Kfcfc. yrv.»
54
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 14 April
1896.
De Voorzitter doet opmerken dat de gevels der huizen
op het middengedeelte van blok VIII zullen komen te staan
aan de straat tusschen den verbindingsweg naar Achter de
Hoven en den weg Achter de Hoven. De prijzen der midden
gedeelten van blokken VIII en IXdie over elkaar staan zijn
gelijk. Vermoedelijk zal het een stille straat worden, om welke
reden burgemeester en wethouders gemeend hebben, den prijs
iets lager dan de andere gedeelten te moeten stellen.
De heer van Ketwich Verschuur verklaart, zich met
dit motief te kunnen vereenigen.
De heer Bekhuis heeft gezegd dat er twee redenen wa
ren voor een lageren prijs der middengedeelten van blokken I,
VIII en IX n. 1. de ligging en de grootte. Spr. geeft toe, dat
dit laatste alleen ziet op blok I.
Hierop worden de prijzen van blokken VIII en IX onveran
derd vastgesteld.
Alzoo is besloten
I. vast te stellen de volgende
BEPALINGEN omtrent de wijze waar
op en voorwaarden onder welke
ter bebouwing worden uitgegeven
de daarvoor door den raad der
gemeente Leeuwarden bij zijn be
sluit van 2 Maart 1896, no. 3, aan
gewezen terreinen, uitmakende de
blokken I—IX van het grondplan
voor de uitbreiding van het be
bouwd gedeelte dier gemeente
gelegen ten noorden en ten zuiden
van het Nieuwe Kanaaltusschen
de beide daarover liggende brug
gen.
Aanwijzing der perceelen.
Art. 1.
De uit te geven bouwterreinen zijn aangewezen op de bij
deze bepalingen en voorwaarden behoorende lijst en situatie-
kaarten.
Wijze van uitgifte.
Art. 2.
De terreinen worden met inachtneming van de minimum
prijzen, vermeld op de in artikel 1 bedoelde lijst, uitgegeven in
koop of in altijddurende erfpacht.
Art. 3.
De in artikel 1 bedoelde lijst zal van de nog niet ver
kochte of niet in erfpacht uitgegeven perceelen herzien en
door den gemeenteraad gewijzigd kunnen worden, voor het
eerst met ingang van 1 Januari 1899 en daarna telkens om
de drie jaren.
Art. 4.
De gelegenheid tot het aanvragen van gedeelten der aange
wezen terreinenop de bepaalde voorwaardenwordt open
gesteld den
Art. 5.
De op zegel geschreven en door gegadigden onderteekende
aanvrageningericht overeenkomstig het daarvoor, tegen beta
ling der kosten van het zegelaan de secretarie der gemeente
verkrijgbaar modelmoeien aan burgemeester en wethouders
ingezonden en in eene daartoe ter secretarie geplaatste geslo
ten bus bezorgd worden.
Art. 6.
De opening der in het vorig artikel bedoelde bus en de be
handeling der alsdan daarin voorhanden aanvragen heeft voor
de eerste maal plaats op Zaterdag den
1896 en vervolgens om de acht dagen telkens in eene open
bare vergadering van burgemeester en wethouders des na
middags te drie uur.
Art. 7.
De perceelen worden respectievelijk aan de aanvragersof,
in het geval bedoeld bij art. 8aan den hoogsten bieder of
bij het lot aangewezen aanvragervoorloopig door burgemees
ter en wethouders in koop of in altijddurende erfpacht toe
gewezen.
De provisioneele koopers moeten binnen acht dagen
nadat de voorloopige toewijzing ter hunner kennis is gebracht,
Ier secretarie der gemeente bij eene op zegel gestelde verkla
ring doen blijken of zij de hun toegewezen terreinen provi
sioneel in koop ol' erfpacht aannemen.
Bij gebreke van die kennisgevingwordt de verkrijger ge
acht gekocht te hebben teger. betaling van de koopsom in één
termijn.
Blijkt hij aan wien het perceel provisioneel werd toegewe
zen dit in altijddurende erfpacht te willen ontvangen dan
wordt de jaarlijksche erfpachtsora berekend naar vier een
tweede procent van de geboden koopsom.
Burgemeester en wethouders hebben het recht een aange
vraagd terrein niet te gunnen indien zij oordeelen
a. dat de uitgifte van de aangevraagde oppervlakte nadee-
lig is voor de goede bebouwing van het geheele terrein, of
b. dat de aard of bestemming der te stichten gebouwen
merkelijk gevaar of hinder voor de naastliggenden zou kunnen
doen ontstaan.
Art. 8.
Indien op de in artikel 6 vermelde tijdstippen twee of
meer aanvragen om eenzelfde gedeelte van een terrein in de
bus worden gevondenzal aan de betrokken aanvragersop
nader door burgemeester en wethouders aan te wijzen dag en
uurde gelegenheid worden gegeven om ten overstaan van
het college, voor bedoeld gedeelte tegen elkander op te bieden.
De opbieding, welke door de aanvragers in persoon of door
schriftelijk gevolmachtigden moet geschiedenheeft plaats bij
wijze van verhooging der koopsom per centiare bij geen la
gere sommen dan van vijf cents.
De door twee of meer aanvragers begeerde oppervlakte wordt
aan den hoogsten bieder toegewezen.
Indien verschil mocht ontstaanwie het eerst geboden of
gemijnd heeftbeslist de oproeperaan wiens uitspraak be
langhebbenden zich onvoorwaardelijk moeten onderwerpen.
Wanneer de betrokken aanvragers de door hen geboden
sommen voor de betwiste terreinen niet verhoogenwordt
door het lot beslist, aan wien van hen dat terrein provisioneel
in koop zal worden toegewezen.
De wijze van loting wordt door burgemeester en wethouders
bepaald.
De aanvragerdie het door hem begeerde terrein met in
zijn geheel kan bekomenwordt desverlangd van zijn bod ont
slagen.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leouwarden, van Dinsdag 14 April 1896.
55
Art. 9.
Wanneer burgemeester en wethouders vóór de provisioneele
toewijzing het noodig achtendat door de aanvragers eene
schriftelijke verklaring wordt overgel ;gd van één of meer bij
hun college als genoegzaam solvabel bekende personen, waar
bij deze zich ten behoeve van de aanvragers hoofdelijk tot
borg of borgen stellen voor de richtige naleving der bij even-
tueele toewijzing, als voren is bedoeld op hen rustende ver
plichtingen, zal daaraan door de aanvragers onmiddellijk moeten
worden voldaan.
Art. 10.
De provisioneele koopers of erfpachters moeten, binnen twee
maal vier-en-twintig uren nadat zij van de voorloopige gun
ning kennis hebben bekomen, ten kantore van den gemeente
ontvanger als waarborgsom storten vijf procent van den koop
prijs.
Deze waarborgsom wordt aan de koopers teruggegeven, wan
neer zij aan de bepalingen, bij de artikelen 11 tot en met 26
omschreven, zoover van hen afhankelijk, hebben voldaan.
Voorwaarden te verbinden aan de uitgifte.
A. Van bouwkundigen aard.
Art. 11.
De op de blokken I, III, IV, VI, VII, VIII en IX te stich
ten woonhuizen moeten voor het door één gezin te bewonen
gedeelte ten minste eene oppervlakte hebben van 50 meter.
De vertrekken mogen geen minder verdiepingshoogte hebben
dan 3.50 metergemeten tusschen bovenkant vloer en onder
kant balklaag of plafond.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijking toestaan voor
huizen of gedeelten daarvan, die door één gezin zullen bewoond
worden en meer dan twee kamers hebben.
Art. 12.
De rooilijn voor de bebouwing der blokken IIX is bepaald
als volgt: voor de blokken* IVII, VIII oostelijk, IX westelijk
langs den weg; voor de blokken III, IV, VI, VIII behalve oos
telijk IX behalve westelijkop 5 meter uit en evenwijdig aan
den weg; voor de blokken II en V op 10 meter uit den zuide
lijk daaraan grenzenden weg.
De grens van de wegen wordt op het terrein door piketten
aangegeven.
Art. 13.
De richting van de scheiding tusschen twee perceelen
wordt bepaald door de loodlijngetrokken op de as van den
weg, die in artikel 12 voor de richting der rooilijn is aan
gegeven. Bij gebogen richting wordt de loodlijn getrokken
op de raaklijn aan de boog.
Op de blokken I tot en met VIII moet steeds de volle
diepte gekocht ol in erfpacht genomen worden op blok IX
wordt deze diepte door burgemeester en wethouders bepaald.
De westelijke grens van blok VIII is recht en ligt op 21
:meter afstand van- en evenwijdig aan den oostelijk daarvan
aan te leggen weg en zijn verlengde in nooidelijke richting.
Langs dezen grens moeten de eventueele koopers binnen
drie maanden na bet sluiten der akte geheel op eigen koster,
eene schutting plaatsen en onderhouden als in art. 24 is om
schreven. In deze schutting mogen geene deuren of andere
openingen zijn.
Art. 14.
De te stichten gebouwen moeten aan de zijde van den weg
eene breedte hebben als volgt
op blok I van ten minste 7 meter.
blokken II en V van ten minste 10 meter.
n III, IV, VI en VII van ten minste 5 meter.
VIII en IX langs den geprojecteerden weg naar
Achter de Hoven en langs den weg Achter de Hoven van ten
minste 7 meter overigens van ten minste 5 meter.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstan
digheden afwijking van deze bepaling toestaan.
De bovenkant van den vloer van den beganen grond in de
tot woning in te richten gebouwen moet ten opzichte van de
as van den vóórliggenden weg tene hoogte hebben
a. voor die welke onmiddellijk aan den weg staan van
ten minste 0.25 meter.
b. voor die, waarvan de rooilijn is bepaald op 5 meter uit
den weg, van ten minste 0.45 meter.
c. voor die, waarvan de rooilijn op 10 meter uit den weg
is bepaald, van ten minste 0.65 meter.
De hoogte van de wegen wordt bepaald in de bestekken
waarnaar de aanleg daarvan wordt aanbesteed.
Art. 15.
De niet te bebouwen oppervlakte tusschen de rooilijn en
den weg op de blokken IIIIVVIVIII en IX moet als
tuin of grasveld worden aangelegd en onderhoudendaarop
mogen geene veranda's, tuinhuizen of andere getimmerten
geplaatst worden en geene bouwmaterialen of andere voor
werpen worden gelegd. Burgemeester en wethouders kunnen
in bijzondere gevallen toestemming geven tot liet bestraten
of hard maken van genoemde oppervlaktenen afwijkingen
veroorloven van de voorschriften, in art. 18 voor de af
scheidingen voorgeschreven.
Art. 16.
Op de blokken I, III, IV, VI, VII, VIII en IX mogen geene
andere dan aaneengesloten huizen gebouwd worden. Burge
meester en wethouders kunnen afwijking toestaan voor tuin
aanleg óf voor toegangen naar het achtergelegen erf of tuin.
Wanneer de open te houden ruimte meer breedte krijgt dan
2 meter, moet het naast te bouwen huis eveneens ten minste
twee meter uit de scheiding blijven en mogen aan die zijde
geene blinde muren worden gebouwd.
Indien het naastliggend perceel niet meer aan de gemeente
behoort en onder conditie van aan de grens bouwen is ver
kocht of in erfpacht uitgegeven, mag daartegen geen luimte
gelaten worden van meer dan 2 meter breedte.
Art. 17.
Op de blokken II en V worden de terreinen uitgegeven over
de geheele diepte der blokken tei breedte van minstens het
dubbele van liet daarop te stichten hoofdgebouw, waarvan de
oppervlakte niet kleiner mag zijn dan 100 vierkante meter.
Deze hoofdgebouwen mogen geene blinde gevels hebben en
voor hoogstens twee gezinnen worden ingericht en gebruikt
zij moeten als één geheel met den omringenden grondals
tuin aangelegd en onderhouden, gebruikt worden. Bijgebouwen
moeten door hetzelfde gezin of dezelfde gezinnen en gelijk
tijdig met het hoofdgebouw gebruikt worden zij mogen slechts
worden opgericht met vergunning van en op de plaatsen door
burgemeester en wethouders aangewezen.
Art. 18.
De terreinen, waarop de huizen niet onmiddellijk aan den
weg gebouwd mogen wordenmoeten zoowel langs den weg
als, tot over een afstand van 5 meter achter de rooilijn, langs
de naastliggende terreinen, afgesl jten worden met ijzeren hekken.
Op de blokken II en V moeten, langs alle wegen en op de
scheidingen tusschen de perceelen over 15 meter uit de we
gen, ijzeren hekken worden geplaatst.