156 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag 9 November 1895. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag 9 November 1895. 157 van de gemeentebegrooting moet worden geleend. Wil men dit nietdan zij men gewaarschuwd dat men meer hoofde- lijken omslag moet heffen. Het voorstel wordt in stemming gebracht en aangenomen met 11 tegen 8 stemmen die van de heeren Reeling Brouwer, van EijsingaMeijerTroelstravan Ketwich Verschuur ThcunisseHijlkema en Duparc. De overige posten van de inkomsten leiden tot geene be spreking. De Voorzitter deelt nu mede dat tengevolge van de in de begrooting aangebrachte veranderingen in volgno. 5 het cijfer der percentage waarnaar de belasting op het inkomen zal worden gehevenmoet worden bepaald op 5.32 en de post uitgetrokken op ƒ217,379. Hij doet hiertoe het voorstel, te vens om den post voor onvoorziene uitgaven te bepalen op 3000. De heer TrOölstra zegtdat het cijfer der belasting eigen lijk hooger moest zijnmaar dat men gebonden is aan het maximum van ƒ220000, de grens voor de heffing in de ver ordening vastgesteld. De heer Bekhuis vraagtof het cijfer der percentage niet op 5.3 kan worden bepaald dit zou voor de berekening gemakkelijker zijn. De Voorzitter zegtdat als eenmaal naar dit cijfer de aanslagen voor elke klasse zijn vastgestelder geene moeielijk- heden meer bestaan. De heer Beekhuis vraagtnaar aanleiding van de toe zegging gedaan bij volgno. 7 of het gewaagd zou zijn om den post voor onvoorziene uitgaven lager te stellen. Dan kan, ook om het motief van den heer Bekhuis het cijfer der per centage op 5.3 worden vastgesteld. De heer Duparc kan niet met het denkbeeld van den heer Beekhuis medegaan. Hierdoor zou worden geanticipeerd op eene wijzigingnog in eene belastingverordening aan te brengen. De heer Beekhuis acht de opmerking van den heer Du parc minder juist. Dit zou wel het geval zijn als hij het cijfer van de opbrengst der belasting op tooneelvertooningen wilde verhoogen hij wil alleen bij het bepalen van het be drag voor onvoorziene uitgaven in gedachte houden de moge lijkheid dat bedoelde opbrengst hooger zal worden. De heer Duparc zegt, dat het toch blijft een anticipee- ren op ietsdat nog moet plaats hebben. De gedachtengang is deze wij krijgen misschien uit de opbrengst van die belas ting iets meerdaarom kunnen wij voor „onvoorzien" iets minder uittrekken. Op deze mogelijkheid kan een ontvangpost echter niet worden verhoogd. Na nog eene korte gedachtenwisseling tusschen de heeren TroelstraDijkstra en Konterwordt het voorstelom het cijfer der percentage op 5.3 te bepalen in stemming gebracht en aangenomen met 18 stemmen tegen één stem, die van den heer Beekhuis. De post voor onvoorziene uitgaven wordt nu vastgesteld op ƒ3000. De begrooting wordt vastgesteld met de volgende balans inkomstenf 886,554.78^ uitgaven- 886,554.10 Waarschijnlijk saldo 0.68 De Voorzitter acht het noodigde vergadering tijdelijk met gesloten deuren voort te zetten. Na heropening der vergadering wordt overgegaan tot 4. Benoeming van eene onderwijzeres in de handwerken aan de gemeenteschool no. 11 (vacature Mej. A. de Jong.) De voordracht is samengesteld als volgt 1. Mej. G. A. J. Visser te Leeuwarden; 2. Mej. H. F. v. d. Vegte te Huizum en 3. Mej. F. Suk te Leeuwarden. De uitslag der gehouden stemming is, dat alle (18) stem men zijn uitgebracht op Mej. G. A. J. Visserzoodat deze wordt benoemd. De datum van infunctietreding zal nader door burgemeester en wethouders worden bepaald. 5. Benoeming van een lid der commissie van beheer over het stadsziekenhuis (vacature J. J. Paehlig.) De aanbevelingdoor de commissie ingezonden en door burgemeester en wethouders vermeerderd, luidt: 1. Mr. G. L. baron van Harinxma thoe Slooten 2. F. H. van der Meulen 3. W. Sprenger en 4. D. Harmens. De uitslag der gehouden stemming is dat tot lid der com missie wordt benoemd de heer Mr. G. L. baron van Harinxma thoe Slooten, met 17 stemmen. Een briefje was blanco ingeleverd. 6. Benoeming van een lid oer commissie van administratie der stads bank van leening (wegens periodieke aftreding van den heer A. Ottema.) De door de commissie ingezonden en door burgemeester en wethouders vermeerderde aanbeveling is samengesteld uit de heeren 1. A. Ottema, 2. S. H. Hijlkema, 3. Mr. J. M. van Het- tinga Tromp en 4. Mr. L. D. W. Losecaat Vermeer. Het resultaat der gehouden stemming isdat op den heer A. Ottema 17 stemmen zijn uitgebracht en op den heer S. H. Hijlkema één stem, zoodat eerstgenoemde wordt benoemd. 7. Benoeming van twee voogden der stadsarmenkamer (we gens periodieke aftreding van de heeren Mr. L. D. W. Lose caat Vermeer en N. H. van der Meulen.) Voor de eerste vacature worden door de voogden aanbevolen de heeren 1. G. G. H. Meijer, 2. N. T. Albarda en 3. J. F. Rueb. De uitslag der gehouden stemming is dat 17 stemmen op den heer Meijer en 1 stein op den heer Albarda zijn uitge bracht. Voor de tweede vacature worden aanbevolen de heeren 1. Dr. J. F. Selhorst2. J. E. Kuipers en 3. Mr. D. Z. van Duijl. Het resultaat der gehouden stemming is, dat 17 stemmen op den heer Selhorst en 1 stem op den heer Kuipers zijn uit gebracht. Alzoo worden tot voogd der stadsarmenkamer benoemd de heeren C. G. H. Meijer en Dr. J. F. Selhorst. Wordt opgemerkt, dat de heer Troelstra bij voormelde stem mingen niet aanwezig was. De heer Troelstra komt weder ter vergadering. 8 Benoeming van eene voogdes en een voogd van het nieu we stadsweeshuis (wegens periodieke aftreding van Mevrouw Beekkerk—Hamerster Dijkstra en den heer Mr. W. A. van Sloterdijck. Voor de eerste vacature worden door het bestuur van het wees huis aanbevolen: 1. Mevrouw BeekkerkHamerster Dijkstra, 2. Mevr. wed. van Valkenburgde la Faille en 3. Mevrouw wed. de VriesLosgert. De uitslag der stemming is dat op Mevrouw Beekkerk 18 stemmen en op Mevrouw de Vries 1 stem zijn uitgebracht. Voor de tweede vacature worden aanbevolen de heeren: 1. Mr. W. A. van Sloterdijck 2. Mr. H. T. Westenberg en 3. N. T. Haverschmidt J.Hz. Het resultaat der stemming is, dat alle (19) stemmen zijn uitgebracht op den heer van Sloterdijck. Alzoo worden Mevrouw Beekkerk—Hamerster Dijkstra tot voogdes en de heer Mr. W. A. van Sloterdijck tot voogd van het nieuwe stadsweeshuis benoemd. 9. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van eene wijziging der gemeentebegrootingdienst 1895. Zonder discussie wordt conform het voorstel der commissie beslotende voorgestelde wijzigingen goed te keuren. 10. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van de begrootxng van het nieuwe stadsweeshuis voor 1896. Overeenkomstig de conclusie van het rapportjwordt besloten deze begrooting goed te keuren tot een bedrag in ontvang vanf 23493.18 in uitgaaf van- 23488.40 alzoo met een vermoedelijk batig saldo van f 4.78 11. Voorstel van burgemeester en wethouders tot toekenning van pensioen aan Martina Lingré. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor aan Mar tina Lingré eervol ontslagen schoonmaakster aan de gemeen teschool no. 2, een jaarlijksch pensioen van 86 te verleenen, te rekenen te zijn ingegaan den 1 November 1895. Dienovereenkomstig wordt besloten. De voorzitter sluit de vergadering. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1895 | | pagina 9