Tiroluiu m Disste 10 Si* 1901 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 10 September 1901. 111 Tegenwoordig 18, later 17 leden. Omtrent de toelating van den heer Jansma tot raadslid is nog geen eindbe slissing genomen. Afwezig de heeren Lautenbach, van Eijsinga, Middel koop en van Messel. Voorzitter: de heer J. Troelstra, Wethouder. I. De notulen der vorige, op Dinsdag 3 September gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. De heer G. W. Melchers, bij Raadsbesluit van 3 Sep tember toegelaten als lid, wordt door den secretaris binnen geleid nadat de Voorzitter het besluit van Gedeputeerde Staten van 6 September 1901 no. 1, 2e afd. had voor gelezen, waarbij het Raadsbesluit tot toelating van den heer Melchers als raadslid voor kennisgeving wordt aangenomen, legt de nieuwbenoemde de beloften af, be doeld bij art. 39 der gemeentewet. De Voorzitter wenscht den heer Melchers geluk met zijne benoeming en verzoekt hem zijne plaats in te nemen II. Wordt medegedeeld 1. dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid der heeren Lautenbach en van Eijsinga 2. dankbetuiging van Mej. Posthuma voor hare be noeming tot onderwijzeres aan school no 8 3. idem van D. van der Schaaf voor zijne benoeming tot onderwijzer aan school no. 10 4. besluit van Gedeputeerde Staten van 5 September 1901 no. 14, 2e afd. tot goedkeuring van 's Raads besluit van 13 Maart 1900 no. 11 tot verkoop van een gedeelte der gedempte Lijkvaart aan G. Jansen 5. idem, idem van 5 September 1901 no. 13, 2e afd. tot goedkeuring van 's Raads besluiten van 27 Augustus nos. 4, 6 en 7 tot overname van grond van H. G. Brouwer en tot overdracht aan H. de Vries en J. L. van Geervliet; 6. missive van den heer Mr. A. Menalda, houdende kennisgeving, dat hij voor zijne benoeming tot ambtenaar van den Burgerlijken Stand bedankt; 7. dankbetuiging van Mej. H. G. A. Kilsdonk voor hare definitieve benoeming tot leeraren in de gymnastiek aan de middelbare school voor meisjes; 8. idem van den leeraar in de gymnastiek A. J. IJpes voor de verhooging zijner jaarwedde; 9. besluit van Ged. Staten d.d. 5 September 1901 no. 33, 2e afd., waarbij, met vernietiging van het besluit van den Raa4 van 20 Augustus j.l. no. 3, strekkende tot toelating van den heer Jansma als lid van den Raad, beslist wordt, dat genoemde heer niet als zoodanig wordt toegelaten. De Voorzitter stelt voor, van deze uitspraak in beroep te komen bij H. M. de Koningin. De heer van Ketwich Verschuur begrijpt, dat de raad mede gaat met het voorstel van den Voorzitter om van de beslissing van Gedeputeerde Staten in beroep te komen. Voor zichzelf moet hij bezwaar maken daartoe mede te werken, omdat hij van den aanvang af zich op het stand punt heeft geplaatst, dat Gedeputeerde Staten nu ook blij ken in te nemen. Waar spr. tegen die beslissing geen grief heeft, is voor hem ook geen reden voor beroep aan wezig. De heer WolfF is het met den heer var. Ketwich Ver schuur volkomen eens, dat de beslissing van Gedeputeerde Staten juist is, maar zal toch voor het voorstel van den Voorzitter stemmen, omdat hij eene beslissing in hoogste ressort wenschelijk acht. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop het voorstel van den Voorzitter aangenomen de heer van Ketwich Verschuur verklaart zich tegen. 10. dat de voorbereiding der zaken betrekkelijk: de finantiën is opgedragen aan den heer J. Troelstra het hooger-, middelbaar-, lager- en voorbereidend onder wijs aan den burgemeester de openbare werken aan den heer Mr. C. Beekhuis de stadsreiniging, de gasfabriek en den Prinsentuin aan den heer S. H. Hijlkema het stedelijk muziekkorps aan den burgemeester 11. Dankbetuiging voor- en aanneming van de benoeming tot onderwijzeres in de nuttige en fraaie handwerken aan school no. 4 van Mej. G. Struiksma. III. Wordt ter tafel gebracht 1. voordracht voor de benoeming van een onderwijzer aan gemeenteschool no. 6; 2. adres van N. van Hinte e.a. vormende het bestuur der gemeente-werkliedenvereeniging „Ons Belang" hou dende verzoek om verhooging van de loonen der verschillende gemeente-werklieden De Voorzitter stelt voor, dit adres ter fine van beschik king te stellen in handen van burgemeester en wethouders. De heer Melchers vraagt, of het niet mogelijk zou zijn overeenkomstig de strekking van het adres eene reorga nisatie van de takken van dienst voor te stellen de Voor zitter stelt nu wel voor, het adres aan burgemeester en wethouders te verzenden ter fine van beschikkingmaar spr. wilde in dezen ook den Raad eens laten medespreken hiertoe geeft aanleiding het voorstel van burgemeester en wethouders tot verhooging der jaarwedde van den direc teur der gemeentewerken, immers daarop wordt de goed keuring van den Raad gevraagd. Spr. vraagt zich af, of de Raad er wel mee af is, om het adres aan burgemeester en wethouders te zenden ter fine van beschikking en stelt dus daarom voor dit te doen ter fine van prae-advies. De Voorzitter doet opmerken, dat van eene reorganisatie van eenig dienstvak aan burgemeester en wethouders niets bekend is en wat nu de zaak der verhooging van de jaarwedde van den directeur der gemeentewerken aangaat, deze is een geheel anderedat tractement is bij verordening bepaald en kan volgens de verordening alleen door den Raad gewijzigd of nader geregeld worden, maar de regeling der werkloonen is bij de betrekkelijke ver ordeningen aan burgemeester en wethouders overgelaten nu is het regel, dat incidenteel zulk eene verordening niet gewijzigd wordt en dat zou feitelijk het geval zijn, indien de Raad zich rechtstreeks inliet met het vaststellen der loonen van de werklieden. Op deze gronden heeft spr. voorgesteld het adres aan burgemeester en wethouders te zenden ter fine van be schikking. Het voorstel van den Voorzitter wordt daarop zonder hoof delijke stemming aangenomen. 3. adres van het bestuur van den Cursus tot opleiding voor de hoofdacte om nog een der lokalen van de Bur gerdag- en avondschool, met gebruik van vuur en licht, tegen een billijke huur te mogen gebruiken Wordt ter fine van prae-advies gesteld in handen van burgemeester en wethouders. 4. voorstel van burgemeester en wethouders tot ver- leenen van eervol ontslag aan mej. A. G. Meeuwis als onderwijzeres in de nuttige handwerken aan school no. 10; 5. suppletoir kohier op den hoofdelijken omslag, dienst 1901; 6. rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek van de begrooting der dienstdoende Schutterij voor 1902. De punten sub. 1, 4, 5 en 6 zullen in een volgende vergadering behandeld worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1901 | | pagina 1