ïiriailiiTO ra UMn 13 Hir 1891
130 Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 9 November 1897.
II. aan heeren burgemeester en wethouders 's rnads
dank te betuigen voor hun ordelijk en nauwkeurig beheer.
De beraadslagingen worden geopend.
De lieer Troelstra wijst er op, dat de opmerking van
de commissie omtrent eene fout niet juist is. Deze fout
komt niet in de oorspronkelijke rekening voor, maar het
is een drukfout in de bijlage van 's raads handelingen
waarin de rekening is opgenomen.
De heer Duparc zegt, in aansluiting bij het straks
gesprokene, dat, meent hij voor en na opmerkingen te moe
ten maken over uitgavenbuiten de begrooting gedaan
hij daarom op het goede financieel beheer van burge
meester en wethouders in het algemeen niets zal willen
afdingen.
Gaarne vereenigt hij zich derhalve ook met punt II
van de conclusie der commissie, om burgemeester en
wethouders dank te betuigen voor hun ordelijk on nauw
keurig beheer.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel der commissie wordt hierop zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
Wordt opgemerktdat de wethouders Troelstra en
Reeling Brouwer zich van medewerking aan dit besluit
hebben onthouden.
5. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek
van de begrooting der stadsbank van leening dh ust 1898.
Zonder discussie wordt besloten deze begrooting goed
te keuren tot het bedrag in uitgaaf van 5862.95.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders lot het
verleenen van eervol ontslag aan den heer J. G. de la
Fontaine Verweij als tijdelijk leeraar aan het gymnasium.
Burgemeester en wethouders herinneren er aan, dat de
heer J. G. de la Fontaine Verweij tot leeraar in de ge
schiedenis en de aardrijkskunde is benoemd tijdelijk, tot
dat in de vacature, ontstaan door het aan den heer M.
J. Kollewijn eervol verleend ontslag zou zijn voorzien.
Volgens bericht van de curatoren zal in die vacature
niet behoeven te worden voorzientengevolge van een
nieuwe regeling van vakken tusschen de leeraren.
In verband hiermede stellen burgemeester en wethouders
voor, aan den heer J. G. de la Fontaine Verweij met
ingang van 1 Januari 1898 eervol ontslag te verleenen
als tijdelijk leeraar in de geschiedenis en aardrijkskunde
aan het gymnasium.
Zonder discussie wordt dienovereenkomstig besloten.
7. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan
Mej. C. M. G. de Wijs op verzoek eervol ontslag te ver
leenen als leerares aan de middelbare meisjesschool en
haar een jaarlijksch pensioen toe te kennen.
Wordt besloten
I. aan Mej. C. M. G. de Wijs overeenkomstig haar
verzoek, met ingang van 1 Februari 1898, op grond van
een lichaamsgebrek eervol ontslag te verleenen uit hare
betrekking van leerares in de Fransche taal en letterkunde
en in de aardrijkskunde aan de school van middelbaar
onderwijs voor meisjes
II. met ingang van 1 Februari 1898 aan Mej. C. M.
G. de Wijs een pensioen ten laste der gemeente te ver
leenen van 400 per jaar.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan
den gemeente-ontvanger vergunning te verleenen tot ver
koop van landdeel uitmakende van eene zathe en landen
die hypothecair verbonden zijn voor zijn borgtocht.
Conform de conclusie van het voorstel wordt besloten
I. aan den heer Mr. D. van der Veen, ontvanger der
gemeente, vergunning te verleenen tot het verknopen van
een stuk grond, ter oppervlakte van 48 are deel uit
makende van de hem behooronde zathe en landen te
Birdaard, die hypothecair zijn verbonden voor zijn borg
tocht
II. in verband met het besluit sub Iburgemeester
en wethouders te machtigenroiement te bevorderen van
het op den te verkoopen grond rustende hypothecair
verband.
9. Voorstel van burgemeester en ivethouders naar aan
leiding van een verzoek van gymnastiek-onderwijzers en
-onderwijzeressen um nadere regeling hunner jaarwedden.
De heeren A. J. IJpes en W. F. Hijgenaar en de dames
8. II. Klaar en R. W. J. Biekart, onderwijzers en onder
wijzeressen in de gymnastiek alhier, hebben verzocht, in
de regeling hunner jaarwedden zoodanige wijziging te
brengen dat hun het uitzicht worde geopend op eene
verhooging van salaris na een zeker getal dienstjaren.
Burgemeester en wethouders achten met de commissie
van toezicht de jaarwedden van mej. Klaar en den heer
IJpes naar eisch geregeld, maar hebben wel termen
gevondenom de jaarwedden van mej. Biekart en den
heer Hijgenaar te verhoogen.
Zij stellen mitsdien voor, te besluiten
I. het verzoek van den heer A. J. IJpes en mej. S.
H. Klaar om nadere regeling hunner jaarwedden, te wijzen
van de hand
II. met ingang van den 1 Januari 1898 te verhoogen
de jaarwedden van
a. den heer W. F. Hijgenaar met f 200 en vast te
stellen op f 800
b. mej. R. W. J. Biekart met ƒ100 en vast testellen
op f 700.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dien
overeenkomstig besloten.
10. Voorstel van burgemeester en wethouders naur
aanleiding van eene missive van Gedeputeerde Staten
betreffende regeling der jaarwedden van den burgemeester
en den secretaris.
Gedeputeerde Staten hebben bij missive van 16 October
j.l. medegedeeld, dat, nu art. 10 van de wet van den
24 Mei 1897 (Staatsblad no. 156) betreffende de regeling
van de financiëele verhouding tusschen het rijk en de
gemeenten de gelegenheid aanbiedtom de jaarwedden
van burgemeesters en secretarissen meer in overeenstem
ming te brengen met den omvang hunner verantwoorde
lijkheid en hunner taak, zij meenen die gelegenheid te
moeten aangrijpen.
Zij hebben in verband daarmede een ontwerp der
nieuwe regeling van die jaarwedden opgemaaktwaarbij
met verschillende factoren rekening is gehoudeno. a.
om de jaarwedden der genoemde titularissen in onderlinge
verhouding te brengen.
Volgens het ontwerp der nieuwe regeling zal de jaar
wedde van den burgemeester dezer gemeente voortaan
3500die van den secretaris f 3000 bedragen. Gede
puteerde Staten vragen over deze bedragen 's raads oordeel.
Burgemeester en wethouders adviseeren nu, aan Gede-
pnteerde Staten te berichten dat de raad zich met de
voorgenomen tractementsregeling van den burgemeester en
den secretaris der gemeente kan vereenigen.
Dienovereenkomstig wordt zonder discussie besloten.
11. Advies der reclame-commissie omtrent bezwaar
schriften tegen aanslagen in beroep in de directe belasting
op het inkomen.
In verband met de behandeling van dit advies wordt
de openbare vergadering door den voorzitter gesloten.
Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. MJEDEMA Co.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Zaterdag 13 November 1897.
Tegenwoordig eerst 20 later 22 leden.
Afwezig de heer R. H. Dijkstra.
Voorzitterde heer Mr. J. S. baron van Harinxma
thoe Slooten burgemeester.
L De notulen van de vorige op 9 November j.l.
gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. dat de heer F. A. van Valkenburg heeft bericht,
de benoeming tot voogd der stads-armenkamer aan te
nemen
2. dat de heer Dr. J. C. Schreuder hoeft bericht de
benoeming tot voogd der stads-armenkamer niet te kunnen
aannemen.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. een adres van het hoofdbestuur van den Nederl.
vrouwenbond ter verhooging van het zedelijk bewustzijn
houdende instemming met het adres van de afdeeling
Leeuwarden van dezen bond, om het houden van huizen
van ontucht strafbaar te stellen
2. adressen van gelijke strekking van de Evangelische
vereeniging en van de kerkeraden der gereformeerde
kerken A en B.
Deze adressen worden gevoegd bij het adres van de
afdeeling Leeuwarden van den Vrouwenbond, in handen
gesteld van de verordeningscommissie
3. eene resolutio van Gedeputeerde Statenwaarbij
niet is goedgekeurd het raadsbesluit tot verlegging van
den toegangsweg tot de stad langs de gasfabriek.
Deze resolutie wordt in handen van burgemeester en
wethouders gesteld om praeadvies over de vraag of de
gemeente van deze beslissing in cassatie zal gaan
4. een verzoek van D. Idema e. a.machinisten en
stokers aan de gasfabriek, om wijziging der regeling van
hunne werkuren.
De Voorzitter stolt voordit verzoek te stellen in
handen van burgemeester en wethouders om praeadvies.
De heer Duparc is van oordeel, dat het adres behoort
bij burgemeester en wethouders en niet bij den raad. Al
wat exploitatie en bediening der gasfabriek betreft, berust
toch, volgens de verordeningen, bij burgemeester en wet
houders zooveel noodig bijgestaan door de commissie
voor de gasfabriek. Een praeadvies zou daarom tot niets
leiden de raad zou het adres toch aan burgemeester en
wethouders ter beschikking moeten terugzenden.
De Voorzitter stemt toedat er veel voor het denk
beeld van den heer Duparc te zeggen is. Het adres, dat
aan den raad gericht iskwam zoo pas in zoodat spr.
de tijd heeft ontbroken, om de strekking van het verzoek,
dat niet zeer duidelijk isnauwkeurig na te gaan. Hij
had het voorstel, om het verzoek ten fine van praeadvies
aan burgemeester en wethouders te zenden, gedaan, om
dat zij dan toch kunnen adviseeren het weder ter be
schikking aan hen te renvoiceren.
Spr. wijzigt nu echter zijn voorstelen hij geeft in
overweging, het verzoek aan burgemeester en wethouders
te zenden ten fine van beschikking.
Hiertoe wordt besloten.
5. Eene aanbeveling voor de benoeming van een
curator van het gymnasium
6. eene voordracht voor de benoeming van een hoofd
der gemeenteschool no 8.
Wordt beslotende stukkon sub 5 en 6 ter visie te
leggenom in eene volgende vergadering tot eene be
noeming over te gaan.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op
den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van eene voogdes en een voogd van het
nieuwe stads-weeshuistor voorziening in de vacatures,
te ontstaan door periodieke aftreding van mevrouw
SprengerKnorre en den heer Mr. B. W. N. Servatius.
Voor de eerste vacature worden door het bestuur aan
bevolen de dames: 1. mevr. Sprenger—Knorre, 2. mevr.
KolffRiimer en 3. mevr. Fockemabaronesse van Sytzama.
De uitslag der gehouden stemming isdat allo (20)
stemmen zijn uitgebracht op mevrouw Sprenger—Knorre.
Voor de tweede vacature worden aanbevolen de heeren
1. .Mr. B. W. N. Servatius, 2. Mr. T. J. Novon en
3. Mr. C. J. Prakken.
Het resultaat der gehouden stemming isdat de heer
Mr. B. W. N. Servatius alle stemmen verkreeg.
Alzoo wordt besloten mevrouw SprengerKnorre en
den heer Mr. B. W. N. Servatius te benoemen tot voogdes
en voogd van het nieuwe stads-weeshuis.
De heer de la Faille komt ter vergadering.
2. Benoeming van een lid der commissi e van toezicht
op de scholen van middelbaar onderwijswegens periodieke
aftreding van den heer J. W. Kramers.
Door de commissie worden aanbevolen de heeren
1. J. W. Kramers, 2. Mr. R. A. Fockema en 3. Mr.
J. A. Stoop.
Het resultaat der gehouden stemming is, dat alle (21)
stommen zijn uitgebracht op den heer J. W. Kramers.
Deze wordt alzoo tot lid dor commissie benoemd.
3. Benoeming van twee leden der commissie van toe
zicht op het lager onderwijswegens periodieke aftreding
van den heer Prof. Dr. G P. Burger en T. B. Plantenga Oz.
Voor de eerste vacature worden door de commissie
aanbevolen de heeren 1. Prof. Dr. C. P. Burger, 2. Air.
R. A. Fockema en 3. Mr. J. L. van Sloterdijck Jr.
De uitslag der stemming is, dat alle (21) stemmen zijn
uitgebracht op den heer Prof. Dr. C. P. Burger.
Voor de tweede vacature worden aanbevolen de heeren
1. A. J. Brouwer, 2. F. A. van Valkenburg en 3. Mr.
J. A. Stoop.
Het resultaat der stemming isdat 20 stemmen zijn
uitgebracht op den heer A. J. Brouwer en de heer Mr.
J. A. Stoop 1 stem verkreeg.
Tot leden dezer commissie worden alzoo benoemd de
heeren Prof. Dr. C. P. Burger on A. J. Brouwer.
De heer Reeling Brouwer was nog niet ter vergadering
verschenen.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders lot vast
stelling van eene verordening tot heffing van 5070
opcenten op de hoofdsom der personeele belasting.
(Zie bijlage no. 16 tot het verslag van 's raads hande
lingen.)
Burgemeester en wethouders stellen voor, vast te stellen
de volgende verordening