I
b. dat, zoo deze tegemoetkoming wordt aangenomen,
de pacht zal eindigen op 12 .Mei 1904;
72
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juni 1903.
3. foorstel can burgemeester en wethouders tot het
vrrleenen van eervol ontslag aan mej. Brandenburgh
als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 6.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be
sloten
aan mej. E. Brandenburgh, onderwijzeres aan gemeen
teschool no. (i, met ingang van 1 Augustus 1903, eervol
ontslag te verleenen uit die betrekking.
4. Idem lot versteri,dn;/ van eenige. posten der gemeen
teheg rootingdienst 1902.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt de
versterking van eenige artikelen der gemeentcbegrooting,
dienst 1902, uit bet fonds voor onvoorziene uitgaven tot
een bedrag van 122.50 goedgekeurd.
5. Idem tot verkoop van een gedeelte run bouwblok
lie aan K. E. Hoekstra.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt besloten
1. den driehoek grond, op de situatieteekening aan
geduid met de letters a, b en c, te onttrekken aan bouwblok
IIr van de terreinen, waarop van toepassing zijn de be
palingen, betreffende de uitgifte van bouwterreinen, gelegen
aan het Nieuwe Kanaal, vastgesteld bij raadsbesluit van
23 October 1900 no. 7, goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten van Friesland bij resolutie van 1 November 1900,
gewijzigd en aangevuld bij raadsbesluit van -O .lanuaii
1902 no. 4, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van
Friesland bij resolutie van (i Februari 1902
II. den driehoek grond, op de situatieteekening gevormd
door de letters a, e, d, de juiste grootte door een land
meter van het kadaster nader op te meten, teveikoopen
aan K. E. Hoekstra alhier voor den prijs van ƒ3.50 per
M-onder voorwaarde:
1 dat het terrein zonder vergunning van burgemeester
en wethouders niet zal mogen worden bebouwd
2. dat omtrent de omheining van het terrein dezelfde
bepalingen zullen gelden als vervat in de voorwaarden,
waarnaar het bouwterrein van huis en fabriek is over
gedragen
3. dat de betaling van den koopprijs zal moeten ge
schieden binnen 24 uren na het passeeren van de koopacte
ten kantore van den gemeenteontvanger
4. dat alle kosten van overdracht voor rekening van
kooper zullen zijn.
6. Idem tot het verleenen ran vergunning aan de
Coöperatieve Stcomzuiielfabriek alhier om gebruik te maken
van de barte bij de 2e Kanaalbrug.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be
sloten
aan het bestuur der Coöperatieve Stoomzuiveltabriek
alhier tot wederopzegging, uiterlijk tot den 21 April
1908, vergunning te verleenen tot liet bij harden wind
gebruik maken van de aan de gemeente beboerende barte
bij de 2e Kanaalbrug voor het laden en lossen van zuivel
producten, onder voorwaarde
1. dat adressant in de kosten van het onderhoud der
barte bijdrage eene som van 6 per jaar, telkens vóór
of op 12 November, voor het eerst vóór of op 12 No
vember 1903, te storten ten kantore van den gemeente
ontvanger
2. dat door en op kosten van adressant in de rich
ting van en op 1 Meter uit oostelijk van de aanwezige
palen der barte, na verkregen vergunning van hoeren
Gedeputeerde Staten nog een paal gelijk aan de be
staande worde ingeheid en daaraan eene nieuwe goiding
van gelijke zwaarte als de aanwezige worde verbonden
3. dat bij gebruik maken van de barte de schouw van
den brugwachter tegen de nieuwe gording worde gelegd.
7. Idem lot he! verleenen van vergunning aan N. A.
Wassenaar om twee loopbruggetjes te leggen over de sloot
langs den Stienserweg vóór een viertal door hem gestichte
woonhuizen.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be
sloten
I. de bij uw besluit d.d. 23 December 1902 aan N.
A. Wassenaar verleende vergunning tot het leggen van
een dam in de sloot langs den Stienserweg in te trekken
II. aan adressant vergunning te verleenen twee hou-
1 ten loopbruggetjes te maken vóór de op de overgelegde
situatieteekening aangeduide woningen, onder voorwaarde
1. dat deze bruggetjes ten minste 1,20 Meter breedte
I hebben, van leuningen voorzien zijn en voldoende soliede
worden samengesteld en onderhouden, een en ander ten
genoegen van burgemeester en wethouders
2. dat de bruggetjes met de leuningen steeds helder
en netjes geverfd worden en als zoodanig onderhouden;
3. dat tusschen elk der brugjes en de bestrating op
den weg over den berm een bestraat voetpad worde ge-
I maakt en onderhouden ten breedte van ongeveer 1
i Meter
4. dat hiervoor jaarlijks vóór of op 12 Mei, het eerst
1 binnen 14 dagen na dagteekening der in deze te nemen
beschikking, eene recognitie worde betaald ten kantore
van den gemeenteontvanger tot een bedrag van 0.25
voor elk der paden
5. dat een en ander uitgevoerd zij ten genoegen
van burgemeester en wethouders vóór of op den 15 Juli
aanstaande.
8. Idem om aan II. Dolst ra vermindering toe te staan
van de jaarlijkse/te pachtsom van het overzetveer bij het
Stadsziekenh u is.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Kuipers meent, dat het niemand zal verwon
deren, dat h ij het woord vraagt over deze zaak, want
als men dagelijks op het pontveer uitziet en er vaak ge
bruik van maakt, wordt men bekend met de bezwaren
en voordooien daaraan verbonden.
Spreker gaat in hoofdzaak mee met het voorstel van
burgemeester en wethouders, vooral waar het billijkheids-
gronden zijn om de pachtsom, die in 1901 op 650 is
gesteld, te verlagen.
Hoe groot die verlaging moet zijn, is echter moeilijk
te bepalende pachter beweert, dat hij 0.78 per dag
minder ontvangt, de verlaging zou dus 284.70 moeten
bedragen; hij vraagt echter slechts ƒ150; de directeur der
gemeentewerken adviseert die verlaging van f 150, ter
wijl burgemeester en wethouders 100 voorstellen.
Spreker zou willen voorstellen de pachtsom te verla
gen met 150 onder voorwaarde, dat het contract niet
j eindigde in 1906 maar in 1904.
Sprekers motieven hiervoor zijn de volgendedoor
het voorstel van burgemeester en wethouders, dat om
billijkheidsgronden is ingediend, had spreker gehoopt,
dat ook uit een oogpunt van billijkheid in het uitzicht
zou zijn gesteld eene verbeterde verbinding van dat stads
gedeelte met het centrum. Spreker heeft betreurd, dat
indertijd bet adres van J. C. Lagas en 374 andere be
woners van den Weg achter de Hoven, Tulpenburg,
liornkeslaan enz., door den raad werd van de hand
gewezen. De bezwaren tegen de toen gevraagde brug
hij het ziekenhuis, werden destijds veel te breed uitge
meten en het toen gesprokene door den heer Beekhuis,
„dat het tijdstip voor eene brug bij het ziekenhuis nog
niet aangebroken is als deze inrichting te klein zal zjjn
geworden en eene andere plaats daarvoor dient gezocht,
dan kan men overgaan tot het leggen van eene flinke
brug, ook voor rijtuigen", acht spreker toekomstmuziek,
waaraan de tegenwoordige bewoners weinig hebben.
Verslag van de handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juni 1903.
73
Het is onbillijk, waar uit de grootte der pachtsom do
belangrijkheid van liet verkeer blijkt, voor dat verkeer
nog een tol, eene belasting te beffen en deze belasting
moet hoofdzakelijk komen uit de kleine beurzen, uit
die van werklieden en beambten, die om tijd te winnen
gaarne wekelijks hun 5 cent opofferen.
Daarom zou spreker willen bepaald zien, in afwach
ting van de brug, die cms zal komen, dat de overvaart
kosteloos geschiede met eene pont van grooter capaciteit,
zoodat opstopping van passagiers op de drukke uren niet
meer kan plaats vinden.
Spreker wil burgemeester en wethouders uitnoodigen
in dien geest een voorstel aan den raad te doen.
Sprekers tweede motief om de pachtsom van 650
op 500 te brengen onder de genoemde opschortende
voorwaarde, is, dat in de keuze, welke de pachter doet,
eene aanwijzing te vinden is, hoe groot het voordeel is
van den pachter.
Ten slotte dient spreker in het volgende amendement
I. aan den pachter van liet pontveer 11. Dolstra te
kennen te geven, dat de raad genegen is de volgende
verandering in het pachtcontract te maken
a. dat de pachtsom van af 12 Mei 1903 zal worden
verminderd met ƒ150 en zal worden vastgesteld oji ƒ500 I
II. burgemeester en wethouders uit te noodigen aan
den raad een voorstel in te dienen, strekkende tot het
aanschaffen van eene pont van het veer bij liet zieken
huis van grooter draagvermogen en solieder constructie
en deze pont na afloop van liet pachtcontract voor re
kening der gemeente te laten bedienen en de over
vaart kosteloos te -81011011.
Dit amendement, ondersteund wordende, komt in behan
deling.
De heer van Ketwich Verschuur meent, dat de raad
het voorstel-Kuipers thans niet kan behandelen. Wanneer
de raad daarop mocht willen ingaan, dan zal toch eerst
de pachter over de verkorting van den pachttijd moeten
worden gehoord en is noodig, dat vaststaat, dat hij gene
gen is afstand te doen van nog twee pacht jaren.
Daarom zou spreker in overweging willen geven, dat
burgemeester en wethouders dit eerst onderzoeken, om
daarna in eene volgende vergadering hun voorstel al
dan niet gewijzigd weder in te dienen.
De Voorzitter is het niet eens met den heer van Ketwich
Verschuur, dat het voorstel-Kuipers 'thans niet kan w or
den behandeld. Wanneer toch dit ter kennis van Dol
stra wordt gebracht, dan zal uit zijn antwoord blijken,
wat verder gedaan moet worden.
l it de gevoerde onderhandelingen blijkt reeds tot zekere
hoogte het antwoord, dat de lieer van Ketwich Verschuur
wenscht te weten.
Bij die onderhandelingen zijn namelijk burgemeester
en wethouders aanvankelijk in den geest van den
lieer Kuipers werkzaam geweest.
Ilun eerste denkbeeld was den pachter te ontslaan en
met Mei 1903 het veer opnieuw publiek te verpachten.
De pachter wilde zich echter in geen geval bloot
stellen aan de kans, dat de pont in andere handen ko
men zou, want zooals lijj zeidehad hij vroeger een
stuk brood, thans had hij althans nog een half stuk.
billijkheidsgronden zjjn burgemeester en wethouders
toen tot dit voorstel gekomen en nadat alle omstandig
heden waren gewogen, werd het verzoek om eene te ;•••-
moetkoming van f 150 niet ondersteund, omdat Dolstra,
die thans ondershands gepacht heeft, nadat hij eerst publiek
pachter was geweest, de eerste jaren door de uitbreiding
aan die zijde der stad aanzienlijke voordeden heeft ge
noten.
Daarom werd eene tegemoetkoming van 100
voldoende geacht, althans daarmede was aan de billijk
heid voldaan. Wel heeft Dolstra liever eene tegemoet
koming van 150 dan van 100, maar hij verkliv.it
toch ook met 100 genoegen te nemen.
Daarom verdient het aanbeveling aan deze zaak thans
niet te tornen, maar de nog overige puchtjaren te laten
verloopen om daarna zoo noodig andere maatregelen te
nemen.
Dat de brug over de gracht niet bij het ziekenhuis
ligt, kan thans natuurlijk geen punt van debat meer
uitmaken ware de heer Kuipers indertijd lid van den
raad geweest, dan had hij zijne stem tegen het voorstel,
dat met algemeene stemmen genomen is, kunnen uit
brengen.
De heer Fsdtlema meent, dat het tweede gedeelte van het
voorstel-Kuipers van zoo ingrijpenden aard is, dat niet
verlangd kan worden, dat de raad daarover thans beslist.
Spreker voor zich althans kan zijne stem niet uitbrengen
zonder nauwkeurig de doorvaart wijdte van de gracht en
de lengte der pont te kennen, die zeker, zal zij meerdere
capaciteit hebben dan de bestaande, wel eens zoo lang
misschien moet worden en het is hem niet duidelijk
voor het oogenblik, of er dan op drukke Vrijdagen
b.v. voldoende ruimte voor schepen overblijft, die de
gracht doorvaren. Zander eenige gegevens hieromtrent
kan z. i. de raad thans omtrent het tweede deel geen
beslissing nemen.
De heer Tromp wil motiveeren, waarom hij liet voor
stel-Kuipers heelt gesteund. Hij is liet er mede eens,
dat Dolstra niet zal ingaan op de voorwaarde, aan eene
vermindering der pachtsom met ƒ150.— verbonden om
't volgend jaar de pacht te doen eindigen, omdat hij
voordeel heeft van de pont.
Maar deze aangelegenheid is een degelijk onderzoek
wel waard. Niet alleen, dat meest arbeiders voor de
overvaart apart belasting moeten betalen, maar de kleine
pont geeft ook aanleiding tot opstopping. Spreker zou
daarom gaarne overwogen zien, of daarin geen verande
ring is te brengen.
De heer Boekhuis meent, dat de beide deelen, waar
uit lier voorstel-Kuipers bestaat, streng moeten worden
gescheiden, liet eerste deel is een amendement op het
voorstel van burgemeester en wethouders om in plaats
van ƒ190.150.toe te kennen, mits de pacht in
1904 ten einde loopt, en bet tweede deel bevat het
voorstel na alloop der pacht hel pontveer op andere wijze
te exploiteeren. Spreker is het eens met den heer
Feddema, dat de raad over het tweede punt niet dade
lijk kan beslissen- over het eerste deel kan dat wel
geschieden. Daarom acht spreker het beter, dat de heer
Kuipers het tweede d el van zijn voorstel intrekt en dit
eventueel weer voorstelt, wanneer de nu loopende pacht
eindigt.
De lieer Kuipers wil het tweede deel van zjjn voorstel
wel intrekken, maar hij had dit verbonden aan zijn
amendement op het voorstel van burgemeester en wet
houders, daar het pontveer ditmaal verpacht is voorden
tijd van vijf jaren, terwijl dat vroeger van jaar tot jaar
verpacht werd. Thans zal het nog drie jaren duren,
eer eene nieuwe verpachting plaats heeft en al dien tijd
zal dus de zijns inziens onguwenschtc en tevens onbillijke
toestand gehandhaafd blijven.
De passagiers zullen tol blijven betalen, terwijl het
verkeer daar zeer druk is en de pont onvoldoende.
Spreker meent echter liet eerste deel van zjjn voorstel
te moeten handhaven, omdat daardoor blijken kan het
voordeel, dat de pachter van het pontveer geniet.
Wanneer het juist is, dat de pachter thans slechts een
half stuk brood heeft, dan kan lijj in dat jaar tjjds nit-
zi-ai naar een anderen -werkkring.
O
Sub II van het voorstel-Kuipers maakt dus geen pant
van behandeling meer uit.