-■» jtatf -i
Fersaflerin m üiisi'.i 9 Januari M
20 Eegister der bijlagen op het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1900.
No. der
bijlage.
OMSCHKITVING.
17
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de verordening, regelende de inrichting
van het personeel der politie.
18
Begrooting der Inkomsten en Uitgaven voor het dienstjaar 1901.
19
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het plan van aanleg en indeeling van
bouwterreinen, gelegen aan het Nieuwe Kanaal, tot wijziging van de bepalingen betreffende de uitgifte,
tot aanleg en rioleering van straten, en tot publieken verkoop van Blok IV.
20
Advies der Commissie voor de Gemeentelijke Gasfabriek over de invoering van het drieploegenstelsel.
21
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot nadere vaststelling van den prijs van geleverd gas
uit de Gemeentelijke Gasfabriek.
22
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de verordening op den genees-, heel-
en verloskundigen dienst voor behoeftigen in de gemeente Leeuwarden (Gemeenteblad no. 16 van 1892).
23
Verslag van de Commissie van Rapporteurs uit de sectiën van den Raad omtrent het in de
sectiën verhandelde over de ontwerp-gemeentebegrooting voor 1901.
24
Memorie van antwoord op het verslag der commissie van Rapporteurs uit de sectiën van den Raad
omtrent het onderzoek der gemeentebegrooting voor 1901.
25
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der Verordening tot regeling van de
Brandweer. (Gemeenteblad no. 9 van 1897.)
26
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der pensioenverordeningen. (Gemeentebladen
no. 32 van 1893 en no. 12 van 1899.)
27
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aanvulling der verordening regelende het gebruik
van de Waag en der instructie voor den Waagmeester.
28
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling eener verordening tot het heffen van
een hoofdelijken omslag naar het inkomen en eener verordening op de invordering.
29
Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een adres van Bestuursleden der Sociaal Demo
cratische Arbeiderspartij in zake schoolvoeding en kleeding.
-** - -v
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 9 Januari 1900.
Tegenwoordig 21 leden.
Afwezig: de heeren W. J. Oosterhoff Jzn. en S. Jansma.
Voorzitter: de heer Jhr. n:r. A. Röell, burgemeester.
1. De notulen van de op Dinsdag !2 December 1899
gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
Hierna houdt de voorzitter de volgende rede
Mijne Heeren
Bij de intrede van het nieuwe jaar wil ik, de oude en
goede gewoonte getrouw, de werkzaamheden onzer eerste
vergadering niet doen aanvangen, zonder een woord van
oprechten gelukwensch aan u allen Ik hoop van harte,
dat ge in 1900 ruimschoots moogt worden gezegend in
uwe gezinnen en betrekkingen en dat ge, in het genot
eener goede gezondheid, met lust en opgewektheid uwe
beste krachten aan de belangen onzer gemeente zult blijven
wijden.
Aan mijne heilwenschen is het mij zeker vergund we
derom enkele beschouwingen vast te knoopen over den
afgesloten jaarkring.
Ongunstig is het jaar 1899 voor onze gemeente aller
minst geweest, en ik geloof met vreugde te mogen con-
stateeren, dat zich sporen vertoonen van blijvende verbe
tering en vooruitgang in menig opzicht.
Toch dient allereerst een sombere toon te worden aan
slagen, omdat ik niet mag zwijgen van het onherstelbare
verlies, dat onze vergadering trof door het betrekkelijk
onverwachte overlijden van haar medelid, mr. van Sloter-
dijck. Tot dankbare vereering zijner nagedachtenis zal
ik u wel niet behoeven op te wekken.
Evenmin zal het noodig zijn uit te weiden over de
verdiensten, tegenover den Raad en de gemeente aan den
dag gelegd door de heeren mr. Kolff, Theunisse, Vlaskamp
en mr. Wolff, die bij de periodieke verkiezing door nieuwe
leden werden vervangen. Alléén mag ik niet verhelen,
dat de niet-herkiezing van den heer Wolft' vooral het
dagelijksch bestuur leed deed, omdat dit zich daardoor
van een zijner beste krachten beroofd zag, en ik wil niet
nalaten hier een woord van hulde te brengen aan den
ijver, de bekwaamheid en de welwillendheid van den af
getreden wethouder van onderwijs. Van harte welkom
was intusschen in het college de heer Hijlkema, die zich,
na het bedanken van den heer Oosterhoff, de op hem
uitgebrachte benoeming tot wethouder liet welgevallen.
Wat de uitslag der tienjarige volkstelling voor onze
gemeente zal zijn, is nog onbekend ik bepaal mij dus,
wat den loop der bevolking betreft, tot de mededeeling,
dat deze door vestiging en geboorte met 3262 zielen toe
nam en omgekeerd door overlijden en vertrek met 3113
verminderde, een gunstig verschil derhalve van 149 zielen.
Behoudens 25 gevallen van roodvonk, werd zij door
besmettelijke ziekten nagenoeg niet bezochter vallen
slechts 3 gevallen van typhus en 1 van diphtheritis te
vermelden, zoodat de gezondheidstoestand over het geheel
gunstig mag genoemd worden. In dit verband van het Stede
lijk Ziekenhuis gewagend, heb ik allen lof voor de liefderijke
verpleging van de 296 patiënten, die daarin werden op
genomen, zijnde 13 meer dan in 1898. Ook de voogden
van de Stads-Armenkamer verdienen een woord van dank
voor de wijze, waarop zij de hun toevertrouwde belangen
behartigen, en dit mag evenzeer worden getuigd van de
politie en de brandweer. De laatste onderscheidde zich
bij den hevigen brand, die op 9 Februari de stoomcarton-
fabriek verwoestte, op zéér loffelijke wijze.
Enkele ongunstige cijfers mogen niet onvermeld blij
ven de hoeveelheid gemeten granen en zaden vermin
derde ook dit jaar, en wel met 12,470 H.L. of circa 1/ll
van het cijfer dat in 1898 werdt bereikt; de hoeveelheid
aan de Waag aangevoerde boter ging van 523,778 K.G.
in 1898 tot 387,412 K.G. in 1899 terug, eene belangrijke
vermindering dus, die echter in de toename der boterfa-
brieken in deze provincie bate natuurlijke oorzaak vindt.
Doch tot deze beide rubrieken zijn de lagere cijfers
beperkt. Gelijk aan 1898 was de opbrengst der beurs-
rechten, nagenoeg gelijk de opbrengst der stadsreiniging
n.l. ƒ24,000 tegen ruim ƒ23,000 in 1898'
Overigens zijn de cijfers over 1899 gunstiger dan over
het voorgaande jaar.
Aan de Waag werden b.v. 336,454 K.G. kaas meer
De gasfabriek leverde 95,000 M3. gas meer af dan in
1898, terwijl het getal gewone verbruikers met 67 en
dat der muntgasmeters met 18 steeg, zoodat over het
afgeloopen jaar de opbrengst zeer bevredigend mag ge
noemd worden.
De Veemarkt ten slotte mocht zich in een voortdurende
bestendiging van haren bloei verheugen. Er werden
200,646 stuks vee aangevoerd tegen 187,470 in 1898-en
25,549 gewogen tegen 22,229 in 1898, eene krachtige
vermeerdering dus, die voor de welvaart te dezer stede
van groot belang is.
Een ander teeken voor de toename der welvaart is de
bloei van de Spaarbank, waarin in 1899 de inlagen het
cijfer bereikten van 372,526.62, het hoogste bedrag'dat
sedert de oprichting in één jaar werd ingebracht, terwijl
het voorts opmerking verdient, dat ondanks de toenemende
beroepen op de liefdadigheid der ingezetenen, de winter-
collecten der verschillende gezindten alle iets, sommige
niet onbelangrijk meer opbrachten dan in 1898 en zeker
ook als een gunstig teeken mag worden geboekstaafd, dat
in de Bank van Leening ongeveer 3000 panden minder
dan in 1898 werden beleend.
Op wetgevend gebied had uwe vergadering vooreerst
alle heffingen te herzien, die krachtens de wet van 24
Mei 1897 (Stbld. no. 156) op 1 Januari dezes jaars van
rechtswege vervielen. Op dien datum kwam het bericht
in, dat alle nieuwe heffingen, voor zoover deze niet reeds
eerder ons verleend, de koninklijke goedkeuring hadden
verworven. Voorts werden enkele wijzigingen gebracht in
sommige strafverordeningen, waarvan ik alleen de wijziging
van het sluitingsuur der herbergen vermeld, een maatregel,
die tot dusverre allergunstigst heeft gewerktdienaan
gaande bepaal ik mij tot de opmerking, dat, terwijl sedert
de afkondiging der gewijzigde verordening 70 vergunningen
werden verleend tot afwijking van het sluitingsuur, onder
den ouden toestand buiten en behalve de doorloopende
vergunningen dat cijfer in de overeenkomstige maanden
van 1898 248 heeft bedragen.
Wanneer ik ten slotte heb melding gemaakt van
den verkoop, zoowel onderhands als publiek, van ettelijke
perceelen bouwterrein aan het Nieuwe Kanaalvan de
opening in 1899 van de tramlijn Leeuwarden St. Jacobi-
Parocbievan de aansluiting onzer gemeente aan het
intercommunale telephoonnetvan den aankoop door het
Rijk van een terrein voor de stichting van een post- en
telegraafgebouw en volledigheidshalve van de op
richting van een Kamer van Arbeid voor verschillende
bedrijven, dan heb ik mijne Nieuwjaarsrede ten einde^e-
bracht. die, naar ik vertrouw, ook bij u, mijne heeren de
overtuiging zal hebben gevestigd, dat ik terecht het jaar
1899 voor Leeuwarden niet ongunstig noemde, en inder
daad reden had om te wijzen op sporen van vooruitgang
en verbetering, die de toekomst met vertrouwen doen
tegengaan.
Moge het jaar 1900 dit vertrouwen bevestigen en ver
levendigen en moge het ons gegeven zijn om, onder
hoogeren zegen en door eendrachtige samenwerking, veel
tot heil der gemeente en van hare ingezetenen tot stand
te brengen.
II. Wordt medegedeeld
1eene missive van den minister van Binnenlandsche
Zaken d.d. 2 Januari 1900 no. 6946 afd. O, houdende