nitaasim m Dlisiag 13 Jui 1839- XX 58 Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag/fT Mei 1899. onregelmatigen toestandzooals die in het verslag der commissie is geschetst. Het voorstel draagt geenszins den stempel van ruimer gelegenheid te schenken voor koffiehuisbezoek en drankge bruik. Integendeel, het gaat, zooals uit het verslag blijkt, uit van de overtuiging, dat de wijziging van het sluitings- het uur op koffiehuisbezoek geen invloed zal uitoefenen, doch dat de aanneming alleen strekken zal om den bestaanden toestand te regulariseeren. Dit is vooral daarom noodza kelijk, omdat het duidelijk moet zijn, dat de positie van het gezag, dat met de handhaving der verordening is belast, zwak is, waar het staat tegenover een onwettigen toestand. Gaat het, zooals de heer Menalda toegeeft en ook door de commissie voor de strafverordeningen wordt opgemerkt, niet aan alle plaatsen van vereeniging om elf uur te doen sluitende onregelmatige toestand moet in elk geval eindigen en hiertoe alléén strekt het aangeboden ontwerp, dat naar spreker's inzien, op afdoende wijze aan de bestaande bezwaren tegemoet komt. De heer Troelstra erkent, dat er ten opzichte van het sluitingsuur eene onregelmatigheid heerscht. Toch meent hij, dat deze hare goede zijde heeft. Uit het jaarverslag dezer gemeente blijkt, dat hier 199 gelegenheden zijn, waar sterke drank wordt geschonken. Daaronder zijn tal van kleine tapperijen, die thans om 11 uur moeten sluiten. Hij vindt dit goedzoo ookdat uit de in richtingen langs de Oude Veemarktwaar 's avonds muziek wordt gemaakt, te 11 uur het publiek moet wor den verwijderd. In het vervolg zullen nu ook deze tot 12 uur geopend kunnen zijn. Spreker acht het zelfs eenigszins bedenkelijk, dat die danshuizen, die nagenoeg uitsluitend door jongelieden worden bezocht, langer dan tot 11 uur open zijn. Spr. heeft die bezwaren niet ten aanzien van inrich tingen als het Friesch Koffiehuis, de Klanderij en dergelijke. Vele bezoekers komen daar eerst laat op den avond, als hunne werkzaamheden zijn afgeloopen, om er een uur te vertoeven. Daarin steekt geen kwaad. Doch voor de tapperijen en voor plaatsen van vereeni ging die ook door meisjes worden bezochtzou hij het sluitingsuur gaarne niet later dan te 11 uur zien gesteld. Met den heer Menalda zou hij dus gaarne hebben ge zien, dat men eene onderscheiding ten deze had kunnen maken. De burgemeester echter is als hoofd der politiede verantwoordelijke persoon voor de handhaving der open bare orde en zedelijkheid. Durft deze de sluiting te 12 uur aan, dan zal spr. er zich bij neerleggen, te meer, omdat hij ook zeer goed gevoeltdat eene klassificatie hoezeer gewenscht, toch moeilijk te maken is. De Voorzitter doet ten aanzien der gewenschte klassi ficatie nog opmerken, dat deze de bestaande onbillijkheid nog zon vergrooten, omdat zeker niet alle 56 op de lijst voorkomende inrichtingen tot middernacht zouden mogen openblijvenzoodat sommige het voorrecht, dat zij thans in strijd met de verordening bezitten zouden behouden andere dit zouden verliezen. Wat ten slotte de vraag van den heer Troelstra betreft, of hij het algemeen sluitingsuur van middernacht aandurft, hij antwoordt daarop volmondig bevestigend en neemt de volle verantwoordelijkheid voor den voorgestelden maatregel op zich. Hij voegt hieraan intusschen toe, dat, indien hij mocht blijken zich in de gevolgen daarvan te hebben bedrogen, hij de eerste zal zijn om aan den raad voor te stellen, het sluitingsuur wederom te vervroegen. De heer Menalda heeft, na de laatste woorden van den voorzitter, geen bezwaar meer het voorstel te steunen. De beraadslaging wordt hierna gesloten, en het voorstel der commissie zonder stemming aangenomen. Alzoo is besloten, in artikel 5, le lid der verordening, regelende de politie op de openbare vermakelijkheden plaatsen van vereeniging van personen en verlotingen in de gemeente Leeuwarden, vastgesteld den 24 Januari 1884, en gewijzigd bij raadsbesluiten van 16 Augustus 1887 en 9 Februari 1897, de woorden „des avonds elf uur" te vervangen door „middernacht". 9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot on inbaarverklaring van aanslagen in de directe belasting op het inkomendienstjaar 1897. Wordt besloten, den gemeente-ontvanger te machtigen, in zijne rekening als oninvorderbaar aan te brengen eene som van ƒ46.72 wegens onbetaald gebleven belasting op het inkomen over 1897. 10. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onin- vorderbaarverklaring van aanslagen in de directe belasting op het inkomendienstjaar 1898. Wordt besloten a. den gemeente-ontvanger te machtigen in zijne reke ning over 1898 als oninvorderbaar aan te brengen eene som van /35L795 wegens onbetaalde belasting op het inkomen over 1898 b. den gemeente-ontvanger te kennen te geven, dat er voorshands geene termen bestaan het door de belasting schuldigen, op den ingezonden staat voorkomende onder volgnos. 16, 31, 39, 42, 61, 68, 73, 82 en 83 verschul digd bedrag ad 106.295, als oninvorderbaar af te schrijven. 11. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onin vorderbaar verklaring van aanslagen in de belasting op- het houden van hondendienstjaar 1898. Wordt besloten den gemeente-ontvanger te machtigen in zijne rekening over 1898 als oninvorderbaar te verant woorden wegens belasting op het houden van honden over het dienstjaar 1898 een bedrag van 225. 12. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onin vorderbaar verklaring van schoolgeldendienst 1898. Wordt besloten, den Gemeente-Ontvanger te machtigen, in zijne rekening over 189.8 als oninvorderbaar aan te brengen de door hem daartoe den 31 Maart j.l. voorge dragen bedragenwegens onbetaalde schoolgelden, met uitzondering van eene som van 1'».— onder volg no. 60 op zijn lijst voorkomende en alzoo tot een bedrag van 141.94. 13. Rapport der reclame-commissie omtrent 3 reclames tegen aanslagen in den hoofdelijken omslagdienst 1898. In verband met de behandeling van dit punt wordt de- openbare vergadering gesloten. Sloom Hoek- en Steendrukkerij N. Miedem.y Sc Co., Leeuwarden. Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 13 Juni 1899. 59 Tegenwoordig eerst 20, later 21 leden. Afwezig de heer D. Tigler Wijbrandi. Eene vacature. I. De notulen van de op 23 Mei j.l. gehouden verga dering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld 1°. resolutie van Gedeputeerde Staten, houdende mede- deeling, dat de afschriften van de raadsbesluiten d.d. 23 .Mei j.l. nos. 9 en 10 tot wijziging en aanvulling van strafverordeningen, door hun college zijn ontvangen 2°. een adres van eenige gardeniers te Berlikum, houdende een klacht over de verplaatsing van de Groenten- markt naar de Oosterkade. Wordt besloten, dit adres in verband met het bepaalde bij artt. 35 en 38 der verordening op de marktpolitie in handen te stellen van burgemeester en wethouders ten fine van afdoening 3°. eene missive van de commissie van toezicht op het lager onderwijs betreffende uitreiking van getuigschriften in de gemeentescholen nos. 2, 3 en 4. De heeren Tigler Wijbrandi, Konter en van Eijsinga worden uitgenoodigd tot bijwoning van deze uitreiking. III. Wordt ter tafel gebracht 1°. voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan J. Schaafsma, onder wijzer aan school 10 2°. voorstel van de commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen tot het vaststellen eener verordening, houdende geldigverklaring van bestaande verordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd 3°. voorstel voor de commissie voor openbare werken tot wijziging der concessie-voorwaarden tot aanleg van een stoomtram 4(). voorstel van burgemeester en wethouders om de tijdelijke opdracht van leerares aan de Middelbare meisjes school van mevrouw de weduwe Roegholt-Ringnalda met één jaar te verlengen 5°. voorstel van burgemeester en wethouders, om aan B. Poelsma toe te staan, gebouwen aan den Stienserweg, op gemeentegrond geplaatst, te laten staan tegen betaling van eene retributie 6°. voorstel van burgemeester en wethouders tot goed- kenring van een bouwplan, ingezonden door Brouwer en Bijlsma, tot stichting van woningen aan den weg naar Cambuur 7°. rapport der commissie, belast met het onderzoek van de rekening der administratiekosten van de Stads-Bank van Leening, dienst 1898; 8°. rapport der reclame-commissie omtrent een bezwaar schrift in beroep, tegen een aanslag in den hoofdelijken omslag, dienst 1898 9°. rapport der reclame-commissie omtrent bezwaar schriften tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag, dienst 1899. Deze stukken worden voor de leden ter visie gelegd, om ze in eene volgende vergadering te behandelen, terwijl dat sub 2 zal worden gedrukt als bijlage tot'sraads- handelingen. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Aanbeveling voor de benoeming van een curator van het gymnasium. Op de aanbeveling komen voor mr. J. J. Gockinga, rechter in de arrondissements-recht- bank alhier mr. C. J. Prakken, districts-schoolopziener alhier en mr. J. M. van Hettinga Tromp, advocaat en procureur alhier. Het resultaat der gehouden stemming is, dat met alge- meene stemmen wordt benoemd mr. J. J. Gockinga. 2. Rapport der commissiebelast geweest met het on derzoek der rekening en verantwoording van de Kamer van Koophandel en Fabriekendienst 1898. De commissie stelt voor, deze rekening en verantwoor ding over het jaar 1898 goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van ƒ384.615. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Duparc, secretaris dier Kamer, verzoekt aan- teekening in de notulen, dat hij tot het nemen van dit besluit niet heeft medegewerkt. 3. Rapport der commissiebelast geweest met het on derzoek der rekening en verantwoordiug der commissie van beheer over het Stads Ziekenhuisdienst 1898. De commissie stelt voor: 1°. deze rekening en verantwoording goed te keuren, in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van ƒ11.130.36; 2°. aan de commissie van beheer 's raads dank te betuigen voor haar nauwkeurig beheer. Conform het voorstel der commissie wordt besloten. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan A. Broersonderwijzer aan gemeenteschool no. 4. Wordt besloten, aan den heer A. Broers, onderwijzer aan gemeenteschool no. 4, met ingang van 1 Juli 1899 eervol ontslag uit zijne betrekking te verleenen. 5. Voorloopige vaststelling van den ben suppletoiren slaat van waterstaatswerken Doorgaande Steeg). Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wet houders wordt besloten I. te verklaren, dat het gedeelte van de Doorgaande Steeg, zooals is omschreven in den sub II genoemden suppletoiren staat van waterstaatswerken, niet meer voor den publieken dienst zal zijn bestemd II. den 5en suppletoiren staat der openbare tot den gemeenen dienst van alle bestemde waterstaatswerken onveranderd voorloopig vast te stellen. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast- stelling van eene verordening tot heffing van markt- en weeggelden voor het gebruik van de Veemarkt en van de daarop geplaatste weegtoestellen. (Zie bijlagen nos. 13 en 18.) De algemeene beraadslaging wordt geopend. De heer Dijkstra heeft met genoegen van de stukken, tot deze zaak betrekkelijk, kennis genomen. Zij getuigen van den ernst, waarmede burgemeester en wethouders dit onderwerp hebben voorbereid. Er blijkt ook uit, dat dit college met belangstelling kennis heeft genomen van en zijn voordeel heeft gedaan met opmerkingen, die van deskundige zijde zijn gemaakt. Toch is het hem niet duidelijk, waarom eene zoo be langrijke verlaging van het weegloon voor rundvee wordt voorgesteld immers ook dit wordt in het uniform-recht begrepen. Spr. acht een afslag van 50 tot op 10 cent een veel te grooten sprong. Gaarne ontvangt hij eenige op heldering en verzoekt hij de motieven te mogen vernemen, die tot de voorgestelde verlaging voor het rundvee aan leiding hebben gegeven, waardoor misschien aan zijn be zwaar zal worden tegemoet gekomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1899 | | pagina 1