fwMK m own 25 JaDirl 1898. ri!iJ°™ "i""
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 25 Januari
1898.
Tegenwoordig 22 leden.
Afwezigde heer H. Beucker Andreae.
Voorzitter: de heer Mr. J- S. baron van Harinxma
tlioe Slootenburgemeester.
I. De notulen van de vorige op 11 Januari j.l. ge
houden vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. dat door burgemeester eu wethouders in de plaats
van den heer A. J. Feddemadie op verzoek eervol
ontslag heeft bekomen, tot opperbrandmeester is benoemd
de heer H. H. Kramer
2. dat de pacht van den tol der trekschepen, varende
tusschen Franeker en Harlingenvoor 1898 is gegund
aan Johs. en J. Deelstra te Franeker voor 2.50.
Voor den tol tusschen Leeuwarden en Pijphorne zijn
geen briefjes ingekomen
3. dat het opruimen van de walbeschoeiing en het
maken van een basaltmuur in den Harlingertrekweg te
Dronrijp is gegund aan H. M. van Meekcren te Hindeloopen
voor f 8988
4. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het
raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van diverse
gemeente-eigendommen
5. eene missive van M. de Jonghoudende dankbe
tuiging voor het hem toegekend pensioen.
III. Wordt ter tafel gebracht
1 het proces-verbaal van de opneming der kas van
den gemeente-ontvanger op 13 Januari j.l.
Wordt voor de leden ter visie gelegd
2. een adres van J. W. Nicolai e. a. tot herstelling
van den Dokkumertrekweg.
Wordt om prae-advies gesteld in handen van burge
meester en wethouders
3. een voorstel van burgemeester en wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan den onderwijzer
J. Zanstra
4. alsboven naar aanleiding van eene resolutie van
Gedeputeerde Staten inhoudende verzoek om advies
omtrent een aanvraag van de Nederlandsche tramweg
maatschappij tot het leggen van spoorstaven in de bermen
van rijkswegen voor de exploitatie van stoomtramwegen
5. alsboven naar aanleiding van een verzoek van
J. van der Laan e. a. tot wegneming van een hek, staande
tusschen de Hout- en Bleekerstraten.
De voorstellen sub 34 en 5 worden voor de leden
ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te
worden behandeld.
6. een voorstel van burgemeester en wethouders to
wijziging van de gemeente-begrooting voor 1898.
Wordt om onderzoek en rapport gesteld in handen va
de heeren van Sloterdijck, Feitz en Beucker Andreae.
De vergadering wordt hierop tijdelijk met gesloten deu
ren voortgezet.
Na heropening der vergadering
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot aan
wijzing van rooilijnen voor de verbouwing van het perceel
op den hoek van de Nieuwestad en de St. Jacobstruat.
Wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming besloten
voor het gebouw, door den heer J. Huizinga te stichten
op den hoek der Nieuwestad en de St. Jacobstraat als
ad en de St. Jacobstraat, aangeduid op de door den
directeur der gemeentewerken bij zijne missive ^van 7
December 1897, no. 829/12, overgelegde teekening.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot in-
gebruikgeving van het beurslohaal voor eene tentoonstelling
van pluimvee.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voorte
besluiten
aan het bestuur der Vereeniging tot bevordering van
nijverheidlandbouwveeteelt en tuinbouw alhier het
beurslokaal van 27 Mei 1898 nam. 3 uur tot 2 Juni d.a.v.
I kosteloos in gebruik af te staan voor het houden van
eene tentoonstelling van pluimvee, onder de navolgende
voorwaarden
1. dat het beurslokaal onder toezicht blijve van den
beursmeester
2. dat de adressaut verantwoordelijk zij voor alle schade,
die gedurende do tentoonstelling aan het lokaal en aan
dc daarin aanwezige voorwerpen mocht worden toegebracht
3. dat het lokaal na afloop der tentoonstelling op kosten
van den adressant moet worden schoongemaakt.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Hijlkema zegt, dat de vraag bij hem is gerezen,
of de raad wel goed zal doen, met dit voorstel aan te
nemen. Hij is tot de overtuiging gekomen, dat de raad
daartoe besluitende, een verkeerden weg zal opgaan, een
weg, die tot een bedenkelijk antecedent zal leiden.
Er bestaan in deze gemeente twee particuliere gelegen-
zieden, die, naar spr. meent te weten, voor eene tentoon-
stelling van pluimvee geschikt zijn. De vereeniging had
zich nl. kunnen wenden tot het bestuur der „Harmonie"
of tot den eigenaar der voormalige zalen van Van der
Wielen Zij heeft het echter niet gedaan althansde
onderhandelingen hebben tot geen resultaat geleid niet
omdat zij de localiteiten niet geschikt achtte voor haar
doeldoch om de geldkwestie. Men kan haar dit niet
kwalijk nemen maar de raad moet zich op een ander
standpunt plaatsen.
Ware er geen ander locaal in de stad aanwezig, dan
zou spr. geen bezwaar tegen de inwilliging van het ver
zoek hebben, maar waar de adressant de keus heeft tus
schen lokalen, waarvoor zij huur heeft te betalen en eene
localiteit, die zij gratis in gebruik zou kunnen krijgen,
daar moet do gemeente niet op dat verzoek ingaan. Zij
zou immers hierdoor in concurrentie treden met de andere
gelegenheden die natuurlijk niet gratis kunnen worden
afgestaan.
De adressant wijst zelf eenigszins hierop. Onder meer
argumenten voor zijn verzoek, herinnert hij er aan, dat
het beurslokaal ook reeds aan andere vereenigingen tot
het houden van tentoonstellingen is afgestaan. Hij bedoelt
hiermede de tentoonstellingen uitgegaan van de maat
schappij van schilder- en teekenkunst. Dat was echter
eene geheel andere zaak. Voor die groote collecties van
aquarellen is er veel licht noodig en kan men geen
andere geschikte localiteiten vinden. Voor kleine collecties
gebruikt die maatschappij de foyer van de Harmonie.
Haar is 't dus niet te doen om den huurprijs, maar om
de localiteit.
Spr. moet nog op iets wijzen. De Beurs is er voor
den handel. Ware er sprake van gratis gebruik van dit
lokaal, dan zouden toch zeker in de eerste plaats daar
voor de handelaars in aanmerking dienen te komen. Deze
betalen echter een vrij hoog beursrecht. En nu zouden
anderen wel daarvoor in aanmerking komen
Waar is in deze de grens Anderen zullen komen om
deze fraaie localiteit voor andere doeleinden en zullen
dan kunnen wijzen op de tentoonstellingen van de Maat
schappij van schilder- en teekenkunst en op deze tentoon
stelling. En zal men dezen kunnen weigeren wat men
genen toestond