TntünliE ran Islai 9 April 1901.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 9 April 1901.
53
Tegenwoordig eerst 15, later 17 leden. Eéne vacature.
Afwezig de heeren DijkstraBekhuisvan Ketwich
VerschuurOosterhoö' en van Eijsinga.
Voorzitterde heer Jhr. Mr. A. Röellburgemeester.
I. De notulen van de op Dinsdag 2 April 1901 ge
houden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid der
heeren Dijkstra, Bekhuis, van Ketwich Verschuur de heer
Troelstra zal door het bijwonen der vergadering der Pro
vinciale Staten eerst later ter vergadering kunnen ver
schijnen.
2. dat tot schoolopziener in het arrondissement Leeu
warden met ingang van 1 April j.l. is benoemd de heer
J. H. Leopold Szn. alhier.
3. verslag van het eindexamen van de burgeravond
school te Leeuwarden, gehouden den 30 Maart 1901.
Zal voor de leden ter visie worden gelegd.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. voordracht voor de benoeming van een onderwijzer
aan de gemeenteschool no. 1
2. idemidem aan de gemeenteschool no. 8
3. voorstel van burgemeester en wethouders tot ver-
leenen van eervol ontslag aan mej. J. M. Visser, onder
wijzeres in de nuttige en fraaie handwerken aan gemeente
school no. 4.
4. idem tot toekenning van een jaarlijksch pensioen
aan P. Laverman eervol ontslagen opzichter der stads
reiniging
5. voorstel van burgemeester en wethouders
a. tot vaststelling van een Huishoudelijk Reglement
voor de Commissie tot wering van schoolverzuim
b. om aan die Commissie eene jaarlijksche toelage te
verleenen van ƒ150.waarvan ƒ100.bestemd is
voor de bestrijding van de kosten harer vergaderingen
en 50. voor den secretaris wegens belooning voor
werkzaamheden en vergoeding voor bureaukosten.
Zal als Bijlage tot het raadsverslag gedrukt worden en
aan de leden gezonden
6. rekening en verantwoording der Commissie van
administratie der Stads-Bank van Leening over 1900.
Wordt gesteld in handen eener commissiebestaande
uit de heeren Oosterhoff, Menalda en Lautenbach
7. verzoek van het bestuur van het Nieuwe Stads
weeshuis om machtiging tot het doen van af- en over
schrijving op de begrooting van 1900.
Wordt gesteld in handen eener commissie, bestaande
uit de heeren HaverschmidtDuparc en Jansma
8. rapport der Commissie belast geweest met het
onderzoek der rekening en verantwoording der Stads
armenkamer zoomede die van het Stads-armhuis
9. rapport der Commissie belast geweest met het
onderzoek der rekening en verantwoording der dienst
doende schutterij over 1900.
De punten sub 15 en 8 en 9 zullen in eene vol
gende vergadering behandeld worden.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling der op den
oproepingsbrief vermelde punten
iBenoeming van eene onderwijzeres in de nuttige
handwerken aan gemeenteschool no. 8.
Door burgemeester en wethouders worden voorgedra
gen mej. Anna van der Kolk mej. Leentje de Vries en
mej. Grietje Struiksma allen te Leeuwarden.
De uitslag der gehouden stemming is, dat 13 stemmen
worden uitgebracht op mej. Anna van der Kolk en 2 op
mej. Struiksmazoodat eerstgenoemde benoemd is.
De jaarwedde wordt vastgesteld op een bedrag van
100.-.
De heer Hijlkema komt ter vergadering.
2. Voorstel van burgemeester en wethoudars tot ver
leenen van eervol ontslag aan J. Ilofstraals onderwijzer
aan gemeenteschool no. 7.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt besloten
het gevraagde ontslag eervol te verleenen met ingang
van 1 Mei 1901.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ver
leenen van eervol ontslag aan mej. G. Boonstra als
onderwijzeres aan gemeenteschool no. 6.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt besloten
het gevraagde ontslag eervol te verleenen met ingang
van 15 Mei 1901.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verkoop
van een perceel grond, gelegen ten Oosten van de 2e
Kanaalbrug en ten Zuiden van het Nieuwe Kanaal ter
grootte van één Hectare en voor den prijs van f 8000,
aan T. Overmeer alhier.
De heer Haverschmidt denkt bij dit voorstel aan de
stelling indertijd door den heer Middelkoop met zooveel
warmte verdedigd dat de gemeenschap de vruchten moet
plukken van eene eventueele waardevermeerdering van den
grond. Spreker is het met die stelling eensal wenscht
hij niet als vasten regel aan te nemen, dat alles op erf
pacht moet worden uitgegeven. Uitzonderingen zullen
er altijd blijven. Eene kerkelijke gemeente of eene lief
dadige instelling zal niet op erfpachtterrein willen bouwen,
bet Rijk doet het ook niet, zooals gebleken is bij het
stichten van een gebouw voor de Rijkspostspaarbank.
Bovendien is de gemeente niet bij machte het erfpachts-
recht op te dringen, zoolang er nog concurrentie is met
particulier terrein.
Opmerkelijk is de weinige vraag naar erfpacht-terrein,
hier, zoowel als te Rotterdam en te Amsterdam, ondanks
de vermindering van canon de museumterreinen blijven
onbebouwd en op particulier terrein verrijst straat op
straat.
Aan erfpacht zijn natuurlijk bezwaren verbonden, maar
in den regel zijn die van geringe beteekenis, wanneer het
grond betreft voor handelsterrein of voor eene industri-
eele inrichting waar het bij een goed beheer gewoonte
is elk jaar een flink bedrag op de gebouwen af te schrijven.
En daar de aanvraag van den heer Overmeer eene der:
gelijke zaak betreft, had spreker zich gevleid, dat de ver
langde hectare op erfpacht zou worden uitgegeven.
Spreker is daarin teleurgesteld, te meer, daar hij met
geen enkel woord in de stukken gewag ziet gemaakt van
besprekingen met den aanvrager in den door spreker ge-
wenschten zin.
Mochten aanvragen van eenigen omvang opnieuw wor
den ingediend, dan hoopt spreker, dat een voorstel tot
verkoop den Raad niet zal worden aangeboden, voordat
beslist gebleken is, dat onderhandelingen over erfpacht tot
geen resultaat hebben geleid.
De heer Jansma was niet van plan geweest het beginsel
ter sprake te brengen dat de heer Haverschmidt heeft
aangeroerd, n.l. om gemeentelijken grond niet te verkoopen
maar in erfpacht uit te geven hij was echter wel gewa
pend voor het geval dit punt door een lid van eene
andere richting werd aangeroerd spr. kan mededeelen,
dat in Amsterdam de neiging, om perceelen grond in erf
pacht te nemen, grooter wordtwel is gewezen op het