12 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag f3 Januari 903. De heer Baart de la Faille verdedigt het voorstel van burgemeester en wethouders met de opmerking, dat vroeg of laat hier toch een abattoir noodig is. Spreker beweert, dat daarvan hier nu geen sprake is en daarover ook nog niet beslist kan wordenbovendien heeft het voorstel daarop geen betrekking. Nu mag dat terrein voor bouwterrein geschikt zijn en noodig zijn voor de uitvoering der woningwet, Leeu warden moet nog genoeg bouwterrein aan den man bren gen, dan dat de gemeente dit behoeft te lcoopen. Laat de gemeente eerst haar terreinen aan weerszijden van het Nieuwe Kanaal verkoopen, dan kan zij tevreden zijn. De heer Hijlkema heeft beweerd, dat waar de grond stof te vinden is, daar ook de fabriek behoort te staan. Het heeft spreker verbaasd dat van den heer Iljjlke- ma, die koopman is, te moeten vernemen. Hij althans moest dat beter weten. Om al deze redenen zal spreker tegen het voorstel stemmen en behoeft daarom ook niet te beoordeelen, of het terrein te duur of goedkoop is. De heer Baart de la Faille wil met een enkel woord den heer van Messel antwoorden. Spreker heeft do wen- scheljjkheid betoogd van den aankoop voor bouwterreinen met het oog op de uitvoering der woningwet. De gemeen te heeft wel is waar voldoend bouwterrein, maar daaraan wordt tot dusver eene andere bestemming gegeven en de gemeente vaart daarbij tamelijk wel. Maar het is van groot belang, dat de gemeente op verschillende pun ten de beschikking verkrijgt over terreinen in den om trek der stad, zooals b. v. ook het terrein „de Bleek", al heeft dat tot nu toe niet de bestemming gekregen, waarvoor het oorspronkelijk is aangekocht. De heer Troelstra acht het moeilijk nieuw licht te verspreiden na hetgeen door zijne collega's, met name zoo even door den heer Hijlkema, tot aanbeveling van het voorstel is aangevoerd. Niet sedert de laatste zes wekenmaar misschien reeds sedert twee jaren is de aandacht van burgemeester en wethouder» gevestigd geweest op het verkrijgen van een geschikt terrein voor het stichten van een abattoir. Zij gingen van de redeneering uit, dat te Leeuwarden op den duur eene algemeene slachtplaats zal moeten komen dat is de geest en de richting van den tijd. Zij meenden nu, dat een abattoir in de nabijheid dei- veemarkt behoort gesticht te wordenopdat de opkoopers van vee dan de slachtplaats in de buurt zouden hebben. Burgemeester en wethouders hebben pogingen aangewend land te verkrijgen aan do andere zijde der trekvaart, maar daarvan was de prijs te hoog. Nu zal menna hetgeen de heer Feddema mededeelde, allicht kunnen meenen, dat men het voorgestelde terrein moet loslaten en trachten de door dien geachten spreker aangewezen landen te koopen. Doch spreker heeft zooeven met dat geachte lid een gesprek gehad en toen is hem gebleken, dat van één stuk land, groot 1 II.A.de vierkante meter kost 4.en van een ander daaraan niet verbonden stuk 3.50. Nu is voor een abattoir een stuk land van 1 II.A. grootte zeker te klein en bovendien zou die één hectare ƒ40.000 kosten. Zij, die nu van meening zijn, dat eene exportslagerij hier geen levensvatbaarheid zou hebbenkunnen moeilijk volhouden, dat het noodig is een abattoir onmiddellijk aan de spoorlijn te stichten, want die noodzakelijkheid werd alleen betoogd voor eene exportslagerij en met het oog cp uitvoer naar Engeland. Dan verdient het zeker aanbeveling het voorgestelde terrein voor de slachtplaats aan te koopen voor 40.000, waarvoor men dan 10 pondemaat heeft. Dit groote terrein echter is niet noodig, ook niet, wanneer aan dit abattoir eene uitgebreide gelegenheid voor exportslachten werd verbonden. Maar wat er te veel mocht blijken te zjjn, kon men weer verkoopen als men wilof het verhuren of voor bouwterrein uitgeven. Spreker telt de geopperde bezwaren tegen de oprichting eener exportslagerij niet licht, maar het zal toch wenschelijk zijn ruimte te hebben voor eventueel noodige uitbreiding van het abattoir. Spreker stelt zich toch voor, dat het publiek langzamerhand meer belang zal stellen in ge waarborgd vleesch. Hij acht het niet ondenkbaar, dat door de aanwezigheid van een abattoir alhier er niet alleen voor Leeuwarden alléén zal geslacht worden. Spreker ontving onlangs een postwissel, die verkeerd was bezorgd en waaruit bleek, dat uit Leeuwarden zelfs vleesch naar Holland wordt verzonden. Doch er is meer. Er is telkens gesproken over uit voer naar Engeland, maar naar Duitschland en België geschiedt het vervoer over landen zou een klein tusschen- vervoer van het abattoir naar het station dan wel be zwaar opleveren Spreker oordeelt, dat het terrein zeer geschikt is voor een abattoir en niet ongeschikt voor eene export-slagerijhet eerste nu staat op den voorgrond het tweede kan men afwachten. Bovendien geeft het land huur pl.m. 60.per pon demaat, zoodat de aankoop niet geheel een schadepost zou zijn, al moest het in de eerste jaren geheel ver huurd worden. De financieele bezwaren tegen het voorstel acht spreker dus niet overwegend. Is men overtuigd van het nut van een abattoir, dan doet men beter dit land nu te koopen dan later door middel van onteigening het daar voor benoodigde land te krijgendaar zulk eene ont eigeningswet altijd twijfelachtig is en ook in dat geval niet de laagste prijs wordt betaald. De heer Hijlkema wil in antwoord op de opmerking van den heer van Messel alleen zoggen, dat hij zeer goed weet, dat de plaats, waar de grondstof groeit en de plaats waar zij verwerkt wordt, gewoonlijk niet dezelfde zijn. Zoo zal men b. v. nooit eene suikerfabriek stichten mid den in het land, waar de bieten groeien. Maar dat is met de veemarkt niet het geval; hierbij ligt de bron (de veemarkt) aan het groot scheepsvaarwater, aan spoor en tram, dus bij elkaar. De vrees van den heer Middelkoop, dat de export slagers wegens de meerdere kosten niet in het abattoir zouden laten slachten, deelt spreker niet, vooral niet voor de toekomst, wanneer het buitenland zeer zeker slechts het van een officieel keur voorzien vleesch zal toelaten. In dat geval zullen de exportslagers, zij het ook alleen uit welbegrepen eigenbelang, in het abattoir laten slachten, ten einde aldus de officieele keur te verkrijgen. De heer van Ketvvich Verschuur heeft gezegd, dat dit terrein hem geschikt voorkomt voor de oprich ting van een abattoir, maar van een besluit daartoe kon enkel met dit voorstel in de hand geen sprake zijn. Nu heeft de wethouder Troelstra in dien geest eene expli catie van het voorstel gegeven, namelijk dat het wel de gelijk in de bedoeling van burgemeester en wethouders ligt dit terrein ook voor abattoir te bestemmen, zoodat ieder, die het in dien geest opvat en vóór de oprichting van een abattoir te zijner tijd is, met het voorstel kan meegaan. Daarom verklaart spreker thans vóór het voor stel te zullen stemmen, vooral ook nu de raad vóór 1 Februari moet beslissen, of het terrein zal worden aan gekocht. Hadden burgemeester en wethouders, spreker zou haast zeggen, meer klaren wijn geschonken, door in hun voorstel op den voorgrond te stellen datgene, wat nu hunne bedoeling en hun uitgangspunt blijkt te zijn, dan had alhier er niet zooveel over gezegd behoeven te worden. De Voorzitter moet de Tramwegmaatschappij zuiveren va:i de blaam, door den heer Ilaverschmidt op haar ge U Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Januari 1903. 1 5 worpen. De maatschappij heeft voldaan aan de voorwaar den der concessie, voor zooveel hetreft den wegaanleg in verbinding met het station, maar spreker weet niet, in hoever de tramwegmaatschappij van de verbinding kan gebruik maken. De heer Konter herhaalt zijn vraag straks gedaan. Er zullen misschien leden zijn, die dit land iri allen gevalle willen koopen en er zullen er zijn, die het alleen willen koopen, als het noodig is voor de oprichting van een abattoir. Daarom heeft spreker gevraagd een termijn te stellen, waarbinnen burgemeester en wethouders gereed kunnen zijn met hun praeadvies op het bekende adres inzake de oprichting van een abattoir. De heer Beekhuis meent, dat burgemeester en wethou ders niet anders kunnen antwoorden, dan dat de raad over den aankoop vóór 1 Februari aanstaande moet beslissen. Het is niet bekend, of de eigenaren te vinden zijn voor een termijn van uitstel, zooals de heer Konter wenscht. De heer Feddema zou do rede, zoo even door den wethouder Troelstra gehouden, willen bestempelen met den titel van „abattoirrede". Het doet hem genoegen, dat van do wethouderstafel nu klare wijn is geschonkenmaar deze zaakeen abattoir, is niet aan de orde; in andere gevallen zou daarop zeker zijn gewezen. En dat het spreken daarover zjjn keerzijde heeft, blijkt wel hieruit, dat als gevolg daarvande geachte voorlaatste sprekerde heer van Ketwich Verschuur, reeds van opinie is veranderd. Het gaat volgens spreker niet aan op de beslissing daarover vooruit te loopen, want wanneer voor deze mofie thans eene meerderheid te vinden is en men dan later terugkomen wil op de mogelijke oprichting van het abattoir zelve, dan wordt men doodgeslagen met het argument, dat de raad eerbied hebben moet voor zijn eenmaal genomen besluiten. Alleen zijn hier deze vragen aan de ordeeene export slagerij of niet en of het bedoelde terrein voor 40.000 waarde heeft? Spreker blijft dat bestrijden, het is minstens 15.000 te duur. Bovendien staat de weg tot onteige ning ook nog open, als men een abattoir wil stichten en veilig kan men daarom afwachten het tijdstipwanneer de raad daartoe besloten zal hebben. De Voorzitter bestrijdt de meening van den heer Fed dema, als zouden zij, die in verband met dit voorstel het abattoir aanroeren, buiten do orde zijn. Immers in de conclusie van dit voorstel wordt van het abattoir ge- gesproken en in het debat is daaraan niet te ontkomen. Maar al wordt over dat onderwerp gesproken, daarom wordt er nog geen beslissing te dier zake uitgelokt. De heer Baart de la Failie dient de volgende motie in De raad noodigt burgemeester en wethouders uit hun voor stel terug te nemen en in de eerstvolgende ver gadering een nieuw voorstel aan te bieden, waarin de voordeelen van den aankoop van het besproken terrein en de toekomstige exploitatie daarvan nader worden uit eengezet. Deze motie, niet ondersteund wordende, komt niet in behandeling. De heer Troelstra geeft er de voorkeur aan eerst te beproeven van de eigenaars een uitstel te verkrijgen. En mochten zij daartoe niet geneigd zijn, dan zullen zij er toch wel genoegen mede nemendat in de volgende ver gadering beslist wordt over den aankoop. Indien er een uitstel van pl.m. 6 maanden verkregen kon worden, dan ware dit nog beterdan zouden burge meester en wethouders in staat zijn zich op de hoogte te stellen van do werking en inrichting van abattoirs in andere plaatsen en dan kon er eene opgaaf van kosten worden gedaan. Men dient daarbjj uit te gaan van het standpunt, dat een abattoir zich zelf moet bedruipen en door de oprichting daarvan geen last op de gemeente wordt gelegd. Nu zou tengevolge van eene inspectie van dergelijke inrich tingen elders het gevolg kunnen zijn, dat burgemeester en wethouders direct een bepaald voorstel deden en als de gemeente dan nog meester was van dit terrein, dan was de oplossing van het vraagstuk een eind gevorderd. Wanneer een der leden eene daartoe strekkende motie wil indienendan zal spreker die gaarne steunen. De heer Konter had gedacht, dat burgemeester en wet houders zelf zouden voorstellen de behandeling uit te stellen, hij is echter gaarne bereid eene motie in te dienen in den geest van het straks door hem gesprokene. De heer Baart de la Faille meende, dat het stilzwijgend in zijne motie lag opgesloten, dat de zaak wordt aan gehouden. Werd de motie aangenomen, dan moest de termijn van beslissing worden verlengd en dan kreeg de motie dezelfde bedoeling, dat burgemeester en wethou ders dan een nieuw voorstel zouden indienen. Hoe grooten prijs spreker ook stelt op een abattoir, dit moet niet reeds in de volgende vergadering worden uitgemaakt. Maar waar blijkt, dat dit terrein daarvoor uitnemend geschikt isdaar moet de termijn van be slissing natuurlijk verlengd worden tot na 1 Februari aanstaande. De heer Duparc meent te mogen constateeren, dat het debat is uitgeput. Het komt er nu eenig en alleen op aan uit te maken, of het bedoelde terrein zal worden bestemd voor exportslagerij. Als echter later een voorstel mocht inkomen tot op richting van een abattoir, dan zal weer vóór alles over dit principieele punt moeten worden beslist en eerst daarna zal aan do orde moeten komen de beslissing om trent de plaats, waar de inrichting zal komen. En dan heeft men, gelijk spreker reeds deed uitkomen, alle kracht door de onteigeningswet. Voor het oprichten van een abattoir behoeft men zeker geen rekening te houden met den spoorweg, daar een abattoir in de allereerste plaats voor eigen ingezetenen is bestemd. De heer Konter dient eene motie in van den volgenden inhoud De Raad besluit het voorstel aan te houden, tot dat burgemeester en wethouders in staat zijn gelijk tijdig een voorstel te doen omtrent de oprichting van ee:i abattoir. Deze motie, ondersteund wordende komt in behandeling. De heer Van Kessel bestrijdt de strekking dezer mofie. Waar door den verkooper een termijn gesteld is tot 1 Februari, waarom zal men de zaak dan aanhouden, wanneer de aanbieding na dien datum vervallen is? Het onderzoek naar de aanleiding van het adres over het abattoir is in twee maanden niet afgeloopen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1903 | | pagina 4