Vergadering van Dinsdag 10 Februari 1903.
16
Yerslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag TQ Januari 1903.
strijd tusschen zijn rapport van thans en dat, met een
ander deskundige in 1898 uitgebracht.
In zijn rapport van 1898 zegt de Jong, dat die landen
zeer goed kunnen verhuurd worden als los land en in
zijn rapport van 1902 zegt hij, dat dit niet is aan te
raden, ook met de voorwaarden van bemesting, in dat
rapport sub b genoemd, ongeveer overeenkomende met
de in 1898 gestelde. Daaruit blijkt het verschil, terwijl
hij er de opmerking aan toevoegt, dat het een bezwaar
is, dat de landen belmoren aan cene gemeente als Leeuwarden.
Die opmerking wordt niet gemotiveerd en heeft dus
geen waarde, tenzij zij eene beschuldiging bevat tegen het
van gemeentewege gevoerde toezicht.
Spreker zou het dus met deze wijze van verhuren
willen probeeren, overtuigd dat het bouwen van eene
stelpliuizinge, die de kosten op f 15.000 berekend
eene jaarlijksche rentelast van f 900 meebrengt, niet
gemotiveerd is.
Daarom heeft spreker de motie gesteund.
De heer van Ketwich Verschuur kan zich met de door
den heer Wolff voorgestelde wijziging wel vereenigen en
neemt deze over; alleen maakt hij de opmerking, dat
deze huurtijd hier niet geusiteerd is.
De bedoeling van spreker is, dat van de 80 ponde-
maat er elke 3 jaren 60 op kosten der gemeente worden
bemodderd volgens het plan, aangegeven in de missive
van de Jong van Maart 1900.
Spreker wil burgemeester en wethouders nog in over
weging geven de Jong met het toezicht op die beaarding
te belasten, daar hij liet vertrouwen van dit college bezit
en goed toezicht op behoorlijke levering dringend noodig is.
Wanneer de heer Beekhuis den heer van Ketwich Ver
schuur goed begrijpt, dan is deze spreker toch vóór het
bouwen der boerenwoning, wanneer eerst het land ver
beterd is.
De vraag is alleen wat het meest praktisch in deze is
Nu ontvangt de gemeente eene lage huur en heeft de
huurder groote lasten, maar wanneer de huur voor 6
jaren wordt aangegaan, dan zal de huurder zich met hart
en ziel er op toeleggen, daar hij mag verwachten, dat hij
huurder blijft.
Volgens het plan van den heer van Ketwich Verschuur
zal de gemeente ook weinig huur ontvangen door de
groote jaarlijksche kosten. Daarom is spreker vóór het
voorstel van burgemeester en wethouders.
De heer Feddema meent door den heer Beekhuis ver
keerd te zijn begrepen. Hij zal het voorstel van den heer
van Ketwich Verschuur ondersteunen, omdat het voor
beeld, door het bestuur van het Sint Anthony-Gasthuis
ons gegeven, navolgenswaard is. Spreker herinnert nog
maar aan zijne woorden, dat wij in dat geval in goed
gezelschap zijn.
Ook de adviseur de Jong, wien spreker als
zoodanig in deze zaak op hoogen prijs stelt, gaf zelf deze
manier van doen voor een paar jaren aan.
De heer Beekhuis wil den heer van Ketwich Varschuur
vragen, of het zijne bedoeling is de landen in perceelen
publiek te verhuren of aan één persoon. Dit behoort dan
in het voorstel uit te komen, daar het aannemelijker
is, indien de bedoeling is de landen aan één persoon te
verhuren.
De heer van Ketwich Verschuur wenscht aan burge
meester en wethouders en den deskundige over te laten
om handelende naar bevind van zaken de perceelen aan
één of aan verschillende personen te verhuren.
De beraadslagingen worden gesloten en het gewijzigde
voorstel van Ketwich Verschuur aangenomen met 19
tegen 3 stemmen, die der heeren Troelstra, Hylkema
en Beekhuis.
5. Idem om aan G. C. Schoneboom alhier gratis in
gebruik af te staan den zuid-oostelijken hoek van het
Waagplein tot plaatsing van eene meteorologische zuil.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig de conclusie van het voorstel besloten.
6. Idem tot verkoop van een gedeelte van bouwblok IV
aan P. van der Heide.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig de conclusie van het voorstel besloten.
7. Idem tot verkoop van een gedeelte van bouwblok
XV aan J. F. Weerstra.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig de conclusie van het voorstel besloten.
8. Idem tot het verleenen van vergunning aan J. van-
Althuis tot het leggen van straatjes in den Weg achter
de Hoven.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt de>
gevraagde vergunning verleend.
9. Idem tot het verleenen van vergunning aan E. Lap
tot het leggen van eene stankvrije kolk in gemeentegrond
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt de ge
vraagde vergunning verleend.
Door den Voorzitter wordt wegens het vergevorderde
uur besloten punt 10
voortzetting der behandeling van de ontirerp-veror-
dening tot het heffen van eene belasting op tooneelvertoo-
ningen enz.
uit te stellen tot de volgende vergadering.
De heer Middelkoop meent, dat waar besloten is geen
algemeene beschouwingen meer te houden alles afhangt
van de beslissing over artikel 1. De vergadering is nu
nog voltallig en spreker meent, dat de stemming over
artikel 1 zonder discussie zal afloopen. Wordt dit artikel
aangenomen, dan worden de discussiën voortgezet en
anders is de verordening van de baan.
De Voorzitter herinnert, dat burgemeester en wethou
ders hebben toegezegd eene raming over te leggen van
de vermoedelijke opbrengst, naar aanleiding van het ver
zoek, door den heer van Ketwich Verschuur in de vorige
vergadering gedaan.
Wel is er besloten, dat er geen algemeene beschou
wingen meer zouden worden gehouden, maar de artikels-
gewijze behandeling sluit geen discussie uit. Alleen
wanneer artikel 1 zonder discussie wordt verworpen,
zou dit punt heden kunnen worden afgedaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van den Voorzitter beslotenwaarna de verga
dering gesloten wordt.
Stoomdrukkerij van C. Jongbloed Az., Leeuwarden.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1903.
17
Tegenwoordig de heeren: Tigler Wijbrandi, Beucker
Andreae, Haverschmidt, Konter, Lautenbacli, Schoonder-
mark, Wilhelmij, Troelstra, Oosterhoff, Jansen, Beekhuis,
Middelkoop, van Messel, Kuipers, Feddema, van Ketwich
Verschuur, Menalda, Duparc, Hijlkema, Wolff.
Afwezig de heeren Feitz, Tromp en Baart de la Faille.
Voorzitter: Jhr. Mr. A. Böell, Burgemeester.
I. De notulen van do Dinsdag 27 Januari j.l. gehou
den vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid van
de heeren: Feitz, Tromp en Baart de la Faille.
2. dat bij resolutie van Gedeputeerde Staten dd. 5
Februari 1903 no. 7 zijn goedgekeurd de raadsbesluiten
dd. 27 Januari 1903
a. tot het afstaan in gebruik van een gedeelte van
het Waagplein aan G. C. Schoneboom, waarop de mete
orologische zuil staat
b. tot verkoop van een gedeelte van bouwblok IV aan
1'. van der Heide;
c. idem van een gedeelte van bouwblok XV aan J.
F. Weerstra;
d. tot het verleenen van vergunning aan J. F. van
Althuis om straatjes te hebben in gemeentegrond
e. tot het verleenen van vergunning aan E. Lap om
eene stankvrije kolk in gemeentegrond te hebben;
3. verslag over 1903 van de voogden der Stads-Ar-
menkamer;
4. eene missive dd. 4 Februari 1903 no. 1415 van
den Minister van Binnenlandsche Zaken, houdende be
richt, dat aan deze gemeente de bevoegdheid is verleend
zelve het risico te dragen van de bjj de Ongevallenwet
geregelde verzekering harer werklieden;
5. adres van J. Drent dd. 7 Februari 1903, houdende
verzoek de redenen te mogen vernemen, waarom afwij
zend is beschikt op zijn verzoek om uitweg aan de Wes
terplantage enz.
wordt gesteld in handen van burgemeester en wethou
ders ten fine van afdoening.
6. adres dd. 7 Februari 1903 van J. Ruitenschild e.a.,
bewoners der de Wet- en Bothastraten, houdende verzoek
die straten van de eigenaren over te nemen;
7. adres van de firma Erven Koumans Smeding dd. 9
Februari 1903, houdende verzoek om rooilijn, overdracht
van grond en vergunning tot het maken van een oprit,
een en ander aan den Noorderwog;
deze beide adressen worden gesteld in handen van
burgemeester en wethouders ten fine van bericht en raad.
III. Wordt ter tafel gebracht:
1. verzoek van de voogden der Stads-Armenkamer om
machtiging tot af- en overschrijving op den dienst van
1902.
wordt gesteld in handen eener commissie, bestaande
uit de heeren: Konter, Beucker Andreae, Wilhelmij.
2. Voordracht voor de benoeming van een onderwijzer
aan de gemeenteschool no. 5.
3. Praeadvies van burgemeester en wethouders naar
aanleiding van een verzoek der raadscommissie van Leeu-
warderadeel in zake den Dokkumer trekweg om eene der
gelijke commissie te benoemen.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verleenen van vergunning aan II. Albers, technisch direc
teur van het Zander-Instituut om gebruik te maken
van het natuurkundig lokaal in de school van Middel
baar Onderwijs voor meisjes en van het daarin aanwezige
skelet.
5. Idem tot vaststelling van het rapport omtrent de
wijze, waarop het op de begrooting toegestane bedrag
voor het in artikel 35 der Leerplichtwet omschreven
doel is besteed.
De punten 2, 3, 4 en 5 in eene volgende vergadering
te behandelen.
IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de
op den oproepingsbrief vermelde punten:
1. Benoeming van een voogd der Stads-A rmenkamer,
vacature Mr. IS. K. Thoden van Velzen.
Voorgedragen worden
1 de heer B. L. C. de Haan.
2 Jhr. 11. van Baerdt van Sminia.
3 X. T. Haverschmidt F.Jz.
Uitgebracht worden 20 stemmen, waarvan 16 op den
heer de Haan, 1 op den heer van Sminia, 2 op den
heer Haverschmidt en 1 blanco, zoodat de heer de Haan
is benoemd.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan
A. Baarsma op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen
als onderwijzer aan gemeenteschool no. 7.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be
sloten het gevraagde ontslag eervol te verleenen met in
gang van 1 April 1903.
3. Idem om aan Mej. W. Pothuma eervol ontslag te
verleenen als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 8.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het
gevraagde ontslag eervol verleend met ingang van 1
Maart 1903.
4. Idem tot het rooien van20 wilgenstamboomenstaan
de aan weerszijden van het Kalverdijkje.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be
sloten
20 wilgenstamboomen, staande aan weerzijden van het
Kalverdijkje over eene lengte van 200 meter, uit den
poldermolen gemeten, te laten rooien.
5. Idem om de opkomsten van het veergeld voor de pont
over de stadsgracht tusschen de Schoolstraat en den toegang
tot de Veemarkt onderhands te verpachten aan E. J.
Weiland voor f 23.per jaar.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be
sloten
met ingang van den 1 Mei 1903 opnieuw voor den tijd
van drie jaren aan E. J. Weiland onderhands te ver
pachten de opkomsten van het veergeld, geheven wor
dende voor het overvaren van de stadsgracht met de
pont tusschen de Schoolstraat en den toegang tot de
Veemarkt, voor eene jaarlijksche pachtsom van f 23.
en verder op de bestaande voorwaarden.
6. Idem om een vergaderlokaal beschikbaar te stellen
voor de plaatselijke commissiebedoeld in artikel 86 der
Ongevallenwet 1001.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be
sloten
aan bedoelde commissie ia het gemeentehuis een nader
door burgemeester en wethouders aan te wijzen vergader
lokaal ten gebruike te geven onder voorwaarde, dat per