50 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 14 April 1893. met roode arceering op de situatieteekening is aangeduidals bouwterrein te doen verkoopen op nader door burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden. 11. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststel ling van voorwaarden van oir pachting der standplaatsen voor carroussels draaimolens enz. gedurende de kermis. (Zie bijlage no. 12 tot het verslag van 's raads handelingen.) De Voorzitter deelt mede, dat hem is ter hand gesteld eene nota van den heer Duparc betreffende wijzigingen van redactie dezer voorwaarden. Spr. stelt voorde voorwaarden vast te stellen behoudens nadere revisie der redactie door bur gemeester en wethouders. De heer van Ketwich Verschuur zegt, dat, nadat in December van het vorige jaar deze verpachting ter sprake is gekomen en breedvoerig van gedachten is gewisseld over bezwaren, die daartegen uit de gemeentewet zouden zijn te putten, hem in een staatsrechtelijk tijdschrift onder de oogen is gekomen een bezwaar, ontleend aan art 1368 van hel bur gerlijk wetboek. Dit schrijft voor: De zaken, welke in den handel zijn, kunnen alleen het onderwerp van overeenkomsten uitmaken. Het komt spr. voor, dat burgemeester en wethouders geluk kig zijn geweest in de wijze, waarop zij aan dat bezwaar heb ben weten te ontkomen. Thans worden toch ter vaststelling aangeboden de voorwaarden waaronder in ligging en opper vlakte zeer bepaald aangewezen gedeelten van het Wilhelmi- naplein van 13—22 Juli 1896 voor standplaatsen zullen wor den verpacht. Door daartoe te besluiten zal de raad implicite alzoo tevens die bepaalde vierkante meters van dat plein gedurende die dagen aan het publiek verkeer onttrekken eerst daarna heeft de verpachting plaats en maken die terreinen een onderwerp van overeenkomst uit. Zoo noodig in deze wordt alzoo, door de nu gevolgde wijze van behandeling, aan wat art 1368 burgerlijk wetboek voorschrijft geheel voldaan. Hierop worden artt. 1 tot en met 5 zonder discussie aange nomen. Bij art. 6 vestigt de heer van Ketwich Ver8Chuur de aandacht op het woordje „pacht" in de 3e alinea. Dit woord is hier gebezigd in den zin van pichfsom. Daar het zelfde woord in art 5 voorkomt in den zin van „pachtrecht" zou het ter verduidelijking beter zijn, in art. 6 in plaats van „pacht" te lezen „pachtsom". Burgemeester en wethouders nemen dit amendement over en het artikel wordt aldus gewijzigd vastgesteld. Artt. 7 en 8 worden onveranderd aangenomen. Alzoo zijn vastgesteld de navolgende VOORWAARDENwaarop door burgemeester en wethouders van Leeuwarden zullen worden verpacht zeven standplaatsen waarvan drie voor stoomcar- roussels, één voor een hippo dröme of manége en drie voor draaimolens, gedurende de ker mis te Leeuwarden in 1896 Art. 1. De te verpachten plaatsen zijn gelegen op het Wilhelmina- plein als volgt a. voor drie stoomcarroussels en één hippodróme of ma nége, het gedeelte gelegen ten zuiden en op ongeveer 25 meter afstand van de huizen in het Ruiterskwartier en wel de eerste standplaatsaanvangende op 42 meter afstand westwaarts van het plantsoen op de Oude Veemarktover eene breedte van ten hoogste 22 meter en de overigen over eene ongeveer gelijke breedte in westelijke richting tot onge veer tegenover de westelijke grenslijn van den tuin achter het huis Nieuwestad no. 108. b. voor drie draaimolens het gedeelte van het plein gele gen vóór het Old Burger eeshuis, aanvangende op ongeveer 20 meter afstand westwaarts van het plantsoen op de Oude Veemarkt. De juiste plaatsen nader door den commissaris var. politie aan te wijzen. Art. 2. De verpachting geschiedt voor het tijdvakaanvangende Maandag 13 Juli 1896 en eindigende Woensdag 22 Juli daar aanvolgende. Niet eerder dan vijf werkdagen vóór eerstgemelde dagteeke- ning mogen de terreinen in gebruik worden genomenlot opslag van de inrichtingen. Het afbreken en wegvoeren der inrichtingen moet binnen drie werkdagen na den laatstgenoemden dag geschieden. Op Zaterdag 25 Juli 1896 moeten de terreinen geheel ont ruimd en verlaten, in den toestand waarin zij zijn aanvaard weder ter beschikking der gemeente worden gesteld. Blijft de pachter in gebreke hieraan te voldoen, dan geschiedt de ont ruiming of het in den vorigen toestand terugbrengen der ter reinen van gemeentewege voor zijne rekening. Art. 3. De verpachting geschiedt bij enkele inschrijving op geze gelde biljetten ingericht overeenkomstig het daartoe ter ge meente-secretarie verkrijgbaar model. Voor elke standplaats moet afzonderlijk worden ingeschreven. De inlevering der biljetten moet geschieden ter gemeente secretarie, in eene daar aanwezige bus, vóór des namiddags te uur. De opening der biljetten heeft plaats onmiddellijk na dit tijdstip. Art. 4. Burgemeester en wethouders beslissen omtrent de toewijzing der plaatsen uiterlijk binnen drie dagen na de opening der biljetten. De inschrijvers zijn gedurende dien tijd aan hunne inschrijvingen gebonden. Burgemeester en wethouders behouden zich vooruit de gedane aanbiedingen eene keuze te doen of deze in het geheel niet aan te nemen zonder eenige reden van hun besluit te vermelden. Art. 5. De verpachte plaats mag alleen worden gebruikt door hem, aan wien zij is toegewezen. Afstand of vervreemding van de pacht aan anderen ruilen of verwisselen van plaatsen mag niet geschieden tenzij met vergunning van burgemeester en wethouders. Art. 6. De betaling van het ingeschreven bedrag, verhoogd met C$6 lot dekking der op de verpachting vallende onkostenmoet plaats hebben bij de onderteekening van het procesveibaal van toewijzing der plaatsen. Wordt aan deze bepaling niet voldaandan wordt de plaats aan een anderen inschrijver toe gewezen. Voor verplichte latere openstelling der inrichtingen op Zon dag wordt geen restitutie of schadevergoeding toegekend. Verslag der handelingen van den Bij sluiting, op bevel van het gemeentebestuur, wordt even min schadevergoeding toegekend. De pachter kan echter in dit geval aanspraak maken op eene evenredige restitutie van de pachtsommits de sluiting niet het gevolg zij van eigen handelingen. Art. 7. Alle bij verordening gegeven voorschriften, waaraan houders van kramenspellen enz. op de kermis alhier zich hebben te onderwerpen, zijn ook van toepassing op de in deze voorwaar den genoemde plaatsen en inrichtingen. Art. 8. Bij onderteekening van het procesverbaal van toewijzing onderwerpt de pachter zich aan de bepalingen dezer voor waarden en verbindt hij zich op verbeurte der standplaats stiptelijk te zullen opvolgen de bevelen, door of van wege den commissaris van politie in het belang eener goede orde te geven. 12. Voorstel van burgemeester en loethouders tot wijziging van het besluit tot heffing van rechten voor het gebruik van de Beurs enz. (Zie bijlage no. 11 tot het verslag van 's raads handelingen.) Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten, vast te stellen navolgend besluit: De raad der gemeente Leeuwarden Gelet op het advies der beurscommissie van den 4 Maart j.l. no. 179; Besluit I. art. 6 der verordening omtrent het heffen van rechten voor het gebruik van de Beurs, vastgesteld den 11 Juli 1893 en goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 23 Augustus 1893 no. 17, te wijzigen als volgt a. voor het cijfer ƒ0.02 te stellen ƒ0.01. b. 0*05 0.02 L c. ƒ0.10 ƒ0.05. d. tusschen de le en 2e alinea in te lasschen de volgende bepaling Is de ingenomen muurvlakte een tweede tot en met één vierkante meter groot, dan is het recht drie vierde en is zij grooter dan een vierkante meter de helft van vorenstaande bedragen II. te bepalen, dat deze wijziging zal ingaan met 1° Juli 1896; III. de verordening, regelende de invordering van de rech ten voor het gebruik van de beurs, vastgesteld den 11 Juli 1893, van voortdurende kracht te verklaren. 13. Advies der commissie voor het ontwerpen van straf verordeningen naar aanleiding van een adres der aansprekers- of begrafenisvereenigtng tot wijziging van de verordening van politie op het begtaven en de begraafplaatsen. De adressante verzoektart. 1 van de genoemde verordening in dien geest te wijzigen dat voortaan gedurende het geheele jaar, tot 12 uur gelegenheid worde gegeven tot het begraven van lijken in deze gemeente. Zij voert als gronden voor haar verzoek aan datdewijl van vele ingezetenen de familie elders woonachtig ishet dik wijls is voorgekomen dat die familieleden onmogelijk zóó tij dig te Leeuwarden aanwezig konden zijndat zij de begrafe- is konden volgen en dat het eveneens meermalen gedurende e zomermaanden is voorgekomendat er meerdere begrafe- issen op een zelfde uur bepaald warenwaarvan het gevolg 'as, dat de eene op de andere moest wachten. De commissie wijst er opdat in art. 1waarin voor de nderscheidene maanden van het jaar de tijd voor het begra- en is vastgesteld tevens de bepaling is opgenomen dat in te Leeuwarden, van Dinsdag 14 April 1896. 51 buitengewone omstandigheden de burgemeester bevoegd is het begraven op andere tijden te vergunnen. De commissie acht het niet wenschelijkin deze bepalingen verandering te brengen, en is van meening, dat in het belang der openbare orde en vooral ook in dat der hygiène het hand haven dezer voorschriften noodzakelijk is. Aan het eerste bezwaar wordt door de slotbepaling van art. 1 tegemoet gekomen en ook het tweede bezwaar is denkbeel dig daar de teraardebestelling zelve slechts zeer korten tijd vereischt en door het meer dan voldoende personeel der be graafplaats kan worden gezorgddat aan het aangevoerde on gerief worde ontkomen. De commissie stelt derhalve vooraan de adressante te berichten dat haar verzoek voor geene inwilliging vatbaar is. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dienover eenkomstig besloten. 14. Voorstel van burgemeester en wethouders tot stichting van een gebouw bij de veemarkt voor het veeartsen ij kundig- en politietoezicht en ten dienste van den zuivelconsulent. In de vergadering van 11 Februari j.l. werd het voorstel tot stichting van een gebouw aan den ingang van de veemarkt voor bovengemelde doeleinden niet aangenomen. De bezwaren golden vooral de kosten van stichtingdie ge raamd zijn op 15500 en men meende, dat kon worden vol staan met een paar eenvoudige gebouwtjes bij de veemarkt voor het toezicht, terwijl voor den zuivelconsulent elders eene localiteit kon worden gevonden. De raad nam eene motie van den heer Bekhuis aan, waarbij burgemeester en wethouders werden nitgenoodigd, met eenigen spoed voorstellen te doen tot oprichting van de noodige gebou wen bij de veemarkt en eene geschikte localiteit ten dienste van den zuivelconsulent. Naar aanleiding hiervan is een plan opgemaakt van een een voudig gebouw achter de Beurs dat tot laboratorium en an dere doeleinden voor den zuivelconsulent kon worden ingericht en van twee "huisjes aan weerszijden van den hoofdingang van de veemarkt voor het veeartsenijkundig- en politietoezicht. Bij overweging van dit plan kwam het burgemeester en wet houders niet wenschelijk voortot uitvoering daarvan over te gaan. De stichting van een gebouw achter de Beurs zou ze ker voor den welstand niet bevorderlijk zijn maar ook de kos ten die op 8000 worden geraamd vonden bij burgemeester en wethouders bezwaar. Intusschen was ter hunner kennis gekomen dat de zuivel consulent de inrichting van een gedeelte der ruimte in de Waag aan den Z.-O. hoek voor zijne werkzaamheden geschikt achtte. Een daarvan opgemaakt plan waarvan de kosten op 3750 zijn geraamd werd den consulent toegezonden en hij berichtte, dat hij er zich wel mede kon vereenigen, behoudens enkele wijzigingen. De waagcommissie over het plan gehoordberichtte echter, dat de ruimtedie volgens het plan zou worden ingenomen naar haar oordeel niet aan de waag kan worden onttrokken. Ook de directeur der gemeentewerken heeft bij een nader bezoek aan de waaggedurende den aanvoer van boterna bespreking met de waagcommissie daarvan de overtuiging ge kregen. Een en ander gaf burgemeester en wethouders aanleiding terug te komen op het eerste plan, opgemaakt voor de stich ting van een gebouw bij de veemarkt, maar uitgebreid op de wijze door den directeur der gemeentewerken bij nader schrij ven aangegeven. De vergrooting van de localiteit voor den zuivelconsulent, die zeer gewenscht is, zou slechts eene verhooging der kosten met ƒ1000 te weeg brengen en de uitgaaf zou alzoo ƒ9000 bedragen. Hieraan geven burgemeester en wethouders de voorkeur bo ven de stichting van twee huisjes bij den ingang der veemarkt en een afzonderlijk gebouw voor den zuivelconsulent, waaraan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1896 | | pagina 3