36
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 13 April 1867.
kundige in haar midden heeft, heeft getoond daarvoor een
open oog te hebben. Men mag dus verwachten, dat de
reeds genomen maatregelen een gunstig resultaat zullen
opleverenlaat men zich daarom vooreerst bepalen tot
den door den heer Meijer voorgestelden maatregel in plaats
van in te gaan op het strenge voorschrift, dat de com
missie voorstelt.
De heer Du pare vestigt de aandacht er op, dat dooi
al de drie wethouders de maatregel, die door de com
missie wordt voorgesteld, gestreng wordt genoemd, en toch
hebben zij ten opzichte van de bewaarscholen dezen maat
regel reeds toegepast. Spr. begrijpt deze houding niet
hij kan zich niet voorstellen, dat een maatregel voor de
lagere scholen streng kan zijn, die het niet is voor de
bewaarscholen.
Van de hoofden der scholen kan men, zooals thans de
ondervinding heeft geleerd inderdaad moeilijk kennis
verwachten van de ziektewaarvan hier vooral de rede
is. Van daar het voorstel. En zoo hij, na de toelating
van een kind, twijfel of vermoeden koestert omtrent het
bestaan van eene ziekte, dan is het correctief gelegen in
het voorschrift, dat hij eene geneeskundige verklaring moet
vragen. Men zou eigenlijk hiervoor een schoolarts moe
ten hebben doch hoe gewenscht dit op zich zelf moge
zijn, het zou voor de gemeente een vrij kostbare maat
regel zijn. Het volmaakte is niet altoos te bereiken.
Indien een kind tot de school wordt toegelaten, met
eene verklaring van den geneesheer, mag men aannemen,
dat het gezond is. Moet men het dan later ieder oogen-
blik laten onderzoeken Dit wordt met geen enkel
woord voorgesteld.
Spr. wil het bezwaar voor de ouders, gelegen in den
eisch van overlegging eener geneeskundige verklaring,
niet ontkennen, maar het wil er niet bij hem in, dat
ouders, die er prijs op stellen, dat hunne kinderen goed
onderwijs kunnen genietendezen van de school zullen
houdenalleen omdat zij geneeskundig moeten worden
onderzocht. En de kosten zullen waarlijk niet groot zijn.
De zekerheid, dat door den voorgestelden maatregel het
gevaar voor besmetting voor hunne kinderen vermindert,
zal wel voor de overgroote meerderheid het zwaarst wegen.
Spr. zou wel een beroep willen doen op het gemoed
van zijne mede-leden. Hoe menig besluit is sinds jaar en dag
niet door den raad genomendat aan de ingezetenen in
het een of ander opzicht last veroorzaaktomaar steeds
zat daar bij voor de gedachte, dat, wat het zwaarst is
ook het zwaarst moet wegen. Zoo behoort 't ook nu te
zijn. Het betreft hier een maatregelwaartoe men door
de noodzakelijkheid wordt gedwongen. Men moest er zich
eigenlijk behalve tegenover de ingezetenen, ook tegenover
het groote publiek buiten de gemeente voor schamen, dat
in deze gemeente, waar toch genoeg water is te verkrijgen,
dit nog veel te weinig tot reiniging van het lichaam wordt
gebruikt, met hot gevolg, dat ook daardoor ziekten ont
staan van zoo viezen aard, als waarvoor voornamelijk de
voorgestelde maatregel strekt.
De heer Meijer wenscht nog een onkel woord in het
midden te brengen om aanneming van zijn amendement
aan te bevelen.
De heer do la Faille zeide, dat hij tot op zekere
hoogte spr.'s bezwaren erkendedat hij echter het sanitaire
belang het zwaarst wil doen wegen en daarom een preven-
tieven maatregel nemen. Ook spr. wil ditmaar op eene
andere wijzehij wenscht bij eerste toelating overlegging
van een geneeskundig attest, indien het hoofd twijfel koes
tert omtrent het bestaan eener ziekte.
Spr. heeft zich misschien straks wat kras uitgedrukt
waar hij sprak van sleur in het afgeven van geneeskundige
verklaringen door de geneesheerenhij wil daarmee echter
niets ten nadeele der medici gezegd hebben. Hij blijft
echter zijn bezwaar handhaven, ook medici blijven menschen.
Do andere tegenstanders van spr.s amendement voerden
aan dat strengheid noodig isomdat gebleken isdat
indien men het aan do hoofden dor scholen overlaat, het
bestaan der ziekte allicht aan hunne aandacht zal ontsnappen.
Wat is de groote grief tegen het bestaand artikel 1 V
Dat het hoofd der school moet uitmakonof er ziekte
aanwezig ishij zal dikwijls staan voor de moeielijkheid
om te beslissenof een kind al dan niet tot de school
mag worden toegelaten. Dit bezwaar kan wel aanleiding
zijn geweest, dat de ziekte zich heeft uitgebreid.
Maar nu wordt door spr.'s amondemont die moeielijk
heid opgehevon. Het hoofd der school mag een kind
lijdende aan in art 1 genoemde ziektenniet tot de
school toelaten. Hij beslist omtrent de toelating, maar bij
gerezen twijfel omtrent het bestaan van een dier ziekten
vraagt hij de voorlichting van een deskundige. Hot
amendement past bovendien geheel in de verordening
het vestigt volkomen overeenstemming tusschen artt. 1 en 2.
De heer Duparc verbaast zich over de houding van de
drie wethouders tegenover het voorstel der commissie
daar burgemeester en wethouders toch reeds eene circu
laire in dienzolfden geest aan de hoofden der bewaar
scholen hebben gericht. Spr. wijst er op dat die circu
laire een gevolg is van de omstandighedenwaarin men
nu verkeertdus een tijdelijk noodzakelijke maatregel
maar dat dit geheel iets anders isals een imperatief
voorschrift in eene verordening.
De heer Reeling Brouwer erkent met den heer de la
Failledat de hoofden der scholen op het gebied van
ziekten geen deskundigen zijnmaar men moet niet ver
geten dat men thans te doen hooft met een ziekte
favusdie verwaarloosd is en waarop de aandacht der
schoolhoofden niet was gevestigd; dit is nu wel het geval.
Spr. wil gaarne medewerkenom do uitbreiding der
ziekte tegen te gaan on haar geheel te doen verdwijnen
maar de commissie gaat hem hierin te ver. Het getal
aangetaste leerlingen bedraagt goen a moot nu de
overige 95 gedwongen wordenom gezondheidsver
klaringen mede te brengen.
Ten aanzien van de opmerking van den heer Duparc
omtrent de aanschrijving van burgemeester en wethouders
aan de hoofden der bewaarscholenkan spr. aan het
daaromtrent door den heer Meijer aangevoerde nog toe
voegen dat men niet moet voorbijziendat er in dozen
verschil bestaat tusschen bewaarscholen en lagere scholen.
De leerlingen der eerste kunnen met minder bezwaar
worden thuis gehoudenterwijl het voor leerlingen uit
de volksklasse vooraldie de lagere scholen bezoeken
van overwegend belang is, of zij een jaar korter of langer
onderwijs genieten.
De heer van Ketwich Verschuur wijst er nogmaals
op, dat de praktijk van jaren heeft geleerd, dat de kennis
van ziekten bij schoolhoofden zeer miniem isanders
toch had de thans bedoelde walgelijke ziekte niet zoo
eene uitbreiding kunnen verkrijgen. Er zijn 250 geval
len van deze ziekte in de gemeente geconstateerd en
de meeste van deze komen op de openbare scholen voor.
Bij dezen omvang der ziekte is een strenge maatregel
noodzakelijk de gezonde kinderen die het onderwijs op
prijs stellen en dus de school blijven bezoeken zouden
anders de kans loopen naast zieke kinderen te zitten on
eveneens te worden aangetast.
Bezwarend en kostbaar voor de ouders noemt de heer
Troelstra dezen maatregel. Spr. moet die qualificatie ont
kennen. De doktoren alhier hebben zich in eene gecom
bineerde vergadering met het dagelijksch bestuur en de
schoolcommissie bereid verklaardom al het mogelijke te
doen tot bestrijding der ziekte. De commissie van toezicht
is nu voornemensom bij aanneming van het aanhangig
voorsteltegelijk met het gewoon schriftelijk bericht aan
de ouders tot toelating van het kind op eene bepaalde
schoolaan die ouders een gedrukt formulier voor eene
gezonIheidsverklaring toe te zenden, dat zeer zeker door
den geneesheer gratis zal worden ingovuld en onder-
teokend.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 13 April 1897.
37
Voor on- en minvermogenden is derhalve hierdoor het
financieel bezwaar opgeheven. Moergegocdon zullen zich
gewis gaarne de geringe kosten der geneeskundige ver
klaring getroosten, waar zij de zekerheid zullen erlangen,
dat hunne kinderen niet behoeven plaats te nemen naast
dio van anderen, welke door eene der hier bedoelde deels
zeer gevaarlijke, en afzichtelijke besmottelijke ziekten zijn
aangetast.
Do hoer Troelstra wist niet, dat, zooals do heer van
Ketwich Verschuur mededeelde, de doktoren de gezond
heidsattesten gratis zullen afgeven.
Wel herinnert spr. zich de indertijd met de genees
kundigen gehouden conferentie, waarin deze zich bereid
verklaarden, om tot bestrijding der ziekte krachtig mede
te werken, maar van gratis onderzoek was geen sprake.
Spr. meent dan ook, dat van de geneeskundigen niet
gevergd kan worden, om op den duur het voor te schrij
ven onderzoek en het afgeven van verklaringen kosteloos
te verrichten.
Den heer Meijer was het ook niet bekend, dat de
doktoren het onderzoek gratis zullen doen, maar nu de
lieer van Ketwich Verschuur het zegt, wil spr. het aan
nemen. De onvermogende ouders zullen daardoor dan
worden gebaat, maar het bezwaar geldt vooral voor de
ouders, die met moeite het weinige schoolgeld bij elkaar
kunnen krijgen, die ook de uitgaaf voor de geneeskundige
verklaring liefst zelf willen voldoen (en dat verdient aan
moediging en lof), maar voor wie deze nieuwe uitgaaf
een te groote last zal kunnen worden.
De heer van Ketwich Verschuur maakte de opmerking,
dat de jarenlange praktijk hem heeft geleerddat de
kennis van ziekten bij de' hoofden van scholen zeer
miniem is anders zou ze niet eene zoo groote uitbreiding
hebben gekregen. Spr. wijst op het bestaande art. 1 dei-
verordening het hoofd der school mag geen kind dat
aan een der daarin genoemde ziekten lijdttot de school
toelaten; hij moet dus over het bestaan der ziekte beslissen
en dit is juist de zaak. Favus is eene zeer moeilijk te
onderkennen ziekte. Daarom wil spr. de decisie over
dragen van het hoofd der school op een deskundige,
wien het hoofd moet raadplegen.
Na eenige bespreking tusschen de lieeren Duparcvan
Sloterdijek en den voorzitterover de vraagof het
amendement van den heer Meijerdan wel het voorstel
van de commissie bij stemming den voorrang heeft, wordt
op voorstel van den voorzitter beslotenhet amendement
van den heer Meijer het eerst aan stemming te onderwerpen
Het resultaat hiervan isdat het amendement wordt
aangenomen met 11 tegen 9 stemmendie van de heeren
van Ketwich Verschuur, Menalda, van Sloterdijek, Beucker
Andreae, Duparc, Haverschmidt, de la Faille, van Eijsinga
en Kolft'.
Sub b stelt de commissie vooruit art. 6 te doen weg
vallen de woorden »of aan een der in art. 1 genoemde
ziekten.
De heer de la Faille wenscht de „croup" in dit artikel
te behoudenen dus het verbod te handhaven, om lijders
aan die ziekte te vervoeren in andere voertuigen, als die
daartoe door burgemeester en wethouders zijn aangowezen.
Croup en diphtheritis zijn vrij wel identisch. Nu zou men
kunnen zeggendat vorvoor van een lijder aan croup
niet vaak zal voorkomen, maar dit is wel het geval,bijv.
wanneer de lijders ter verpleging naar hot ziekenhuis worden
gebracht. Volgens informatie is dit in het vorige jaar 10
maal geschied.
Spr. stelt derhalve voor, de woorden „of aan oen der
in art. 1 genoemde ziekten" te doen vervangen door
„of aan croup".
De commissie neemt dit amendement over.
Aldus gewijzigd wordt het onderdeel h zonder hoofdelijke
stemming aangenomen. Evenzoo onderdeel c.
Alzoo wordt besloten vast te stellen de navolgende
verordening
VERORDENING tot wijziging der verordening
tot voorkoming, wering en beteugeling
van besmettelijke ziekten.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegonde, dat er noodzakelijkheid bestaat tot wijzi
ging van de verordening tot voorkomingwering en
beteugeling van besmettelijke ziektenvastgesteld bij
raadsbesluit van 31 Maart 1896 (Gemeenteblad no. 9);
Gezien art. 135, 161, 171 en 174 der gemeentewet;
Besluit
u. Aan art. 1 als 2e alinea toe te voegen het volgende:
In geval van twijfel zijn zij verplicht, vóór do toelating
de overlegging te eischen van een geneeskundige verklaring,
dat het kind niet lijdende is aan een der ziekten in
alinea 1 omschreven.
t>. In art. 6 do woorden „of aan een der in art. 1
genoemde ziekten" te doen vervangen door: „of aan
croup".
c. Dit besluit zal onmiddellijk na zijne vaststelling
worden afgekondigd.
De vergadering wordt gesloten.
Stoom IJoek- en Steendrukkerij van N. MIEDEMA Co.