90
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 26 Juli 1898.
De algemeene beraadslagingen worden gesloten.
Aan de orde wordt gesteld het ontwerp-hesiuif tot
wijziging der verordening op de gemeentelijke bewaarscholen
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat het wensehelijk is de verordening
op de gemeentelijke bewaarscholenvastgesteld den 9
November 1886 en gewijzigd bij raadsbesluiten van den
7 Februari 1888, 23 Juli 1889 en 28 November 1893,
nader te wijzigen
Besluit
Art. 2 der gemelde verordening te doen vervangen
door de volgende bepaling
„De scholen worden verdeeld in drie klassennaar
gelang van het te heffen schoolgeld.
„Er zijn ten minste
één school der eerste klasse
drie scholen tweede
twee derde
„Zij worden genummerdte beginnen met no. 1."
De heer Duparc meent, dat de woorden „naar gelang
van het te heffen schoolgeld" zullen dienen te worden
weggelatenomdat door deze woorden op de kwestie
wordt geprejudicieerd. Eerst bij art. 1 van de verordening
tot hefting van schoolgeld toch zal worden beslist, of die
heffing voortaan ook zal plaats hebben op de scholen der
3e klasse.
De Voorzitter stelt den heer Duparc voor, om, indien
deze de bedoelde woorden wenscht te doen vervallen
hiertoe een amendement in te dienen.
De heer Duparc stelt voor, de woorden „naar gelang
van het te heffen schoolgeld" te doen vervallen.
Dit amendement wordt niet ondersteund en blijft dus
buiten behandeling.
De ontworpen wijziging wordt nu zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De heer Duparc verklaart zich tegen.
Aan de orde is de verordening tol het heffen van school
gelden voor hel onderwijs aan de gemeentelijke bewaar
scholen.
Art. 1 wordt zonder bespreking en hoofdelijke stemming
onveranderd vastgesteld.
De heer Duparc verklaart zich tegen.
Artt. 2 tot en met 5 worden aangenomen.
Art. 6. Ontheffing of teruggave van schoolgeld wordt
door burgemeester en wethouders op schriftelijke aanvraag
van den belanghebbende verleend
a. bij overlijden van den leerling;
b. wanneer deze de school vorlaat wegens het eindigen
van den leertijd of door vertrek naar elders.
De aanvragen om ontheffing of teruggave moeten zijn
ingediend binnen twee maanden na het overlijden van
den leerling of het verlaten der school.
De heer Beucker Andreae deelt mede, dat de com
missie voor de bewaarscholen van oordeel is, dat de
redactie van dit artikel eenigzins moet worden gewijzigd.
Zooals het artikel nu luidt, zou ontheffing of teruggaaf
schriftelijk moeten worden aangevraagd ook bij eindigen
van leeftijd of vertrek. Dit geeft administratief onnoodige
drukte, die door eene wijziging kan worden voorkomen.
Hij stelt daarom voor, het eerste lid van het artikel
te lezen als volgt
„Ontheffing of teruggave van schoolgeld wordt door
burgemeester en wethouders verleend
a. bij overlijden van don leerling of door vertrek naar
elders op schriftelijke aanvraag van den belanghebbende
b. bij het verlaten der school wegens het eindigen van
den leertijd, ambtshalve of op aanvraag van den belang
hebbende.
De Voorzitter deelt mede, dat burgemeester en wet
houders, die vooiaf mot dit amendement in kennis zijn
gesteld, dit overnemen.
Na eene korte bespreking door den heer Duparc, don
Voorzitter en den heer Beekhuis, wordt het aldus gewij
zigd artikel zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De heer Duparc verklaart zich tegen.
Artt. 7 en 8 en daarna de verordening in haar geheel
worden zonder stemming vastgesteld.
De heer Duparc verklaart zich tegen.
lie verordening op de invordering van de schoolgelden
voor het onderwijs aan de gemeentelijke bewaarscholen.
Deze verordening wordt artikelsgewijs behandeld en
zonder discussie of hoofdelijke stemming vastgesteld.
De heer Duparc verklaart zich tegen.
Alzoo zijn vastgesteld
I. Wijziging van dc verordening op de gemeentelijke
bewaarscholen.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegendedat het wensehelijk isde verordening
op de gemeentelijke bewaarscholenvastgesteld den 9
November 1886 en gewijzigd bij raadsbesluit van don
7 Februari 1888, 23 Juli 1889 en 28 November 1893,
nader te wijzigen
Besluit
Art. 2 der gemelde verordening te doen vervangen
door de volgende bepaling
„De scholen worden verdeeld in drie klassennaar
gelang van het te heffen schoolgeld.
„Er zijn ten minste
één school der eerste, klasse
drie scholen tweede
twee derde
„Zij worden genummerdte beginnen met no. 1."
II. Do raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende, dat het wensehelijk is, de verordeningen
tot heffing van schoolgelden voor onderwijs aan de ge
meentelijke bewaarscholen, vastgesteld den 24 November
1885 en 7 Februari 1888, te herzien;
Gelet op de verordening op de gemeentelijke bewaar
scholen vastgesteld den 9 November 1886zooals die
is gewijzigd bij besluit van heden
Besluit
Vast te stellen de volgende
VERORDENING tot het heffen van schoolgelden
voor het onderwijs aan de gemeente
lijke bewaarscholen.
Art. 1.
Het schoolgeld bedraagt per jaar
Voor de school der eerste klassef 20.
scholen tweede 5.
s derde. 1,50
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 26 Juli 1898.
91
Art. 2.
Indien twee of meer kinderen uit hetzelfde gezin tege
lijkertijd een der gemeentelijke bewaarscholen bezoeken
is voor ieder kind van het schoolgeld, vastgesteld voor
dc school die het bezoekt, verschuldigd.
Deze bepaling is niet van toepassing, wanneer de kosten
van het onderwijs niet komen ten laste van het hoofd van
het gezin.
Art. 3.
Kinderen en onvermogende pupillen van onvermogenden
worden zonder betaling van schoolgeld op de scholen dei-
derde klasse toegelaten.
Kinderen en minvermogende pupillen van minvermo
genden kunnen op de scholen der tweede klasse worden
toegelaten tegen betaling van f 3 schoolgeld per jaar
voor één kind en verder met toepassing der reductie
volgens art. 2.
Burgemeester en wethouders beslissen, of de aanvragers
om gratis onderwijs of verminderd schoolgeld en de pu
pillen waarvoor het gevraagd wordt, tot de on- of min
vermogenden belmoren.
Bij gebrek aan ruimte op do scholen der derde klasse
zijn burgemeester en wethouders bevoegdde commissie
voor de gemeentelijke bewaarscholen gehoord kinderen
tegen het voor de scholen dier klasse bepaalde schoolgeld
of kosteloos toe te laten op een der scholen van de
tweede klasse.
Art. 4.
Het schoolgeld, tot de bedragen in de vorige artikelen
vermeldis verschuldigd voor de leerlingen die op 1
Januari tot de school belmoren.
Voor hen, die in den loop van het jaar worden toege
laten, is, met inachtneming van de voorgaande bepalingen,
een evenredig bedrag verschuldigdberekend over volle
maanden, met inbegrip van de maand, waarin de leerling
voor het eerst de school bezoekt.
Art. 5.
III. De raad der gemoento Leeuwarden
Overwegende dat hettengevolge de op heden vastge
stelde verordening tot het heffen van schoolgelden voor
het onderwijs op de gemeentelijke bewaarscholennood
zakelijk is, eene nieuwe verordening vast te stellen voor
de invordering dier schoolgelden
Besluit
vast te stellen de volgende
VERORDENING op de invordering van de
schoolgelden voor het onderwijs aan
de gemeentelijke bewaarscholen.
Art. 1.
De hoofdonderwijzeressen aan dc bewaarscholen leggen
in de eerste dagen der maand Januari van ieder jaar
een lijst aan van de op l Januari tot hare school be-
hoorende leerlingen, ingericht overeenkomstig het door
burgemeester en wethouders vast te stellen model.
In die lijst worden de in den loop van het jaar plaats
hebbende veranderingen in de schoolbevolking dadelijk
en nauwkeurig aangeteekend.
Art. 2.
Vóór den 10l'm Januari wordt door de hoofdonder
wijzeressen een door haar voor deugdelijk verklaard af
schrift van de in de eerste alinea van het vorig artikel
bedoelde lijst aan burgemeester en wethouders gezonden,
onder overlegging van de in het vorige jaar aangehou
den lijst.
Eeii uittreksel uit de lijst van het loopende jaar, wat
de veranderingen in de schoolbevolking betreftwordt
vervolgens door haar vóór den 5,,rn van iedere maand
aan burgemeester en wethouders ingediend.
Hebben in den loop eener maand geone veranderingen
plaats gehaddan wordt het uittreksel vervangen door
een negatief bericht.
Het schoolgeld is verschuldigd door hendie do leer- Art. 3.
lingen ter school hebben gezonden.
Burgemeester en wethouders doen uit de volgens het
vorig artikel ontvangen opgaven dadelijk na ontvangst
Ontheffing of teruggave van schoolgeld wordt door bur- eene algemeene schoolgeld lijst opmaken en zenden die,
gemeester en wethouders verleend na vaststelling, aan den gemeente-ontvanger, ter invorde-
a. bij overlijden van den leerling of door vertrek ring van de daarin uitgetrokken bedragen
naar elders, op schriftelijke aanvraag van de belanglmb- Van die toezending geschiedt openbare kennisgeving,
benden.
l>. bij het verlaten der school wegens het eindigen van Art. 4.
den leertijd, ambtshalve of op aanvraag van de belang
hebbenden. I Na ontvangst van een schoolgeldlijst zendt de gemeente-
De aanvragen om ontheftiing of teruggave moeten zijn ontvanger binnen veertien dagen een aanslagbiljet aan de
ingediend binnen twee maanden na het overlijden van daarin voorkomende schoolgeldplichtigenwaarvan het
den leerling of het verlaten der school. model door burgomeester en wethouders wordt vastgesteld.
Art. 7. i Art. 5.
In de in het vorig artikel vermelde gevallen wordt het
verschuldigde over volle maandenmet inbegrip derDe schoolgeldenuitgetrokken op de lijsten, die in de
maand van het overlijden of verlaten der school, volgens maanden Januari en Februari voor liet dan loopende jaar
de bepalingen van artt. 1 tot en met 3 berekend. aan den gemeente-ontvanger ter invordering worden ge-
Het verschil tusschen den aanslag volgens de school- zonden, zijn vorderbaar in tien gelijke termijnen. Ue eerste
geldlijst en de uitkomst dezer berekening is het bedrag termijn vervalt den kaatsten lebruari, en zoo vervolgens
der ontheffing of teruggave. den laatsten van iedere opvolgende maand óón termijn.
Van het bedrag der verleende ontheffing of teruggave De schoolgelden, voorkomende op de lijsten die in de
wordt den belanghebbende door burgemeester en wethou-1 maanden Maart tot en met November ter invordenng zijn
ders schriftelijk kennis gegeven. verzonden, zijn vorderbaar in zoovele gelijke termijnen
als er, na de toezending aan den gemeente-ontvanger,
Art. 8. n0g rnaanden van het jaar overblijven. De eerste termijn
Deze verordening treedt met den lsten Januari 1899 in vervalt den laatsten dag van de maand, volgende op die,
werkin». waarin de toezending heeft plaats gehad, en zoo vervolgens
Met^dit tijdstip vervallen de besluiten tot heffing van den laatsten van iedere opvolgende maand één termijn,
schoolgelden, vastgesteld den 24 November 1885 voorde Dc schoolgelden, uitgetrokken op de lijsten, die latei
bewaarschool no. 6 en den 7 Februari 1888 voor de aan den gemeente-ontvanger ter invordering worden toe
bewaarscholen der tweede klasse. gezonden, zijn één maand daarna in ééns vorderbaar.