76 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juni 1903. ontvanger liet recht, zonder nader besluit van burge meester en wethouders, niet in ontvangst nemen. Art. 2. Voor de invordering van het bij art. 2 sub 2o. van liet heffingsbesluit vastgestelde recht wordt door den gemeente-ontvanger een register gehouden, ingericht over eenkomstig door burgemeester en wethouders vast te stellen voorschriften. Uitsluitend uit dit register mogen kwitantiën wegens ontvangen recht worden afgegeven. Art. 3. Deze verordening treedt in werking tegelijk met het heffingsbesluit, vastgesteld den 9 Juni 1903. 14. Idem naar aanleiding van de bij Koninklijk Besluit van 19 December 1902no. 19 gewijzigde ver gunningverleend aan de Naamlooze Vennootschap Leeu warder Stoo rn car ton fabriek", in verband met een door genoemde vennootschap ingediend adres (Bijlage no. 10). Daar de drie onderdeden der conclusie van het voor stel slechts verwijderd verband houden met elkaar, stelt de Voorzitter voor deze te splitsen en elk onderdeel afzonderlijk te behandelen. Aan de orde wordt gesteld sub 1 der conclusie. Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming dien overeenkomstig besloten. Sub II der conclusie. De beraadslaging wordt geopend. Den heer Kuipers heeft het bjj het naslaan der stukken getroffen, deze woorden te lezen „de beschikking, die „naar aanleiding van het tweede verzoek zal belmoren te „worden genomen, ligt minder voor de hand". Dat is begrijpelijk, want de voorwaarden, aan de ver gunning verbonden, zijn zoo bezwarend, dat de meening zou kunnen postvatten, dat men verwachtte, dat zij niet werden aanvaard. Het is bekend, dat de directeur der gemeentewerken steeds zeer bezwarende voorwaarden adviseert en tevens gelukkig, dat burgemeester en wethouders niet in alle gevallen zjjne adviezen volgen, doch spreker vindt het jammer, dat in deze de voorgestelde voorwaarden toch weer zijn overgenomen. De afvoerbuis zal ongeveer eenc halve ton kosten en wanneer daarmede dan het beoogde doel werd bereikt, dan zou spreker met het voorstel kunnen meegaan, maar de zuiverheid van het water in de grachten hangt nog van andere dingen af, dan alleen van het afvalwater. Daar nu de uitvoering van dit Koninklijk Besluit niet behoort tot de bevoegdheid van den raad, zou spreker, hetgeen in de conclusie sub II tusschen de rustpunten staat, willen doen vervallen. Spreker wil nog terloops wijzen op eene andere voor waarde, die betreffende het gebruiken van holle roosters, welke voorwaarde onhoudbaar zal blijken in de praktijk. Hen behoorde de industrie eer te helpen, dan haar door voorwaarden, welke moeilijk uit te voeren zijn, tegen te werken of te belemmeren. De Voorzitter doet opmerken, dat hij den heer Kuipers aan 't woord heeft gelaten, maar dat de waardeering der voorwaarden, aan de directie der stroocartonfabriek gesteld, thans geen punt van onderzoek meer uitmaken. Deze zijn den Baad van State gepasseerd en zijn onderzocht door eene technische commissie. Bij de koninklijke be slissing, die daarop is gevolgd, moet een ieder zich neerleggen, zoodat spreker geen discussie over dit punt kan toelaten. De heer Menalda constateert met genoegen, dat men thans staat aan den vooravond van eene verandering, waardoor hij hoopt, dat Leeuwarden in de toekomst bevrijd zal worden van de geuren, die uit de stads grachten opstijgen. Eén punt is nog niet ter sprake gebracht en dat is de voorwaarde, destijds sub 13 door burgemeester en wethouders aan de fabriek opgelegd, dat het afvalwater gevoerd moet worden tot op een afstand van 2000 meter (door het Koninklijk Besluit in 1500 veranderd) buiten het fabrieksterrein. Nu deze voorwaarde zal worden uitgevoerd, begrijpt spreker de weifelende houding van burgemeester en wethouders niet en gaarne zou hij dienaangaande eenige inlichtingen ontvangen. Wanneer burgemeester en wethouders gemeend heb ben die voorwaarde te moeten stellen, begrijpt spreker niet, dat, nu vergunning wordt gevraagd tot hetgeen noodig is ter uitvoering daarvan, zij aarzelen de daar voor noodige maatregelen toe te staan. Spreker zou ook nog gaarne inlichtingen ontvangen aangaande het volgende Naar aanleiding van het adres der Gezondheidscom missie, dat thans niet aan de orde is, alsook van de in het Koninklijk Besluit voorkomende zinsnede: „dat de wetenschap nog geene middelen aan de hand geeft om het afvalwater van deze fabriek voldoende te zuiveren", ten opzichte waarvan spreker zich van critiek zal ont houden, wil spreker vragen, waarom eene buisleiding zal worden gelegd, wanneer de aanleg van een septic-tank, maar dan niet op 1500 meter afstand, maar in de on middellijke nabijheid der fabriek, misschien voldoende ware geweest voor het zuiveren van het water F Wat betreft de eerste vraag, waarom burgemeester en wethouders, na eerst de vergunning te hebben verleend, thans weifelen, nu het op uitvoeren aankomt, moet de Voorzitter antwoorden, dat van weifelen geen sprake is. De voorwaarden zijn door burgemeester en wethouders gesteld en bij Koninklijk Besluit gewijzigd gehandhaafd. Thans rijst er kwestie over het uitleggen van voorwaarde 13', namelijk of de buis, zooals het fabrieksbestuur die thans wil leggen, voldoet aan den eisch, dat die gelegd worde in of langs den oever van de Potmarge. Volgens spreker is het antwoord op die vraag twijfel achtig. In de tweede plaats is twijfelachtig, wie het antwoord op die vraag moet geven. Men zou wellicht kunnen verdedigen, dat burgemeester en wethouders dit zijn, volgens spreker is het de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, die met de uitvoering van het Koninklijk Besluit is belast. Maar hetzij dat burgemees ter en wethouders het antwoord moeten geven, hetzij de Minister, in geen geval is de raad bevoegd dit te doen. De directie der fabriek vraagt het antwoord aan den raad en op grond van het voorgaande verwijzen burge meester en wethouders haar naar den Minister, terwijl de stukken genoegzame gegevens bevatten, om eventu eel den Minister te zijner tijd van advies te dienen. De tweede vraag betrof de missive der Gezondheids commissie betreffende den aanleg van een septic tank en in verband daarmee vroeg de heer Menalda, of nu de loozing op 1500 meter afstand van de fabriek niet on- noodig was. Spreker wil daartegen doen opmerken, dat in 1898 het plan bestond den dam te leggen ter hoogte van het asch- land, maar dat toen van den kant dor gardeniers uit Leeu warderadeel hevige bezwaren zijn ingebracht, omdat zij dan met hun schuiten niet langs den kortsten weg de stad konden bereiken. Daarom is bij de vergunning Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juni 1933 bepaald, dat de loozing van het afvalwater en dus even tueel de plaatsing van den dam op een afstand van het fabrieksterrein voorbij Huizuni zou geschieden. Met de quaestie van den nieuwen dam Weeft dit niets gemeen. De heer Feddema is het eens met den heer Menalda en begrijpt evenmin de aarzeling van burgemeester en wethouders, terwijl lijj door de toelichting van den Voorzitter niet is overtuigd, dat de raad in deze niet bevoegd zou zijn. In hot Koninklijk Besluit staat, dat de buis langs den oever van de Potmarge zal worden gelegd. De Potmarge nu is eigendom der gemeente en de raad is alleen bevoegd om het plaatsen van stel lingen in de Potmarge te vergunnen. De directeur der gem cent'werken zegt in zijn advies, dat hij zich niet kan ontveinzen, dat de buis, boven wa ter aangelegd zijnde, gemakkelijker zal kunnen worden gereinigd, terwijl de directie en hare deskundige van oordeel zijn, dat dit alleen afdoende zal kunnen geschie den, wanneer de buis boven water wordt aangelegd. Welk bezwaar er nu bestaat om de gevraagde vergunning tot liet plaatsen der stellingen te verleeuen, begrijpt spreker niet. De gardeniers worden, wanneer de plaatsing op deze wijze geschiedt, in de uitvaart uit de opvaarten niet belemmerd, evenmin als dit liet geval is met de vaart naar Wirdum. Waarom nu nog dit oponthoud Drie maanden geleden, den 2 Maart, zond de directie haar verzoek in en nu pas valt de beslissing, dat dit college niet competent is, maar dat zjj bij den minister moet zijn. Waar de directie volkomen bereid is aan de haar gestelde voorwaarden te voldoen, is een dergelijk sturen van het kastje naar den muur voor haar lastig en kan zulks het gevolg hebben, dat de inrichting niet op tijd zal zijn voltooid. De heer Duparc had zich gevleid, dat na de duidelijke voorstelling der zaak door burgemeester en wethouders hij het onderwerpelijk voorstel gegeven en de beantwoor ding der opmerkingen van de lieeren Kuipers en Menalda door den Voorzitter, de raad bevredigd zou zijn geweest. Dit blijkt echter niet het geval te zijn. Spreker wil er daarom zijnerzijds nog op wijzen, dat de raad in deze zaak letterlijk niets heeft te zeggen liet geldt hier toch de uitvoering van eene koninklijke beschikking. De geheele zaak berust op de Hinderwet en bjj de uitvoering daarvan is de raad alleen betrokken, voor zooveel betreft het vaststellen der verordeningen, genoemd in artikel 4. Daarom zou ook de raad, zelfs als hier sprake was van eene door burgemeester en wethouders gestelde voorwaarde zich niet in de zaak mogen mengen. Spreker wil hier nog aan toevoegen, dat in het voor stel sprake is van den Minister. Blijkbaar hebben burge meester en wethouders bedoeld de Kroon, want de Minis ter is niet bevoegd veranderingen aan te brengen in eene koninklijke beschikking. De Voorzitter meent, ook na de uiteenzetting door den heer Duparc van het wettelijk standpunt, den heer Fed dema nog eene opheldering schuldig te zijn. Zeker is de gemeente eigenares van de Potmarge en kan dus alleen de raad de beschikking geven over de strook water, waarin de stellingen eventueel zullen worden geplaatst. Maar de raad kan dit niet doen, voordat is uitgemaakt, dat de buis op de gevraagde stellingen zal mogen worden gelegd. En hierover kan de raad niet beslissen. De heer Baart tie la Faille meent, dat de vraag van den lieer Menalda door het antwoord van den Voorzitter niet afdoende is beantwoord, liet doel der Gezondheids commissie is daar ter plaatse een septic-tank te verkrij gen en al is liet adres thans niet aan de orde, zoo z 1 het spreker toch wel vergund zijn den heer Menalda eenige ophelderingen te geven. De Voorzitter ziet dit liever behandeld bij sub III der conclusie. De heer Menalda verklaart ten opzichte van zjjne eerste vraag volkomen voldaan te zijn door de ontvangen mede- deelingen. Spreker deed alleen deze vraag, omdat uit het voorstel van burgemeester en wethouders z.i. niet voldoende bleek, dat de raad niet bevoegd is de gevraagde vergunning te geven. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofde lijke stemming wordt overeenkomstig de conclusie sub 11 besloten. Sub III der conclusie. De beraadslaging wordt geopend. Na de ontvangen mededeelingen van den Voorzitter acht de heer Baart (Ie la Faille het beter de weten schappelijke bezwaren van den heer Menalda tegen den aanleg van een septic-tank, die wellicht na de lectuur van het adres der Gezondheidscommissie minder groot zullen blijken te zijn, te behandelen, wanneer het praead- vies van burgemeester en wethouders bij den raad zal zijn ingekomen. De heer Haverschmidt heeft als lid der bouwcommissie de diverse plannen voor een dam mede onderzocht. Eerst die van 1898, ontworpen naar aanleiding van het bekende adres, een dam, die naar gelang van de houtsoort, eiken-, Amerilcaansch grenen- of vuren-, moest kosten 13,400, 13,000 of 11,000 gulden, een dure dam derhalve, die tevens het nadeel gaf, dat de opvaart, evenwijdig aan de Schrans, geheel zou vervuilen. liet onderzoek van de commissie ter plaatse gaf een ander denkbeeld aan de hand, een dam van 25 meter, die niet meer dan 3,000 gulden zou kosten, zoodanig geprojecteerd, dat de opvaart geheel vrij bleef van het afvalwater, met welken dam dus niet alleen eigen inge zetenen, maar ook die van Leeuwarderadeel zeer werden gebaat. Daar de zaak nooit in openbare discussie kwam, heeft men van dezen dam in Leeuwarderadeel blijkbaar niet geweten, want het toenmalig adres uit die gemeente, waarvan elk raadslid een afdruk ontving, en dat trouwens op alle punten door de Vereeniging tot bevordering van volksgezondheid werd weerlegd, maakt van dien dam geen melding. De brand liet daarna alle verdere plannen rusten. Spreker herinnert zich uit de toenmalige stukken, wat den omvang der vervuiling betreft, dat, wanneer men zich de Potmarge geheel leeg denkt, deze in 14 dagen tot zomerpeil met afvalwater is gevuld. Een enkele aldaar passeerende schipper is getuige van die veront reiniging, maar spreker is overtuigd, dat wanneer de fabriek langs den grooten weg lag en het publiek dien vuil waterstroom kon gadeslaan, men niet langer zou zoeken naar de hoofdoorzaak van den stank onzer grachten. Met groote ingenomenheid nam spreker kennis van den nieuwen dam deze is in elk opzicht beter dan de vroe gere ontwerpen de afstand is 1500 meter en de kosten zijn slechts 600 gulden. Of we er afdoende mee gehol pen zijn, zullen we moeten afwachten. De staatscom missie is er niet gerust op, maar de adressanten van December 1897, o. a. de hoofdingenieurs Escher en Yermaes, die bij uitstek ter plaatse bekend zijn, ver wachten, dat zelden iets van liet afvalwater in de stad zal komen, omdat de natuurlijke afstrooming is naar het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1903 | | pagina 4