140 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 14 November 1890. Spr. zal niet weder in beschouwingen treden, als door ook de kosten van opmeting door een landmeter van liet hem zijn gehouden bij de aanvragen van Lerk, Gebrs. kadaster ten laste van den kooper komen. Ook deze zullen, Meijer e. a., om grond aan het Nieuwe Kanaal. Het doel naar het spr. voorkomt, uit de 7 moeten worden voldaan, van den heer Middelkoop is alleen, om de gebruikers van den grond naderhand eventueel meer te laten betalen. De heer Middelkoop doet opmerken, dat in alle geval Hij gaat uit van de gedachte, dat de grond in waarde de voorloopige opmeting, de uitzetting van het terrein, kan stijgen. Doch spr zou het niet redelijk achten, in- reeds door den directeur der gemeentewerken heeft plaats dien de erfpachters naderhand voor het feit werden ge- gehad. Spr. is van oordeel, dat de wet door den notaris steld, om de gebouwen op den grond gesticht, te doen moet worden gehandhaafd en met het plaatselijk gebruik. afbreken of meer pacht te betalon. De door den heer Middelkoop bedoelde bepaling zou waarlijk niet geschikt De heer Beekhuis doet den heer Middelkoop opmerken, zijn, om koopers te lokken en althans niet om den grond 1'lat art. 7 eene verplichting oplegt aan do kooper», n 1. in erfpacht te nemen, wat die spr. wenschelijk acht De 7 "bosten e be,al!T: Al die spreker dus heeft gebruikers betalen 4', erfpachtsrecht, terwijl de ge- sezegd. kan met de strekking hebben, verandering te rneente het geld tegen 3 V heeft geleend. Spr. meent brengen in art 7. Te zijner tijd, wanneer zal worden 1 t H t 11 c afgerekend tusschen de gemeente en den notaris, kunnen dat dit ai wq\ is. burgemeester en wethouder* gedachtig zyn aan het ge- De beraadslaging over art. 6 wordt gesloten en het -piokene door den heer Middelkoop. Overigens maakt amendement Middelkoop in stemming gebracht. !n>r- er nog opmerkzaam op, dat volgens art. 1 der voor- Het wordt verworpen met I 7 tegen 2 stemmen, die «aarden de verknoping ge.schiedt\v^^l>kge- van den heer Lautenbach en den voorsteller. ™»T?n ook.behoor'- dat de ko°P^.7, i kosten betalen zooals in art. 7 wordt voorgesteld en dat Art. 6 wordt hierna zonder stemming onveranderd 'Ie notaris uit die gelden zijne verschotten en salaris vindt. vastgesteld. jje |ieer Middelkoop heeft geen bezwaar tegen het be- Art. 7. ding der 7 °/0, doch wel tegen de niet verantwoording daarvan aan de gemeente. Naar sprekers inzien dient de Binnen tweemaal vier-en-twintig uren na de toewijzing gemeente zich wel degelijk met de verantwoording der moeten alle koopers ten kantore van den notaris, met den 7 °/f kosten in te laten. Het beding is niet gemaakt ton verkoop belast, betalen twaalf procent van den koopprijs, voordeele van den notaris, wat trouwens door de wet op waarvan zeven procent zal strekken ter goedmaking van het notarisambt ook verboden is. Doch niettegenstaande de kosten en 5 procent zal dienen als waarborgsom voor dat verbod handelt men alsof die 7 aan den notaris de door koopers na te komen verplichtingen. toekomen, om daaruit kosten en zijn salaris te vinden. Deze waarborgsom wordt aan de koopers of hunne Dit is in strijd met de wet. De notaris heeft met die rechtverkrijgenden teruggegeven, wanneer zij aan al de 7 niets uit te staan. Daarom zou het nog beter zijn, bepalingen, in art. 9 en 10 beschreven, zoover van hen indien de 12 dus de 5 waarborgsom en de 7 afhankelijk, hebben voldaan. kosten gezamenlijk, in de gemeentekas werden gestort. Behalve deze kosten, zijn te hunnen laste die der hy- De notaris zou dan op gespecificeerde nota kunnen potheckstelling, der inschrijvingen enz., alsmede die van worden betaald, zooals de wet dat voorschrijft. Ingeval afschriften of uittreksels der koopacten, welke kosten hij te hoog declareert kan zijne nota aan de taxatie van dadelijk betaald moeten worden. den president der rechtbank worden onderworpen. Het is er spr. om te doen om de wet te handhaven. Do heer Middelkoop zou gaarne eenige inlichting ont- Waar dit in de practijk tegenover particulieren ook al vangen omtrent de 7voor kosten. Spr. meent, dat liet niet plaats heeft, is het gemeentebestuur er wel toe ge- voornemen bestaat den verkoop door een notaris te doen roepen, daarom dringt hij er op aan daarvan niet af te plaats hebben. De practijk brengt mee, dat de 7°/0 aan wijken. Het komt hem geheel onnoodig voor, aan nota den notaris worden betaald, zonder dat deze daarvan rissen meer uit te keeren, dan hun toekomt, verantwoording geeft aan den kooper Deze usance is VoQrzitter d waar de heer Middelkoop geen echter in tlagran ten strijd met ie we, ie en no ans 0 voorgte| dogt tQt wijziging van art. 7, dit thans ongewijzigd verantwoording verplicht. 7 van den koopprijs is veel aBP „„eft ziinorziids te kennen. verantwoording verplicht. w te hooggrootendeels zullen zij in de zakken van den notaris komen. Het bij de Wet vastgesteld tarief is veel lager. Dit klemt nog te meer, als in aanmerking wordt genomen, dat het hier verkoop van gemeentegronden be treft, waarmede lang zooveel bemoeiingen niet gepaard gaan, als bij verkoop van particuliere eigendommen. In het laatste geval moet de notaris zorgen voor car- kan worden vastgesteld. Spr. geeft zijnerzijds te kennen, dat burgemeester en wethouders zeker bereid zullen zijn, om met de gemaakte opmerking rekening te houden. De beraadslaging wordt gesloten. Art. 7 en de volgende artikelen worden hierop zonder stemming vastgesteld. teering van het terrein, hetgeen thans door den directeur onderdeelen litt. c en d en eindelijk het geiieele der gemeentewerken heelt plaats gehad. De voorwaarden voorstej worden zonder discussie aangenomen, zijn door burgemeester en wethouders vastgesteld en vele andere werkzaamheden verricht, waarmede anders de no- Alzoo is besloten taris is belast. Daarom is de belooning ad 7°'„ hier veel a. niet aan te nemen het voorstel der heeren A. Duparc te hoog. Spr. vraagt, welke gewoonte hieromtrent in deze en W. J. Oosterhoff Jz. strekkende, om in beginsel te gemeente wordt in acht genomen. besluiten tot geleidelijken openbaren verkoop van de ter reinen ter weerszijden van het Nieuwe kanaal; De heer Beekhuis kan verwijzen naar art. 1 der voor- jn beginsel te besluiten tot het vaststellen van den gens bij ee .K de koopsom gewoonlijk worden geheven tot dekking der p|an gemerkt W voorgestelde bouwperceelen, op de voor- kosten. waarden, heden door den Baad vastgesteld Daaruit moet alles worden bestreden, ook de adverten-d jngeval bij dezen openbaren verkoop perceelen wor- tiekosten, die der aanplakbilletten enz. jen gegund, over to gaan tot den aanleg van de straat De Voorzitter voegt aan het door don heer Beekhuis c.a. om blok X' overeenkomstig de teekening gemerkt W. gesprokene nog toe, dat volgens art. 2 der voorwaarden De Voorzitter sluit de vergadering. Stoom Boek- on Steendrukkerij van N. Miederna Co., Leeuwarden. Verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 28 November 1899. 141 Tegenwoordig 18 leden. Afwezig: de hoeren C. L. B. J. Feitz, A. Duparc, J F. H. Bekhuis, D. Lautenbach en S. Jansma. Voorzitter: de heer Jhr. mr. A. Köell, burgemeester. I. De notulen van de op 14 November j. I. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. dat is ingekomen het verslag van de vereoniging „Nijverheid" over I Juli 1898-30 Juni 1899. 2. een bericht van den heer Dr. J. F. Selhorst, dat hij de benoeming tot voogd der Stads Armenkamer aan neemt. 3. alsvoren van den heer Mr. J. L van Sloterdijck. 4. alsvoren van den heer Mr. J. D. van der Plaats. 5. bericht van den heer Mr. W. Kolff, dat hij de be noeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs aanneemt. 6. bericht van don heer H. Boucker Andrete, dat hij de benoeming tot voogd van het Nieuw Stads Weeshuis aanneemt. 7. een adres der werklieden vereeniging „Ons belang," houdende adhaesiebetuiging mot het door de heeren Mid delkoop en Lautenbach gesprokene bij de behandeling der begrooting voor 1900. 8. dat door Ged. Staten zijn goedgekeurd de Raads besluiten tot a. ingebrnikgeving van grond aan den Harlinger- singel. b. ruiling van grond aan de Lindebuurt. c. idem aan de Emmakade. d. ingebruikgeving van een lokaal der Burgordagschool. e. openbaren verkoop van een gedeelte der bouwter reinen aan het Nieuwe Kanaal, Zuidzijde. III. Wordt ter tafel gebracht 1. Een voordracht voor de benoeming van een onder wijzer aan gemeenteschool no. 10. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders om aan de leeraren Siersma en van der Heide eene beloo ning toe te kennen voor meerdere lesuren aan de Bur gerdagschool. 3. Alsvoren, om de lessen in de scheikunde, techno logie en werktuigkunde aan de Burgerdagschool tijdelijk op te dragen aan mej. M. M. E Roelants. 4. Alsvoren tot onderhandsche aanbesteding van het werkloon voor kei- en klinkerbestrating in de gemeente van 1 Mei 1900 30 April 1901. 5. Alsvoren om aan C. Lerk vergunning te geven tot het leggen van eene stankvrije kolk in den Verkorteweg. 6. Alsvoren tot uitbreiding der cellen en verbetering van het lijkenhuis in het Stads Ziekenhuis. 7. Aanbeveling voor de benoeming van een lid der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs. 8. Alsvoren voor de benoeming van een lid van het college van curatoren over het gymnasium. De stukken 1 tot en met 8 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. 9. Verzoek van L. Schotanus, om verbetering van den weg van de 2e kanaalbrug naar den molen „de Kroon." Wordt gesteld in handen van burgemeester en wethou ders ten fine van prae-advios. 10. Voorstel van bnrgemeerster en wethouders tot af- en overschrijving op de gemeentebegrooting, dienst 1899. Zal in een volgende vergadering worden behandeld. 11. Alsvoren tot wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1899. Wordt gesteld in handen van de hoeren Menalda, Duparc en Tigler Wijbrandi, ten fine van onderzoek en rapport. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een lid der Gnnmissie van almi~ nistratie der Stads Bank van I.eeniny Door de Commissie van administratie worden voor de vacature, met 1 Januari 1900 te ontstaan door de perio dieke aftreding van den hoer mr. C. J. Prakken, aanbe volen do heeren Mr. C. J. Prakken en T. P. Plantenga Pzn. Ingevolge het bepaalde bij alinea 2 van art. 3 van het reglement voor de Stads Bank van Leening hebben bur gemeester en wethouders deze aanbeveling vermeerderd met de heeren mr. J. A. Stoop en mr. A. D. H. Fockenta Andreae. De aanbeveling is alzoo samengesteld uit de heeren 1. Mr. C. J. Prakken. 2. T. P. Plantenga Pzn. 3. Mr. J. A. Stoop. 4. Mr. A. D. H Fockenta Andreae. De uitslag der gehouden stemming is, dat met algetneene stemmen wordt benoemd de heer mr. C J. Prakken. 2 Voorstel van burgemeester en wethouders om aan It. li. Kalina een strook grond over te nemen en een rooilijn vast te stellen voor den hoek Achter de Ihven- Fabrieksteeg Conform de conclusio van dit voorstel wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming besloten I. met wijziging van het Raadsbesluit van den 22 December 1896 no. 11 als rooilijn voor de bebouwing van het terrein op den hoek van den wfeg Achter de Hoven en de Fabrieksteeg aan de zijde van die steeg vast te stellen eene lijn, 23 centimeter westwaarts van en parallel ioopende aan de op de situatie-teekening met rooden inkt aangeduide lijn II. Vergunning te verleenen, aan den westelijken gevel aan de Fabrieksteeg een avant-corps te maken met een voorsprong van 80 cM. uit de sub I vastgestelde rooilijn, gemeten oyer eene breedte van 7.50 M. tegen het midden gedeelte van het gebouw en aan de voorzijde van 6 M„ zooals op de teekening is aangeduid. III. Van Dirk B. Kalma, bouwkundige alhier, in eigen dom over te nemen de op de teekening zwart gearceerde strook grond langs de oostzijde van de Fabrieksteeg, ter grootte van 19 centiare tegen f 2 per centiare, een en ander onder voorwaarde, dat het op de teekening blauw gearceerde gebouwtje binnen drie maanden na het pas- seeren der koopacte van de sub III omschreven strook grond door en op kosten van den adressant worden ge- amoveerd en het daardoor vrijvallende terrein als tuin of bleek worde gebruikt en dat langs de nieuwe scheiding tusschen het terrein van den adressant een ijzeren hek ter hoogte vun ten minste 90 centimeter boven den beganen grond worde geplaatst en voortdurend onderhouden. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders om tegen de door de Kerkvoogdij van Cornjum voorgenomen verbouw van Martenastate aldaargeen bezwaar te maken. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt overeen komstig de conclusie van het voorstel besloten Aan het college kerkvoogden der Nederduitscho Her vormde Gemeente van Cornjum te verklaren, dat de Ge meente Leeuwarden geen aanspraak maakt op- en zoovee) noodig afstand doet van alle rechten op het legaat door wijlen Jonkheer Duco Martena van Burmania Vegelin van Claerbergen bij olographiseh testament van den 27 April

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1899 | | pagina 1