100 Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeawarden, van Dinsdag 28 September 1897. De oorzaak van alles is, dat de gemeente laboreert aan eene lamme, onvolledige verordening, die hoog noodig moet worden aangevuld en gewijzigd. Met de verorde ning in de hand, heeft de gemeente geen macht, om eenigen dwang uit te oefenenzij heeft in dit opzicht niets te zeggen. Men kan maar 120 woningen bouwen, zonder daarbij voor goede rioleering te zorgen men gaat zijn gang en later, als de toestand onhoudbaar is gewor den, komt men bij de gemeente met klachten aan en eiseht men van haar, afdoende verbetering aan te brengen; dat heet dan noodig te zijn in het algemeen belang. Spr. gelooft dat, indien het voorstel wordt aangenomen, dit in het vervolg voor anderen eene aanwijzing zal zijn, om zelf voor eene goede rioleering te zorgen. De heer Konter gelooft wel, dat men in dezen uit de moeilijkheid kan geraken, door, volgens het denkbeeld van den heer Bekhuis, te trachten, met de eigenaren in over leg te treden. Hij meent, dat het mogelijk zal zijn, den eigenaren aan het verstand te brengen, dat hun eigen belang betrokken is bij eene goede regeling der af watering. Dat overleg zal allicht meer kans op een goed succes hebben, wanneer dit plaats heeft, vóórdat met het bouwen wordt begonnen. Indien echter de voorwaarden, door burgemeester en wethouders voorgesteld worden opgelegd, dan is men gebonden en zal later niets meer gedaan kunnen krijgen. Daarom acht spr. 't beter, om met de eigenaren dezer nieuwe buurt in overleg te treden over het leggen van een riool naar de stadsgracht, met eene evenredige bijdrage van die eigenaren. Deze bijdrage behoeft zeker niet hoog te zijn, misschien f 20 voor elk perceelmaar op die wijze alleen zal men tot een bevredigend resultaat komen. De heer Reeling Brouwer zegt, dat burgemeester en wethouders reeds in den geest van het denkbeeld van den heer Bekhuis moeite hebben gedaan doch zonder resultaat. Spr. herinnert ook aan de geschiedenis van het plan van bebouwing van terrein bij de Spanjaardslaan. De heer Bekhuis wees toen ook op de aanwezigheid van in hoogst slechten toestand verkeerende slooten. Hij drong aan op demping er van en heeft, zoo spr. wel is inge licht daartoe pogingen aangewend door bespreking met die bouwers en de eigenaren der perceelenaan die slooten gelegen, doch het resultaat is nihil geweest. Met de eigenaren was niet te handelen. Zelfs het schoonmaken van slooten gaat met heel veel moeite gepaard; de kosten hiervan, die een kleinigheid per meter bedragen, leveren bezwaar op. Indien de raad deze voorstellen aan burgemeester en wethouders renvoieert, zullen deze natuurlijk nogmaals trachtende zaak tot een goed einde te brengenmaar spr. ziet geen kansom eene bijdrage van de eigenaren te verkrijgen in de kosten van aanleg van een riool naar de gracht. De Voorzitter deelt mede, dat reeds vóór den verkoop van deze terreinen bij den notaristen wiens overstaan de verkoop zou geschieden, is beproefd eene overeenkomst te treffen omtrent den aanleg van riolen, maar deze poging is afgestuit op den onwil van dien notarisalthans alle pogingen zijn toen mislukt. Het terrein was nog en bloc, zoodat gemakkelijker dan nu een convenant, geldend voor de onderdeelenwas aan te gaan. De heer Bekhuis zegt, dat het niet zijne bedoeling was, aanmerking te maken op de handelwijze van burgemeester en wethoudershij weetdat zij het goede willen maar hij had wel gewenscht, dat zij wat verder waren gegaan. Spr. heeft zich bij de behandeling van het bouwplan van het terrein bij de Spanjaardslaan krachtig verzet en aangedrongen op demping van al de omliggende sloten en verheugt er zich in, dat hij dit deed. Bij herhaling heeft hij den toestand aldaar opgenomen en dien even treurig als toenmaals bevonden. De eige naren zion nu indat zij boter hadden gedaan met zijn raad op te volgen. Spr. heeft geen bezwaar tegen de demping der sloot aan den Stienserweg, maar wel tegen het rioolstelsel, dat burgemeester en wethouders den eigenaren willen opdringen. Dit stelsel zal waarschijnlijk ook aan den heer Dijkstra, wiens adres heden is ingekomen, worden opgedrongen en zoodoende zullen de perceelen afwateren in stilstaande sloten. Spr. is hiertegen, omdat de eigenaren later onge negen zullen zijnom mede te werken tot den aanleg van een riool naar de gracht. De gcmeentefinanciën zijn nu wel niet gunstigmaar een uitgaaf voor zoodanig werk is van groot nut. Zijn de kosten voor de gemeente te hoogdan moet men trachten van de eigenaren eene bijdrage te krijgen. Zoo als spr. straks reeds zeidezal de directeur der gemeen tewerken met den eigenaren in overleg kunnen treden en hen wijzen op den toestand, die niet in hun belang zal zijn. Wijzen zij het voorstel voor eene bijdrage af, dan hebben zij de gevolgen te dragen. Maar spr. is van oordeeldat dit voorstel van burgemeester en wet houders niet kan worden aangenomen en den eigenaren geen rioolstelsel moet worden opgelegd dat leiden moet tot een verkeerden toestand. Hij stelt daarom de volgende motie voor ,,De Raad Gelezen de betrekkelijke voorstellen van burgemeester en wethouders; Gehoord het debat; Besluit deze voorstellen aan burgemeester en wethouders terug te zenden, met uitnoodigingom door overleg met de belanghebbende eigenaren te trachteneen gewijzigd plan met rioolstelsel voor alle bij deze voorstellen betrokken perceelen den Raad aan te bieden." Deze motie wordt voldoende ondersteund en komt in behandeling. De heer Troelstra doet opmerken, dat, zooals door den voorzitter reeds is medegedeeld, vóór den verkoop van deze terreinen getracht is tot een overleg te komen omtrent den aanleg van riolen. Dit is niet gebeurden de ervaring leertdat men bijna nooit daartoe kan ge raken. En toch, wie hebben meer belang bij het verkrijgen van een goeden toestand, dan de eigenaren en de bewoners Het komt spr. voor, dat als de eigenaren een juist inzicht in de zaak hadden, zij uit zich zelf moesten komen met een verzoekom over den aanleg van een riool in overleg te treden. Zij doen echter niets daarvangaan maar aan het bouwen en als de toestand onhoudbaar wordtkomen ze met klachten. Spr. zal zich niet tegen de motie verzetten men kan de eigenaren oproepen en trachten, met hen tot overeen stemming te komen omtrent het leggen van een riool. Doch hij zal er niet toe medewerken om de gemeente in de kosten te doen deelen. De heer de la Faille heeft met groote instemming do motie van den heer Bekhuis begroet en deze ondersteund. Hij erkent met dien geachten spreker, dat in de toekomst hier een slechte toestand zal worden geschapen. De motie is zóó goed en helder toegelicht, dat spr. zich ontslagen acht van eene nadere ontvouwing van zijne zienswijze, die daarmede geheel overeenstemt. Met den heer Troelstra, die op het bestaan van eene gebrekkige en onvolledige verordening weeswenscht spr.dat eene herziening der verordening spoedig zal worden ter hand genomen. De Voorzitter wenscht er nog op te wijzen, dat, met het oog op de jurisprudentie van den Hoogen Raad het Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 28 September 1897. 101 Do hoofdingenieur maakte in zijn schrijven dd. 30 Maart bouwterreinen zal kunnen verkrijgen. Delj.l. no. 202 F eenige opmerkingen over het bedrag der vermelde uitkeering van het Rijk en hij verzocht overleg ging van eene juiste omschrijving der door de gemeente uit te voeren werken met teekening en begrooting van kosten, ten einde die stukken te voegen bij zijn voorstel De motie van den heer Bekhuis wordt zonder hoofde- ;,an den Minister. Burgemeester en wethouders voldeden de vraag zal zijn, of de gemeente een groote macht over eigenaren van raad make zich hierover geen overdreven illusie. De beraadslagingen worden hierop gesloten. lijke stemming aangenomen. aan dit verzoek bij missive dd. 15 April j.l. no. 115 541 ,en wezen den hoofdingenieur daarbij op, dat in verband Alzoo is besloten, de voorstellen, onder nos. 5 on b op met (je jiem 0Vergelegde begrooting van kosten, die nader l u i 33,400 waren geraamd, eene bijdrage van ƒ25,000 niet te hoog is te achten in verhouding tot het voordeel, dat het Rijk zal genieten door het vervallen van de Hoek- I sterpoortsbrug. De hoofdingenieur berichtte bij schrijven van 1 Juni j.l. no. 362 F, dat hij door den Minister was gemachtigd, de agenda vermeld aan burgemeester en wethouders te renvoieeren. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vei' legging van den toegangsweg tot de stad langs de gas fabriek. Burgemeester en wethouders deelen mededat bij eene overeenkomst met de gemeente op de voorge schreven van 7 Dec. 1896 no. 766 F de hoofdingenieur van 's rijks waterstaat alhier berichtte dat hij vernomen had, dat er behoefte bestaat aan uitbreiding der gemeen telijke gasfabriek en hiervoor in aanmerking zou komen het terrein, liggende tusschen de westzijde van die fabriek en de stadsgracht. Indien hiertoe werd overgegaan, zou, naar hij meent, stolde grondslagen te ontwerpen en hem ter goedkeu ring in te zenden. Met gemeenschappelijk overleg werd een ontwerp op gemaakt, dat krachtens machtiging van den Minister door den hoofdingenieur bij zijne missive dd. 27 Augustus j.l. no. 599 F ter nadere goedkeuring door hem ingezonden werd. Naar aanleiding van een bezwaar van den direeteur de hoofdtoegang tot de stad van de zijde van den Gro- der gemeentewerken, bij missive dd. 6 Sept. j.l. no. 590/2 ninger straatweg kunnen worden verlegd naar de overzijde te kennen gegeven, is, in overleg met den hoofdingenieur, langs den Hoekstersingel, in welk geval de Verwersbrug eene nader aangebrachte aanvulling van art. 3 vervallen. zou moeten worden vervangen door een beweegbare brug voor gewoon verkeer en zou de Hoeksterpoortsbrug kunnen vervallen. Het komt hem voor, dat, indien hiertoe spoedig werd besloten, de Minister van Waterstaat, H. en N. genegen zou zijn hierin eene bijdrage te verleenen, aangezien op de staatsbegrooting voor 1897 een post van 15,390 is opgenomen voor het vernieuwen van een deel van laatst genoemde brug en deze vernieuwing onnoodig zou zijn indien bedoelde wegomlegging plaats had. Burgemeester en wethouders stelden dit schrijven om b.c. en a. in handen van den directeur der gemeente-beweegbare werken. 'eggen van Deze legde bij zijne missive dd. 14 Jan. j.l. no. 40/2 twee plannen gemerkt A en B over, met twee begroo tingen voor de werkendie met de wegomlegging in verband staan. De commissie voor openbare werken heeft hare ziens wijze in het rapport dd. 26 Februari j.l. medegedeeld. Zy geeft de voorkeur aan plan Ben is met het oog Onder verwijzing naar de overgelegde bescheiden, stellen burgemeester en wethouders voor, te besluiten I. van het rijk in eigendom, beheer en onderhoud over te nemen de rijksbrug c. a. buiten de voormalige Hoek- sterpoort, de bij die brug behoorende brug wachters woning en een gedeelte van den rijksstraatweg ter lengte van 37 M. ten noordoosten aansluitende aan die brug II. over te gaan tot verlegging van den toegangsweg tot de stad van de zijde van den Groninger straatweg langs de gemeentelijke gasfabrieknaar den Hoekster singel tot vervanging van de Verwersbrug door eene brug voor gewoon verkeertot het doen een klinkerstraatweg van deze nieuwe brug af in aansluiting met den Groningerstraatweg tot het doen afbreken en geheel opruimen van de Hoeksterbrug en het verruimen van de stads buitengracht ter plaatse van die brug, een en ander overeenkomstig daarvan dooi den directeur der gemeentewerken opgemaakte plannen gemerkt B III. behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, op de gemeentebelangendie aan het tot stand komen j burgemeester en wethouders te machtigen, met den staat van de hierbedoelde werken verbonden zijn, van oordeel, der Nederlanden omtrent de sub I en II omschreven dat, indien van het rijk eene bijdrage van 25000 kan punten eene overeenkomst aan te gaan en daartoe vast worden verkregendoor de gemeente tot de transactie j te stellen het overgelegd ontwerp kan worden overgegaan. IV. burgemeester en wethouders uit te noodigente Burgemeester en wethouders leggen de uitvoerige ad- zijner tijd finantieele voorstellen te doen tot vinding der viezen van den directeur der gemeentewerken en van de i voor do sub II genoemde werken door do gemeente te maken kosten. De heer Konter vraagt, of hetnu toch nog vele be- commissie voor openbare werken over. De beschouwingen zoowel van den directeur als van de meerderheid der commissie vinden bij hen instemming. Wel is waar zal naar hunne meening in de naaste langrijke zaken heden aan de orde zijnniet wenschelijk toekomst geen behoefte bestaan aan uitbreiding van het is, dit punt aan te houden. terrein der gasfabriek, maar mocht die behoettc later ont staan, dan zal de gemeente, als de voor te stellen trans- De Voorzitter vindt geen reden om, nu de punten actie met het rijk" tot stand komt, de vrije beschikking en 6 voor heden van de agenda zijn gevoerd, ook nog de voor eene behandeling van dit punt te verdagen. Hij geett dus in overweging, tot de behandeling over te gaan. hebben over meergenoemd terrein, dat hun uitbreiding der gasfabriek het meest geschikt voorkomt. Bij missive dd. 15 Maart j.l. no. 115/386 berichtten burgemeester en wethouders den hoofdingenieur, in ant- De heer Konter zegt, dat, zooals den raad bekend is, hij zich, bij de behandeling van dit voorstel door de woord op zijn bovenaangehaald schrijven, dat zij genegen uij 0 - - -- -- waren, den raad een voorstel aan te bieden tot uitvoering commissie voor openbare werken daarmede met^ kon vereenigen. Na herhaalde overweging van het voor en teeen komen de voordeelen hem zoo gering voordat jiV/b lila c\>nvcivii viu w vuwvi», O i tegemoetkoming in de kosten dier werken, die op ongeveer hij geen vrijheid vindtdit voorstel te steunen. ,-nr- AOA .ir.- «rrvrf t 111 f IO Tl milTS PI van de in zijne missive omschreven werken, indien het rijk genegen werd bevonden, aan de gemeente als ƒ30,000 worden geraamd, eeoe som van ƒ25,000 uit te keeren en aan haar bovendien om niet in eigendom over te dragen de brugwachterswoning bij de Hoeksterpoorts brug met den daarbij behoorenden grond. Ter aanbeveling wordt in de eersto plaats gewezen op de belangrijke uitbreiding van het terrein der gasfabriek, die daardoor wordt verkregen. Men erkent echter dat aan terrein voor gasbergingin de eerstvolgende jaren

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1897 | | pagina 3