VergadcpiDg van Dinsdag 23 Augustus 1904 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Augustus 1904. 129 Tegenwoordig de hoeren: Troelstra, Oosterhoff, Wil helm ij, Jansen, Tromp, Beekhuis, Lautenbach, Feddema, Feitz, Baart de la Faille, Meualda, Hijlkeina, Ilaver- sehmidt, Koopmans. Afwezig de hoeren: van lvetwich Verschuur, Wolff, Duparc, Tigler Wijbrandi, van Vessel, Komter, Beueker Andreae. Do heer Schoondermarkdie aanwezig isheeft de presentielijst niet geteekend. Eene vacature. Voorzitter: de heer J. Troelstra, 1.-burgemeester. I. De notulen van de op 9 Augustus 1.1. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. dat zijn ingekomen de volgende stukken a. berichten van afwezigheid van de heeren van Vessel, Tigler Wijbrandi, Duparc en Komter. b. Dankbetuiging van den heer D. van Hoorn voor zijne benoeming tot tijdelijk leeraar aan het gymnasium; c. dankbetuiging van rnej. A. van Drooge voor hare benoeming tot onderwijzeres in de nuttige en fraaie handwerken aan gemeenteschool no. 12; d. verzoek van den heer Jhr. Vr. A. üüell om eer vol ontslag uit zijne betrekking van ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten het gevraagde ontslag eervol te verleenen. 2. Dat aan de nieuwe straat aan de z.z. van het Molenpad de naarn Jacob van Akenstraat is toegekend. 3. Dat bij beschikking van den Minister van Biniien- landsche Zaken d. d. 19 Augustus 1904 no. 6520 afd. Ond. is goedgekeurd de benoeming van den heer D. van Hoorn tot tijdelijk leeraar in de geschiedenis aan het gymnasium. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan den heer J. Koopmans vergunning te verleenen de be strating vóór zijne panden aan het Koord vliet te doen vervangen door een klinkerbestrating en aldaar een smal spoor aan te brengen. 2. Idem tot toekenning van pensioen aan den eervol ontslagen politiedienaar der 3e klasse <1. Trossel. 3. Idem om Gedeputeerde Staten dezer provincie in antwoord op hunne circulaire d.d. 28 Juli 1904, no, 63 mede te deelen, dat geene wijziging wordt noodig geacht in de bestaande indeeling dezer gemeente in stem- districten. 4. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres der afdeeling Leeu warden van den Bond van Nederlandsche onderwijzers, houdende verzoek tot het verplicht stellen en reglementeeren van schoolvergade ringen. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders om af wijzend te beschikken op het adres van S. van der Veen e.a. houdende verzoek tot overneming in eigendom van de straten nabij de Paul K rugerstraat. 6. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van den heer G. Jellema, houdende verzoek om kwijtschelding der boete, hem opgelegd wegens het niet nakomen der voorwaarden van uitgifte van bouw terreinen aan het Nieuwe Kanaal. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan den heer D. C. Versteegh te Alkmaar in koop af te staan een strook grond op bouwblok XVII ten Zuiden van het Nieuwe Kanaal. 8. Idem tot wijziging der verordening regelende den rang, het getal enz. der ambtenaren en werklieden aan de gemeentewerken (gem. bl. no. 18 van 1895). 9. Aanbeveling van burgemeester en wethouders ter benoeming van een lid der commissie tot wering van schoolverzuim wegens periodieke irftrcding van den heer W. G. Hoeneveld. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi ging van art. 1 van het Reglement voor de bevolkings agenten (bijlage 26). De beraadslagingen worden geopend. De heer Wilheimij zal er zich volstrekt niet tegen verklaren, dat het salaris der bevolkingsagenten wordt gebracht op 7U0SOU, omdat hij gelooft, dat sinds 1889, toen het voor het laatst werd vastgesteld, hunne werkzaamheden zoodanig zijn toegenomen, dat verhooging noodig is. Maar spreker wenscht er op te wijzen, dat uit de verordening zal worden weggelaten de bepaling, dat de bevolkingsagenten voor 5 jaar worden benoemd. Hij is van oordeel, dat deze bepaling behouden moet blijven, omdat, wanneer een dezer beambten zich mis draagt, men hem voel gemakkelijker na 5 jaar zijn congé kan geven, dan gebruik maken van de bepaling van art. 7 van het reglement, dat bevolkingsagenten te allen tijde kunnen worden ontslagen. Spreker wenscht daarom de vraag te stollen, waarom de woorden „voor den tijd van 5 jaren" zullen worden weggelaten. De Voorzitter kan hierop antwoorden, dat in het voorstel zelf reeds een antwoord wordt gegeven op de vraag van den heer Wilhelmjj, waar staat „Tevens wenschen wij van deze gelegenheid gebruik te maken om u voor stellen de benoeming van de be volkingsagenten telkens voor 5 jaren, uit dat art. te doen vervallen. Wij ineenen, dat, waar ook voor andere ambtenaren eene dergelijke periodieke herbenoeming niet is voorgeschreven, geen speciale redenen bestaan om haar voor de bevolkingsagenten te behouden." Hierin is de reden opgegeven, n.l. dat deze bepaling eene uitzondering maakt op den regel. Vroeger was voor verschillende ambtenaren en beambten eene benoe ming voor 3 of 4 jaren voorgeschreven, maar later is dit ingetrokken. Spreker meent, dat ze nog alleen be staat voor de stadsartsen. Waar, zooals de heer Wil helm ij memoreert, de bevolkingsagenten te allen tijde kunnen worden ontslagen, - wat trouwens zonder eene uitdrukkelijke bepaling ook het geval zou zijn, daar gelooft spreker, dat er te minder redenen bestaan ten aanzien van deze beambten eene uitzondering te maken. Den heer Schooiulermark is het ook opgevallen, dat is voorgesteld de benoeming voor 5 jaren te laten ver vallen en wel juist, omdat daarbij wordt aangehaald, dat deze ambtenaren de eenige zijn, bij wie dat nu nog het geval is. Spreker zou deze bepaling juist willen behouden, omdat er dan ambtenaren zijn, op wie kan worden gewezen, wanneer deze zaak bij andere ambtenaren ter sprake komt. Stel, dat een hoofdambtenaar moet worlen benoemd en het blijkt na de benoeming, dat hij onge schikt is, dan zit de gemeente er aan vast, wat niet het geval zou zijn, wanneer hij voor de eerste 5 jaren was benoemd. Zoo'n bepaling zou dan voor burgemeester en wet houders van groot belang zijn. Als we later voor een ambtenaar zoo'n bepaling wil den maken, zou ons worden tegengeworpenvroeger hebt gij dat zelf niet gewild. Daarom acht spreker lief ook wenschelijk dit voorschrift hier te behoudenbij

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1904 | | pagina 1