30 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Zaterdag 27 Maart 1897. En nu kan 't niet uitblijvendatals de begrootings- pcsten laag zijn geraamdze allicht zullen worden over schreden. Er werd op die begrooting voor vele posten een lager cijfer dan vroeger uitgetrokkenten einde te voorkomen dat er meer belasting moest worden betaald. Als men dit in het oog houdt, dan kan men waarlijk over de finantieele uitkomsten van het jaar 1896 tevreden zijn. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 3. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van eene wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1896. Conform het voorstel der commissie wordt besloten het ontwerp-besluit tot nadere wijziging dezer begrooting onveranderd goed te keuren. 4. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van eene wijziging van de gemeente-begrootingdienst 1897. Wordt, overeenkomstig het voorstel der commissie, besloten, het ontwerp-besluit tot wijziging goed te keuren. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding van een verzoek van den heer G. Jellema om goedkeuring van een bouwplan. Burgemeester en wethouders stellen voor, te besluiten aan den adressant te berichten dat de raad bezwaar moet makenhet door hem overgelegd plan van bebou wing van terreinen aan de Houtstraat goed te keuren omdat het in strijd is met de bepaling van art. I der ver ordening op het bouwen en op het inrichten van woningen enz. (Gemeenteblad no. 6 van 1888.) De beraadslagingen worden geopend. De heer Bekhuis heeft bij kennisneming van de stuk ken en teekening zich geen voorstelling kunnen maken van wat er wordt gevraagd. Daarom heeft hij ter plaatse een onderzoek ingesteld en op het bureau van den direc teur der gemeentewerken inzage genomen van onder scheidene bloktcekeningen. Het terrein waarop nu een pakhuis staatis geheel door andere woningen omringd en van de Houtstraat te bereiken langs een pad dat 2.80 M. breed is. Spr. is het met burgemeester en wethouders eens, dat het over gelegd bouwplan niet kan worden goedgekeurd hij zal dus met hun voorstel medegaan. Het pakhuis op dit terrein staandezal worden ge- amoveerd waardoor eene niet onbelangrijke open ruimte zal worden verkregen. Waarvoor deze ruimtenu het overgelegd bouwplan niet wordt goedgekeurdzal worden gebruiktweet spr. nietmaar hij vreest er voordat niet ten allen tijde een goed gebruik daarvan zal worden gemaakt. Spr. komt tot de meening en heeft hierover in het breede met den directeur der gemeentewerken gesproken dat het in het belang, niet alleen van den adressant maar ook van de geheele omgeving zou zijn indien dit terrein op doelmatige wijze werd bebouwd. De adressant is, volgens bekomen inlichting, ook eigenaar van al de omliggende woningen, en zou dus, met opoffe ring van een paar dier woningeneen meer geschikt terrein ter bebouwing verkrijgen waardoor eene groote verbetering voor de geheele omgeving tot stand kon komen. Spr. geeft zijne meening in deze in het openbaar te kennen, met de bedoeling, dat ze zal doordringen tot den adressant. Gaarne zou hij zien, dat deze of nog liever zijn architect, die door de overgelegde teekening blijk heeft gegeven van een duidelijk inzicht in vertrouwelijk overleg trad met den directeur der gemeentewerken, om in den geestals door spr. is aangegevende belangen van adressant en omgeving te trachten to bevorderen. Den hoer Reeling Brouwer doet het genoegen, dat de heer Bekhuis de zienswijze van burgemeester en wethou ders deeltdat door uitvoering van het door adressant ingediend plan een toestand geschapen zou worden die in strijd zou zijn met het voorschrift van art. 1 der bouwverordening. Burgemeester en wethouders konden niet meer doen, dan hierop te wijzen. Welke nu do be stemming van dit terrein zal zijn dit gaat burgemeester en wethouders voorloopig niet aan. Zij zullen dit afwachten. De heer Bekhuis heeft ook niet meer van burgemeester en wethouders verwacht, doch, zooals hij meent duidelijk te hebben gezegd over dit voorstel het woord gevraagd, alleen om den wensch uit te sprekendat de toestand aldaar zal worden verbeterd, in het belang van den eige naar en van de omgeving. De directeur der gemeentewerken adviseert en bur gemeester en wethouders gaan met hem mede, om het overgelegd bouwplan niet goed te keuren. Zij zien het echter wel wat zwaar in de verwijzing naar art. 1 der bouwverordening gaat te ver. Er is hier toch eigenlijk geen sprake van den aanleg van een nieuwe buurt of straat. Do beraadslagingen worden hierop gesloten. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot goed keuring van een stratenplan en vaststelling van rooilijnen voor bebouwing van terreinen aan de Spanjaardslaan. S. v. d. Veen S. Schilderman T. IJtsma en de ge broeders A. en J. de Boereigenaars geworden van bouwterreinen gelegen nabij de Spanjaardslaanhebben verzocht om de slootgelegen voor den tot dio terreinen leidenden toegangsweg te mogen dempen en legden daar bij over de plannen van straten en bebouwing. Burgemeester en wethouders stellen naar aanleiding hiervan voor I. voor te schrijvendat aan de straten aan te leg gen op de bouwterreinen, gemerkt I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII en IX, moeten worden gegeven de af metingen aangeduid op de door den directeur der ge meentewerken ingezonden en door hem gewaarmerkte teekening en omschreven in zijne missive d.d. 25 Maart j.l. no. 216/12 II. als rooilijnen voor de op de sub I genoemde ter reinen te bouwen woningen aan te wijzen de daarvoor in roode kleur op de teekeningzooeven bedoeld aan gegeven lijnen III. de beslissing omtrent het verzoek tot demping van de sloot tusschen de bouwterreinen en het gazon langs de noordzijde van de Spanjaardslaan voorloopig aan te houden. De beraadslagingen worden geopend. De heer Bekhuis zegt, dat dit voorstel met stoom is bewerkt. Gisteren ten 1 ure was de inktwaarmede de teekening, het advies en het voorstel zijn bewerkt nog niet droog om 2 uur lag het voorstel van burgemeester en wethouders ter visie en nu reeds wordt de raad geroepen het te behandelen. Voor zoover uit de teekening en de stukken kan blij ken kan spr. het plan goedkeuren hij heeft geen be zwaar tegen de straten verdeel ing, de rooilijnen, enz. Maar al wordt dit voorstel aangenomen toch zal er nog niet zijn een volledig plan voor de bebouwing van deze terreinen. In onderdeel III wordt voorgesteld de beslissing over de demping der sloot voorloopig aan te houden. Het spreekt van zelf, dat of die sloot geheel of gedeeltelijk moet worden gedemptof daar een dam een duiker of eene brug moet worden aangebracht. Dit zal noodig zijn voor de communicatie tusschen de terrei nen en de Spanjaardslaan. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Zaterdag 27 Maart 1897. 31 Spr. zal echter nooit aan een besluit tot aanleg van die verbinding medewerken tenzij door de ondernemers wordt overgelegd een plan van rioleering van de ter reinen. Uit de kaart blijkt, dat aan de noord- en aan de zuidzijde in slechten toestand verkeerende slooten liggen en nu zou spr. van die gelegenheid gebruik willen maken, in het belang van de gemeentemaar ook van de toe komstige bewoners der te bouwen woningen, om ook deze slooten te dempen. Hij had daarom liever gezien dat den directeur der gemeentewerken grootere tijdruimte was gelaten om één plan op te maken zoowel wat de bebouwing als den aanleg van riolen betreft. Dit zou in alle opzichten te verkiezen zijn geweest. Spr. zou gaarne van burgemeester en wethouders ver nemen of, indien eene beslissing omtrent de demping der sloot langs de Spanjaardslaan wordt aangehouden zonder onbillijk te zijn tegenover de ondernemers on billijk zegt spr.omdat de gemeente daaraan alle moge- lijko voorwaarden kan verbinden naar de meening van burgemeester en wethouders voldoende waarborg zal ver kregen wordendat men den ondernemers dan tevens voorwaarden kan opleggen omtrent de rioleering van de terreinen en de demping ook van de beidedoor hem bedoelde slooten. De Voorzitter geeft te kennen dat de zienswijze van burgemeester en wethouders geheel dezelfde is als die van den heer Bekhuis. Ook burgemeester en wethouders zijn van oordeeldat de rioleering van deze terreinen moet tot stand komen. Spr. wijst er opdat de onderwerpelijkc zaak voorloo pig alleen verband houdt met art. 1 der bouwverordening, waarbij wordt bepaalddat bij het aanleggen van een nieuwe straat of buurt aan de straten de afmetingen moeten worden gegevenwelke door den gemeenteraad voor ieder bijzonder geval worden voorgeschreven. Dit artikel spreekt dus niet van rioleering. De raad heeft alzoo nu alleen de afmetingen der aan te leggen straten vast te stellen. De heer Bekhuis heeft dan ook te recht de kwestie van de rioleering verbonden aan de verkrijging van een uitgang van de terreinen. De raad zal dan nog altijd sterk zijn tegenover de onder nemers. Deze maakten zoo'n haast met hun werk dat burge meester en wethouders gemeend hebbenniet te moeten talmen met de zaakalthans voor zoover deze betreft uitvoering van de bouwverordeningden raad ter be oordeeling voor te leggen. De heer Bekhuis zegtdat bij hom de vraag is ge rezen of art. 1 der bouwverordening hier wel van toe passing is. Spr. ziet den voorzitter een teeken van be vestiging geven en voor diens opinie heeft hij respect. Maar er is in het voorstel ook sprake van het vast stellen van rooilijnen. Spr. meende echterdat men, in dien maar op grooteren afstand dan 5 meter van de openbare straat wordt gebouwd in de wijze van bouwen ook wat de rooiïng betreft, geheel vrij is. Spr. weet dus nietof de raad in dat geval bevoegd isdaaromtrent voorschriften te geven. De ondernemers hebben echter de gemeente noodig on zullen dus wel bereid zijn, reke ning te houden met den wensch van den raad. Spr. had daarom gaarne in eens het geheele plan van bebouwing, rioleering, demping van slooten enz. vóór zich gezien. Hij herhaalt de vraag, of, bij aanneming van het onder- werpelijk voorstel, de belangen van de gemeente gewaar borgd zullen blijven. De Voorzitter kan op de vraag van den heer Bekhuis niet anders antwoorden, dan dat de ondernemers om de belangen die hun aan de gemeente binden zich wel vooral na de heden gehouden besprekinggenoopt zullen gevoelen, om zich naar den wensch van den raad te schikken. De heer Bekhuis zal na de stellige verklaring, dat burgemeester en wethouders met hem van dezelfde ge dachte zijn over de noodzakelijkheid der demping van alle slooten en in de verwachting, dat zij van deze ge legenheid zullen gebruik makenom voorschriften te geven omtrent rioleering, aan het voorstel zijne stem geven. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De heer de la Faille komt ter vergadering. 7. Advies der reclame-commissie omtrent bezwaarschrif ten in beroep tegen aanslagen in den II. O., dienst 1896. 8. Het primitief kohier van de directe belasting op het inkomendienst 1897. In verband met de behandeling van deze punten wordt de vergadering tijdolijk met gesloten deuren voort gezet. Na heropening der vergadering wordt besloten het kohier dor directe belasting op het inkomen ten behoeve dezer gemeente over het dienstjaar 1897na daarin aangebrachte wijzigingenvast te stellen op een belastbaar inkomen van f 4.131.555 en het totaal der aanslagen ten bedrage van f 219.795.99s. 9. Vozrslcl van burgemeester en wethouders tot liet verleenen van eene gratificatie aan de wed. J. D. van Nimwegen. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten aan A. Kingma wed. van J. D. van Nimwegen in leven opzichter bij de gemeentewerkeneene gratificatie in eens toe te kennen van f 250, voor eenig bedrijfs kapitaal en ten einde haar in staat te stelleneenige voorwerpen aan te koopen, vereischt om een middel van bestaan te vinden. De Voorzitter sluit de vergadering. Stoom Iioek- en Steendrukkerij van N. MI EDEMA Co.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1897 | | pagina 3