4 Verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 24 Januari 1899. de teekening van het ijzeren hek aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders moet worden onderworpen. Bij het eindigen der huur moet het ijzeren hek langs de Emmakade kosteloos aan de Gemeente worden overgedragen: b. het gemeentebestuur heeft het recht, gedurende den huurtijd een ijzeren telephoonpaa! te laten plaatsen in den zuid-westelijken hoek van het verhuurde terrein, de juiste plaats eventueel door burgemeester en wethouders aan te wijzen c. het bovenomschreven terrein moet uitsluitend als tuin worden gebruikt en daarop mogen zonder vergunning van burgemeester en wethouders geene gebouwen worden opgericht (l. ingeval van ontbinding der huurovereenkomst is de huurder verplicht, de op het gehuurde aanwezige heesters, planten en boomen te doen verwijderen e. de huurder mag het gehuurde niet aan anderen onderverhuren, zonder goedkeuring van burgemeester en wethouders f. de kosten van het huurcontract komen ten laste van den huurder. De adressant, met deze voorwaarden in kennis gesteld, heeft bij schrijven van 80 Dec. 1898 bericht, dat hij deze niet kon aannemen. Hij verzoektzijne in die missive omschreven nadere voorstellen omtrent de verhuring van dit terrein aan den Raad te willen overbrengen. Door overlegging van de missive voldoen burgemeester en wethouders aan d it ver zoek met de mededeeling, dat de inhoud hun geene aan leiding heeft gegeven op hun bovenvermeld ontworpen voorstel terug te komen. Naar aanleiding van de opmerking van adressant, dat het door hem in huur gevraagd terrein op dit oogenblik voor de gemeente waardeloos is, deelen burgemeester en wethouders mede, dat bij hen is ingekomen een verzoek tot koop van dat terrein, evenwel onder voorwaarden, af wijkende van diedoor den raad voor de uitgifte der bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal vastgesteld. Op dat verzoek is echter door burgemeester en wethou ders nog geene beslissing genomen. Aangezien de adressant niet genegen is, den grond op de door burgemeester en wethouders vastgestelde voor waarden aan te nemen en zij de door hem voorgestelde voorwaarden onaannemelijk achten, wordt voorgesteld, het verzoek van rar. C. L. baron van Harinxma thoe Slooten te wijzen van de hand. De beraadslagingen worden geopend. De heer van Sloterdijk zegt, dat, terwijl het voorstel, waartoe burgemeester en wethouders ten slotte zijn ge komen, hem aanvankelijk wel verbaasde, dit niet meer het geval was na lezing van alle stukken, want geen wonder is het, dat adressant heeft bezwaar gemaakt tegen de door burge meester en wethouders voorgestelde, aan de verhuring te verbinden voorwaarden. Spreker zou gaarne worden ingelicht, waarom door hen zoo onaannemelijke voorwaarden zijn gesteld. Immers het is voor de gemeente van tamelijk overwegend belang, om eindelijk eens wat schot te krijgen in de uitgifte van bouwtereinen aan het nieuwe kanaal. Terwijl op andere plaatsen in de gemeente bouwterreinen vlot van de hand worden gedaan en bebouwd, is het met die van de gemeente niet het geval. Nu bestond er gelegenheid om ten minste een terrein te verhuren. Aanvankelijk bestond er een bezwaar, om dit terrein, dat tot verkoop is bestemd, te verhuren, maar hier zijn burgemeester en wethouders over heengestapt toch willen zij conditiën voor de verhuring stellen, die priori onaannemelijk zijn. Waarom leggen zij die moeielijkheden in den weg? Men moest integendeel wat faciliteiten aanwenden, om cenig terrein kwijt te raken. De kosten van inrichting voor deze bouwterreinen zijn vrij groot: er is daarvoor schuld gemaakt, waarvan rente moet worden betaald en nu ligt de grond renteloos. Burgemeester en wethouders deelen, tegenover de be wering van adressant, dat het door hem in huur gevraagde terrein op dit oogenblik voor de gemeente waardeloos is, mede, dat een kooper zich heeft voorgedaan, echter op voorwaarden, die aan burgemeester en wethouders onaan nemelijk schenen. Indien de voorwaarden van uitgifte van de bouwterreinen wat bezwarend schijnen te zijn, laat men dan eventueele gegadigden tegemoet komen in de verdere conditiën. Ten slotte heeft spreker nog eene opmerking van anderen aard. Burgemeester en wethouders willen bij verhuring van het onderwerpelijk terrein voor het gemeentebestuur het recht voorbehouden om de ijzeren telefoonpaaldie nu in de nabijheid in het trottoir staat, te verplaatsen op dit terrein. Ook dit hoeft spreker verwonderd. Hij was van meening. dat de tegenwoordige plaats van don paal provisio neel was en de eigenlijke plaats was aan de noordzijde van de le kanaalbrug, waar hij ook vroeger stond, maar dat hij om de uit te voeren werken tijdelijk hierheen is verplaatst. Men heeft later een poging aagewend om hem weer naar zijne vorige plaats op den Grachtswal terug te brengen maar deze is mislukt en de paal is met ver gunning van burgemeester en wethouders blijven staan. Spreker zou gaarne worden gerust gesteld, dat hij weder bij de le kanaalbrug zal worden geplaatst, dat toch zeker beter voor den dienst zal zijn. De heer Beekhuis ineent, dat de rede van den geachten vorigen spreker in het kort de strekking heeft, te vragen, waarom burgemeester en wethonders voorwaarden willen zien geste'ddie a priori omaannemelijk zijn. De heer van Sloterdijck gaat hier echter van een verkeerd stand punt uit. De bedoeling van burgemeester en wethouders is, om daar ter plaatse een gun^tigen toestand te verkrijgen. Het verzoek van den heer v. Harinxma is ook bij de commissie van openbare werken serieus behandeld deze heeft medegewerkt, om de gewraakte conditiën te stellen en achtte deze ook geenszins onaannemelijk. De eenige vraag doet zicli voor: is de gevraagde huur- som te hoog Spreker wenscht hieromtrent eenige inlichtingen te ver strekken. Burgemeester en wethouders zijn voor de berekening van de huursom uitgegaan van de veronder stellingdat de grond in erfpacht zou worden uitgegeven: dit punt van vergelijking gaat wel op want het verschil tusschen erfpacht en huur bestaat in casu voornamelijk in den duur van het gebruik. Zij hebben daarom gemeend den huurprijs te mogen stellen op ongeveer dezelfde som die voor erfpacht zon moeten worden betaald, d. i./200. Daar de huurder nu echter tot afscheiding van den weg een hek zal moeten plaatsen, waarvan de kosten hein op 50 per jaar, gedurende de 5 huurjaren zullen komen te staan, is de huurgcsteld op./'f>0duszeker niet te hoog. Zijn de vijf huurjaren om en wordt het terrein dan weder verhuurd, dan zal de huur misschien moeten worden verhoogd. Wat de telefoonpaal betreft, hieromtrent heeft de heer van Sloterdijck gelijk, dat de paal eigenlijk op den Grachts wal moest staan. Burgemeester en wethouders meenden echter, dat deze nette paal, waar de aansluiting der ge bouwen niet in een rechte lijn plaats heeftdienst kan doen om het gezicht te breken en den welstand te bevor deren, door aanvulling van den bestaanden hoek. Wordt het voorstel van burgemeester en wethouders aangenomen dan zal de paal natuurlijk niet op dit terrein worden geplaatst. De heer van Sloterdijk dankt voor de ontvangen in lichtingen. Het komt ook hem voor, dat, indien dit terrein niet wordt verhuurd, de paal niet daarheen kan worden verplaatst. Hij is bovendien van meening, dat, wat de plaats voor een telefoonpaal betreft, de dienst staat boven den welstand. De inlichtingen van den heer Beekhuis komen hem echter voor, niet de meest bezwarende voorwaarden te be Yerslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Januari 1899. 5 treffen. Spreker had vooral het oog op de voorwaarde tot het stellen van een hek. De huurder zal dienaangaande geheel aan de discretie van burgemeester en wethouders zijn overgelaten en na afloop van den huurtijd het hek om niet aan de gemeente moeten overdragen. Dit nu is een voorbeeld voor eene onaannemelijke voorwaarde. Er is nog een voorwaarde, die voor een huurder voor vijf jaren bezwaren 1 moet zijn. Hij moet zorgen voor afscheiding van zijn terrein van de naastlegers. Op hem wordt dus de verplichting van den eigenaar afgeschoven die met den naastleger op gemeenschappelijke kosten de afscheiding zou moeten aanbrengen. Spreker blijft dus, ook na de ontvangen inlichtingen, de gestelde voorwaarden zeer bezwarend noemen. Het komt hem voor, dat het gemeentebestuur, om het terrein niet langer renteloos te laten liggen, niet al te moeielijk moet zijn De heer Beekhuis schijnt zich niet duidelijk te hebben uitgedrukt. Hij heeft willen zeggen, dat ón de commissie voor open bare werken én burgemeester en wethouders de huur wen- schen te stellen op 50, maar den huurder bovendien te belasten met het aanbrengen van een hek, dat 250 moet kosten, zoodat het gebruik van het terrein hem jaarlijks op 100 zal komen. Is eene huursom van f 50 te hoog Dit staat vast, dat, indien later eene aanvraag tot koop van dit terrein, dat volgens informatie een zeer geschikt bouwterrein is, mocht inkomen, de gemeente dan het voordeel zou missen, dat zij van verkoop heeft. Wat de afscheiding van zijn terrein van naburige erven betreft, hiervoor zal do huurder wel moeten zorgen, wil hij genot van dat terrein hebben. De kosten zullen trouwens niet zoo hoog zijn. Spreker herhaalt, dat hij de voorwaarden niet te bezwa rend acht. De heer de la Faille is hot met den heer van Sloter dijck eens, dat, indien de gelegenheid bestaat om terrein kwijt te raken, raon niet al te moeilijk moet zijn. De adressant heeft in een later schrijven verschillende voorstellen gedaan om tot een vergelijk te komen. Hij geeft o. a. het denkbeeld aan de hand. dat hij de omhei ning zal maken, met het recht ze na afloop van den huur tijd weg te nemen en 25 per jaar betalen. Het bezit van het hek zal later, bij eene andere aan het terrein te geven bestemming, voor de gemeente allicht een lastpost zijn. Spreker zou er dus wel voor zijn, de zoo even beschreven conditie aan te nemen. Spreker heeft vernomen, dat voor dit terrein 800 is geboden indien de rente daarvan op 32 wordt bere kend, is het verschil toch niet zoo groot te noemen. Spreker wil wat meer faciliteit, nu een niet onaanne- lijk bod is gedaan door den adressant. Do heer Troelatra wijst er op, dat de wensehen van den adressant niet strooken met de belangen van de gemeente. Dit terrein is gesteld op eene waarde van onge\eer 2000, met een huurwaarde dusgerekend naar 470yan ƒ80. Burgemeester en wethouders redeneeren nu zoo: indien deze grond aan den adressant wordt verhuurd dan kan hij niet worden verkocht voör bouwterrein, en blijft het dus gedurende vijfjaren spreker meent met twee keurjaren waarvoor de adressant de huur van de aangrenzende woning heeft aangegaan buiten koop. Wel kan spreker zich begrijpen, dat, als de adressant aan het rekenen gaat, hij zal zeggen, dat het hem te duur komt, maar een aanbod om 25 per jaar huur te geven is voor de gemeente toch onaannemelijk. Dit is het stand punt van burgemeester en wethouders en ook van de Commissie voor openbare werken. Het gaat niet aan, der gelijk laag bod aan te nemen en voor ten minste vijf of zeven jaren in de onmogelijkheid te zijn, om dat terrein te verkoopen. Spreker laat nog in het midden de verplichting om het hek aan de gemeente over te dragen, maar voor den welstand is de voorwaarde, om een hek te plaatsen, noodig. Een schutting of andere onoogelijke omheining zou toch den welstand schaden. Dë heer Konter zou zich hebben neergelegd bij het oorspronkelijk voorstel van burgemeester en wethouders ook omdat do gemeente veel bouwterrein disponibel heeft en de gevraagde huurprijs hem billijk voorkomt toch is hy van meening, dat de welstand ter plaatse veel minder zal zijn indien het terrein als tuin wordt verhuurd, dan wanneer het werd bebouwd. Indien het niet wordt verhuurd, kan aan een aanvraag tot bebouwing worden voldaan, en daar ter plaatse een flink huis worden opgetrokken. Dit zou hij liever zien omdat hierdoor de entrée van het kanaal zou worden verfraaid. Spreker zal daarom stemmen voor het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer Jansen acht de conditiën, die burgemeester en wethouders willen gesteld zien, hoogst billijk. Rekent men de waarde van dit terrein bijv. op 1800, dan kan de rente worden gesteld op 72. De gemeente zal nu slechts 50 huur per jaar, dus 250 in de vijf aangevraagde jaren ontvangen. Den adressant kost het meer; mgar men moet niet vergeten, dat, waar hij ook terrein voor een tuin huurde hy een hek zou moeten plaatsen ook zonder dat burge meester en wethouders hem dat zouden voorschrijven. Dit is hier voor den welstand noodig. Spreker zou met den heer Konter liever zien, dat dit terrein bebouwd werd de gemeente zou dan ook meer rente van haar geld maken. Hij is dus tegen verlaging van de huur en zou 't dan beter vinden, om het terrein open te laten. De heer van Sloterdijck vestigt de aandacht erop, dat de waarde van dit terrein door burgemeester en wethouders veel te hoog wordt geschat en wel omdat het. ofschoon eene oppervlakte van 350 M2, hebbende, zeer ongadelijk van vorm is met het oog op bebouwing. Wilde men den prijs van het terrein, zooals die bij de voorwaarden van uitgifte der bouwterreinen is vastgesteld, gehandhaafd hebben, dan zou het nu gebouwde huis meer naar het oosten moeten gebouwd zijn. Maar dat die oor spronkelijke prijs voor het terrein bij den vorm, dien het nu heeft gekregen, zal kunnen worden gemaakt, betwij felt spreker zeer. Hij is 't overigens met den heer Konter eens, dat het beter zou zijn, het terrein te bebouwen. De Voorzitter wijst er den heer van Sloterdijck opdat het terrein al heeft het een eenigszins grilligen vorm toch nog, met de sloot, eene oppervlakte heeft van 350 M2., terwijl de afstand tusschen diens tuinmuur en den muur van het nieuw gestichte huis, naar hij meent, 17'/2 meter bedraagt. De mogelijkheid, om op dit terrein een behoorlijk huis te bouwen, schijnt dus niet uitgesloten. De heer Troelstra geeft den heer van Sloterdijck toe, dat het terrein misschien niet zoo gegadigd zal zijn, als vóór de stichting van het aangrenzende perceel. Maar neemt men aan dat het slechts 1000 waarde heeft een zeer belangiijk verschil dus met den gestelden prijs voor de uitgifte dan is een huursom van 50 per jaar nog zeker niet overdreven. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel wordt in stemming gebracht en aangenomen met 16 tegen 6 stemmen, die van de heeren de la Faille Duparc, van Ketwich Verschuur, Oosterhoff, van Sloter dijck en Beueker Andreae. De vergadering wordt hierop door den voorzitter gesloten. Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedeiua X. Co., Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1899 | | pagina 2