmidt zegtdat in het verslag van de
commissie van rapporteurs geen melding wordt gemaakt van
eene gedachtenwisseling in de 3e sectie over de wenschelijk-
heid van eene conversie. Dit vindt zeker zijn oorzaak in de
mededeeling van den voorzitter dier sectiedat burgemeester
en wethouders op het punt van conversie niet hebben stil ge
zeten, al doen ze daaromtrent nog geen voorstel. Toch is het
zeker niet wenschelijk, dat hun voorstel nog lang uitblijve. Bij
de vorige conversie heeft Leeuwardendoor niet al te haastig
te zijnnog wat beter koers kunnen bedingen dan andere ge
meenten thans is het een ander geval.
Hoewel Tilburg nog 98) °/o kon bedingen, schijnt er toch een
wijziging op de geldmarkt aanstaande te zijn en Leeuwarden
moet zich dan haasten. Hetgeen een financieel blad dezer da
gen over dit onderwerp schreefstelt spr. weinig gerust. Hij
leest daarin „dat er teekenen zijn dat ook hier te lande het
converteeren in 3°/o leeningen niet meer vlot van stapel loopt.
Het fiasco dat Kampen maakte schrijven wij niet alleen toe
aan het tegenwerken van makelaars maar ook aan de wijzi
ging die op de geldmarkt en in de publieke opinie is ontstaan
en het verder converteeren van gemeentelijke obligatiën in 3%
leeningen bemoeilijkt".
Spr. zou dus gaarne iets omtrent de plannen van burge
meester en wethouders vernemen.
De heer Dup&rc wenscht een punt aan te roeren dat
niet in de sectiën is besproken en eenige dagen geleden zijne
aandacht heeft getrokken.
Op de dagelijksche effectenlijstdie door het Amsterdamsch
beurscomité wordt uitgegevenkomen tal van provinciale-
gemeente- en waterschapsleeningen voor. Eenige jaren geleden
heeft spr. de wenschelijkheid besprokenom ook de leeningen
van de gemeente Leeuwarden op die lijst te doen plaatsen
daar de obligatiën dier leeningen zeer zeker dan meer courant
zouden worden. Hij vraagt, of burgemeester en wethouders
dit punt in overweging zouden willen nemen.
Wat de conversie van de bestaande gemeenteleeningen be
treft gelooft spr., dat het beter zal zijn, eerst de conversie van
de staatsleeningen a 3j °/o af te wachten. De tijd van tien
jaren daarvoor gesteldis met 1 Januari 1896 verstreken.
De heer Troolstra kan wel met het denkbeeld van den
heer Duparc medegaan en zal eens nagaanwelke leeningen in
aanmerking komenop de oflicieele effectenlijst gebracht te
worden.
De heer Haverschmidt deed eene mededeelingdie het niet
gewenscht doet zijn tot eene conversie op groote schaal over