38 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 25 Maart 1902. commissie mede, dat deze met haar rapport over reclames tegen aanslagen in den H.O. van het le suppletoir kohier en reclames in hooger beroep gereed is. Hij verzocht dit rapport als gelezen te beschouwen en het in eene volgende vergadering te behandelen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De stukken 13, 6 en 7, 1215 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Prae-advies van burgemeester en wethouders op een adres van H. P. Priester e.a.om eene voetbrug te- doen leggen over de Stadsgracht bij de Oosterstraat. Hierbij zal tevens worden behandeld het adres van J. C. Lagas e.a. om de brug over de gracht tusschen het ziekenhuis en den Grachtswal te leggen. Het voorstel van burgemeester en wethouders luidt als volgt Bij Uw besluit van 14 Januari 1902 werd ter fine van prae-advies in onze handen gesteld een adres d.d. December 1901 van II. P. Priester e.a., allen bewoners van buizen aan de Maria LouisastraatVerkorte weg, Johan Willem Frisostraat, Achter de Hoven, Emmakade en Grachtswal, houdende verzoek om een brug voor voetgangers te leggen ter plaatse waar thans de pont over de Stadsgracht bij de Oosterkade vaart. De directeur der gemeentewerken, door ons over dit verzoek gehoord, rapporteerde bij missive d.d. 28 Januari 1902 no. 88/13, waarbij hij voorstelt een klapbrug te doen bouwen volgens een door hem overgelegd plan. Uwe Commissie voor de openbare werken kan zich blijkens haar adviesd.d. 28 Februari d.a.v. met het plan vereenigen. Daar wij ook de motieven in het adres genoemd deelen en het zeer in het belang van de exploitatie der bouwgronden aan het nieuwe kanaal achten bedoeld ge deelte op eene betere wijze dan thans door de pont geschiedtmet het centrum der stad te verbinden hebben wij de eer met referte aan de adviezen van den directeur van Gemeentewerken en van de commissie voor de openbare werken U voor te stellen te besluiten een houten voetbrugvolgens het door den directeur der Gemeentewerken opgemaakt ontwerp, te leggen over de gracht tusschen den Grachtswal en de Oosterkade nabij de overdekte Vischmarkt, ter vervanging van de pont aldaar, waarvan de kosten zijn geraamd op f C800. De beraadslaging wordt geopend, De heer Duparc zal de eerste zijn, om de noodzake lijkheid te erkennen van het leggen nu eindelijk eener brug over de grachtter verkrijging van eene betere verbinding van den Grachtswal en Achter de Hoven met de kom der stad. De vraag is echter bij hem gerezen, of de plaats door burgemeester en wethouders aangegevenwel de meest geschikte is De steeds talrijker wordende bevolking van de wijken Achter de Hoven maakt het meest ge bruik van de pont bij het ziekenhuisveel meer dan van die bij de Vischmarkt. Die bij het ziekenhuis is gepacht voor f650, en bij de Vischmarkt voor f 131 per jaarde eerste brengt dus over vijf maal zooveel op als de laatste. Men mag daarom aannemendat ook vier- vijfmaal personen meer van de pont bij het ziekenhuis gebruik maken dan van die bij de Vischmarktde pachters zullen het wel vrij nauwkeurig weten. Spr. herinnert zich dat verscheiden jaren geleden een dergelijk verzoek als thans bij den Raad werd ingediend, om eene brug bij het ziekenhuis te leggen. Naar hij meentvoerden burgemeester en wethouders destijds technische bezwaren er tegen aan. Bestaan deze nóg dan zal spr. zich bij het voorstel van burgemeester en wethouders neerleggen. Voor het overige wil het spr. voorkomen, dat er niet zooveel haast behoeft te worden gemaakt. De behandeling zou gerust eenige weken kunnen worden aangehouden, in dien tusschentijd zou de Raad zich beter op de hoogte van de zaak kunnen stellen. Spr. zal intusschen gaarne nadere inlichtingen van burgemeester en wethouders ontvangen. De heer Haverschmidt herinnert aan het gebeurde in 1886, toen een voorstel van burgemeester en wethouders om niet in te gaan op een verzoek tot stichting van eene brug naast het ziekenhuis met 17 tegen 1 stem werd aangenomen. De motieven van dat voorstel moeten wel krachtig geweest zijn, want spreker zou zoo oppervlak kig meenen, dat er toentertijd veel voor het verzoek viel te zeggen. Uit de discussie van die dagen leest spre ker, dat gewezen werd op de Potmargebrug, die voort durend werd afgedraaid, maar burgemeester en wethou ders zagen in de gewenschte voetbrug een onoverkomelijk bezwaar voor de scheepvaart. De toestand is sedert '86 heel wat veranderd. De Potmargebrug is een nagenoeg vaste brug geworden en de scheepvaart is in verband met het nieuwe kanaal belangrijk vermeerderd. De kansen voor een brug naast het Ziekenhuis zijn daardoor slech ter geworden. an de kanaalterreinen was vroeger geen sprake en een brug naast de Vischmarkt is voor de exploitatie daarvan het meest gewenscht. De schoolkin deren die de scholenvan Munster en Visser bezoeken worden natuurlijk door beide bruggen zeer gebaat. Maar een belangrijk motief vond de bouwcommissie in de ontlasting der Tuinsterbrug. Het verkeer over deze sleclits 4 meter breede brug is enorm. Er is toch gecon stateerd dat des Vrijdags ruim 15000 voetgangers en meer dan 1000 bespannen en onbespannen wagens van die brug gebruik maken, des Zondags zelfs bijna 17500 personen; ongelukken en beschadigingen komen dan ook meermalen voor. Met het oog op deze feiten ad viseert de bouwcommissie de nieuwe brug ook voor hand karren geschikt te maken, en het ontwerp met eene breedte van 2.40 M. voldoet aan dien eisch. Het ligt voor de hand dat eene brug naast het Ziekenhuis de Vliet- sterbrug niet zal ontlasten. Spreker spreekt de wensch uit, dat het pas ingekomen adres geen beletsel zal zijn voor een plan, dat met groote en onverdeelde instemming door burgemeester en wet houders en de bouwcommissie den raad wordt aange boden. De heer Beekhuis acht het onnoodig, na het door den heer Haverschmidt gesprokene, nog in den breede inlich tingen te verstrekken. Alleen wenscht hij hierop de aandacht te vestigen dat eene brug bij het ziekenhuis misschien wel eens zooveel zal kosten als eene bij de Oosterkade. Ten behoeve van de scheepvaart zou de brug bij het ziekenhuis 2 doorvaarts-openingen moeten hebben; die bjj de Oosterkade wegens het minder drukke verkeer te water daar ter plaatsebehoeft slechts ééne openingterwijl de gracht bjj het ziekenhuis ook veel breeder is dan bij de Oosterkade. Het tijdstip voor eene brug bij het ziekenhuis is nog niet aangebro ken als deze inrichting te klein zal zijn geworden en eene andere plaats daarvoor dient gezocht, dan kan men overgaan tot het leggen van eene flinke brug, ook voor rijtuigen. Er is voorts nog een technisch bezwaar tegen eene brug bij het ziekenhuis. De walmuur ligt aan die zijde ongeveer 60 centimeter hooger dan aan den overkant. De weg zou aan den Grachtswal dus 60 c.M. opgehoogd moeten worden, wat niet in het voordeel van de eigenaars der huizen, aldaar gelegen, zal zijn ceze fraaie panden zouden dus in de diepte komen te liggen, wat niet zeer wenschelijk zou zijn kan te eeniger tyu een brug worden gelegd ter plaatse waar nu het ziekenhuis is, dan komt zij veel Oostelijker dan het nu bestaande pontveer en Verslag van de handelingen van den gi kan dan eene betere verbinding vormen met den weg Achter de Hoven. Op deze gronden, en tevens om de Vlietsterbrug voor een gedeelte van het drukke verkeer te ontlasten, gelooft spr.dat de Raad wel zal doente besluiten tot het leggen van eene brug bij de Oosterkade. De Voorzitter heeft, na het gesprokene door de beide vorige heeren nog slechts te voldoen aan de straks den heer Lautenbach gedane toezegging en kortclijk het ge beurde in 1886 in herinnering te brengen. Toen was bij eendoor 310 ingezetenen ingediend adres eveneens een brug bij het ziekenhuis gevraagd, doch dit verzoek is door den Raad met op één na algemeene stemmen afgewezen. De voormalige directeur der Gemeentewerken opperde talrijke bezwaren, o.m. was hij van oordeel dat aan een brug ter plaatse niet te denkeu viel, zoolang het zieken huis niet was verwijderd. Burgemeester en wethouders hadden destijds evenmin als thans plan om aanstonds dit bezwaar op te heffen. In hun prae-advies op het adres opperden zij derhalve vierderlei bedenking lo. de nabijheid van het ziekenhuis2o. de groote kosten3o. de ongelijke hoogten der kaden en 4o. be langen van de scheepvaart. Dit laatste bezwaar woog toen zoo zwaardat ernstige twijfel werd gekoesterd, of Gedep. Staten de voor eene brug vereischte ontheffing van het Prov. Reglement zouden verleenen. En destijds bestond het nieuwe kanaal nog nietzoo dat door de gevraagde brug alleen de schepen behoefden te varen, die van het Vliet kwamen. De schepen, die tusschen de Potmarge- en Wirdumerpoortsbruggen voeren, behoefden daarvan geen gebruik te maken Thansnu bijkans alle schepen van Harlingen naar Groningen een brug bij het ziekenhuis zouden moeten passeeren weegt het hoofdbezwaar van 1886 dubbel. Inderdaad, na nauwgezette overweging, zal men mét bur gemeester en wethouders tot de conclusie moeten komen, dat óf het leggen van eene brug achterwege moet blijven, óf, wil men een beteren verkeersweg met Grachtswal en Achter de Hoven zij alléén aan de Oosterkade bij de overdekte Vischmarkt komen kan. De heer Jansen heeft vele bezwaren gehoord tegen de brug bij het Ziekenhuis, doch er is nog niet gewezen op het hoogere kostenbedrag, dat daar veel hooger zal zijn, dan aan de Oosterkade. Nu erkent hij, dat indien het algemeen belang liet eischt, dit den doorslag niet mag geven. Maar dat is hier geenszins het geval. Bij de Oosterkade tegenover de Oosterstraat is zeer goed een voetbrug te maken, die aan het gestelde doel beantwoordt. De brug daar zal mogelijk f 6000 kosten, die bij het Ziekenhuis stellig 3 maal zooveel. Men dient het oog op de toekomst gevestigd te houden het is mogelijk, dat bij veranderende, thans nog niet te voorziene toestanden inderdaad naderhand eene brug bij het ziekenhuis een gebiedende eisch wordt. Dan kan de voetbrug worden opgeruimd en gaat er niet veel geld verloren. Bovendien kan een houten brug zeer gemak kelijk worden verplaatst en behoudt zij hare waarde. De heer Duparc kan zich voorstellen, dat burgemees ter en wethouders en de commissie voor openbare wer ken tal van argumenten aanvoeren ter aanbeveling van de plaats aan de Oosterkade. Men overdrijve echter niet in het aanvoeren van bezwaren tegen de inwilliging van het verzoek der adressanten. De bezwaren thans tegen de brug bij het Ziekenhuis aangevoerd, werden grootendeels ook in 1886 gemaakt, vooral wat die inrichting zelve betreft. Reeds toen werd gewezen op eene eventueele verplaat sing van het ziekenhuis, waardoor terrein zou vrijkomen voor eene groote ijzeren draaibrug aan de overzijde. Voor die verplaatsing werd echter reeds meer dan der- ig jaren geleden het stuk land bij de herberg „De van Leeuwarden, van Dinsdag 25 Maart 1902. 39 Bleek" aangekocht zonder dat er echter iets van is geko men. Zeer terecht; want dit terrein is al zeer ongeschikt voor het genoemde doel gebleken te zijn. Een ander terrein is er nog niet voor aangewezen, zoodat verplaat sen, hoe noodig ook, nog wel eenigen tijd op zich zal laten wachten. De heer Beekhuis zelf zei dan ook, dat zij eerst voor de toekomst is weggelegd. Spreker voorziet intusschen, dat bij verwerping van liet voorstel, er in het geheel geen brug zal komen. Tegen over het „ln het twijfelachtige onthoud u!" stelt spr. daarom een ander spreekwoord „Beter een half ei dan een ledige dop." Om deze reden zal spreker daarom thans vóór het voorstel stemmen. De heer Lautenbach kan, na de verstrekte uitvoerige inlichtingen, niet over te weinig licht klagen. Hij kan zich volkomen vereenigen met het door den heer Duparc gesprokene, en zal dus het voorstel van burgemeester en wethouders steunen. De beraadslaging wordt hierop gesloten en het voor stel van burgemeester en wethouders zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waardoor tevens afwijzend is be schikt op het adres van J. C. Lagas c.s. 2. Prae-advies van burgemeester en wethouders op adres sen van J. Drent en G. W. Doodkorte, houdende verzoek om voor hunne perceelen in de Torct straat een uitweg te mogen hebben naar het plantsoendoor middel van aldaar te leggen straatjes. Het prae-advies is van den volgenden inhoud "Wij hebben de eer hierbij ter tafel te brengen a. een adres d.d. 9 October j.l. van J. Drent timmer man, wonende Torenstraat 21 alhier, b. idem d.d. 28 Januari j.l. van G. W. Doodkorte, wagenmaker, thans te Amsterdam, eigenaar van het per ceel Torenstraat 13 alhier, houdende verzoek om hunne achtergevels te mogen verplaatsen tot het aldaar staande hek, in de rooilijn aan gewezen door het perceel van Jongma en het brand spuithuisje en uitweg te mogen hebben met een straatje op den Westersingel, terwijl eerstgenoemde bovendien een strookje grond achter zijn perceel van de gemeente wenscht over te nemen. De directeur der gemeentewerken over deze verzoeken gehoord, adviseerde daarover bij missives d.d. 24 Octo ber 1901 no. 871/778 en 4 Februari 1901 no. 104/778. Uwe commissie voor de openbare werken diende ons over die adressen van advies bij missives d.d. 18 Janu ari en 28 Februari 1902. Met haar zijn wij van meening, dat, zoolang niet een beduidend aantal van de belanghebbende eigenaren ter plaatse een gelijkluidend adres inzenden, waardoor het mogelijk zal zijn de voorgevels der huizen aan de Toren straat aan den Westersingel te plaatsen, het geen aanbe veling verdient een ongewenschten toestand te scheppen, die bovendien allermiust bevorderlijk zal zijn aan den welstand. Op de gronden in hare adviezen medegedeeld hebben wij derhalve de eer U voor te stellen te besluiten: de boven omschreven adressen van J. Drent en G. W. Doodkorte te wijzen van de hand. De beraadslaging worden geopend. De heer Jansen kan zich voorstellen, dat burgemeester en wethouders met dit voorstel bij den Raad zijn geko men, waar de commissie van openbare werken zich tegen inwilliging van het verzoek verklaarde. Toch zou het spr. spijtenindien het verzoek werd afgewezen en dat wel, omdat daardoor z.i. eene moge lijke verbetering van den bestaanden zeer onvoldoenden toestand wordt belet. Er is daar aan den Singel geen enkele gevel, die aan den naaststaanden aansluit. Alles

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1902 | | pagina 2