142 Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Zaterdag 13 November 1897.
En wat het geneeskundig congres aangaat, het beschik
baar stellen van de groote raadzaal voor zijne vergaderingen
was eene beleefdheid van het gemeentebestuur. De con
gresleden waren de gasten van de gemeente en nu ging
het toch niet aan, hen voor het gebruik der zaal te doen
betalen.
Spr. weet geene andere corporationdan de boven
besprokene, die van lokalen in het gemeentehuis gebruik
maken.
De heer Troelstra meentdat bij de wet is bepaald
dat de colleges van zetters hunne vergaderingen in het
gemeentehuis houden.
De heer Beucker Andreae zegt, dat hij in zijne sectie
de opmerking heeft gemaakt, die door rapporteurs in hun
verslag is weergegeven. Spr. heeft toen o. a. genoemd de
commissie voor de jaarlijksche feestviering op 31 Augustus;
rapporteurs hebben hier geen melding van gemaakt. Bur
gemeester en wethouders wijzen op buurtbezoekersdie
de voorzitter eene officieele corporatie noemt. Hoewel dit
niet zoo dadelijk door hem kan worden toegestemd, kunnen
de genoemde feestcommissie en dergelijke vereenigingen
zeker niet als officieele corporatiën worden aangemerkt.
Dit is de opmerkingdie spr. in zijne sectie onder de
aandacht van burgemeester en wethouders heeft gebracht.
De Voorzitter zegt, dat de heer Beucker Andreae geen
notitie schijnt te hebben genomen van hetgeen door spr.
en den heer van Sloterdijck is gesproken. Er is gezegd,
dat de buurtbezoekers eene officieele corporatie vormen,
in direct verband met het gemeentebestuur. Er zijn echter
andere, die indirect van nut zijn, o. a. de bedoelde feest
commissie. Spr. zou 't niet goed, zelfs hoogst ondoelmatig
achten, indien men deze commissie, die door de ingezetenen
door hunne bijdragen wordt gesteund voor het gebruik
van eene zaal in het gemeentehuis bijv. f 2.50 a 3
liet betalen. Het zou voor de gemeentekas ook geen groot
voordeel afwerpen, noch de begrooting belangrijk verlicht n.
De heer Du pare gelooftdat de gemeente ook wel
iets aan haar eigen eer is verschuldigd. Als daar de
geneeskundigen uit het geheele land in congres te zaraen
komendan mag hun voor hunne vergaderingen, waarbij
de geheele lijdende mcnschheid is betrokken, wel koste
loos een lokaal worden afgestaan. Als men het denkbeeld
van retributie voor het gebruik van een lokaal ten ge
meentehuize streng wilde doorvoeren, waar zou dan het
einde zijn Als b.v. eens een minister te Leeuwarden
komt en hij wil eene audiëntie geven moet het gemeen
tebestuur hem dan eerst bijv. een rijksdaalder huur af
vragen
De heer Hijlkema doet opmerken, dat indien de ge
meente lokalen gaat verhuren in het gemeentehuiszij
in concurrentie treedt met particulieren. Een van twee
of eene corporatie behoort met hare vergaderingen niet
in het gemeentehuis thuis, of dit is wel het geval en
dan moet men eene localiteit gratis in gebruik afstaan.
De post wordt nu onveranderd vastgesteld.
De posten onder volgnos. 39 tot en met 52 worden
zonder discussie aangenomen.
De heer Duparc bekomt verlof om terug te komen op
den post onder volgno. 27 Pacht van den Prinsentuin.
Hij zegthet lid te zijn geweestdat bij het sectie-onder
zoek de in het verslag van de commissie van rapporteurs
opgenomen opmerking over het tarief van de verteringen
in den Prinsentuin maakte. Hij is niet de eenige, die dit
tarief te hoog vindt. Men moet niet vergeten dat het
hier een stadstuin betreft, voor alle ingezetenen van alle
rangen en standen. Hij wijst in bijzonderheden zijn be
zwaar aan en treedt daarbij in vergelijking met andere
dergelijke inrichtingen. Er is wel gezegd, dat de bezoe
kers van den Prinsentuin geenszins verplicht zijniets
te verterendoch dit argument betcekent weinig. Aan
een zoogenaamd leeg tafeltje te zitten gaat toch voor
velen ook niet wel. Daar het tarief aan de goedkeuring
van burgemeester en wethouders is onderworpenbeveelt
spr. de zaak hun ter overweging aan. Er biedt zich
daartoe eene geschikte gelegenheid aannu heden nog
tot eene nieuwe verpachting van de buffetten voor den
tijd van vijf jaar zal worden overgegaan.
De heer Reeling Brouwer deelt mede, dat burgemees
ter en wethouders elk jaar het tarief nagaan en vaststel
len, maar het kan niet van hen worden gevergd dat zij
alles proeven. En spr. gelooft niet, dat de consumptie in
den Prinsentuin zoo duur is, bijv. een kop koffie of thee
kost 0.15, maar dit is de prijs overal elders ook.
Het pachtstelsel brengt mee, dat hoe hooger de pacht
zooveel te grooter het voordeel voor de gemeente is
maar de pachter zorgt er voordat hij er zijne pacht
uithaalt.
De heer Duparc wil gaarne erkennen, dat men elders
in dergelijke gelegenheden ooit minder dan f 0.15 voor
een kop koffie of thee heeft betaald, in het Kurhaus te
Scheveningen in het zelfs 20 cent, doch hij wijst er nog
maals op dat het hier is een stadstuin, die door alle
klassen van ingezetenen wordt bezocht.
Er worden gedurig klachten over het tarief geuit, zoo
dat burgemeester en wethouders werkelijk wel in over-
weging mogen nemen om het tarief te verlagen.
De heer Troelstra herinnert, dat, wanneer voor do
kweekers van Floralia in den Prinsentuin een feest wordt
gegevenbuffetten worden aangebrachtwaar de con
sumptie tegen een belangrijk verlaagd tarief voor do
feestvierenden is te verkrijgen, althans zoo is het vócr zeer
korte jaren geweest. Bij dergelijke feesten wordt dus
wel aan het bezwaar van den heer Duparc tegemoet
gekomen.
Volgno. 53. Rijkssubsidie ten behoeve van het gym
nasium f 11660.
Burgemeester en wethouders stellen voor, de specificatie
in dezen post van dé uitgaven met f 2000 en de ont
vangsten met f 150 te verminderen, zoodat het bedrag
nader wordt bepaald op f 10.735
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De posten onder volgnos. 54 tot en met 61 blijven
onveranderd.
Burgemeester en wethouders stellen nu voor, om in
dit hoofdstuk V in te voegen een nieuw artikel 21a,
onder volgno. 6 la, luidende: „Vergoeding van de kosten
van verlichting, verwarming en schoonhouden der lokalen
van de landbouwwinterschool 190."
De heer van Ketwich Verschuur stelt, in verband met
het niet aannemen van den door burgemeester en wet
houders voorgestelden post van uitgaaf onder volgno. 205a
voor, den nu voorgestelden nieuwen post onder volgno.
61a niet op de begrooting aan te brengen.
Zonder discussie wordt overeenkomstig dit voorstel
besloten.
De heer van Ketwich Verschuur verlaat de vergadering.
Volgnos. 62 tot en met 66 worden zonder discussie
aangenomen.
Volgno. 67. Verkoop van bouwterreinen aan het
Nieuwe Kanaal. Memorie.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Zaterdag 13 November 1897.
143
De heer Bekhuis heeft in de sectie breedvoerig
zijne zienswijze medegedeeld.
Hij acht het wenschelijk, dat die fraaie terreinen worden
bebouwd. De commissie van rapporteurs beveelt aan bur
gemeester en wethouders ter overweging aan het in de
3o sectie geopperd denkbeeld, om de bouwterreinen achter
het Zuidvliet in publieke veiling aan te bieden. Burge
meester en wethouders zullen in overweging nemen, of
het wenschelijk is, bij wijze van proef, tot dien maatregel
over te gaan.
Nu deze toezegging is gedaan, wenscht spr., van wien
dit denkbeeld in de 3e sectie is uitgegaan dit nog met
een enkel woord te bespreken.
De minimumprijs voor de bouwterreinen vastgesteld
zou de uitgifte in den weg staan meenen sommigen
Spr. vindt den prijs niet te hoog; hij gelooft niet, dat bij
verlaging van den prijs meer succes zal worden ver
kregen. De prijs -is niet beter te verdedigen dan door
te wijzen op twee terreinen in den laatsten tijd bebouwd,
n.l. bij de Spanjaardslaan en den Stienserstraatweg. Als
men zich voorstelt, welke sommen daar zijn besteed aan
bestrating en rioleering, dan bedraagt de prijs per cen
tiare een groote som en daar komt dan nog bij het
voortdurend onderhoud van de bestrating en rioleering.
Al die terreinen zijn ook verstoken van openbare straat
verlichting terwijl op de terreinen bij het Nieuwe Kanaal
alles klaar isriolen bestratingverlichting en water
leiding. Dit kost den kooper niets, maar heeft der ge
meente veel gekostdeze heeft buitendien de terreinen
doen verhoogen. Yan een en ander heeft spr. eene be
rekening gemaaktdie doet zien dat de prijs voor ver
koop van de bouwterreinen ook in verband met de
kosten niet hoog is te noemen.
Behalve de voorwaarden omtrent de betaling van den
koopprijs, bestaan er tal van bepalingen voor de bebouwing
der terreinen. Deze voorwaarden zou spr. voor enkele
terreinen wat milder wenschen. Vóór 1 Januari 1899
kunnen de voorwaarden echter niet worden herzien en
daarom is het beter, niet reeds nu daarop inbreuk te maken,
Spr. heeft de kaart vóór zich en wenscht de aandacht
te vestigen op bouwblok IV dit heeft een klein oppervlak
en ligt geheel buiten het eigenlijk bouwplan.
Hij geeft aan burgemeester en wethouders in overwe
ging, om volgens zijn zooeven geuit denkbeeld tot openbare
veiling van dit bouwblok, nadat dit in enkele perceelen
is verdeeld, over te gaan. De verkoop zal eersi perceels
gewijze, later in massa kunnen geschieden. Het gemeen
tebestuur moet dan vrijgevig zijn in de wijze van bebou
wing. Mocht dit goede resultaten opleveren, dan zou men
verder kunnen gaan, bijv. met de bouwblokken III en VI.
Spr. wil de bepaling van den prijs en de voorwaarden
aan burgemeester en wethouders overlaten.
De heer Haverschmidt is het eens met den heer Bekhuis,
dat men bij publieken verkoop vrijgevig moet zijn omtrent
de wijze van bebouwing onder voorbehoud, dat men burger
woningen en geen arbeiderswoningen sticht. Spreker ziet
in den grooten aanwas van de arbeidersbevolking geen
heil voor onze stad. Men vrage het aan de buurtbe
zoekers en aan het bestuur van de werkverschaffing, of
het niet arme arbeiders van buiten zijn, die zich voor
een groot deel aanmelden. Spreker heeft voor publieken
verkoop meer op het oog bouwblok III en het westelijk
deel van bouwblok VI, waarvan de prijs op 3 gulden is
gesteld. Zooals het terrein thans wordt aangeboden met
bestrating, rioleering, gas en waterleiding moet het koopers
vinden. In elk geval betreurt spreker het nietdat men
zich de kosten heeft getroost, het terrein in verkoopbaren
toestand te brengen.
De heer Troelstra kan met de beschouwingen van den
heer Bekhuis omtrent den prijs der bouwterreinen medegaan
ook hij vindt ze niet te hoog.
De heer Haverschmidt heeft geene bedenking tegen
publieke veilingdoch wenscht geen wijziging der voor
waarden omdat er dan weer tal van arbeiderswoningen
zullen verrijzen. Spr. is 't hiermede geheel eens. Dit punt
is bij de behandeling der voorwaarden van bebouwing in
't breede besproken toen is als 't ware in beginsel uit
gemaakt, dat het bouwen van arbeiderswoningen op deze
terreinen niet moet worden aangemoedigd. En zeker is
aan deze soort woningen geen behoefte. Verkoop bij pu
blieke veiling dient intusschen vooraf ernstig to worden
overwogen, want naar spr.'s meening dient men niet veel
beneden den vastgesteldon prijs te gunnen. De prijs van
bedoelde terreinen toch is 3 a 4 per M\
Trouwens, hij is ook nog al optimistisch gestemd over
deze zaak de gemeente moet wat geduld hebben en dit
is voor haar gemakkelijker, dan voor particulieren.
Do heer van Sloterdijck wenscht bij deze gelegenheid,
nu de middelen worden besproken, om de exploitatie van
de bouwterreinen te bevorderenzijn verlangen uit te
sprekenom eene bestemming te doen geven aan het
niet in het bouwplan opgenomen terrein ten noorden van
het Nieuwe Kanaal. Hieromtrent is nog niets beslistdit
wacht op een besluit van den raad.
In de stukken, indertijd bij het ontwerp-bouwplan over
gelegd is dit terrein aangeduid als sportterrein of hard-
draversbaan en dit zal van den aankoop van terreinen
zeker wel hebben afgeschrikt.
Spr. zou eene bestemming aan dit terrein willen geven,
die tot waarborg strektdat men een terrein nemende
weet, in een aangename buurt te zullen gaan bouwen.
Het beste zou zijn, er plantsoen van te maken. Dan lokt
't zeker tot bouwen uit. De bewoners der perceelen bij
het station kunnen getuigenhoe aangenaam het iste
wonen met het uitzicht op een plantsoen. Burgemeester
i en wethouders hebben reeds veel gedaan, om het koopen
van bouwterrein langs het kanaal aannemelijk te maken.
Laten ze hiermede voortgaan, door den raad voor te stellen,
hier een plantsoen te doen aanleggen het zou misschien
wel veel kunnen kosteninaar men kan zich hierin be
perken door een niet te grootschen aanleg.
Spr. geeft dit denkbeeld aan burgemeester en wethouders
in overweging. Hij herhaalt, dat deze bestemming koopers
zal kunnen lokkenterwijl eene bestemming voor sport
terrein of harddraversbaan hen zeker zal afschrikken.
De heer Bekhuis vindt in het denkbeeld van den heer
van Sloterdijck veel goeds en zal een eventueel voorstel van
1 burgemeester en wethouders in dezen geest gaarne onder
steunen. Hierdoor zal de vrees voor eene minder ge-
wenschte bestemming worden weggenomen.
Over do kwestieof er al dan niet arbeiderswoningen
I zullen mogen worden gestichtzal spr. niet met den
heer Troelstra twisten.
Hij zeidedat hij eene proef met eeno publieke veiling
niet met het eigenlijke bouwplan wil nemen maar met
het bouwblok IV, dat er buiten ligt. Hij zou gaarne zien,
dat de leden de plaatselijke gesteldheid aldaar in oogen-
schouw gingen nemen. Bij den verkoop wil hij omtrent
de wijze van bebouwing, mits binnen de grenzen der
verordening, vrijgevig zijn.
De beraadslagingen worden gesloten.
De post, sub volgno. 67 wordt onveranderd vastgesteld.
De heer Troelstra stolt nu voor, den post onder volgno.
233Onvoorziene uitgavenvast te stellen op f 5845
en de balans van de begrooting als volgt
Inkomsten903,978.37
Uitgaven903,975.65
Vermoedelijk saldo 2.72
Aldus besloten.