108 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 26 September 1899. ook met de bedoeling der voorstellers strookt voor, dat aan het laatstgenoemd college de voorkeur moet worden gegevenburgemeester en wethouders toch beschikken over vele gegevens, die eene commissie niet ten dienste staan. Spr. geeft dus in overweging, het voorstel van de hee- ren Duparc en Oosterhoff in handen te stellen van burge meester en wethouders, opdat deze zich kunnen uitspreken omtrent het beginsel van geleidelijken openbaren verkoop der bewuste terreinen. De heer Duparc kan, mede, namens den heer Oosterhoff, verklaren, dat er bij hen geen bezwaar bestaat tegen het voorstel van den voorzitter. AVel zal het nemen van een definitief besluit er eenigzins door worden vertraagd, als burgemeester en wethouders vooraf nog de zaak zullen hebben te overwegen, doch de vertraging zal niet zóó groot zijn, dat de goede vruchten van een gunstig besluit niet reeds in het volgende jaar, want van 1899 kan ook bij een dadelijke aanneming van het voorstel in geen geval sprake zijn, zouden kunnen worden geplukt. De heer Troelstra zou gaarne nog eenige inlichtingen willen hebben omtrent de eigenlijke bedoeling van het voorstel. Spr. wijst er op, dat het terrein aan de zuidzijde geheel voor de koopers beschikbaar is. De gelegenheid, om ge deelten van die terreinen in koop te erlangen, is genoeg bekend eiken Zaterdag kan, door een aanvrage in de ter secretarie geplaatste bus te werpen, bij besluit van burge meester en wethouders grond in eigendom worden overge dragen. Dat is dus reeds een soort van publieken verkoop. Spr. vraagt nu of het de bedoeling is. om telkens een perceel bouwterrein in het openbaar te doen verkoopen door tusschenkomst van een notaris„het op de borden te brengen," zoo als hij meent dat de term is. De heer Duparc doet den heer Troelstra opmerken, dat in het voorstel duidelijk wordt gesproken van openbaren verkoop, dat is verkoop met den bijstand van een notaris, bij mededinging van belanghebbenden. Het zou dan moeten geschieden hetzij bij opbod, hetzij bij afslag. De thans gevolgd wordende wijze van verkoop, waarbij gegadigden zonder dat de een iets van den ander afweet, hunne schriftelijke aanvragen in een bus ter secretarie bezorgen, kan echter bezwaarlijk een oponbare verkoop worden genoemd. De heer Bekhuis heeft met genoegen gehoord, dat het voorstel ten fine van prae-advies in handen van burge meester en wethouders wordt gesteld. Spr. wenscht echter een enkel punt, met dit voorstel in verband staande, in herinnering te brengen. Het denkbeeld, om tot geleidelijken openbaren verkoop der terreinen aan het kanaal over te gaan, is niet nieuw. Bij de behandeling van de begrooting voor 1898 heeft spr. dit denkbeeld reeds geopperd, hij wees er toen op, dat het misschien overweging zou verdienen, de bouw blokken 3, 4 en 6 bij gedeelten in het openbaar te veilen. Spr. 's denkbeeld vond in de sectie bijval en werd door rapporteurs burgemeester en wethouders ter overweging aanbevolen. Burgemeester en wethouders verklaarden in de Memorie van Antwoord, dat zij zouden overwegen, of het wensche- lijk mocht worden geacht, bouwterreinen achter het Zuid- vliet bij wijze van proef in publieke veiling te brengen. Spr. heeft hieromtrent verder niets vernomen. Er schijnt geen aandacht meer aan geschonken. Gelukkig zjjn de hoeren Duparc en Oosterhoff thans met hun voorstel voor don dag gekomen, gelukkig, omdat spr. meent, dat openbare verkoop, speciaal van de terreinen achter het Zuidvliet, aanbeveling verdient. In de laatste jaren werden op verschillende terreinen buurten aangelegd en blokken woningen gebouwd. Niemand sloeg echter het oog op die terreinen bij het Kanaal. Er is gezegd, dat zij te hoog in prijs zijn. Spr. betwist dit. De blokken III en VI kosten 3.— per M'. Maar men vergete niet, dat het terrein geheel voor bebouwing gereed is; de buizen voor gas- en waterleiding zijn gelegd, de rioleering is in orde en de bestrating voltooid. Bij de bebouwing van andere terreinen moeten hiervoor groote kosten gemaakt worden. Het bezwaar, dat de prijs te hoog is gestold, kan dus niet gelden. Wel echter is het waar, dat de voorwaarden, waarnaar moet worden gebouwd, veel te bezwarend zijn. De terreinen hebben te groote diepte voor den bouw van burgerwoon huizen. Het moet de ondernemers mogelijk worden gemaakt bouwwijken aan te leggen, zooals b.v. achter Tulpenburg. Spr. meent, dat als de terreinen kleiner worden gemaakt en met wijziging der voorwaarden in den door spr. aan gegeven zin, dat verkoop plaats hebben zal. Spr. verzoekt den voorzitter, wanneer het voorstel van de heeren Duparc en Oosterhoff bij burgemeester en wet houders in behandeling wordt genomen, dat dan op het door hem in 1897 geopperde denkbeeld zal worden gelet. De heer Troelstra zegt, dat het door den heer Bekhuis geopperde bezwaar omtrent de voorwaarden vair de bebou wing der terreinen eigenlijk niet bestaat. Als spr. zich niet vergist, zijn de voorwaarden van be bouwing zóó gewijzigd, dat bij aankoop van een geheel blok, geheel afzonderlijke voorwaarden kunnen worden vastgesteld. De heer Duparc antwoordt den heer Bekhuis, dat de voorstellers geen bepaald terrein op het oog hebben, maai de aanwijzing daarvan geheel aan burgemeester en wet houders wenschen over te laten. Dit blijkt ook al weder duidelijk uit het tweede lid van hun voorstel. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten het voorstel van de heeren Duparc en Oosterhoff ten fine van prae-advies te stellen in handen van burgemeester en wethouders. In verband met de behandeling van punt 5 der agenda, rapport der commissie betreffende reclames tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag, dienst 1899, sluit de voorzitter de openbare vergadering. Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co., Leeuwarden. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 10 October 1899. 109 Tegenwoordig 21 leden. Afwezig: de heeren S. J. van Messel en S. Jansma. Voorzitter de hoer Jhr. Mr. A. Röell, burgemeester. I. De notulen van de op 26 September j.l. gehou den vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. eene missive van het Bestuur van het Old Bur ger Weeshuis alhier, geleidende een gift van ƒ3000, ten behoeve van instellingen van weldadigheid 2. eene dankbetuiging van den adjunct-commies ter secretarie J. L. Beerenbroek voor de hem verleende gra tificatie ter gelegenheid zijner 25 jarige ambtsvervulling: 3. eene resolutie van Ged. Staten van Friesland, ge leidende een koninklijk besluit tot goedkeuring der ver ordening tot heffing van veemarktgelden. 4. een resolutie van Gedep. Staten, waarbij is goed gekeurd eene wijziging van de lijst der minimum-prijzen van een gedeelte der bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. Een adres van B. Niewold, directeur der Groninger- Rotterdammer Stoombootmaatschappij, houdende verzoek het besluit betreffende de sluiting van bruggen bij nacht niet vast te stellen. Zal aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken worden gezonden, teneinde daarop te letten bij haar advies om trent de ontwerp-verordening. 2. een adres van de firma E. van Asperen, bleekerij Achter de Hoven, houdende verzoek om betere verlichting aldaar. Wordt gesteld in handen van burgemeester en wethou ders ten fine van afdoening. 3. een adres van eenige paardenhandelaars, houdende verzoek om de Veemarkt aan de oostzijde uit te breiden en dit terrein in te richten voor paardenmarkt. Wordt gesteld in handen van burgemeester en wethou- dors ten fine van prae-advies. 4. de begrooting van het Nieuwe Stads Weeshuis, dienst 1900. Wordt ten fine van onderzoek'en rapport in handen gesteld van de heeren Duparc, Haverschmidt en Kiers: 5. Rapport betreffende de in de sectiën van den Raad behandelde-ontwerp-gemeentebegrooting, dienst 1900. Dit rapport is gedrukt en bij de leden rondgezonden; het zal in de volgende vergadering met de gemeente- begrooting worden behandeld. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onder- handsche verhuring van een perceel gardeniersland aan Oldegalilëen. 7. Alsvoren om afwijzend te beschikken op een ver zoek van F. J. E. von Weyhrother betreffende teruggave van een gedeelte der koopsom van een perceel bouwter rein aan de noordzijde van het Nieuwe Kanaal. 8. Rapport der commissie, belast geweest met het onderzoek der gemeente-rekening over 1898. 9. De heer Oosterhoff deelt mede, dat het onderzoek van de begrooting der stads bank van leening, dienstjaar 1900, door de commissie heeft plaats gehad. Door toevallige omstandigheden is echter het rapport niet hier; hij verzoekt het evenwel als gelezen te be schouwen, teneinde in de volgende vergadering te kunnen worden behandeld. De conclusie van het rapport leidt tot goedkeuring. De stukken 6, 7, 8 en 9 zullen in de volgende ver- ring worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Voordracht voor de benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool no. 2. Op de voordraeifct zijn geplaatst: 1. A. Deinema. 2. J. S. Wesselink. 3. T. van der Ploeg, allen te Leeuwarden. De uitslag der gehouden stemming is, dat op den heer T. van der Ploeg 14 stemmen, op don heer A. Deinema 5 en op den heer J. S. Wesselink 2 stemmen worden uitgebracht, zoodat eerstgenoemde is benoemd. 2. Voordracht voor de benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool no. 10, (vacature J. Schaafsma.) Op de voordracht zijn geplaatst: 1. K. Fokkeina te Franeker. 2. P. R. Timmer te Akkrum. 3. K. Uilkema te Koog aan de Zaan. De uitslag der gehouden stemming is, dat de heer K. Fokkema wordt benoemd met 20 stemmen. Op den heer P. R. Timmer is óéne stem uitgebracht. 3. Voordracht voor de benoeming van een onderwijzer aan gemeenteschool no. 10, (vacature P. Geertsma.) Op de voordracht zijn geplaatst 1. P. R. Timmer te Akkrum. 2. K. Uilkema te Koog aan de Zaan. 3. W. Bakker te Arum. De uitslag der gehouden stemming is, dat de heer P- R. Timmer wordt benoemd met twintig stemmen. Op den heer Bakker is één e stem uitgebracht. 4. Voordracht voor de benoeming van eene onderwijzeres in de handwerken aan gemeenteschool no. 4. Op de voordracht komen voor 1. Mej. H. F. van der Vegte te Huizum. 2. N. Tulp té Leeuwarden, en 3. G. A. Behrns. aldaar. De uitslag der gehouden stemming is, dat mej. H. F. van der Vegte te Huizum wordt benoemd met 20 stem men, zulks op eene jaarwedde van 125. Op mej. Tulp is ééne stem uitgebracht. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot liet verleenen van eervol ontslag aan mej. C. A. J Visser onderwijzeres in de handwerken aan de gemeenteschool no. 11 Conform het voorstel wordt zonder discussie of hoofde lijke stemming besloten, aan Mej. C. A. J. Visser, op haar verzoek, met ingang van den 11 November 1899, eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres in de nuttige hand werken aan de gemeenteschool no. 11. 6. Rapport der commissiebelast met het onderzoek der schutter ij-begrootingdienst 1900. Conform dit rapport wordt besloten, de begrooting van de kosten voor de dienstdoende schutterij, dienst 1900, goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 4906. De Voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders naar aanleiding van eene hun van geachte zijde gemaakte opmerking, hebben besloten, punt 7, voorstel tot onder-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1899 | | pagina 1