100 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 12 September 1899.
kunnen afwijking toestaan voor tuinaanleg of voor toe
gangen naar een achter gelegen erf of tuin.
Art. 6.
De terreinen vóór de gebouwen moeten, zoowel langs
den weg als tot over een afstand van 5 meter achter do
rooilijn, tusschen de te maken perceelen en langs de naast
liggende terreinen, afgesloten worden met ijzeren hekken.
De teekening en de wijze van samenstelling van de
ijzeren hekken zijn onderworpen aan de goedkeuring van
burgemeester en wethouders.
De hoogte moet ten minste 0.90 M. bedragen.
Art. 7.
De teekeningen van de te stichten gebouwen en van
de afsluitingen der open terreinen, moeten door burge
meester en wethouders zijn goedgekeurd, voordat met de
uitvoering van het werk wordt aangevangendeze teeke
ningen moeten, met betrekking tot den platten grond, op
één honderdste en, tot den opstand en een of meer door
sneden, op één vijftigste der ware grootte vervaardigd zijn.
Wanneer blijkt, dat bij de uitvoering de teekeningen
niet zijn gevolgd, verbeuren de koopers, zonder voorafgaande
inmora-stelling, eene boete ten bedrage van 50 procent
van de koopsom, ten voordeele van de gemeente.
Art. 8.
De gebouwen moeten binnen vijf jaren, te rekenen van
de dagteekening van de koopacte, voltooid zijnvoor
iedere maand later verbeuren de koopers eene boete van
vijf procent van den koopprijs.
Art. 9.
De koopers zijn verplicht van elk der te stichten
gebouwen een of meer riolen aan de door de gemeente
in den publieken weg gelegde riolen te doen aansluiten.
Zij moeten, wat ligging, afmetingen en constructie betreft,
onder toezicht van het gemeentebstuur worden gemaakt
volgens door burgemeester en wethouders te stellen
voorwaarden.
De aansluiting aan de gemeente-riolen geschiedt door
de gemeente, op kosten van den eigenaar.
Art. 10.
Voor zooverre in de voorgaande artt. niet anders is
bepaald, zal van de toepassing van art. 690 van het
burgerlijk wetboek de hoogte der muren of biemingen,
van welken aard ook, dienende tot afscheiding van open
naburige erven, worden bepaald op één meter en negentig
centimeter. Ingeval eigenaren van nevens of achter elkander
gelegen perceelen het over de wijze van afscheiding dier
perceelen niet eens kunnen worden, moet zoodanige schei
ding op gemeene kosten gemaakt- en onderhouden worden
en bestaan uit het bij art. 6 beschreven ijzeren hek en
overigens uit eene houten schutting, hoog één meter en
negentig centimeter, gemeten uit den gemiddelden boven
kant der nevens elkander gelegen opene erven. Die
schutting moet worden gemaakt van vuren planken, zwaar
drie centimeter, behalve de grondplank, welke van
Amerikaansch greenen hout moet zijn, allen gespijkerd
tegen palen van Amerikaansch greenen hout, zwaar tien
bij vijftien centimeter, lang drie meter tien centimeter,
die op afstanden van twee meter en om den anderen op
ieder erf moeten geplaatst worden.
De schnttingen en palen moeten aan alle kanten twee
malen worden gegrondverfd. Wanneer aan de een of
andere zijde een aangrenzend terrein wordt bebouwd, wor
den de bestaande afscheidingen massaal eigendom van de
koopers en de eigenaar van dat terrein, welke laatste de
helft zal moeten vergoeden van de waarde van de be
staande afscheidingen en voor de helft in het voortdurend
onderhoud er van bijdragen.
Indien partijen het over de waarde van bestaande af
scheidingen niet eens kunnen worden, zullen zij te hunnen
koste die waarde doen bepalen door drie deskundigen
ter wederzijde een en de derde door den kantonrechter
te benoemen.
Art. II.
De eigenaren der op do terreinen gestichte gebouwen
zijn gehouden te dulden, dat daaraan al de toestellen voor
straatverlichting, voor de brandweer, voor waterleiding en
voor de benaming der wegen worden aangebracht, welke
burgemeester en wethouders noodig oordeelen.
Art. 12.'
De koopers en alle volgende rechtverkrijgenden zijn op
straffe van verbeurte eener boete, ten bedrage van de
koopsom, ten voordeele van de gemeente, verbonden deze
bepalingen na te leven en die, bij overdracht hunner rech
ten, in de acte van overdracht op te nemen.
Bovendien heeft de gemeente het recht om, wegens de
niet-naleving dezer bepalingende ontbinding van den
koop te vorderen.
5. Rapport dor commissiebalast geweest met het on
derzoek der begrooting van liet Stadsziekenhuis, dienst 1900.
Conform het voorstel der commissie wordt zonder dis
cussie of hoofdelijke stemming besloten:
1°. aan te nemen het daarbij gevoegd ontwerp-besluit,
waarbij de bijdrage uit de Gemeentekas voor het jaar 1900
wordt bepaald op 11.657;
2°. de begrooting voornoemd onveranderd goed te
keuren tot een bedrag in ontvangst en uitgaaf beide van
12.058
De heer Duparc bekomt, met verlof van de vergadering,
het woord tot het doen van eene vraag aan burgemeester
en wethouders over den stand van zaken betreffende do
aanvraag van de firma Ribbink van Bork Co. om ver
lenging van hunne concessie tot exploitatie van telepho-
nische verbindingen in deze gemeente.
Spr. begint met in herinnering te brengen, dat in de
Raadsvergadering van 18 Maart j.l. de genoemde aanvraag
ter tafel gebracht en besloten werd, haar aan burgemees
ter en wethouders om bericht en raad te zenden.
Toen een drietal maanden waren verloopen, zonder dat
de Raad iets van burgemeester en wethouders over de
zaak had vernomen, veroorloofde spr. zich, tot hen de
vraag te richten, of de Raad nu niet spoedig het van hen
gevraagd advies mocht tegemoet zien.
De antwoorden van den Voorzitter en van den heer
Troelstra waren niet onbevredigend en deden de hoop
op eene spoedige afdoening der zaak ontstaan.
Thans echter zijn wij, zegt spr., weder drie maanden
verder; te zamen is er dus een half jaar verloopen sedert
het adres bij den Raad in kwam, maar nog altoos wordt
op het gevraagd advies gewacht
Intusschen is, zooals men zal hebben kunnen zien, van
rijkswege een begin gemaakt met het opbreken der straten,
om daarin de buizen voor de intercommunale telephoon-
verbinding te leggen. Is spr wel onderricht, dan zal, als
er niets tusschenbeide komt, den 1 November a.s. in
deze gemeente de gelegenheid worden geopend, van den
intercommunalen telophoon gebruik te maken. Doch alléén
op het telegraafkantoor. Voor de geabonneerden op den
telephoon zal hei echter niets geven, daar zij eerst met
het intercommunale telephoonnet zullen kunnen worden
verbonden, als zij in het bezit zijn van geheel andere
toestellen en nieuwe, voor den intercommunalen dienst
geschikte draden in de stad zijn gespannen. Dit een en
ander zal intusschen uit den aard der zaak door de con
cessionarissen slechts geschieden, indien hunne met het
jaar 1901 eindigende concessie wordt verlengd, want zij
zullen voor den korten tijd hunner nog loopende conces
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 12 September 1899. 101
sie zich zeker niet de aanzienlijke kosten der aan te
brengen verbeteringen willen getroosten.
Spr. acht het, op grond van het bovenstaande, niet
ongewettigd, als hij opnieuw aan burgemeestor en wet
houders de vraag doet, of thans niet spoedig van hun
college kan worden tegemoet gezien een voorstel, om de
gemeente Leeuwarden eindelijk ook in het genot te stel
len van de intercommunale telephoon-verbinding, waarop
een paar jaar geleden niet alleen door de kamer van
koophandel en fabrieken en van particuliere zijde, maar
ook door burgemeester en wethouders zeiven bij den
minister van waterstaat is aangedrongen.
De Voorzitter zegt op de vraag van den heer Duparc
een bevredigend antwoord te kunnen geven. Het ont
werp-besluit, dat aan den Raad ter vaststelling zal worden
aangeboden, is reeds eenigen tijd gereed. Hij kan er aan
toevoegen, dat dit strekt om, met intrekking van de loopende
concessie, aan de Naamlooze Vennootschap vooorheen Rib
bink, van Bork en Co. eene nieuwe concessie te verleenen.
Thans wordt met belanghebbenden briefwisseling gevoerd
over de vraag, of zij een eventueele concessie overeenkom
stig het door burgemeester en wethouders opgemaakte
ontwerp met de daaraan verbonden voorwaarden zullen
aanvaarden. De briefwisseling loopt ten einde, zoodat spr.
vertrouwt, dat het voorstel in de eerstvolgende Raadsver
gadering zal kunnen worden aangebracht.
De heer van Messel vraagt en bekomt verlof, om te
spreken over eene zaak, eveneens vreemd aan de orde
van den dag.
Hij veroorlooft zich te wijzen op don treurigen toestand,
waarin de bestrating van de Sacramentstraat zich bevindt.
Ze is vol gaten en bij avond en als het regent, levert ze
voor de veilige passage gevaar op. Het is daarom, dat
hij met aandrang de aandacht van burgemeester en wet
houders daarop vestigt.
De heer Beekhuis kan den heer van Messel tot zijn
genoegen een even bevredigend antwoord geven, als zoo
juist de voorzitter den heer Duparc.
Het plan voor do verbetering der Sacramentstraat ligt
reeds klaar, doch burgemeester en wethouders zijn voor
nemens, hot niet afzonderlijk bij den raad te brengen,
doch het bij de gemeentebegrooting te doen behandelen.
6. Vaststelling van het ie suppletoir'kohier van den
hoofdelijken omslagdienst 1899.
In verband met do behandeling hiervan, wordt de open
bare vergadering tijdelijk gesloten.
Na heropening der openbare vergadering, wordt het
kohier vastgesteld met een belastbaar inkomen van
87.600,275 en een totaal der aanslagen ad 4642.78.
De Voorzitter sluit de vergadering.
Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co., Leeuwarden.