V\
8
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Januari 1903.
vleesch met de booten der maatschappij Zeeland regel
recht naar Londen wordt vervoerd. Aan den Hoek van
Holland is het evenzoo gelegen.
Spreker, hij zegt dat zonder grootspraak, heeft
van dit onderwerp eenige studie gemaakt. Het is ook
anderen misschien niet onbekend, dat hier ter stede slechts
weinige jaren geleden eene combinatie heeft bestaan, met
het doel eene exportslagerij voor eigen rekening op te
richten. Kog geen twee jaren geleden werd deze zaak
ter hand genomen, maar er was geen geld voor te vinden,
omdat men inzag, dat eene exportslagerij te Leeuwarden
geen toekomst zou hebben.
Het is noodig, spreker herhaalt dat, dat het vleesch
zoo spoedig mogelijk op zee is. Sedert korten tijd zijn
te Harlingen twee speciaal voor het doel ingerichte boo
ten naar Engeland in dienst gesteld. Denemarken ver
zendt met gelijke booten reeds tal van jaren massa's
vleesch, vooral van varkens naar Engeland. Wie er meer
van wil weten, kan er van lezen in de jaarverslagen van
de Nederlandsche Kamer van Koophandel te Londen.
Hoe zeer men inziet, dat de meest snelle overbren
ging van liet vleesch naar Engeland gcwenscht is, kan
blijken uit het feit, dat, gelijk spreker is medegedeeld,
één, zoo niet twee exportslagerijen kort geleden dooi
de ondernemers zijn overgebracht naar Harlingen, waar
een paar jaren geleden een in de nabijheid der haven gele
gen terrein door den gemeenteraad voor exportslagerijen
is aangewezen.
Spreker heeft nader nog deskundigen en vakmannen
over de zaak geraadpleegd en deze hebben allen hem
verzekerd, dat men er niet aan behoefde te denken, dat
de handelaren, die hier op de weekmarkt vaak van
één tot twee duizend schapen aanknopen, om aan den
Hoek van Holland of Vlissingen te worden geslacht, er
ooit toe zouden overgaan, die beesten hier te slachten en
daarna te vervoeren. Zoo is de tegenwoordige toestand.
Men mag toch gerust aannemen, dat indien de bedoelde
handelaren er voor zich financieel belang in hadden ge
zien, om te Leeuwarden voor eigen rekening eene export
slagerij op te richten, zij reeds vóór lang daartoe zouden
zijn overgegaan.
Wat zullen nu de gevolgen zijn, als de gemeente tot
de oprichting overgaat?
De grond zal kosten 40.000; van de inrichting der
gebouwen is het niet gemakkelijk eene raming te maken.
Men kan intusschen gerust aannemen, dat er f 50.000
tot f 100.000 mede gemoeid zal zijn. Dan komen de
kosten van onderhoud en bediening en de jaarlijksche
renten en aflossing. Op de vingers zal men kunnen uit
rekenen, welke financieele lasten de inrichting op de
gemeente zal leggen. En als nu de gemeente hier be
drogen uitkomt, waarop, zooals spreker meent in het
licht te hebben gesteld, alle kans bestaat? Men heeft
wel toekomst-muziek gehoord, in de toelichting toch
wordt er op gezinspeeld, dat de gemeente later de inrich
ting voor een gemeentelijk abattoir zou kunnen gebruiken.
Als echter tot de oprichting daarvan wordt besloten
dan zal de exportslagerij geheel of gedeeltelijk moeten worden
afgebrokenomdat aan een abattoir geheel andere
eischen dan aan eene gewone exportslagerij worden gesteld.
Spreker zou nog kunnen wijzen op den buitengewoon
hoogen prijs van het landzelfs indien het de oprichting
van een abattoir betrof.
Voor zoodanige inrichting zou de toepassing der ont
eigeningswet kunnen worden ingeroepen en men zal
gerust kunnen aannemen, dat men in dat geval veel
goedkooper het noodige land zou kunnen verkrijgen. Ook
liet abattoir-argument valt dus weg.
De heer Haverschmidt zal zich ook tegen dezen aankoop
verklaren. Spreker voelt wel degelijk het belang van
eene exportslagerij en van een abattoir en is zelfs van
meening, dat doeltreffende vee- en vleeschkeuring in eene
behoorlijke stad, waartoe hij ook Leeuwarden met zijne
ruim 80 slagerijen rekent, enkel en alleen in een abattoir
kan geschieden.
Spreker acht dit terrein overdreven duur en nog on
geschikt ook. Het ligt aan den verkeerden kant van het
vaarwater, want een goed ingerichte exportslagerij dient
onmiddelijk met rails aan liet spoorwegnet verbonden te
zijn, daar overlading voor het artikel minder gewenscht is.
Bovendien is het terrein niet zoo volmaakt, als men
uit den prijs zou opmaken. De uitweg, niet alleen voor
vee, maar voor alle op het achterterrein te stichten ge
bouwen, is een leelijk bezwaar, evenals de onaanzienlijke
arbeidersbuurt, waardoor de geheele zuidzijde begrensd
wordt.
„Voor andere doeleinden", waarmee burgemeester en
wethouders zeker bedoelen „als bouwterrein," wordt het
veel te duur; de gemeente heeft trouwens bouwterrein
genoeg en zou hier weer tegen de kanaalterreinen gaan
concurreeren.
Spreker zegt, dat aan de overzijde het terrein ligt voor
dergelijke inrichtingen, liet getal eigenaren is er wel
niet groot en men is spoedig aan de grens der gemeente,
maar liet zou spreker toch zeer bevreemden, als men te
zijner tijd voor goed geld geen geschikt terrein kon
krijgen; bovendien, zooals werd opgemerkt, ligt de weg
van onteigening nog altijd open.
Een en ander doet spreker tegen den aankoop stemmen.
De heer Menalda kan zich van de bestrijding van het
voorstel bijna ontslagen rekenen na hetgeen de heer
Duparc heeft medegedeeld. Ook hij heeft een deskundige
geraadpleegd, n.l. den districtsveearts van Staa. Deze
verzekerde spreker, dat de oprichting van een exportslagerij
te Leeuwarden eene doodgeboren vrucht zou zijn.
De kleinere exportslagerijen in het land worden naar
de havenplaatsen overgebracht of doeken op, twee uit
Franeker zijn naar Harlingen overgebracht. Spreker zal
bovendien tegen het voorstel stemmen op grond van de
zelfde bezwaren als de lieer Haverschmidt, omdat volgens
den deskundige zelf elk vervoer te land van geslacht vee
nadeelig is en de slachtplaats onmiddelijk bij het vervoer
middel moet gelegen zijn.
De heer van Messel veroorlooft zich te doen opmerken,
dat een voorstel van zoo belangrijken aard veel te kort
voor de leden ter visie heeft gelegenals men den Zondag
niet meerekent, slechts één dag.
De leden van den raad dienen voldoenden tijd te hebben
om inlichtingen in te winnen, daar eene groote verant
woordelijkheid op lien rust met het uitbrengen hunner
stem.
Temeer legt spreker hierop den nadrukwaar de toe
lichting van het voorstel, naar sprekers bescheiden
meening, hoogst mager is: er is geen raming van on
kosten of revenuen bij overgelegd. Alleen is als aan
leiding tot het doen van dit voorstel genoemd de om
standigheid, dat in het najaar van 1902 des „Vrijdags
„meermalen 3 a 4 veetreinen naar Franeker en Harlingen
„vertrokken, om vooral de op de markt gekochte schapen
„naar de exportslagerijen in genoemde plaatsen te ver
boeren" en „hoogst belangrijke getallen varkens, op de
„markt te Leeuwarden aangekocht en vervoerd naar de
„exportslagerijen te Botterdam en naar den Hoek van
„Holland kunnen tot bewijs strekken, dat zoodanige in
lichting in deze gemeente eene goede toekomst heeft
„en in eene dringende behoefte zal voorzien."
Burgemeester en wethouders zijn zeker van meening,
dat de exportslagers het door hen te Leeuwarden gekochte
vee ook alhier zullen doen slachten en niet aan den
Hoek van Holland of elders.
Het is sprekers meening, dat de veronderstelling onjuist
is, omdat liet hem na ingewonnen inlichtingen bekend is
dat de kosten van slachten en vervoer naar de booten
op voornoemde havenplaatsen goedkooper zijn, dan zó
hier ooit kunnen wordenhier krijgt men de slachtkosten
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 Januari 1903. 9
extra op den prijs, terwijl daar het loon van slachten
en vervoer één is hierdoor zou dus de concurrentie voor
hen onmogelijk worden.
Leeuwarden heeft wel een kanaal, maar is daarom
nog geen zeehaven en eene exportslagerij heeft hier dan
ook geen levensvatbaarheidevenmin als om het motief
van burgemeester en wethouders, dat de aanvoer van
varkens in 1902 5706 stuks meer bedroegen dan in 1901
alsook de omstandigheid, dat het vervoer over Harlingen
voor Leeuwarden een bezwaar oplevertmet het oog op
het feit, dat men met het afvaren op hoogtij moet
wachten, wat te Vlissingen en Hoek van Holland niet
het geval is.
Spreker meent niet te ver te gaan, als hij beweert,
dat de bedoeling van burgemeester en wethouders nu
juist niet was de exportslagerij. Wanneer men goed door
leest, dan is de bedoeling dit land aan te koopen voor
een abattoir, alhoewel door burgemeester en wethouders
daarover nog geen praeadvies is uitgebracht.
Dit vindt spreker voorbarig, voordat tot een abattoir
in principe is besloten. En om dat stuk land nu aan te
koopen voor andere doeleinden, daarin kan spreker on
mogelijk meegaanwant dan zou het eenvoudig specu
latie worden en daartoe acht spreker den raad niet geroepen.
Op grond van een en ander zal spreker tegen het
voorstel stemmen.
De heer Konter meent, dat zeer terecht door alle
«prekers is gewezen op het verband tussclien dit voorstel
en do plannen tot oprichting van eene exportslagerij en
abattoir. Hem dunkt, dat alleen dan het land moet
worden gekocht, wanneer het voor dat doel geschikt is.
Vooral de heer Duparc heeft met klem van redenen
betoogd, dat voor eene exportslagerij naar Engeland hier
geen toekomst is, ook al kan de tram het vleesch op den
spoorweg hrengen om het zonder overladen naar eene
havenplaats te vervoeren. Do hoofdzaak is dus het
abattoir en tot steun daarvan, kan misschien op eenig
export naar Duitschland en Holland worden gerekend.
Fit de stukken blijkt, dat liet voorstel drie maanden
bij burgemeester en wethouders in overweging is geweest
en nu wil spreker vragen, of het niet mogelijk is dit
terrein nog eenigen tijd in handen te houden en heden
over het al of niet koopen daarvan nog niet te beslissen.
Spreker zou van de eigenaren een termijn van b.v. 3
maanden willen vragen. In dien tijd zouden burgemeester
en wethouders gelegenheid hebben om de plannen, be
treffende de oprichting van een abattoir aan den raad
voor te leggen; door deze kwestie toch wordt de aankoop van
dit land.beheerscht.
Voor liet oprichten van een abattoir acht spreker dit
stuk land niet ongeschikt en de koopsom niet te hoog.
Daarom geeft spreker de voorkeur aan uitstel, zoodat de
gemeente het aanbod in handen houdt.
i
De heer Middelkoop kan kort zijn; de hoofdzaak is
het land aan te koopen voor de oprichting van eene export
slagerij. Hierover heeft spreker geen deskundigen geraad
pleegd, maar een van de leden der firma T. de Vos, die
eene groote exportslagerij exploiteert te Nieuwerkerk aan
•den IJsel. Behalve die bestaat er nog eene groote te Osch,
waar 2000 varkens per week worden geslacht, die
per extra-trein naar Vlissingen en in 6 of 7 uur
naar Londen worden vervoerd. Aan den Hoek van Hol
land staat eene exportslagerij van Muller en Co, die haar
eigen booten heeft op Londen om het vleesch zoo versch
mogelijk daar ter markt te brengen. De beesten worden
even voor de aankomst der boot geslacht en gaan warm
■en dampend scheep. Dit alles is noodig om het bederf te
weren.
Van hier uit moet het vervoer over Harlingen
geschieden en is de reis naar Londen langer. Men moet
in Harlingen op gunstig tij wachten en dat veroorzaakt
groeten last. Daardoor lijdt het vleesch, is bij aankomst
minder waard, terwijl er kans bestaat, dat de markt is
afgeloopen en men 24 uur wachten moet, waardoor het
vleesch soms geheel ongeschikt voor den verkoop wordt.
Daardoor loopt de exportslager groot risico. Zij kennen
dat zeer goed en nooit zullen zij naar Leeuwarden komen
om te slachten.
Aan den Hoek van Holland is bovendien behalve de
bovengenoemde nog in aanbouw de exportslagerij van
Hudig en I'ieters, waar alles zoo uitstekend ingericht is,
dat de slagers niet hier zullen komen.
Er bestaat dus groote kans, dat de gemeente haar kapi
taal, dat daar in gestoken zal worden, geheel zal verliezen.
Want hier worden o. a. ook door de Vos varkens
opgekocht en naar Rotterdam gevoerd om daar geslacht
te worden.
In het voorstel wordt ook nog gesproken over het
abattoir. Maar aangezien de raad zich nog niet uitge
sproken heeft over het al of niet oprichten daarvan, blijft
dit punt buiten debat. Hoofdzaak is en blijft de export-
slagerij en daarvoor is hier geen toekomst weggelegd.
Het kan aan de redactie van het voorstel liggen, meent
de heer Beekhuismaar hij had niet gedacht, dat zich
over de oprichting van een abattoir of van eene export-
slagerij een uitvoerig debat zou ontspinnen. Het is
geenszins de bedoeling geweest van burgemeester en
wethouders over de oprichting van een abattoir nu reeds
eene beslissing uit te lokken. Dat is onmogelijk, daar
deze zaak nog niet is in staat van wijzen.
De gedachtengang van burgemeester en wethouders is
de volgende
Waar in de groote steden meer en meer abattoirs
worden ingericht, daar zal vroeg of laat deze vraag ook
hier onder de oogen moeten worden gezien. Waar men
nu een geschikt terrein kan koopen voor niet te hoogen
prijs, achten zij het raadzaam daartoe over te gaan te
meer omdat, wanneer de raad later besluit geen abattoir
te stichten het land dan nog geschikt is voor andere doel
einden zoodat de gemeente er nooit aan bekocht is.
Het zwaartepunt ligt dus in de vraagis dit land
eventueel geschikt voor een abattoir afzonderlijk of tegelijk
met eene exportslagerij of is het dat niet
En men zal niet kunnen ontkennen, dat het dat is
dicht bjj de veemarkt en zoo gelegen, dat de spoor waggons
op het terrein kunnen komen en het vleesch zonder over
lading naar Harlingen en verder kan worden vervoerd.
Het terrein aan de overzijde der vaart is ook geschikt,
maar daarvoor wordt door de eigenaren driemaal zooveel
gevraagd.
Komt er geen abattoir dan is het bezit van dit land
toch voor de gemeente van belang. In eene onlangs
gehouden vergadering van de Yrijzinnig-Democratischen
Bond werd de wenschelijkheid uitgesproken, dat met het
oog op de woningwet de gemeenten al het land in den
omtrek in bezit krijgen. Bpreker is het daarmede geheel
eens, al zal het om financieele redenen wel tot de vrome
wenschen blijven belmoren alles in eigendom te krijgen.
Dit perceel kost nu ongeveer ƒ1,10 per M\ Bjj uit
breiding der gemeente komt dit land voor bouwterrein
in aanmerking en de gemeente zal daarop dus wel nooit
verliezen.
De lieer Van Ketwich Verschuur vernam van de wet
houderstafel, dat de vraag, die de beslissing over dit
voorstel beheerscht, deze is of het land geschikt is voor
abattoir met of zonder exportslagerij
In het voorstel is eene expoi'tslagerij het eenige motief
voor den aankoop en wordt de geschiktheid van het
terrein ook voor abattoir slechts even aangeroerd
maar spreker meent, dat, zoolang de beslissing over de
oprichting van dit laatste hangt, het praematuur is te
spreken over een terrein daarvoor, al acht spreker dit
terrein daarvoor wel geschikt, maar dat behoeft thans
niet te worden uitgemaakt.
Wat de wenschelijkheid van de oprichting c ener export
slagerij aldaar betreft, daarover loopen de ireeninge i i.it