Iwfom ra DiosdiiE don 12 Janari 1897
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 12 Januari 1897. 1
Tegenwoordig 18 leden.
Afwezig de heeren Dr. N. Reeling Brouwer, Mr. J.
C. Meijer, Jhr. Mr. C. van Eijsinga, Mr. H. D. van Ket-
wich Verschuur en C. L. B. J. Feitz.
Voorzitterde heer Mr. J. 8. baron van Harinxma thoe
Slooten, burgemeester, die de vergadering opent met de
volgende toespraak
Mijne Heeren
Opnieuw heb ik de eer, D van harte welkom te heeten,
bij den aanvang onzer werkzaamheden voor het jaar 1897.
Dat dit jaar voor U" moge zijn een jaar van grooten
voorspoed, niet alleen in de betrekking, waarin wij het
voorrecht hebben, U op deze plaats te ontmoeten, maar
ook in Uw maatschappelijk leven, in de allereerste plaats
in Uwen huiselijken kring.
Slaan we een terugblik op het jaar, dat achter ons
ligt, dan herinneren we ons in de eerste plaats het af
sterven van ons zoozeer gewaardeerd medelid dezer ver
gaderingvan den heer P. Fabry de Jonge, die niet
alleen hier maar ook in de commissie van administratie
over de Stadsbank van Leening en in die van Toe
zicht op het Lager Onderwijs de gemeentebelangen
diende.
Een gevoelige slag trof de Beurscommissie door den
dood van den heer G. Schilthuis, terwijl het overlijden in
de volle kracht des levens van inr. H. Th. Westenberg
de Stads-Armenkamer van een barer meest gewaardeerde
leden beroofde.
Onder de ambtenaren betreuren we den Directeur
der Stads-Bank van Leening, den heer C. W. Pruis, die
met groote toewijding zijne betrekking waarnam.
Ons rest niet anders, dan dankbaar te herdenken den
nuttigen arbeid, dien zij allen ten voordeele der Gemeente
hebben verricht. Moge onze dankbare erkenning hunner
verdiensten iets bijdragen tot leniging der smart hunner
betrekkingen.
De bevolking dezer gemeente nam toe met 242 zielen,
terwijl het sterftecijfer 541 bedroeg. Dit laatste is in do
beide laatste jaren iets klimmende. Gelukkig mag worden
geconstateerd, dat de 587 gevallen van besmettelijke
ziekten, waaronder 552 mazelenpatiënten, op do sterfte
geenen belangrijken invloed hebben uitgeoefend.
Handel en verkeer bleven nog steeds gedrukt, al schijnt
ook de openstelling van het Nieuwe Kanaal aan de
scheepvaart eenigszins ten goede te komen.
Aan het rijkstelegraaf kantoor werden 949 telegrammen
minder verzonden, terwijl 211 meer werden ontvangen.
Aan de waag nam de aanvoer van boter en van kaas
beide niet onbelangrijk af, vergeleken bij dien van het
vorig jaar, terwijl het beursbezoek nauwelijks gelijk kon
blijven.
Door de korenmeters-wegers werd ongeveer 3% meer
hectoliters verwerkt dan ten vorigen jaren.l. 159.004
in 1896 tegen 154,318 in 1895.
Ook de verkoop der producten van de stadsreiniging
nam iets toe, zoodat eeno meerdere opbrengst van onge
veer ƒ3000 boven die van 1895 mag worden tegemoet
gezien. De resultaten met den hand-baggermolen verkre
gen zijn inderdaad zeer bevredigend, maar niet wel onder
cijfers te brengen.
Het succes van de veemarkt bleef ook in het afge-
loopen jaar ongeschokt; de aanvoer bedroeg ruim 10,000
stuks meer dan ten vorigen jare, n.l. 173,601. Tot
dusverre had daarop de uitbreiding in deze provincie
van het mond- en klauwzeer geen invloed. Moge dit
ook in 1897 zoo blijven.
De vermindering van gasverbruik schijnt haar keerpunt
genaderd te zijn. Ongerekend toch het getal van 26
afnemersdie van muntgasmeters gebruik maken steeg
het getal gasverbruikers met 45, terwijl het getal gele
verde stères gas slechts 1% minder bedroeg dan ten
vorigen jare. Dit ongunstige verschil mag ongetwijfeld
op rekening gesteld worden van de besparing tengevolge
van gasgloeilicht.
De taak, door onze brandweer te vervullen, bleef ge
lukkig tot eenige branden van geringe beteekenis beperkt.
Eveneens waren geene buitengewone politiemaatregelen
noodigzoodat de zorg van de ambtenaren, aan dezen
tak van dienst verbonden, zich in hoofdzaak tot de dage
lijks terugkeerende (niet altijd de gemakkelijkste) kon
bepalen.
Het armwezen vorderde ruimschoots het bedrag, daar
voor bij de begrooting toegestaan een feitdat niet zou
hebben bestaan, ware het niet, dat de geneeskundige hulp
zoo belangrijke financiëele offers had gevergd.
Hetzelfde geldt ten aanzien van het Stads-ziekenhuis.
Aldaar werden verpleegd 314 patiënten (tegen 223 in
1895) met 10,628 verpleegdagen (tegen 6,608 in 1895).
Jammer, dat deze door het publiek zoo te recht gewaar
deerde instelling is gehuisvest in een gebouw, dat dreigt
na korteren of langeren tijd bouwvallig te worden.
Van de particuliere instellingen te dezer stede ver
dient nog vermeld te worden de Spaarbankwaarin het
bedrag der inlagen tot het tot dusverre ongekende cijfer
van ƒ353,453.klom terwijl het getal inleggers 8475
bedraagt.
Met den wenschMijne Heerendat onze arbeid en
die onzer stadgenooten er toe mogen leiden om het jaar
1897 te maken tot een jaar van voorspoed voor onze
gemeente, open ik deze vergadering.
I. De notulen van de vorige op Dinsdag 22 Decem
ber 1896 gehouden vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. een schrijven van Mej. M. Groenhout, houdende
dankbetuiging voor hare benoeming tot onderwijzeres aan
school no. 1.
2. een schrijven van Mej. G. A. Behrns, houdende dank
betuiging voor hare benoeming tot onderwijzeres in de
handwerken aan school no. 1.
3. dat door den Minister van Binnenlandsche Zaken
zijn goedgekeurd de raadsbesluiten tot benoeming van
den heer Dr. H. F. Th. Ringnalda en van den heer Dr.
H. Smilda respectievelijk tot leeraar en tot tijdelijk leeraar
aan het gymnasium.
4. dat door Ged. Staten zijn goedgekeurd
a. de begrooting der gemeente en die van de dienst
doende schutterij, dienstjaar 1897
b. de gemeenterekening over het jaar 1895
c. het 2e suppletoir kohier van de directe belasting
op het inkomen, dienst 1896
d. het raadsbesluit tot verhuring van onderscheidene
gemeente-eigendommen.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. voorstel van burgemeester en wethouders tot onder-
handsche verhuring van de bovenwoning Zuiderplein no. 99.
2. alsboven tot het verleenen van eervol ontslag aan
den onderwijzer J. van Zuijlen
De stukken 1 en 2 worden voor de leden ter visie
gelegd, om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
3. een voorstel van burgemeester en wethouders tot
het zenden van een adres aan do Tweede Kamer der
Staten Generaal, om niet aan te nemen het wetsontwerp
tot wijziging der gemeentewet, voor zoover betreft de
splitsing van de gemeente in kiesdistricten.
Wordt besloten, dit voorstel, dat voor de leden ter
visie heeft gelegen, heden te behandelen.
De Voorzitter acht het gewenscht, de openbare verga
dering tijdelijk met gesloten deuren voort te zetten.