Vergadering van Dinsdag 8 April 1902. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 8 April 1902. 43 Tegenwoordig 18 Leden, de heeren: Wilhelmy, Ooster- hoff, Konter, Lautenbach Melchers, Jansen, Troelstra, Beueker Andreae, Baart de la Faille, Wolff, Menalda, Beekhuis, Duparc, Haverschmidt, Middelkoop, Feddema, Sclioondermark en Hijlkema. Afwezig: de heeren v. Ketwich Verschuur, Tigler Wij- brandi, van Ejjsinga, van Messel en Feitz. Voorzitter Jhr. Mr. A. Röell, Burgemeester. I. De notulen van de op Dinsdag 25 Maart j. 1. ge houden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. De voorzitter stelt voor over te gaan tot beëedi- ging en installatie van de heeren Feddema en Sclioon dermark en verzoekt den secretaris de nieuwbenoemde leden binnen te leiden. Nadat deze zijn binnengetreden, deelt de voorzitter mede, dat is ingekomen een afschrift van de resolutie d. d. 3 April 1902, no. 30 van Gedeputeerde Staten, waaruit blijkt, dat geene bezwaren bestaan tegen de toe lating als raadsleden van de heeren J. A. A. Schoon- dermark en Z. S. Feddema. Genoemde heeren leggen hierop achtereenvolgens in handen van den voorzitter af den zuiveringseed en daar na den eed, bedoeld bij art. 39, eerste lid der Gemeentewet. De voorzitter wenscht de nieuwbenoemden geluk en verzoekt hen hun plaatsen in te nemenwaaraan door hen wordt voldaan. II. Wordt medegedeeld 1. dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid van de heeren: Mr. H. D. van Ketwich Verschuur en D. Tigler Wijbrandi 2. dat aan den burgemeester een verlof is verleend voor den tijd van één maand, ingaande den 16 April aanstaande. 3. Verslag van den toestand der gemeente in het jaar 1901. Wordt besloten dat verslag te doen drukken en aan de leden te zenden 4. dat met ingang van 7 April j.l. benoemd is tot commies ter secretarie, chef der afd. algeineene zaken, Mr. J. II. de Bas te Deil, in de plaats van den Heer Mr. J. C. graaf van Randwijck, aan wien als zoodanig eervol ontslag is verleend. 5. Verslag van het eindexamen aan de burgeravond school te Leeuwarden, cursus 1901-02. Wordt ter tafel gebracht 1. Rapport van de commissie tot onderzoek der re kening en verantwoording der d. d. schutterij van Leeu warden over 1901. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wij ziging der huurovereenkomst met R. E. v. d. Weide. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders om den grintweg voor de perceelen „Achter de Hoven" nos. 184 tot en met 198 te vervangen door een straatweg. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan mej. A. L. Collard eervol ontslag te verleenen als leerares in de wiskunde aan de middelbare school voor meisjes met ingang van 1 Sept. a. s. en haar een jaarlijksch pensioen toe te kennen van f 720. Punten 1, 2, 3 en 4 zullen in de volgende vergadering worden behandeld. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot af- en overschrijving der begrooting dienst 1901. Naar aanleiding van eene opmerking van den heer Troelstra wordt besloten tot onmiddellijke behandeling. Conform het voorstel wordt zonder hoofdelijke stem ming besloten de voorgestelde af- en overschrijving goed te keuren. 6. Adres van het bestuur der gemeentewerklieden- vereeniging „Ons Belang", verzoekende de loonen der gemeentewerklieden te verhoogen, en de verschillen met andere gemeenten tot een minimum terug te brengen. De heer Melchers vindt in dit adres aanleiding een vraag te herhalen, door hem reeds vroeger gedaan. Hij behoeft over den inhoud van dit adres zjjn meening niet nader te ontvouwen, hij mag die als bekend veronder stellen. In de vergadering van 11 Februari j.l. werd, nadat spr. eene door hem ingediende motie, waarin tegen zijn zin de bevoegdheidskwestie was ingeslopen, had inge trokken eene motie van den heer Middelkoop aangeno men, waarvan blijkens de voor de stemming op sprekers verzoek gegeven verklaring een bindend gevolg werd verwacht en waarin op overleg tusschen de gemeente en hare ambtenaren en werklieden bij de vaststelling op wijziging der instructiën werd aangedrongen. Hij heeft destijds reeds gevraagd, wat het dagelijksch bestuur naar aanleiding van deze motie voornemens was te doen. De voorzitter had hem toen nog niet kunnen ant woorden. Sedert dien zijn er twee maanden verloopen. Het da gelijksch bestuur heeft dus gelegenheid gehad zijne hou ding te bepalen. Hij acht daarom thans den tijd gekomen om die vraag te herhalen, die toen niet kon worden afgedaanWat de bedoeling is van burgemeester en wethouders te doen met dit adres? Zullen zij naar aanlei ding van de motie-Middelkoop in overleg treden met de adresseerende werklieden De Voorzitter heeft voorgesteld het adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders ten fine van afdoening, omdat de betrekkelijke verordeningen de be paling der loonen aan dat college overlaten. Over het geen naar aanleiding van het heden ingekomen adres geschieden zalkan spr. zich niet verklaren. Zeker zul len burgemeester en wethouders, aan wie niet kan wor den verweten, dat zij gebrek hebben aan deferentie voor de besluiten van den Raad, rekening houden met de motie van 11 Februari en overwegen, wat hun te doen staat. De heer Melchers begrijpt uit het gesprokene, dat er nog niet is overlegd aangaande de te volgen gedragslijn. Toch zou hij gaarne een besliste verklaring vernemen wat in deze van het dagelijksch bestuur is te wachten. De Voorzitter kan onmogelijk een positief antwoord geven, zooals door den vorigen spreker is gevraagd. Hij herinnert, dat bij de motie burgemeester en wethouders uitgenoodigd zijn overleg te bevorderen bij wijziging of vast stelling van instructiën. Dit laatste is nog niet aan de orde geweest, zoodat voor het college tot dusverre geen aan leiding heeft bestaan hun naar aanleiding der motie te volgen gedragslijn te bepalen. De heer Melchers. U stelt me wel teleur! 7. Adres van A. G. van der Meij, verzoekende goed keuring van een bouwplan, vaststelling van de rooilijn, ruiling van grond enz. met praeadvies van burgemees ter en wethouders. 8. Rapport der commissie belast geweest met het onderzoek omtrent een verzoek van het bestuur van het nieuwe stads-weeshuis tot wijziging, af- en overschrijving van posten, behoorende tot de begrooting, dienst 1901. 9. Rapport der commissie inzake het sectie-onderzoek van het kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1902. Wordt besloten de punten 7, 8 en 9 te behandelen in de volgende vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1902 | | pagina 1