ïireafciro m Dinsili den 9 Vaart 1891 18 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 23 Februari 1807 Bij de beoordeeling van deze zaak moet men aller eerst rekening houden met de in de laatste jaren veran derde leefwijze. Vroeger gebruikte men het middagmaal te 2 a 27, uur, de raad kwam toen om 10 uur bijeen. Nu is langzamerhand de tijd voor het middagmaal 6 uur geworden. Indien nu het begin van de vergadering op 2 uur wordt gesteld, heeft men altijd nog vier uren voor afdoening van de zaken. Het hoofdargument van de voorstellers is echter, dat de meeste leden ook hunne eigene zaken hebben en dat het meestentijds moeite kost, daarmede tijdig genoeg gereed te zijn om te 1 uur op de vergadering te kunnen komen. In 1885 is ten gerieve van de leden, die zitting had den in een of ander rechterlijk college, de Dinsdag in plaats van den Donderdag voor de vergaderingen aange wezen. Thans hebben wij twee of drie leden die Dinsdags te Sneek wegens den marktdag moeten zijn en tenzij met opoffering van hunne eigene belangen eerst om 2 uur kunnen present zijn. Al ware het nu alleen uit deferentie voor deze ledenzou het aanvangsuur der vergadering op 2 uur dienen te worden bepaald. De voorzitter behoudt in elk geval de bevoegdheid, om de vergadering tegen een vroeger uur bijeen te roepen indien de omvang der werkzaamheden dat noodig mocht maken. De heer Hijlkema betuigt den heer Duparc zijnen dank voor de nu ontvangen toelichting op het voorstel, hoewel hij deze zwak blijft noemen. In hoofdzaak komt het neer op de veranderde leefwijze, waardoor het koftie-uurtje zal moeten worden vervroegd. Nu eenmaal dag en uur voor de vergaderingen zijn vastgesteld, moet men deze niet rauwlijks wijzigen, doch betere argumenten daarvoor aanvoeren. Het gevolg van een later uur van aanvang zal zijn dat de vergaderingen later in den namiddag, zelfs vaak in den avond bij kunstlicht zullen eindigen. Beter is het, om tweemaal in de maand het koflie-uurtje te vervroegen. Spr. heeft den indruk gekregen, dat het voorstel wel wat overhaast is gedaan hiervan geett het schriftelijk voorstel der vijf raadsleden ook blijk waarin eene door haling is waar te nemen. De heer Duparc begrijpt niethoe de heer Hijlkema bij herhaling het woord „rauwelijks" kan bezigen. De behandeling van deze zaak is niet anders, dan van alle andere voorstellen deze worden in de eene vergadering ter tafel gebracht en in eene volgende aan de orde ge steld. Zoo is het ook thans geschied er zijn zelfs vier weken verloopen tussclien de indiening en de behande ling. De raadsleden hebben dus voldoenden tijd gehad hunne gedachten er over te laten gaan. Of hadden de voorstellers den raad eorst zacht moeten voorbereiden op dit voorstel dat toch waarlijk niet van zoo groot gewicht is? De heer Hijlkema wil op de dagenvoor de raadsver gaderingen bestemd, door de leden hun koftieuurtje doen vervroegen. Dit is echter voor velen juist om hunne bezigheden niet mogelijk. Eindelijk opperde die geachte spreker nog het bezwaar, dat de vergaderingen menigmaal tot in den avond bij kunstlicht zullen eindigen. Aan het verschil van slechts één uur zal echter spoedig voor het grootste gedeelte worden tegemoet gekomen indien het thans bij de Tweede Kamer reeds in staat van wijzen verkeerende wetsontwerp tot invoering van den Midden-Europeeschen tijd zal worden ingevoerd. De heer Wijbrandi wil als mede-onderteekenaar van het voorstelmaar vooral als belanghebbende aandringen op aanneming er van al ware het als bijzondere gunst ten zijnen opzichte. Hij moet voor zijne zaken des Dins dags te Sneek zijn en kan dan moeilijk om I uur ter vergadering komen. Om op tijd tegenwoordig te zijn, zou hij van zijn bezoek te Sneek moeten afzien. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel wordt in stemming gebracht en aangenomen met 17 tegen 2 stemmen die van de heeren Hijlkema en Dijkstra. V. De voorzitter acht het wenschelijk, de vergadering tijdelijk met gesloten deuren voort te zetten. Na heropening der vergadering wordt besloten aan de aannemers van onderhoudswerken van school gebouwen en gemeentegebouwen in 1895, II. Beekman, H. van der Leen en F. F. de Boerwegens geleden schade in de uitvoering van de door hen aangenomen werken eene uitkeering te doenonderscheidenlijk van ƒ452.20, ƒ198.53 en ƒ49.81",, te bestrijden uit het fonds voor onvoorziene uitgaven. De voorzitter sluit hierop de vergadering. Bock en Steendrukkerij van N. MIKDKMA Co. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 9 Maart 1897. 19 's namiddags 2 uur. Tegenwoordig 21 leden. Afwozig: de heeren Jhr. Mr. C. van Eijsinga en S. H. Hijlkema. Voorzitter: de hoer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Slootenburgemeester. I. De notulen van de vorige op 23 Februari j.l. ge houden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld 1. dat de heer Dr. N. Reeling Brouwer door burge meester en wethouders is aangewezen tot voorzitter der commissie voor het stedelijk muziekkorps; 2. dat is ingekomen het verslag van den staat van het lager onderwijs over 1896. Zal als bijlage worden opgenomen in het verslag van den toestand der gemeente 3. eene resolutie van Gedeputeerde Statenhoudende bericht van ontvangst van een afschrift der verordening tot wijziging van de verordening regelende de politie op de openbare vermakelijkhedenplaatsen van vereeniging van personen en verlotingen 4. eene resolutie van Gedeputeerde Statenhoudende bericht van ontvangst van een afschrift van het raads besluit tot wijziging van het reglement van orde voor de vergaderingen van den raad 5. eene missive van de commissie voor de gemeente bewaarscholen houdende mededeeling van de dagen waarop de openbare lessen aan die scholen zullen plaats hebben. Tot bijwoning dezer lessen worden uitgenoodigd de heeren Duparc, Theunisse en van Ketwich Verschuur. III. Wordt ter tafel gebracht 1. de rekening van ontvangsten en uitgaven van den Prinsentuin, over 1896. Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren Dijkstra, Kolff en Menalda 2. een voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan den heer Dr. J. C. Schreuder als arts voor de genees- en heelkundige be handeling van behoeftigen 3. een nader voorstel van burgemeester en wethou ders naar aanleiding van een verzoek van kerkvoogden en notabelen der Hervormde gemeente te Cornjumbe treffende niet-vervulling eener voorwaardeverbonden aan een legaat, door den heer Jhr. D. Vegilin van Claer- bergen aan die gemeente gemaakt 4. rapport dor raadscommissie omtrent het onderzoek dor suppletoire begrooting van de stads-armenkamer dienst 1896 5. rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van een voorstel van burgemeester en wethouders tot onbewoonbaarverklaring van de perceelen Kloosterburen nos. 5 en 7. De stukken sub 2 tot en met 5 worden voor de leden ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden behandeld 6. Voordrachten voor de benoeming van eeno onder wijzeres aan de gemeenteschool no. 1 en van onderwij zers met hoofdacte aan de gemeentescholen nos. 8 en 10. Deze voordrachten hebben ter visio gelegen, om heden tot de benoeming over te gaan. Do voorzitter acht het gewenschtde openbare verga dering tijdelijk te schorsen. Na heropening der openbare vergadering: IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Regeling der rangorde van zitting van de leden van den raad. De uitslag der gehouden loting is, dat worden aangewezen: plaats no. 1 aan den heer H. Beucker Andreae. 9 2 Dr. J. Baart de la Faille. 9 3 9 N. T. Haverschmidt 4 Jhr. Mr. C. van Eijsinga. 9 5 9 Mr. I. Wolff. 9 9 6 9 Mr. J. L. van Sloterdijck. 7 9 A. Duparc. 9 8 9 9 9 Mr. C. Beekhuis. 9 9 9 9 9 Mr. A. Menalda. 10 9 9 W. J. Oosterhoff. 5> 11 T. Konter. 12 9 Mr. W. Kolff. 13 9 R. H, Dijkstra. 14 J. F. H. Bekhuis. 9 15 3» D. Tigler Wijbrandi. 16 9 9 J. Theunisse. 17 9 C. L. B. J. Feitz. 18 9 9 J. van der Scheer. I 19 9 9 S. H. Hijlkema. 20 9 9 9 Mr. H. D. v. Ketwich Verschuur. 2. Vernieuwing van de section van den raad. De uitslag der gehouden loting is, dat worden aange wezen van de le sectie, waarvan de burgemeester voorzitter is, tot leden de heeren Jhr. Mr. C. van Eijsinga, R. H. Dijkstra, S. H. Hijlkema, Dr. J. Baart de la Faille, J. Theunisse, Mr. H. D. van Ketwich Verschuur en Mr. J. C. Meijer, wethouder 2e sectietot voorzitter de heer Dr. N. Reeling Brou wer, wethouder, en tot leden de heeren W. J. Oosterboff, N. T. Haverschmidt, A. Duparc. Mr. W. Kolff, Mr. I. Wolff, Mr. C. Beekhuis en C. L. B. J. Feitz 3e sectie, tot voorzitter de heer J. Troelstra, wet houder, en tot leden de heeren Mr. A. MenaldaMr. J. L. van Sloterdijck, J. F. II. Bekhuis, D. Tiglcr Wijbrandi, H. Beucker AndreaeJ. van der Scheer en T. Konter. 3. Benoeming van leden der commissie voor het stedelijk muziekkorps. Het resultaat der gehouden stemmingen is, dat tot leden dezer commissie worden benoemd de heeren Mr. J. L. van Sloterdijck, Jhr. Mr. C. van Eijsinga, D. Tiglor Wijbrandi en Mr. H. D. van Ketwich Verschuur, onder scheidenlijk met 2021 20 en 20 stemmen. De heer Beekhuis verkreeg 2 stemmen en de heer Konter 1 stem. 4. Benoeming van eene onderwijzeres aan de gemeente school no. 1 (ter vervulling der vacatureontstaan door het aan mej. J. Borgman verleend eervol ontslag en voortdurende door het niet-aannemen der benoeming door mej. M. Groenhout). De door burgemeester en wethouders opgemaakte voordracht bestaat uit: 1. mej. C. M. Leopold te Wier, 2. mej. G. Koestra te Wieuwerd en 3. mej. T. Bosma te Irnsum. Het resultaat der gehouden stemming is, dat 19 stemmen op mej. C. M. Leopold en 2 stemmen zijn uitgebracht op mej. G. Koestra, zoodat eerstgenoemde wordt benoemd. 5. Benoeming van een onderwijzer met hoofdacte aan de gemeenteschool no. 8 (vacature H. J. Beunk).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1897 | | pagina 1