152 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 October 1903.
Dat is een bijzonder geval. Die school zal door het
raadsbesluit van 25 Februari 1902 in plaats van een
9-jarigen een 7-jarigen cursus krijgen en in afwachting
daarvan is het op aanraden van de schoolcommissie
beter gevonden in eene ontstane vacature niet definitief,
maar door eene tijdelijke benoeming te voorzien.
De lieer Schoondermark betwijfelt, of dit wettig is.
De Voorzitter antwoordt, dat de wet tot regeling van
liet lager onderwijs wol een termjjn stelt, waarbinnen
vacatures van hoofd der school moeten zijn vervuld, maar
niet voor de andere onderwijzers. Daarom ligt er in die
handeling niets onwettigs, allerminst nu liet de vacatu
res geldt in een bepaald vak, waaromtrent de wet in
artikel 42bis groote vrijheid geeft.
De heer Schoondermark heeft in het werk van Elau-
pot ten Gate en Moons „de Wet op het Lager Onderwijs",
gezien, dat tijdelijke onderwijzers door de wet niet er
kend worden. Daarom was spreker deze zaak zoo duister.
Volg no. 202 wordt aldus gewijzigd goedgekeurd
Evenzoo volgnos. 20'O230.
Bij volg no. 231 moeten de woonlen: commies*'r voor de
Volksgezondheidvervangen worden door: de Gezondheids
commissie voor de gemeente Leeuwarden.
Volgnos. 231-242 worden ongewijzigd goedgekeurd.
Blijkens de memorie van antwoord wordt aan Hoofd
stuk VIIAfdeeling VII toegevoegd een nieuw artikel
242aluidende:
Artikel 3. Subsidie aan de commissie tot oprichting en
instandhouding eener kindcrbcwaarplaats f 100.
Hit volg no. wordt goedgekeurd.
Evenzoo de volgnos. 243—237 na aanvulling van de toe
lichtingen op volgnos. 24!) en 230 overeenkomstig de me
morif van antwoord.
Hierna wordt overgegaan tot de behandeling der
I li k o m sten.
Volgno. 1.
Hierbij wordt tevens behandeld volgno. 154 der uit
gaven.
De heer Komter verklaart, dat de rapporteurs met ge
noegen hebben geconstateerd, dat hunne redeneering in
hoofdzaak door burgemeester en wethouders wordt gedeeld,
wat betreft de bestemming der opbrengst van de bouw
terreinen. Alleen blijkt er een klein verschil te bestaan
in de wijze van toepassing van dit systeem, wat rappor
teurs heeft bevreemd.
Daarom wenschen zij hun plan nog eens te verduidelijken.
In hun verslag zeggen rapporteurs op bladzijde 3,
onderaan „dat met het oog op deze vaste jaarlijksehe
uitgaaf moet worden gestreefd naar eene gelijke verdeeling
van de opbrengst der bouwterreinen over de toekomstige
dienstjaren met dien verstande, dat buiten het benoodigdc
voor stratenaanleg daarvan in geen enkel dienstjaar meer
wordt genoten, dan voor rente en aflossing noodig is."
Burgemeester en wethouders berekenen, dat in 1904
voor rente en aflossing van het bedrag, dat voor de
bouwterreinen is uitgegeven, 'oenoodigd zal zijn eene som
van ƒ18,320.terwijl, volgens hun voorstel uit de op
brengst van bouwterreinen in deze begrooting zal ver
smelten een bedrag van 18,415.261/2-
Ofschoon hierdoor het zooeven als maximum genoemde
bedrag eenigszins wordt overschreden, zou dit rapporteurs
geen aanleiding tot oppositie geven, wanneer slechts
zekerheid bestond, dat ook voor volgende jaren op eene
gelijke bijdrage uit deze bron kon worden gerekend. Die
zekerheid ontbreekt echter geheel en daarom zijn zij van
oordeel, dat men de gemiddelde opbrengst dor laatste
jaren tot maatstaf moet nemen met inachtneming van bo
vengenoemd maximum.
Daar nu 5 exploitatiejaren zijn verloopen, komen rap
porteurs tot eene gemiddelde opbrengst van ƒ19,556.
per jaar, waaruit dan eerst de uitgaven moeten bestre
den worden voor stratenaanleg.
Hoeveel daarvoor nog noodig zal zijn buiten de bedragen,
voorkomende op de begrootingen van 1903 en 1904,
kunnen rapporteurs niet opgeven, doch zij verwachten
geen tegenspraak, wanneer zij daarvoor op minstens
f 3,000.per jaar rekenen. De gemiddelde opbrengt
met dit bedrag verminderende, verkrijgt men 16,556.
Op grond van deze becijfering kwam hun het bedrag
ad ƒ18,415.26 dat volgens het voorstel van burgemees
ter en wethouders in deze begrooting zal versmelten, wat
hoog voor en strekt hun voorstel om dat bedrag met
ƒ2,000.te verminderen.
Nu zijn de argumenten, die rapporteurs voor hunne
meening aanvoeren, door burgemeester en wethouders in
hoofdzaak niet weerlegd, anders zouden zij in de gelegen-
i i O o
beid zijn geweest te overwegen, m hoeverre zij zich ten
opzichte van dit punt met dat college hadden kunnen
vereenigen.
De heer Troelstra moet gulweg bekennen, dat het hem
niet geheel duidelijk is, wat de geachte rapporteur wil.
Reeds vroeger is er door den heer Komter aangedron
gen o]) het aanleggen van eene exploitatierekening van
de terreinen aan het Nieuwe Kanaal, eene soort rekening-
courant, waarop alle gelden zouden worden verantwoord,
zoowel de opbrengst der terreinen, als die van de verpach
ting van het grasgewas enz. ter eene zijde, en alle uitgaven,
zooals aanleggen van straten en riolen, opmeting van ter
reinen enz. ter andere zijde.
Nu acht spreker het niet wel mogelijk zulk een rekening-
courant te houden, waarin alles zoo fijn mogelijk wordt op
genomen. Het is haast niet mogelijk uit te maken, wat
in ontvang en uitgaaf moet worden gebracht.
Bijna dagelijks zijn er werklieden bezig om de ruimte
tusschen de boomenrijen te schoffelen of' om te graven,
om de graszoden en boombladeren tegen de rollaag dei-
straten op te ruimendan heeft de politie er toezicht te
houden. Verder is ten gevolge van de uitbreiding der stad
liet getal reinigers moeten worden vergroot.
Moeten die uitgaven ook ten laste der terreinen worden
gebracht en, zoo ja, hoe dan liet zuiver bedrag te be
rekenen Ook rijst de vraag, of er, sedert er buizen
zijn gebouwd de daarvoor geheven gemeenteopcenten voor
ontvangst geboekt moeten worden.
Gaarne zou spreker den heer Komter in overweging
willen geven zich te wenden tot den commies voor
de financiën en met dezen te overleggen, hoe hij die
rekening wil ingericht zien.
Twee jaren geleden zijn er staten ontworpen, waaronder
een, bevattende de inkomsten wegens verkoop van terrein,
en van de uitgaven voor stratenaanleg enz., die zijn bij
gehouden en deze staten geven naar sprekers meening een
behoorlijk en voldoend overzicht van de exploitatie der
terreinen, althans wanneer men niet in onderdeden wil
treden, door spreker zooeven genoemd.
Op de begrooting is thans 10,000.uitgetrokken
voor voortzetting van de werken aan het Nieuwe Kanaal,
doch daarvoor had men ook wel ƒ15,000. of 20,000.
kunnen stellenmaar de post moet op de begrooting
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 October 1903. 153
komen, om daaruit zoo noodig uitgaven te kunnen doen.
Tegenover dozen uitgaafpost werd nu steeds eene tijdelijke
geldopneming gesteld, die later door overboeking van een
deel van het batig saldo van bouwterrein weer verdween.
Nu wil de heer Komter geen tijdelijke geldleening,
maar een deel van de opbrengst der bouwterreinen in
1902 daarvoor dadelijk in de plaats stellen. Dat kan dit
jaar geschieden en daarom hebben burgemeester en wet
houders aan dit voorstel gevolg gegeven. Doch in stede
van 8,000.wenschen zij na aftrek van ruim 18,000.
voor rente en aflossing, de volle overschietende 10,000.
daarvoor te bestemmen en in verband daarmede volgno.
154 met ƒ1,000.te verhoogen.
Als spreker den heer Komter wel begrijpt, wil hij een
zeker gemiddelde nemen, dat hij dan op ƒ8,000.stelt
en met zoodanig gemiddelde telken jare rekening houden,
doch spreker doet de vraag, hoe moet er gehandeld wor
den, als geen of zeer weinig bouwterrein is verkocht?
Daarmede zal men toch rekening moeten houden bij het
samenstellen der begrooting.
De bezwaren, door den heer Troelstra eerst geopperd,
gelooft de heer Komter, dat niet ernstig gemeend zijn.
Immers de exploitatierekening houdt op, wanneer de ter
reinen zijn verkocht en de opbrengst der belastingen
moet voorzien in de kosten van meerder politietoezicht
enz., dus dit alles heeft niets te maken met de exploi
tatierekening.
De zuivere opvatting daarvan is, dat ze beschouwd
wordt als die van eene particuliere onderneming.
't Spreekt overigens van zelf, dat die rekening niet
verlangd wordt als doel, maar alleen als middel.
I let eene jaar brengt 42,000.op, het andere 8,000.
daarin zit de groote moeilijkheid en er is eene exploi
tatierekening noodig, 0111 over de verschillende dienstja
ren eene gelijkmatige opbrengst-verdeeling te krijgen.
Ook moenen rapporteurs, dat van deze opbrengst niet
moet worden gemaakt een sluitpost der begrooting, daar
voor dient de hoofdelijke omslag.
De heer Troelstra wil nog eene enkele opmerking
maken.
Het schaadt niet, of er op de begrooting eene grootere
som wordt uitgetrokken dan besteed wordt in den loop
van het jaar. Het overblijvende komt dan onder het
saldo dor rekening en dient voor een volgend jaar.
Daarom ziet spreker de noodzakelijkheid er niet van in
om de gemiddelde over een aantal jaren op de begrooting
te brengen, dat toch moeilijk zou kunnen worden volge
houden.
De heer Wolff verklaart na hetgeen de heer Troelstra
gezegd heeft, van het woord te kunnen afzien.
Alleen wil spreker hierop wijzen, dat de heer Komter meen
de, dat burgemeester en wethouders deze opbrengst willen
beschouwen als den sluitpost der begroeting. Dit heeft
spreker nergens in hun voorstel kunnen lezen, in tegen
deel, zij willen alleen aan de begroeting ten goede doen
komen eene som, ongeveer overeenkomende met hetgeen
voor rente en aflossing der leening voor de aangekochte
terreinen noodig is en het resteerende aanwenden voor
verder uit te voeren werken langs het Kanaal.
Spreker acht dit een gezond beginsel en kan daaraan
zijne stem geven.
De heer Troelstra wijst er den heer Komter op, dat
hij nog altijd 3,000.- wil reserveeren en overbrengen
op het dienstjaar 1903. Dat staat in verband met zijne
berekening van het gemiddelde. Nu wil hij 16,415.26.1
aan de gewone inkomsten toevoegen wegens rente en
aflossing, maar werkelijk is dat bedrag ƒ18,320.
Spreker meent, dat het nu beter is maar de volle
opbrengst van het bouwterrein in 1902, bedragende
ƒ29,415.26.1, ten bate van 1904 te brengen, op de wijze,
als burgemeester en wethouders dit voorstellen.
De heer Komter acht de opmerking van den heer
Troelstra niet juist.
Wat bij rapporteurs ƒ16,415.bedraagt, is in het
plan van burgemeester en wethouders ƒ18,415.Vol
gens het voorstel van rapporteurs zal in deze begrooting
ƒ2,000.minder versmelten uit de opbrengst der bouw
terreinen, dan volgens het voorstel van burgemeester en
wethouders.
Wanneer burgemeester en wethouders zich met het
plan van rapporteurs in hoofdzaak konden vereenigen,
zou er bij hen geen bezwaar bestaan bij dit volgno. met
burgemeester en wethouders mede te gaan, mits zij in
hun voorstel het bedrag, uitgetrokken onder volgno. 154,
verhoogen van ƒ11,000.op ƒ13,000.
Het voorstel van rapporteurs om artikel 1 te verhoogen
met J 8,565.58 en de toelichting te doen luiden, zooals
aangegeven in de conclusie van het sectie-verslag (blz.
4, 2e kolom), wordt in stemming gebracht en verworpen
met 9 tegen 8 stemmen, die der hoerenOosterhoff,
Tigler Wjjbrandi, Wilhelmij, Komter, Jansen, Schoon
dermark, Duparc en Tromp.
Daarna wordt het voorstel van burgemeester en wet
houders (memorie van antwoord blz. 3) om het artikel
te verhoogen met ƒ11,566.88 zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Volgno. 1 wordt aldus gewijzigd goedgekeurd.
Dientengevolge wordt volgno. 134conform het voorstel
van burgemeester en wethouders in de memorie van ant
woord blz. 2, uitgetrokken op f11,000.
Volgnos. 2—46'49 worden ongewijzigd goedgekeurd.
In de omschrijving van volgno. 30 worden geroieerd de
woorden: bevelschriften van betaling en
Volgnos. 3070 worden ongewijzigd goedgekeurd.
Volgno. 71 vervalt door de beslissinggenomen over
volgno. 134 juncto volgno. 1
Volgnos. 7270 worden ongewijzigd goedgekeurd
Volgno. 3. Het percentage van den hoofde/ijken omslag
wordt vastgesteld op 3.3 percent van de cijfers van aan
slag en hei artikel uitgetrokken op f222,000.
De heer Komter meent, dat ook de heer Wolff uit het
g verliest, dat die som het maximum is, dat in de
kan worden opgenomen. Wanneer in vel
aren de opbrengst veel minder bedraagt, wat dan?
Waarom meer uit te trekken dan bet gemiddelde dei-
laatste 5 jaren?
De vrees is gewettigd, dat er jaren zullen komen, dat
het gemiddelde cijfer niet zal worden bereikt.
begrooting
gendc
Volgno. 233, onvoorziene uitgaven, wordt overeenko..: tig
de memorie van anhwoonl, uitgetrokken op f 7,933.13^.
De begrooting wordt daarop vastgesteld met deze balans:
Inkomsten1,054,567.65£
Uitgaven1,054,567.65|
Waarschijnlijk saldo
Nihil.