134 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 October 1003. bare werken zouden behandeld worden, die vergadering. Op die vergadering, 13 October, heeft spreker zich dadelijk doen kennen als een voorstander van het dooi den directeur der gemeentewerken laatst ontworpen plan en niet geaarzeld om met den heer Kom ter dat als amendement aan te brengen. Ware de heer van Messel nog hier, hij zoude hem antwoorden, dat door hem nooit is gezegd, dat dit plan niet deugde. De heer Peddema, die tot sprekers spijt thans ook niet meer aanwezig is, zeide, dat door de indiening van het amendement-Komter-Jansen zijne grieven waren ver meerderd, alsof dit een reden mag zijn voor andere raadsleden om een, naar hunne meening, beter plan of amendement niet in te dienen. Gaarne erkent spreker, dat plan 11-2 het gevolg is van het door den heer Peddema ingediende amendement, want de teekening is door den directeur van gemeente werken ontworpen na de indiening van het amendement- Feddema. Voorzeker is thans door de heeren Kom tor en Troel stra plan H-2 voldoende toegelicht en verdedigd en veel behoeft daaraan niet te worden toegevoegd; toch wil spreker nog dit zeggen, dat het door burgemeester en wethouders ontworpen plan sierlijker is en den wel stand aldaar ten zeerste zal bevorderen, doch wanneer eenmaal het terrein volgens plan II2 zal bebouwd zijn, zal niemand het ontworpen park missen, en al moge men beweren, dat Leeuwardens omstreken arm aan plant soenen zijn, het zal niet lang meer duren, of er is een groot en nieuw park aan de Spanjaardslaan aangelegd. Vooral om het groote financieele belang, de meerdere opbrengst en het mindere kostenbedrag beveelt spreker de aanneming van plan li- ten zeerste aan. De heer van Ketwich Verschuur meent, dat de raad voor eene zeer moeilijke beslissing staat. Het eerste plan van burgemeester en wethouders door liep alle phasen en kwam 8 September j.l. in behandeling. Daarop werd ingediend het plan-Peddema, zoodat de raad keus kreeg uit twee plannen en nu is Zaterdag 11. aan de leden bekend geworden, dat er nog een plan Komter- Janscn was ingediend, waarbij eene teekening is gevoegd, die van de beide vorige geheel afwijkt. Het wil spreker voorkomen, dat de twee, na intrek king van het plan-Peddema, thans nog aanhangige plan nen, zeer met elkander in strijd zijn en dat het laatste nog te weinig is toegelicht, zoodat eene beslissing zeer lastig is te nemen. Het plan van burgemeester en wethouders bevordert, met behoorlijke inachtneming ook van de financieele zijde van het vraagstuk, den welstand en beoogt schoo- nen aanlegbij het plan Komter-Jansen wordt de geld kwestie geheel voorop gesteld. Voorwaar voor vele leden eene moeilijke keuze Het plan Komter-Jansen is rauwelijks in den raad gebracht, zoodat zeker alle leden niet den tijd hebben gehad de gevolgen er van goed te overzien bovendien is er geen rapport over uitgebracht door de commissie voor openbare werken, terwijl die commissie zich herhaal delijk heeft uitgesproken over het plan van burgemeester en wethouders. "VVel is waar begint de tjjd tot regeling van deze zaak langzamerhand te dringen, vooral met het oog op de bouwblokken II en VI, maar met de blokken XVIII en XIX is dit nog uiet het geval. Daarom' meent spreker, dat het aanbeveling verdient, de laatstgenoemde blokken uit het tegenwoordige voor stel van burgemeester en wethouders te lichten en de verschillende plannen, die blokken rakende, nog in de secties te onderzoeken, opdat daarna een juister besluit kan worden genomen dan thans het geval kan zijn. Immers dit besluit heeft ver strekkende gevolgen, de bestemming der terreinen wordt er rooi- altijd door ge regeld, later kan men er niet op terugkomen. Wordt het amendement Komter-Jansen aangenomen, dan kan daar ter plaatse, waar men tot nog toe niets anders dan boomen en heesters meende te zullen zien, nooit meer een plantsoen worden aangelegd, daar dat terrein dan geheel zal worden volgebouwdlegt men dat terrein echter tot wandeling aan, dan zal het later niet licht voor huizenbouw worden uitgegeven. Daarom stelt spreker eene motie van den volgenden inhoud voor De Raad besluit blokken XVIII en XIX uit het aanhangige voorstel te lichten en het daarop betrekking hebbend voorstel van burgemeester en wethouders en het amen dement Ivomter-Jausen alsnog in 's raads sectiën te doen behandelen. Deze motie ondersteund wordende, komt in behandeling. De heer Beekhuis heeft de motie-van Ketwich Ver schuur ondersteund, omdat hem bet tijdstip van verdere behandeling niet geschikt voorkomt. Immers bij een sectie-onderzoek heeft men de kaarten op tafel en kan men de voor- en nadeelen beter overwegen. Daar de geheele zaak geen uitstel kan lijden, is spreker er voor thans alleen de blokken XIX en XVIII niet, doch al het andere wel te behandelen. De Voorzitter bemerkt, dat het denkbeeld van den heer van Ketwich Verschuur bij de leden instemming vindt, en wil dus de motie namens burgemeester en wethouders overnemen. lljj heeft de mogelijkheid overwogen, dat zoodanige motie zou worden ingediend en is dus voorbereid op de behandeling van de bepalingen van uitgifte, met weg lating van alles, wat de blokken XVIII en XIX betreft. De motie-van Ketwich-Verschuur wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Overgegaan wordt tot de behandeling der bepalingen van uitgifte. Achtereenvolgens worden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd Artikel 1, nadat daaruit zijn geschrapt de woorden: Blok XVIII, Ij, c, d, eBlok XIX, a, Ij, c. Artikel 2. Artikel 3, nadat uit de tweede alinea zijn geschrapt de woorden: „het gedeelte e van Blok XVIII en het j gedeelte a van het Blok XIX," en de beide voorlaatste alinea's. Artikelen 4 en 5. Artikel 6, nadat uit de laatste alinea op voorstel van den Voorzitter, naar aanleiding van eene door den heer olff in de vergadering van 8 September gemaakte opmerking, die ten aanzien van alle ontwerpen geldt, zijn geschrapt de woorden „der op de terreinen te stich ten gebouwen" en daarvoor zijn in de plaats gesteld „van hetgeen op het terrein zal worden aangelegd en gebouwd". Artikelen 7—20. Artikel 21, nadat de beginwoorden „de gebouwen moeten zijn voltooid" in verband met de ad artikel 6 aangebrachte wijziging zijn geschrapt en aan het slot der eerste alinea is toegevoegd„moet de bebouwing van de daarbij omschreven perceelen met inachtneming van het bepaalde bij artikel (1, laatste lid, zijn voltooid". Artikelen 22 en 23. Artikel 24, nadat zijn geschrapt de woorden XVIII, Ij, c, i/, e, en XIX a, b, c." De heer lansen meent, dat de 3e alinea van artikel 2o kan vervallen, daar de bepaling niets verduidelijkt, eerder geschiedt daardoor het omgekeerde. Oppervlakte toch is alles, wat bebouwd mag worden. Niemand zal, om een voorbeeld te noemen, de bepa- Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 October 1903. 135 ling oin 75 MX te bebouwen zoodanig opvatten, dat hij 37.50 M\ bebouwt en de oppervlakte van den zolder, groot 37.50 3D, daarbij rekent om daarmede op de be paalde 75 ID te komen. Of ook wel 25 ID. te bebouwen, voor verdieping 25 II2. en nog voor zolder 25 II2, makende te zamen ook 75 M2. De Voorzitter antwoordt, dat ontheffing van deze be paling veel wordt gevraagd. Daaruit blijkt, dat opneming dezer bepaling voor de practijk waarde heeft. Spreker wil voorstellen deze bepaling voorshands te handhaven en te wachten tot de behandeling der blok ken XVIII en XIX om dan deze vraag nader onder de oogen te zien. Artikelen 2533. Aan de orde komt de lijst van minimum-prijzen. Namens de commissie voor openbare werken stelt de heer Beekhuis een amendement voor op het eerste ge deelte van deze lijst om namelijk het gedeelte, gemerkt c, van bouwblok II te prijzen op f 7.50 in plaats van op f7.— De commissie meent, dat dit blok door burgemeester en wethouders te laag is geprijsd, evenals dat deel der terreinen, dat aan de Emmakade is gelegen. De heer Troelstra meent er aan te moeten herinneren, dat door den directeur der gemeentewerken dit deel lager was geprijsd dan door burgemeester en wethouders. Het was bekend, dat er in de commissie voor openbare werken eene strooming was om de terreinen op blok II nog hooger te prijzen en wel op f 7.50. Burgemeester en wethouders meenden den middelweg te moeten bewandelen. Ook met het oog op de bouw blokken XVIII en XIX acht spreker het niet wensche- lijk dezen prijs te verhoogen. Wel is er beweerd, dat er perceelen op het terrein van den heer van der Meij voor 10.zijn verkocht of althans aangeboden, maar toch is de gewone prijs, die gevraagd wordt, 5.of f 6.en daarom heeft spreker bezwaar met dit voorstel mede te gaan. De Voorzitter wil nog doen opmerken, dat het amende mentBeekhuis verband houdt met de prjjzen, die nader voor de gedeelten der blokken XVIII en XIX zullen worden bepaald. Worden de door burgemeester en wethouders hier omtrent voorgestelde prijzen door den raad verhoogd, dan eerst zou in verband daarmede aanleiding bestaan voor prijs verhooging tot 7.50 van blok II c. Daarom wil spreker voorstellen dezen prijs voorloopig op f 7 te handhaven. De prijs kan dan later altijd worden verhoogd, als omtrent het grasveld is beslist de bepalingen van uitgifte (art. 31) geven hiertoe de bevoegdheid. De heer Beekhuis verklaart hierop zijn motie in te trekken. De lijst van minimum-prijzen wordt daarna goedge keurd, nadat daaruit zijn gelicht de blokken XVIII en en XIX. Evenzoo de algemeene bepaling. Alzoo is besloten lo. goed te keuren en vast te stellen de bij het voor stel (Bijlage no. 22) gevoegde situatiekaart, betreffende de nog uit te geven bouwterreinen, gelegen aan de noord zijde van het Nieuwe Kanaal, uitgezonderd voor zooveel de blokken XVIII en XIX betreft 2o. vast te stellen de onderstaande nadere bepalingen betreffende de uitgifte dier bouwterx-einen 3o. mede goed te keuren en vast te stellen de hierna volgende Lijst, aanwijzende de minimum-prijzen van de verschillende bouwblokken en gedeelten daarvan, aange wezen in art. 1 der sub 2° bedoelde nadere bepalingen. Nadere bepalingen betreffende de uitgifte van bouw terreinen, gelegen aan de Noordzijde van het Nieuwe Kanaal en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden. Art. 1. Omschrijving. De uit te geven bouwterreinen zijn gelegen ten Noor den van het Nieuwe Kanaal en zijn op de bij deze nadere bepalingen behoorende situatie-kaart in roode arcure aangewezen en verdeeld in Blok II, c, d, e en f-Blok VI a, f, e, d, c, b Blok VII, a, b en Blok XX, a. Op de niet in een dezer blokken of gedeelten van blokken gelegen terreinen zijn deze nadere bepalingen niet van toepassing. Art. 2. Wijze van verkoop. De in het vorig artikel omschreven tei'reinen worden uitgegeven in koop of in altijd durende erfpacht. I)e koopsommen van de terreinen zijn aangegeven in eene bij deze nadere bepalingen behoorende lijst. Wordt een terrein in altijd durende erfpacht uitge geven, dan bedraagt de jaarlijksche erfpacht 4J pCt. der in de lijst aangegeven koopsommen. Art. 3. Diepte der terreinen. Op do blokken en bloksgedeelten moet, voor zoover hieronder niet uitgezonderd, steeds de volle diepte ge kocht of in erfpacht genomen worden. Op het gedeelte e van Blok II en de gedeelten b, c, d, e van Blok VI, wordt deze diepte door Burgemeester en Wethouders bepaald. Onder diepte van een blok of bloksgedeeltc wordt verstaan, de loodrechte afstand tusschen voor- en achter zijde en hierbij wordt aangenomen, dat de voorzijden van de verschillende blokken liggen aan de volgende straten bij Blok II, c aan de Emmakade, II, cl aan de Vredeman de Vries straat, II, f aan de straat DE, VI, a aan het verlengde Keetwaltje en de straat IMh bij Blok VI c, aan de straat RMM', VI e, L'N, v VI KL', VII a en b aan de Vredeman de Vries- straat. bij Blok XX a aan de straat DE. Art. 4. Reserve van slooten. De gemeente behoudt aan zich de volgende, haar in eigendom behoorende slooten of halve slooten met een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1903 | | pagina 6