Morin m lüiilu 24 April 1900 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 24 April 19(30. 49 Tegenwoordig 18 leden. Afwezig de heeren D. Tigler WijbrandiS. Jansma Z. MiddelkoopC. L. B. J. Feitz en D. Lautenbach. Voorzitterde heer Jhr. Mr. A. Röell burgemeester. I. De notulen van de op Zaterdag 14 April j.l. gehou den vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld eene missive van G. Jellema, waarbij hij tot nadere kennisgeving zijne aanvrage om koop van bouwterreinen intrekt. In verband hiermede wordt punt 8 der agenda, voorstel van burgemeester en wethouders tot verkoop van grond aan het Nieuwe Kanaal aan G. Jellema, van de agenda afgevoerd. De Voorzitter biedt den leden het verslag van den toestand der gemeente over 1899 aan. III. Wordt ter tafel gebracht 1. voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan mej. C. Rommerts als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 9 2. alsvoren aan mej. S. H. de Jong, als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 11 3. alsvoren tot het verleenen van pensioen aan den heer P. F. Timmers Verhoeven op zijn verzoek eervol ontslagen als commies ter secretarie 4. alsvoren om aan H. Schrage te Harlingen in eigen dom af te staan een strookje grond aan het Zwitsers- walletje 5. rapport der raadscommissie omtrent de rekening van de ontvangsten en uitgaven der dienstdoende schut terij te Leeuwarden over het jaar 1899 6. rapport der raadscommissie omtrent de rekening en verantwoording van de administratie der Stads Bank van Leening, dienst 1899. Al deze stukken zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. Hierna wordt de vergadering met gesloten deuren voortgezet. IV. Na heropening der openbare zitting wordt over gegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een onderwijzer aan gemeenteschool no. 5 [vacature T. FerwerdaJ. Op de voordracht zijn geplaatst 1°. H. C. Heiner, te Akkrum 2°. S. Hoekstra, te Warga 3°. H. Schurink, te Sneek. Het resultaat der gehouden stemming isdat met algemeene stemmen wordt benoemd H. C. Heiner, te Akkrum. 2. Voorstel tot benoeming van een stads-artster ver vanging van dr. Sissingli. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden be handeld. De heer A. Ebbens Sissingh artsbelast met de ge nees- en heelkundige behandeling van behoeftigentot 1 Mei a.s. als zoodanig benoemdheeft verzocht voor eene herbenoeming niet in aanmerking te komen. Als sollicitant naar de vaceerende betrekking heeft zich alleen aangemeld de heer Dr. F. H. Veldman, arts alhier. Bij de voogden der Stads-armenkamerdoor burge meester en wethouders gehoordbestaat tegen diens eventueele benoeming geen bezwaar, blijkens hunne missive d.d. 14 April 1900 no. 2052b Op grond hiervan dragen burgemeester en wethouders den Raad voor ter benoemingvoor den tijd van drie jaren, ingaande 1 Mei 1900, tot arts, belast met de genees- en heelkundige behandeling van behoeftigen den heer Dr. F. H. Veldman, arts alhier, zulks op eene jaarwedde van ƒ650. De beraadslaging wordt geopend De heer Haverschmidt vraagt of voor deze betrekking geen oproeping in de courant heeft gestaan. De Voorzitter antwoordt, dat geene oproeping plaats had. De heer Haverschmidt betreurt dit. De Raad heeft nu geen keuze. De voorgedragene, aan spr. onbekend, moge een hoogst bekwaam medicus zijn, hij behandelt thans uitsluitend zenuwziekten, die bij onvermogenden althans niet in de eerste plaats voorkomen. Spr. las onlangs dat er in ons land meer dan 2000 doctoren zijn en er komen er nog steeds bij. Had men nu eene oproeping geplaatst in de Genees kundige Courant, die ook gelezen wordt in Leiden, Utrecht, Amsterdam en Groningen, waar de medici worden gevormd en waar vele jonge artsen verblijf houden, dan had men eene ruime keuze gehad voor deze vaste betrekking van 650.in eene provinciale hoofdstad, waar alle doctoren een goed bestaan hebben. De Voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethou ders opzettelijk hot doen eener oproeping van sollicitanten naar de vaceerende betrekking hebben nagelaten. Toen de heer Sissingh mededeelde, voor eene herbenoeming niet in aanmerking te willen komen, hebben zij gemeend, dat onder de hier reeds gevestigde jonge geneeskundigen zich wel sollicitanten zouden voordoen en wilden zij dus niet door het plaatsen van een oproeping, meerdere concurrentie tusschen de geneeskundigen hier ter stede in het leven roepen. Ware voor 1° Mei geen aanvrage ingediend, dan zou eene oproeping onvermijdelijk zijn geweest, maar nu deze is ingekomen en de voogden der Stadsarmenkamer hebben bericht tegen de benoeming van Dr. Veldman geen be zwaar te hebben, kon een oproeping, die door de veror dening niet wordt gevorderd, veilig achterwege blijven. De heer Haverschmidt is het met den voorzitter vol komen eens, dat de betrekking van stadsgeneesheer bij voorkeur dient te worden vervuld door een der jongere medici, zooals er hier wel zijn, maar wanneer het nu blijkt, dat deze die voorkeur weinig of niet op prijs stellen, dan kan eene oproeping niet uitblijven en dat had spr. in dit geval wenscholijk gevonden. De heer Troelstra meent zich te herinneren, dat bij eene vorige vacature, toen de heer Dr. Schreuder aftrad, ook geene oproeping van sollicitanten heeft plaats gehad. De Raad heeft destijds geene aanmerking gemaakt op de door burgemeester en wethouders gevolgde wijze van handelen. De heer Baart de la Faille kan, in tegenstelling met den heer Haverschmidt, niet anders dan het beleid van burgemeester en wethouders ten dezen huldigen. Die heer bedenke, dat, terwijl de betrekking van gemeente geneesheer, belast met de armen-practijk, in buiten ge, meenten over het algemeen vrij hoog wordt gesalarieerd, o.a., als spr goed is ingelicht, in Haskerland met 1700. het hier slechts een derde gedeelte van de stadspractijk geldt, waaraan eene jaarwedde is verbonden, die geen vol-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1900 | | pagina 1